← Retour vers "Arrêt n° 132/98 du 9 décembre 1998 Numéro du rôle : 1200 En cause : la question préjudicielle
relative à l'article 32bis du Code des impôts sur les revenus 1964, posée par la Cour d'appel de Bruxelles. La
Cour d'arbitrage, composée des après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question
préjudicielle Par arr(...)"
Arrêt n° 132/98 du 9 décembre 1998 Numéro du rôle : 1200 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 32bis du Code des impôts sur les revenus 1964, posée par la Cour d'appel de Bruxelles. La Cour d'arbitrage, composée des après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par arr(...) | Arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 Rolnummer 1200 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. Het Arbitragehof, samengesteld wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 3(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 132/98 du 9 décembre 1998 | Arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 |
Numéro du rôle : 1200 | Rolnummer 1200 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 32bis du | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 32bis van het |
Code des impôts sur les revenus 1964, posée par la Cour d'appel de | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Hof van |
Bruxelles. | Beroep te Brussel. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans et A. Arts, assistée du | rechters P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, |
greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par arrêt du 31 octobre 1997 en cause de G. Willendyck contre l'Etat | Bij arrest van 31 oktober 1997 in zake G. Willendyck tegen de |
belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
le 21 novembre 1997, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question | is ingekomen op 21 november 1997, heeft het Hof van Beroep te Brussel |
préjudicielle suivante : | de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Dans la mesure où l'article 32bis du C.I.R. rend imposables les | « Is artikel 32bis van het W.I.B., in zoverre het de vergoedingen die |
indemnités versées en réparation d'une incapacité permanente en | met toepassing van de wetgeving op de arbeidsongevallen worden gestort |
application de la législation sur les accidents du travail, sans qu'il | tot herstel van een blijvende ongeschiktheid, zonder dat er voor het |
y ait perte de revenus dans le chef de la victime, cette disposition | slachtoffer een inkomstenderving is, belastbaar maakt, niet in strijd |
n'est-elle pas contraire aux articles 10 et 172 de la Constitution, dès lors que les mêmes indemnités, si elles étaient obtenues par un redevable autre qu'un travailleur ou étaient versées directement par le tiers responsable de l'accident, ne seraient pas imposables et alors que, d'autre part, la victime d'un accident de travail ou sur le chemin du travail ne peut pas opter entre l'application de la loi sur les accidents du travail et l'action de droit commun, bien que ce soit en définitive le tiers responsable (ou son assureur) qui supporte la charge du paiement des indemnités ? » II. Les faits et la procédure antérieure La Cour d'appel de Bruxelles est saisie de recours fiscaux dirigés contre des décisions directoriales rejetant les réclamations contre la cotisation à l'impôt des personnes physiques. G. Willendyck a été victime, sur le chemin du travail, d'un accident de circulation causé par un tiers. Conformément à la loi sur les accidents du travail, une indemnité lui fut versée en réparation d'une incapacité permanente partielle de travail. L'administration a imposé | met de artikelen 10 en 172 van de Grondwet, aangezien dezelfde vergoedingen, indien zij door een andere belastingschuldige dan een werknemer werden verkregen of rechtstreeks door de derde aansprakelijke van het ongeval werden gestort, niet belastbaar zouden zijn en terwijl, anderzijds, het slachtoffer van een arbeidsongeval of van een ongeval op de weg naar en van het werk niet kan kiezen tussen de toepassing van de arbeidsongevallenwet en de gemeenrechtelijke vordering, hoewel het ten slotte de derde aansprakelijke (of zijn verzekeraar) is die de last voor het betalen van de vergoeding draagt ? » II. De feiten en de rechtspleging voor het Hof Bij het Hof van Beroep te Brussel zijn fiscale beroepen aanhangig gemaakt, gericht tegen beslissingen van de directeur der belastingen waarbij de bezwaarschriften tegen de aanslag in de personenbelasting worden verworpen. G. Willendyck werd het slachtoffer, op weg naar het werk, van een verkeersongeval veroorzaakt door een derde. Overeenkomstig de arbeidsongevallenwet werd hem een vergoeding uitgekeerd tot herstel van een gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid. De |
cette indemnité sur la base de l'article 32bis, alinéa 1er, 1°, du | administratie heeft die vergoeding belast op grond van artikel 32bis, |
Code des impôts sur les revenus 1964. | eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964. |
Le requérant conteste cette imposition au motif que l'indemnité versée ne constitue pas la réparation totale ou partielle d'une perte de revenus au sens de l'article 32bis du Code des impôts sur les revenus 1964. Il soutient qu'il n'a subi aucune perte de rémunération suite à l'accident litigieux et considère que l'indemnité versée a réparé une perte de capacité physique et une atteinte à l'intégrité corporelle. Après avoir rappelé la jurisprudence de la Cour de cassation, la Cour d'appel de Bruxelles estime que l'administration fiscale a fait une | De verzoeker betwist die belasting, om reden dat de uitgekeerde vergoeding geen gehele of gedeeltelijke schadeloosstelling is van een derving van inkomsten in de zin van artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964. Hij betoogt dat hij geen enkele derving van bezoldigingen heeft geleden ten gevolge van het betwiste ongeval en is van oordeel dat de uitgekeerde vergoeding een herstel is van een verlies van lichamelijke geschiktheid en van een aantasting van de lichamelijke integriteit. Na de rechtspraak van het Hof van Cassatie in herinnering te hebben gebracht, oordeelt het Hof van Beroep te Brussel dat de belastingadministratie te dezen een correcte toepassing heeft gemaakt |
application correcte de l'article 32bis, alinéa 1er, 1°, du Code des | van artikel 32bis, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de |
impôts sur les revenus 1964 en l'espèce. Le requérant soutient alors | inkomstenbelastingen 1964. De verzoeker betoogt vervolgens dat die |
que cette disposition est contraire aux articles 10 et 172 de la | bepaling strijdig is met de artikelen 10 en 172 van de Grondwet en |
Constitution et demande de poser à cet égard une question | vraagt dat daarover een prejudiciële vraag wordt gesteld aan het |
préjudicielle à la Cour d'arbitrage. La Cour d'appel pose dès lors la | Arbitragehof. Het Hof van Beroep stelt bijgevolg de hiervoor |
question reproduite ci-dessus. | weergegeven vraag. |
III. La procédure devant la Cour | III. De rechtspleging voor het Hof |
Par ordonnance du 21 novembre 1997, le président en exercice a désigné | Bij beschikking van 21 november 1997 heeft de voorzitter in functie de |
les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la | Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
loi organique, par lettres recommandées à la poste le 2 décembre 1997. | 77 van de organieke wet bij op 2 december 1997 ter post aangetekende brieven. |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 17 décembre 1997. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 december 1997. |
Des mémoires ont été introduits par : | Memories zijn ingediend door : |
- G. Willendyck et J. Trigo, demeurant ensemble à 1180 Bruxelles, rue | - G. Willendyck en J. Trigo, samenwonende te 1180 Brussel, |
Boetendael 159, boîte 6, par lettre recommandée à la poste le 14 | Boetendaalstraat 159, bus 6, bij op 14 januari 1998 ter post |
janvier 1998; | aangetekende brief; |
- le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, par | - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 18 januari 1998 |
lettre recommandée à la poste le 18 janvier 1998. | ter post aangetekende brief. |
Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi | Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de |
organique, par lettres recommandées à la poste le 22 janvier 1998. | organieke wet bij op 22 januari 1998 ter post aangetekende brieven. |
Des mémoires en réponse ont été introduits par : | Memories van antwoord zijn ingediend door : |
- G. Willendyck et J. Trigo, par lettre recommandée à la poste le 19 | - G. Willendyck en J. Trigo, bij op 19 februari 1998 ter post |
février 1998; | aangetekende brief; |
- le Conseil des ministres, par lettre recommandée à la poste le 20 | - de Ministerraad, bij op 20 februari 1998 ter post aangetekende |
février 1998. | brief. |
Par ordonnances du 29 avril 1998 et du 29 octobre 1998, la Cour a | Bij beschikkingen van 29 april 1998 en 29 oktober 1998 heeft het Hof |
de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot | |
prorogé respectivement jusqu'aux 21 novembre 1998 et 21 mai 1999 le | respectievelijk 21 november 1998 en 21 mei 1999. |
délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | |
Par ordonnance du 8 juillet 1998, la Cour a déclaré l'affaire en état | Bij beschikking van 8 juli 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid |
et fixé l'audience au 30 septembre 1998. | verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 30 september |
Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats | 1998. Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten |
par lettres recommandées à la poste le 10 juillet 1998. | bij op 10 juli 1998 ter post aangetekende brieven. |
A l'audience publique du 30 septembre 1998 : | Op de openbare terechtzitting van 30 september 1998 : |
- ont comparu : | - zijn verschenen : |
. Me M. Baltus, avocat au barreau de Bruxelles, pour G. Willendyck et | . Mr. M. Baltus, advocaat bij de balie te Brussel, voor G. Willendyck |
J. Trigo; | en J. Trigo; |
. Me A. Gillet, avocat au barreau de Nivelles, pour le Conseil des | . Mr. A. Gillet, advocaat bij de balie te Nijvel, voor de |
ministres; | Ministerraad; |
- les juges-rapporteurs J. Delruelle et A. Arts ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. Arts verslag uitgebracht; |
- les avocats précités ont été entendus; | - zijn de voornoemde advocaten gehoord; |
- l'affaire a été mise en délibéré. | - is de zaak in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Mémoire de G. Willendyck et de J. Trigo | Memorie van G. Willendyck en van J. Trigo |
A.1. La doctrine et la jurisprudence ont, depuis longtemps, dégagé en matières civile et sociale et notamment en matière d'accidents du travail, la distinction qu'il y a lieu de faire entre une indemnité qui compense une perte de revenus et une indemnité qui compense une incapacité de travail. L'atteinte à la capacité de travail est une atteinte à l'intégrité physique de la victime; ce dommage est distinct de la perte, éventuelle, de revenus. Cette distinction devrait prévaloir en matière d'impôt sur les revenus. Or, la Cour de cassation fait à cet égard une distinction entre les indemnités perçues en vertu du droit commun et celles qui sont perçues en vertu de la législation sur les accidents du travail. Cette différence de traitement ne repose sur aucun critère objectif. Le caractère discriminatoire de la distinction est particulièrement frappant en ce qui concerne les indemnités pour accidents survenus sur le chemin du travail. Nombreuses sont en effet les décisions qui statuent sur le point de savoir si un accident s'est ou non produit sur le chemin du travail. Or, selon la décision que prendra sur ce point le juge compétent, la même indemnité, accordée à la même personne, réparant le même préjudice, sera soumise à l'impôt sur les revenus, ou ne le sera pas. La taxation de telles indemnités déroge en outre sans motif à un principe fondamental de l'impôt sur les revenus, qui veut que soit seul soumis à cet impôt le montant net des revenus recueillis, déduction faite des charges. Tout ce que dépense le redevable pour conserver sa capacité de travail constituerait alors une charge professionnelle, ce qui ne serait ni admissible ni permis par la loi. Il faudrait aussi logiquement étendre la jurisprudence critiquée à | A.1. In rechtsleer en rechtspraak wordt reeds lang, in burgerlijke en in sociale zaken, en met name inzake arbeidsongevallen, het onderscheid vooropgesteld dat moet worden gemaakt tussen een vergoeding die een derving van inkomsten compenseert en een vergoeding die een arbeidsongeschiktheid compenseert. De aantasting van het vermogen om te werken is een aantasting van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer; die schade is onderscheiden van de - eventuele - derving van inkomsten. Dat onderscheid zou moeten gelden op het stuk van de inkomstenbelastingen. Het Hof van Cassatie heeft in dat verband echter een onderscheid gemaakt tussen de krachtens het gemeen recht ontvangen vergoedingen en de krachtens de arbeidsongevallenwetgeving ontvangen vergoedingen. Dat verschil in behandeling steunt op geen enkel objectief criterium. Het discriminerende karakter van het onderscheid is bijzonder duidelijk op het vlak van de vergoedingen voor ongevallen die zich op weg naar het werk hebben voorgedaan. Talrijk zijn immers de beslissingen waarbij uitspraak wordt gedaan over de vraag of een ongeval zich al dan niet op weg naar het werk heeft voorgedaan. Naar gelang van de beslissing die de bevoegde rechter daarover zal nemen, zal dezelfde vergoeding, die aan dezelfde persoon wordt uitgekeerd tot herstel van hetzelfde nadeel, al dan niet aan de inkomstenbelastingen worden onderworpen. De belasting van dergelijke vergoedingen wijkt bovendien zonder reden af van een fundamenteel beginsel van de inkomstenbelasting, namelijk dat enkel het nettobedrag van de ontvangen inkomsten, na aftrek van de kosten, aan die belasting wordt onderworpen. Alle uitgaven van de belastingplichtige om zijn vermogen om te werken te behouden, zouden in dat opzicht beroepskosten zijn, hetgeen niet aanvaardbaar zou zijn, noch door de wet zou zijn toegestaan. De gekritiseerde rechtspraak zou logischerwijze ook moeten worden uitgebreid tot andere vergoedingen tot herstel van lichamelijke of |
d'autres indemnités en réparation de dommages physiques ou de dommages moraux qui atteindraient des travailleurs à l'occasion de l'exercice de leur profession, par exemple en cas d'abus d'autorité. Mémoire du Conseil des ministres A.2.1. A titre principal, le Conseil des ministres considère qu'il n'y a pas de discrimination. Le postulat fondant la question préjudicielle est inexact. Les indemnités obtenues par les salariés et les indépendants en réparation du dommage causé par un accident du travail sont imposables dans la mesure où elles se rattachent directement ou indirectement à une activité professionnelle, étant entendu que celui qui n'émarge d'aucune manière au circuit du travail ne saurait subir un « accident du travail » donnant lieu, à ce titre, à une indemnisation. Par ailleurs, les indemnités obtenues par les salariés | morele schade die werknemers zouden oplopen in de uitoefening van hun beroep, bijvoorbeeld in geval van misbruik van gezag. Memorie van de Ministerraad A.2.1. Primair oordeelt de Ministerraad dat geen discriminatie bestaat. De hypothese waarop de prejudiciële vraag steunt, is onjuist. De vergoedingen ontvangen door de loontrekkenden en de zelfstandigen tot herstel van de door een arbeidsongeval teweeggebrachte schade zijn belastbaar in de mate waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met een beroepsactiviteit, met dien verstande dat diegene die geenszins in het arbeidscircuit zit, geen « arbeidsongeval » kan hebben dat, als dusdanig, aanleiding geeft tot een vergoeding. |
et les indépendants en réparation d'un dommage causé par un accident | De vergoedingen die de loontrekkenden en de zelfstandigen ontvangen |
de la vie privée sont imposables si elles réparent une perte permanente de rémunération, bénéfice ou profit, étant entendu que celui qui ne recueille pas de revenus professionnels ne saurait obtenir la réparation d'une perte de revenus professionnels. Il s'ensuit que la discrimination alléguée n'est pas établie et que la question préjudicielle appelle une réponse négative. A.2.2. A titre subsidiaire, la discrimination alléguée est objectivement justifiée et répond aux exigences de proportionnalité entre le but poursuivi et les moyens utilisés pour l'atteindre. La jurisprudence de la Cour est invoquée à cet égard, en particulier celle qui est relative à la matière fiscale. Il ne ressortit pas au pouvoir de la Cour d'apprécier l'opportunité de soumettre ou non à l'impôt les pensions, rentes ou allocations en tenant lieu qui réparent le dommage résultant d'un accident du travail au motif que ces indemnisations se rattachent directement ou indirectement à une | tot herstel van schade veroorzaakt door een ongeval in het privé-leven, zijn belastbaar indien zij een permanente derving van inkomsten, winsten of baten schadeloos stellen, met dien verstande dat diegene die geen beroepsinkomsten ontvangt, niet het herstel kan krijgen van een derving van beroepsinkomsten. Hieruit volgt dat de aangevoerde discriminatie niet bewezen is en dat de prejudiciële vraag ontkennend moet worden beantwoord. A.2.2. Subsidiair moet worden opgemerkt dat de aangevoerde discriminatie objectief is verantwoord en beantwoordt aan de vereisten van evenredigheid tussen het nagestreefde doel en de middelen die worden aangewend om het te bereiken. De rechtspraak van het Hof wordt in dat verband aangevoerd, met name die welke betrekking heeft op fiscale aangelegenheden. Het behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof te oordelen of het opportuun is de pensioenen, renten of daarmee gelijkgestelde uitkeringen die de uit een arbeidsongeval voortvloeiende schade vergoeden, al dan niet aan de belasting te onderwerpen, om reden dat die vergoedingen rechtstreeks of onrechtstreeks gekoppeld zijn aan een beroepsactiviteit bedoeld in |
activité professionnelle visée à l'article 20, 1° à 3°, du Code des | artikel 20, 1° tot 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
impôts sur les revenus 1964; de même, l'opportunité d'immuniser les | 1964; zo ook is uitsluitend de wetgever bevoegd om te oordelen of het |
allocations obtenues en exécution d'un contrat d'assurance | opportuun is de vergoedingen ontvangen ter uitvoering van een |
individuelle contre les accidents corporels ressortit au pouvoir | individuele verzekeringsovereenkomst die lichamelijke schade dekt, van |
exclusif du législateur. | belasting vrij te stellen. |
Il y a par ailleurs une différence objective entre les bénéficiaires | Bovendien bestaat een objectief verschil tussen de personen die |
de rémunérations, d'une part, et de profits ou bénéfices, d'autre | bezoldigingen ontvangen, enerzijds, en de personen die winsten of |
part, quant aux conditions d'exercice de l'activité et quant aux | baten genieten, anderzijds, ten aanzien van de voorwaarden waaronder |
conditions d'obtention desdits revenus. En particulier, ils ne sont | zij de beroepsactiviteit uitoefenen en waaronder zij de voormelde |
pas dans la même situation devant le risque d'encourir un accident du | inkomsten behalen. Zij bevinden zich met name niet in dezelfde |
travail ni devant les conséquences que la réalisation d'un tel risque | situatie ten aanzien van het risico een arbeidsongeval te hebben, noch |
pourrait avoir sur les revenus professionnels. Ceci explique que le | ten aanzien van de gevolgen die de verwerkelijking van een dergelijk |
législateur ait mis en place un système spécifique d'organisation du | risico zou kunnen hebben voor de beroepsinkomsten. Dat verklaart de |
travail ainsi que la pratique administrative en vigueur sur le plan | invoering, door de wetgever, van een bijzondere regeling van |
fiscal, sous l'empire des lois relatives aux impôts sur les revenus | arbeidsorganisatie, alsmede de in fiscale aangelegenheden toegepaste |
coordonnées le 15 janvier 1948. Il est vrai qu'une indemnisation obtenue en application de la législation sur les accidents du travail peut être distinguée, en matière d'impôts sur les revenus, d'une indemnisation obtenue du tiers responsable de l'accident ou de son assureur dès lors que la première indemnisation constitue un droit dont le bénéfice n'est nullement lié à l'existence d'une faute commise par qui que ce soit mais qui résulte d'un système légal original, lié à l'existence d'un contrat de travail et destiné à pourvoir, en cas de réalisation du risque d'accident, à l'obtention d'un véritable « revenu de remplacement ». | administratieve praktijk, onder de gelding van de op 15 januari 1948 gecoördineerde wetten betreffende de inkomstenbelastingen. Weliswaar kan een vergoeding ontvangen met toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving op het vlak van de inkomstenbelastingen worden onderscheiden van een vergoeding ontvangen van de voor het ongeval aansprakelijke derde of diens verzekeraar, aangezien eerstgenoemde vergoeding een recht is waarvan het genot geenszins afhangt van het bestaan van een fout begaan door wie ook, maar voortvloeit uit een oorspronkelijke wettelijke regeling, die gekoppeld is aan het bestaan van een arbeidsovereenkomst en tot doel heeft, in geval van verwerkelijking van het risico van ongeval, te voorzien in een « vervangingsinkomen » in de werkelijke zin van het woord. |
Il faut enfin relever qu'il apparaît des travaux préparatoires de la | Tot slot moet worden opgemerkt dat de wetgever blijkens de |
loi du 5 janvier 1976 qu'en mettant un terme à l'immunisation des | parlementaire voorbereiding van de wet van 5 januari 1976, door een |
indemnités obtenues en application de la législation sur les accidents | einde te maken aan de vrijstelling van de vergoedingen ontvangen met |
du travail, le législateur avait le souci d'éliminer certaines | toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving, de zorg heeft gehad |
distorsions inéquitables au sein du groupe socioprofessionnel des | sommige oneerlijke scheeftrekkingen binnen de socioprofessionele groep |
travailleurs salariés. | van de werknemers weg te werken. |
Il s'ensuit que la discrimination alléguée tend précisément à mettre | Hieruit volgt dat de beweerde discriminatie precies ertoe strekt een |
un terme à l'importante discrimination que générait, au sein de la | einde te maken aan de aanzienlijke discriminatie die, binnen de |
catégorie homogène des bénéficiaires de rémunérations diverses, le | homogene categorie van de personen die diverse bezoldigingen |
traitement fiscal avantageux des revenus de remplacement au nombre | ontvangen, teweeggebracht werd door een voordelige fiscale behandeling |
desquels figure l'indemnisation obtenue en vertu de la législation sur | van de vervangingsinkomens, waartoe de vergoeding ontvangen krachtens |
les accidents du travail. | de arbeidsongevallenwetgeving behoort. |
Mémoire en réponse de G. Willendyck et J. Trigo | Memorie van antwoord van G. Willendyck en J. Trigo |
A.3. L'historique des textes légaux rappelé dans le mémoire du Conseil | A.3. In het in de memorie van de Ministerraad in herinnering gebrachte |
des ministres fait apparaître le souci de taxer les revenus de remplacement, c'est-à-dire les sommes qui remplacent un revenu. Suite à l'évolution jurisprudentielle déjà évoquée, l'indemnisation du dommage résultant d'un accident du travail est devenue taxable en raison de son rattachement direct ou indirect à l'activité professionnelle, même sans perte de revenus professionnels. C'est précisément en cela que la loi, dans l'interprétation qui lui est donnée actuellement, est devenue inconstitutionnelle, car cette distinction n'est pas justifiée et ne s'applique pas à tous les redevables. S'il est vrai que la Cour ne peut contrôler l'opportunité d'imposer un élément déterminé, elle peut cependant vérifier s'il est justifié de n'imposer cet élément que pour certains contribuables et pas pour d'autres. Le Conseil des ministres ne propose aucune justification de la discrimination qui revient à taxer une indemnité lorsqu'elle ne remplace pas un revenu. Mémoire en réponse du Conseil des ministres A.4. Les distinctions qui ont pu être opérées par la doctrine et la | historische overzicht van de wetteksten komt de zorg tot uitdrukking de vervangingsinkomens, namelijk de sommen die een inkomen vervangen, te belasten. Als gevolg van de reeds aangehaalde evolutie in de rechtspraak is de vergoeding van de schade ten gevolge van een arbeidsongeval belastbaar geworden wegens het rechtstreekse of onrechtstreekse verband met de beroepsactiviteit, zelfs zonder derving van beroepsinkomsten. Precies in dat opzicht is de wet, in de interpretatie die thans eraan wordt gegeven, ongrondwettig geworden, want dat onderscheid is niet verantwoord en geldt niet ten aanzien van alle belastingplichtigen. Weliswaar is het Hof niet bevoegd om te oordelen of het al dan niet opportuun is een welbepaald bestanddeel te belasten, maar het vermag zeker te onderzoeken of het verantwoord is dat bestanddeel enkel te belasten bij sommige belastingplichtigen en niet bij andere. De Ministerraad geeft geen enkele verantwoording voor de discriminatie die erop neerkomt dat een vergoeding wordt belast wanneer zij geen inkomen vervangt. Memorie van antwoord van de Ministerraad A.4. Het onderscheid dat, in burgerlijke en sociale zaken, in de |
jurisprudence, en matières civile et sociale, entre les indemnités | rechtsleer en de rechtspraak wordt gemaakt tussen de vergoedingen die |
compensant une perte de revenu et celles compensant une incapacité de | een derving van inkomsten compenseren en die welke een |
travail, sont sans pertinence en matière fiscale compte tenu de la | arbeidsongeschiktheid compenseren, is op fiscaal vlak irrelevant, |
généralité des termes de l'article 32bis du Code des impôts sur les | gelet op het algemene karakter van de bewoordingen van artikel 32bis |
revenus 1964. Par ailleurs, en soumettant à l'impôt les indemnités qui se rattachent directement ou indirectement à une activité professionnelle visée à l'article 20, 1° à 3°, le législateur n'a opéré aucune distinction entre les victimes d'un accident du travail mais il a prévu, au contraire, que la disposition s'appliquait à toutes ces victimes, que celles-ci exercent une activité de salarié ou d'indépendant. L'article 32bis déjà cité n'opère aucune distinction suivant que l'indemnité est obtenue en vertu du droit commun ou en application de la législation sur les accidents du travail. En ce qui concerne plus particulièrement les accidents sur le chemin du travail, il est vrai qu'un problème de preuve peut régulièrement être posé mais les critiques formulées à cet égard ne sauraient être dirigées à l'encontre de la disposition soumise à la Cour. Les charges professionnelles qui pourraient être déduites de l'indemnité ne sont | van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964. Door de vergoedingen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met een beroepsactiviteit bedoeld in artikel 20, 1° tot 3°, te belasten, heeft de wetgever overigens geen enkel onderscheid gemaakt onder de slachtoffers van een arbeidsongeval, maar heeft hij daarentegen erin voorzien dat de bepaling geldt ten aanzien van al die slachtoffers, ongeacht of zij een activiteit als loontrekkende of als zelfstandige uitoefenen. Het reeds aangehaalde artikel 32bis maakt geen enkel onderscheid naargelang de vergoeding krachtens het gemeen recht of met toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving wordt ontvangen. Wat nu meer bepaald de ongevallen op weg naar het werk betreft, moet worden toegegeven dat zich geregeld een probleem van bewijs kan voordoen, maar de kritiek die in dat verband naar voren is gebracht, zou niet gericht kunnen zijn tegen de aan het Hof ter toetsing voorgelegde bepaling. De beroepskosten die in mindering zouden kunnen worden gebracht van de vergoeding, zijn geen kosten om de lichamelijke |
pas les frais d'entretien de l'intégrité physique mais les frais | integriteit te vrijwaren, maar kosten die zijn gemaakt om de |
exposés en vue d'acquérir ou de conserver l'indemnité obtenue à la | vergoeding die als gevolg van een arbeidsongeval is ontvangen, te |
suite d'un accident du travail. | verkrijgen of te behouden. |
- B - | - B - |
B.1. L'article 32bis du Code des impôts sur les revenus 1964, | B.1. Artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, |
actuellement l'article 34, § 1er, 1°, du Code des impôts sur les | thans artikel 34, § 1, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
revenus 1992, considère comme des revenus imposables les pensions et | 1992, beschouwt als belastbare inkomsten de pensioenen en lijfrenten |
les rentes viagères ou temporaires, ainsi que les allocations en | of tijdelijke renten, alsmede als zodanig geldende toelagen die |
tenant lieu, qui se rattachent directement ou indirectement à une | rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een |
activité professionnelle ou qui constituent la réparation totale ou | beroepswerkzaamheid of die het gehele of gedeeltelijke herstel van een |
partielle d'une perte permanente de bénéfices, de rémunérations ou de | bestendige derving van winst, bezoldigingen of baten uitmaken. |
profits. B.2. La Cour d'appel de Bruxelles interroge la Cour sur la | B.2. Het Hof van Beroep te Brussel stelt het Hof een vraag over de |
compatibilité de cette disposition avec les articles 10 et 172 de la | bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 172 van de |
Constitution en ce qu'elle rend imposables les indemnités versées en | Grondwet, in zoverre zij de vergoedingen die tot herstel van een |
réparation d'une incapacité permanente en application de la | blijvende ongeschiktheid worden gestort met toepassing van de |
législation sur les accidents du travail, sans qu'il y ait perte de | arbeidsongevallenwetgeving, zonder dat er voor het slachtoffer een |
revenus dans le chef de la victime, alors que d'une part les mêmes | inkomstenderving is, belastbaar maakt, terwijl diezelfde vergoedingen, |
indemnités, si elles étaient obtenues par un redevable autre qu'un | indien zij door een andere belastingschuldige dan een werknemer werden |
travailleur ou étaient versées directement par le tiers responsable de | verkregen of rechtstreeks door de derde aansprakelijke van het ongeval |
l'accident, ne seraient pas imposables et alors que, d'autre part, la | werden gestort, niet belastbaar zouden zijn, enerzijds, en terwijl het |
victime d'un accident du travail ou sur le chemin du travail ne peut | slachtoffer van een arbeidsongeval of van een ongeval op de weg naar |
pas opter entre l'application de la loi sur les accidents du travail | en van het werk niet kan kiezen tussen de toepassing van de |
et l'action de droit commun, bien que ce soit en définitive le tiers | arbeidsongevallenwet en de gemeenrechtelijke vordering, hoewel het ten |
responsable (ou son assureur) qui supporte la charge du paiement des | slotte de derde aansprakelijke (of zijn verzekeraar) is die de last |
indemnités. | voor het betalen van de vergoeding draagt, anderzijds. |
B.3. L'article 10 de la Constitution contient la règle de l'égalité | B.3. Artikel 10 van de Grondwet bevat de regel van de gelijkheid voor |
devant la loi tandis que l'article 11 établit celle de la | de wet, terwijl artikel 11 de regel van de niet-discriminatie in het |
non-discrimination dans la jouissance des droits et libertés. Ces deux | genot van de rechten en vrijheden vastlegt. Die twee grondwettelijke |
règles constitutionnelles sont l'expression d'un même principe et sont | regels zijn evenwel de uitdrukking van eenzelfde beginsel en zijn dus |
donc indissolublement liées. | onlosmakelijk met elkaar verbonden. |
Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée générale : les | De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene draagwijdte |
règles constitutionnelles d'égalité et de non-discrimination sont | : de grondwettelijke regels van gelijkheid en van niet-discriminatie |
applicables à l'égard de tous les droits et de toutes les libertés. | zijn van toepassing ten aanzien van alle rechten en vrijheden. Zij |
Elles s'appliquent également aux matières fiscales. Ce principe est | |
d'ailleurs confirmé par l'article 172 de la Constitution; en effet, | gelden ook in fiscale aangelegenheden. Artikel 172 van de Grondwet |
cette disposition constitue une application du principe général | bevestigt dat beginsel trouwens; die bepaling is immers een toepassing |
d'égalité formulé à l'article 10 de la Constitution. | van het in artikel 10 van de Grondwet geformuleerde algemene |
gelijkheidsbeginsel. | |
B.4. Il apparaît des travaux préparatoires de la loi du 5 janvier | B.4. Blijkens de parlementaire voorbereiding van de wet van 5 januari |
1976, qui a introduit dans le Code des impôts sur les revenus la | 1976, die de in het geding zijnde bepaling in het Wetboek van de |
disposition litigieuse, que le législateur a entendu mettre fin au | inkomstenbelastingen heeft ingevoegd, wilde de wetgever een einde |
régime d'immunisation de certains revenus de remplacement (Doc. parl., | maken aan het stelsel van vrijstelling van sommige vervangingsinkomens |
Sénat, 1975-1976, n° 742/2, p. 18). | (Gedr. St., Senaat, 1975-1976, nr. 742/2, p. 18). |
B.5. En incluant parmi les revenus imposables les pensions, rentes et | B.5. Door de pensioenen, renten en toelagen die het herstel van een |
allocations qui constituent la réparation d'une perte permanente de | bestendige derving van winst, bezoldigingen of baten uitmaken in de |
bénéfices, de rémunérations ou de profits, le législateur a pris une | belastbare inkomsten op te nemen, heeft de wetgever een maatregel |
genomen die relevant is ten aanzien van die doelstelling. | |
mesure pertinente au regard de cet objectif. | Geen enkele van de door de Ministerraad aangevoerde redenen kan |
En revanche, aucune des raisons invoquées par le Conseil des ministres | daarentegen verantwoorden dat in de categorie van de belastbare |
ne peut justifier d'inclure dans la catégorie des revenus imposables, | inkomsten, de pensioenen, renten en toelagen worden ingesloten die |
les pensions, rentes et allocations versées à la suite d'un accident | worden gestort naar aanleiding van een ongeval dat als arbeidsongeval |
reconnu comme accident du travail au sens de la loi du 10 avril 1971 sans pour autant qu'il porte atteinte aux revenus professionnels de la victime. L'indemnisation, à laquelle la victime a droit n'a pas, dans cette hypothèse, le caractère d'un revenu de remplacement. Il en résulte que la victime subit en ce cas une discrimination par rapport à d'autres victimes d'un accident qui ne s'est produit ni sur le chemin ni sur les lieux du travail puisqu'elle est soumise à l'impôt sur les revenus tant pour l'indemnité due en raison de l'accident que pour les revenus professionnels que, par hypothèse, elle continue de percevoir. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : En ce qu'il rend imposables les indemnités versées en réparation d'une incapacité permanente en application de la législation sur les accidents du travail, sans qu'il y ait perte de revenus dans le chef | wordt erkend in de zin van de wet van 10 april 1971 zonder dat het daarom afbreuk doet aan de beroepsinkomsten van het slachtoffer. De schadeloosstelling waarop het slachtoffer recht heeft, heeft in die onderstelling niet het karakter van een vervangingsinkomen. Daaruit volgt dat het slachtoffer in dat geval een discriminatie ondergaat in vergelijking met andere slachtoffers van een ongeval dat zich noch op de weg naar of van het werk, noch op het werk heeft voorgedaan, vermits het aan de inkomstenbelastingen is onderworpen zowel voor de wegens het ongeval verschuldigde schadevergoeding als voor de beroepsinkomsten die het bij hypothese behoudt. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : |
de la victime, l'article 32bis du Code des impôts sur les revenus 1964 | Doordat artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 |
(actuellement l'article 34, § 1er, 1°, du Code des impôts sur les | (thans artikel 34, § 1, 1°, van het Wetboek van de |
inkomstenbelastingen 1992) de vergoedingen die met toepassing van de | |
arbeidsongevallenwetgeving worden gestort tot herstel van een | |
blijvende ongeschiktheid, zonder dat er voor het slachtoffer een | |
revenus 1992) viole l'article 10 de la Constitution. | inkomstenderving is, belastbaar maakt, schendt het artikel 10 van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 9 décembre 1998. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 december 1998. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |