Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Arrest nr. 60/97 van 14 oktober 1997 Rolnummers 1017 en 1018 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 44bis van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, ingevoegd bij artikel 29 van de wet van 21 december 1994 h Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...)"
Arrest nr. 60/97 van 14 oktober 1997 Rolnummers 1017 en 1018 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 44bis van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, ingevoegd bij artikel 29 van de wet van 21 december 1994 h Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...) Arrest nr. 60/97 van 14 oktober 1997 Rolnummers 1017 en 1018 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 44bis van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, ingevoegd bij artikel 29 van de wet van 21 december 1994 h Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...)
ARBITRAGEHOF ARBITRAGEHOF
Arrest nr. 60/97 van 14 oktober 1997 Arrest nr. 60/97 van 14 oktober 1997
Rolnummers 1017 en 1018 Rolnummers 1017 en 1018
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 44bis van de wet In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 44bis van de wet
op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, ingevoegd bij op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, ingevoegd bij
artikel 29 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse artikel 29 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse
bepalingen, gesteld door de Beroepscommissie opgericht bij het bepalingen, gesteld door de Beroepscommissie opgericht bij het
Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu.
Het Arbitragehof, Het Arbitragehof,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de
rechters P. Martens, G. De Baets, H. Coremans, A. Arts en R. Henneuse, rechters P. Martens, G. De Baets, H. Coremans, A. Arts en R. Henneuse,
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van
voorzitter M. Melchior, voorzitter M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag I. Onderwerp van de prejudiciële vraag
Bij beslissingen van 20 november 1996 in zake respectievelijk de Bij beslissingen van 20 november 1996 in zake respectievelijk de
v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité Chrétienne, Centre v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité Chrétienne, Centre
Hospitalier du Grand Hornu » en de v.z.w. « Centre Hospitalier de Hospitalier du Grand Hornu » en de v.z.w. « Centre Hospitalier de
Mouscron » tegen de Waalse Regering, waarvan de expedities ter griffie Mouscron » tegen de Waalse Regering, waarvan de expedities ter griffie
van het Hof zijn ingekomen op 4 december 1996, heeft de van het Hof zijn ingekomen op 4 december 1996, heeft de
Beroepscommissie opgericht bij het Ministerie van Volksgezondheid en Beroepscommissie opgericht bij het Ministerie van Volksgezondheid en
Leefmilieu de volgende prejudiciële vraag gesteld : Leefmilieu de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Schendt artikel 44bis van de op 7 augustus 1987 gecordineerde wet op « Schendt artikel 44bis van de op 7 augustus 1987 gecordineerde wet op
de ziekenhuizen, ingevoegd bij artikel 29 van de wet van 21 december de ziekenhuizen, ingevoegd bij artikel 29 van de wet van 21 december
1994 houdende sociale en diverse bepalingen, in die zin 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, in die zin
geïnterpreteerd dat het het aantal hartcatheterisatiediensten voor geïnterpreteerd dat het het aantal hartcatheterisatiediensten voor
invasief onderzoek, het aantal hartcatheterisatiediensten voor invasief onderzoek, het aantal hartcatheterisatiediensten voor
interventionele cardiologie, het aantal diensten voor chronische interventionele cardiologie, het aantal diensten voor chronische
hemodialyse in een ziekenhuis en het aantal diensten voor collectieve hemodialyse in een ziekenhuis en het aantal diensten voor collectieve
autodialyse beperkt tot het aantal diensten dat daadwerkelijk erkend autodialyse beperkt tot het aantal diensten dat daadwerkelijk erkend
was op de datum van bekendmaking van de wet van 21 december 1994, de was op de datum van bekendmaking van de wet van 21 december 1994, de
artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, in zoverre die artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, in zoverre die
bepaling een verschil in behandeling in het leven roept tussen de bepaling een verschil in behandeling in het leven roept tussen de
ziekenhuizen waarvan de bovengenoemde diensten, op die ziekenhuizen waarvan de bovengenoemde diensten, op die
toepassingsdatum, reeds erkend waren en de instellingen die hun toepassingsdatum, reeds erkend waren en de instellingen die hun
aanvraag tot erkenning vóór die datum hadden ingediend maar over wier aanvraag tot erkenning vóór die datum hadden ingediend maar over wier
aanvragen de bevoegde minister nog geen uitspraak had gedaan ? » aanvragen de bevoegde minister nog geen uitspraak had gedaan ? »
II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil
In de zaak met rolnummer 1017 In de zaak met rolnummer 1017
Op 6 maart 1995 heeft de Minister van Sociaal Beleid, Volksgezondheid Op 6 maart 1995 heeft de Minister van Sociaal Beleid, Volksgezondheid
en Huisvesting van het Waalse Gewest geweigerd de erkenning van de en Huisvesting van het Waalse Gewest geweigerd de erkenning van de
hartcatheterisatiedienst voor invasief onderzoek te verlenen die de hartcatheterisatiedienst voor invasief onderzoek te verlenen die de
v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité Chrétienne, Centre v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité Chrétienne, Centre
Hospitalier du Grand Hornu » op 2 december 1994 had aangevraagd. De Hospitalier du Grand Hornu » op 2 december 1994 had aangevraagd. De
vereniging heeft beroep ingesteld bij de Beroepscommissie opgericht vereniging heeft beroep ingesteld bij de Beroepscommissie opgericht
bij het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. Die commissie bij het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. Die commissie
heeft bij haar beslissing van 20 novembre 1996 aan het Hof de heeft bij haar beslissing van 20 novembre 1996 aan het Hof de
voormelde vraag gesteld. voormelde vraag gesteld.
In de zaak met rolnummer 1018 In de zaak met rolnummer 1018
Op 24 november 1995 heeft de Minister van Sociaal Beleid, Op 24 november 1995 heeft de Minister van Sociaal Beleid,
Volksgezondheid en Huisvesting van het Waalse Gewest geweigerd de Volksgezondheid en Huisvesting van het Waalse Gewest geweigerd de
erkenning van de hartcatheterisatiedienst voor invasief onderzoek te erkenning van de hartcatheterisatiedienst voor invasief onderzoek te
verlenen die de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron » op 6 verlenen die de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron » op 6
december 1994 had aangevraagd. De vereniging heeft beroep ingesteld december 1994 had aangevraagd. De vereniging heeft beroep ingesteld
bij de Beroepscommissie opgericht bij het Ministerie van bij de Beroepscommissie opgericht bij het Ministerie van
Volksgezondheid en Leefmilieu. Die commissie heeft bij haar beslissing Volksgezondheid en Leefmilieu. Die commissie heeft bij haar beslissing
van 20 november 1996 aan het Hof de voormelde vraag gesteld. van 20 november 1996 aan het Hof de voormelde vraag gesteld.
III. De rechtspleging voor het Hof III. De rechtspleging voor het Hof
Bij beschikkingen van 4 december 1996 heeft de voorzitter in functie Bij beschikkingen van 4 december 1996 heeft de voorzitter in functie
voor ieder van beide zaken de rechters van de zetel aangewezen voor ieder van beide zaken de rechters van de zetel aangewezen
overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6
januari 1989 op het Arbitragehof. januari 1989 op het Arbitragehof.
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen.
Bij beschikking van 7 januari 1997 heeft het Hof in voltallige zitting Bij beschikking van 7 januari 1997 heeft het Hof in voltallige zitting
de zaken samengevoegd. de zaken samengevoegd.
Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel
77 van de organieke wet bij op 10 januari 1997 ter post aangetekende 77 van de organieke wet bij op 10 januari 1997 ter post aangetekende
brieven; bij dezelfde brieven is tevens kennisgegeven van de brieven; bij dezelfde brieven is tevens kennisgegeven van de
beschikking tot samenvoeging. beschikking tot samenvoeging.
Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 18 januari 1997. bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 18 januari 1997.
Memories zijn ingediend door : Memories zijn ingediend door :
- de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron », Kloosterstraat 39, - de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron », Kloosterstraat 39,
7700 Moeskroen, bij op 18 februari 1997 ter post aangetekende brief; 7700 Moeskroen, bij op 18 februari 1997 ter post aangetekende brief;
- de v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité Chrétienne, Centre - de v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité Chrétienne, Centre
Hospitalier du Grand Hornu », route de Mons 63, 7301 Hornu, bij op 21 Hospitalier du Grand Hornu », route de Mons 63, 7301 Hornu, bij op 21
februari 1997 ter post aangetekende brief; februari 1997 ter post aangetekende brief;
- de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 25 februari 1997 - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 25 februari 1997
ter post aangetekende brief. ter post aangetekende brief.
Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de
organieke wet bij op 6 maart 1997 ter post aangetekende brieven. organieke wet bij op 6 maart 1997 ter post aangetekende brieven.
Memories van antwoord zijn ingediend door : Memories van antwoord zijn ingediend door :
- de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron », bij op 24 maart 1997 - de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron », bij op 24 maart 1997
ter post aangetekende brief; ter post aangetekende brief;
- de v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité Chrétienne, Centre - de v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité Chrétienne, Centre
Hospitalier du Grand Hornu », bij op 2 april 1997 ter post Hospitalier du Grand Hornu », bij op 2 april 1997 ter post
aangetekende brief; aangetekende brief;
- de Ministerraad, bij op 4 april 1997 ter post aangetekende brief. - de Ministerraad, bij op 4 april 1997 ter post aangetekende brief.
Op 16 april 1997 heeft de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron » Op 16 april 1997 heeft de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron »
een « memorie van wederantwoord » ingediend die, aangezien daarin niet een « memorie van wederantwoord » ingediend die, aangezien daarin niet
is voorzien door de bijzondere wet van 6 januari 1989, uit de debatten is voorzien door de bijzondere wet van 6 januari 1989, uit de debatten
werd geweerd. werd geweerd.
Bij beschikking van 28 mei 1997 heeft het Hof de zaken in gereedheid Bij beschikking van 28 mei 1997 heeft het Hof de zaken in gereedheid
verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 26 juni 1997, verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 26 juni 1997,
nadat het de Ministerraad uitgenodigd had : nadat het de Ministerraad uitgenodigd had :
- te antwoorden op de volgende vragen : - te antwoorden op de volgende vragen :
a) Welk gevolg werd gegeven aan het verzoek tot erkenning ingediend op a) Welk gevolg werd gegeven aan het verzoek tot erkenning ingediend op
8 april 1991 door de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron » ? 8 april 1991 door de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron » ?
b) Zijn er erkenningen verleend tussen 29 december 1993 en 23 december b) Zijn er erkenningen verleend tussen 29 december 1993 en 23 december
1994 ? 1994 ?
- de in december 1994 door het « Centre Hospitalier du Grand Hornu » - de in december 1994 door het « Centre Hospitalier du Grand Hornu »
en het « Centre Hospitalier de Mouscron » ingediende verzoeken tot en het « Centre Hospitalier de Mouscron » ingediende verzoeken tot
erkenning ter terechtzitting over te leggen. erkenning ter terechtzitting over te leggen.
Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten
bij op 29 mei 1997 ter post aangetekende brieven. bij op 29 mei 1997 ter post aangetekende brieven.
Bij beschikking van 29 mei 1997 heeft het Hof de termijn waarbinnen Bij beschikking van 29 mei 1997 heeft het Hof de termijn waarbinnen
het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 4 december 1997. het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 4 december 1997.
Bij beschikking van 26 juni 1997 heeft de voorzitter in functie Bij beschikking van 26 juni 1997 heeft de voorzitter in functie
vastgesteld dat rechter E. Cerexhe, lid van de zetel, wettig vastgesteld dat rechter E. Cerexhe, lid van de zetel, wettig
verhinderd was, en vervangen door rechter R. Henneuse. verhinderd was, en vervangen door rechter R. Henneuse.
Op de openbare terechtzitting van 26 juni 1997 : Op de openbare terechtzitting van 26 juni 1997 :
- zijn verschenen : - zijn verschenen :
. Mr. Chr. Everaerts, advocaat bij de balie te Brussel, voor de v.z.w. . Mr. Chr. Everaerts, advocaat bij de balie te Brussel, voor de v.z.w.
« Centre Hospitalier de Mouscron »; « Centre Hospitalier de Mouscron »;
. Mr. D. Millecam loco Mr. J. Debacker, advocaten bij de balie te . Mr. D. Millecam loco Mr. J. Debacker, advocaten bij de balie te
Bergen, voor de v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité Bergen, voor de v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité
Chrétienne, Centre Hospitalier du Grand Hornu »; Chrétienne, Centre Hospitalier du Grand Hornu »;
. Mr. J.-M. Wolter, advocaat bij de balie te Brussel, voor de . Mr. J.-M. Wolter, advocaat bij de balie te Brussel, voor de
Ministerraad; Ministerraad;
- hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en G. De Baets verslag - hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en G. De Baets verslag
uitgebracht; uitgebracht;
- zijn de voornoemde advocaten gehoord; - zijn de voornoemde advocaten gehoord;
- zijn de zaken in beraad genomen. - zijn de zaken in beraad genomen.
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de
talen voor het Hof. talen voor het Hof.
IV. In rechte IV. In rechte
- A - - A -
Memorie van de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron » Memorie van de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron »
A.1. De betwiste bepaling verbreekt de gelijkheid en doet een A.1. De betwiste bepaling verbreekt de gelijkheid en doet een
discriminatie ontstaan tussen de diensten die hun erkenning hadden discriminatie ontstaan tussen de diensten die hun erkenning hadden
verkregen vóór 23 december 1994 en die welke, ofschoon ze aan de verkregen vóór 23 december 1994 en die welke, ofschoon ze aan de
vereiste voorwaarden voldeden, op die datum niet waren erkend. Die vereiste voorwaarden voldeden, op die datum niet waren erkend. Die
discriminatie was de Senaatscommissie voor de Volksgezondheid en het discriminatie was de Senaatscommissie voor de Volksgezondheid en het
Leefmilieu van de Senaat niet ontgaan en de Minister had verklaard dat Leefmilieu van de Senaat niet ontgaan en de Minister had verklaard dat
het nodige zou worden gedaan om de diensten die tijdig een verzoek het nodige zou worden gedaan om de diensten die tijdig een verzoek
hadden ingediend en die aan de vereiste voorwaarden voldeden van de hadden ingediend en die aan de vereiste voorwaarden voldeden van de
uitsluiting te vrijwaren. Die ruime interpretatie was niet uitsluiting te vrijwaren. Die ruime interpretatie was niet
doorslaggevend, vermits aan de vereniging de erkenning die ze reeds op doorslaggevend, vermits aan de vereniging de erkenning die ze reeds op
8 april 1991 had aangevraagd, werd geweigerd, terwijl zij aan die 8 april 1991 had aangevraagd, werd geweigerd, terwijl zij aan die
voorwaarden voldeed. voorwaarden voldeed.
A.2. De bekritiseerde maatregel beantwoordt niet aan het kwalitatieve A.2. De bekritiseerde maatregel beantwoordt niet aan het kwalitatieve
aspect van de nagestreefde doelstelling. Ten aanzien van de aspect van de nagestreefde doelstelling. Ten aanzien van de
economische doelstelling ervan is er geen bewijs dat die zou worden economische doelstelling ervan is er geen bewijs dat die zou worden
bereikt door een selectie te maken op basis van een willekeurig bereikt door een selectie te maken op basis van een willekeurig
gekozen datum. gekozen datum.
A.3. Het koninklijk besluit van 18 april 1991 verplicht tot het A.3. Het koninklijk besluit van 18 april 1991 verplicht tot het
aanschaffen van een dure uitrusting, de aanwezigheid van verschillende aanschaffen van een dure uitrusting, de aanwezigheid van verschillende
diensten en de oprichting van een medische staf. De betwiste bepaling diensten en de oprichting van een medische staf. De betwiste bepaling
doet op onevenredige wijze afbreuk aan de economische rechten van de doet op onevenredige wijze afbreuk aan de economische rechten van de
betrokken personen, doordat ze op discriminerende wijze de in artikel betrokken personen, doordat ze op discriminerende wijze de in artikel
23 van de Grondwet gewaarborgde rechten miskent. Zij doet eveneens 23 van de Grondwet gewaarborgde rechten miskent. Zij doet eveneens
afbreuk aan de rechtszekerheid, vermits de vereniging te goeder trouw afbreuk aan de rechtszekerheid, vermits de vereniging te goeder trouw
kon geloven dat zij, door een hartcatheterisatiedienst op te richten kon geloven dat zij, door een hartcatheterisatiedienst op te richten
en de vereiste uitrusting aan te schaffen, die erkenning zou kunnen en de vereiste uitrusting aan te schaffen, die erkenning zou kunnen
verkrijgen. verkrijgen.
A.4. Het aangenomen criterium, dat van de goede wil van de betrokken A.4. Het aangenomen criterium, dat van de goede wil van de betrokken
minister afhangt, is niet relevant. De in aanmerking genomen datum is minister afhangt, is niet relevant. De in aanmerking genomen datum is
willekeurig. willekeurig.
Memorie van de v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité Memorie van de v.z.w. « Providence des Malades et Mutualité
Chrétienne, Centre Hospitalier du Grand Hornu » Chrétienne, Centre Hospitalier du Grand Hornu »
A.5. Het enorme misverstand in deze zaak vindt zijn oorsprong in de A.5. Het enorme misverstand in deze zaak vindt zijn oorsprong in de
dubbelzinnige houding van de gewestminister, zoals blijkt uit de dubbelzinnige houding van de gewestminister, zoals blijkt uit de
besprekingen die aan de aanneming van de wet voorafgingen alsmede uit besprekingen die aan de aanneming van de wet voorafgingen alsmede uit
de briefwisseling tussen de ministers. de briefwisseling tussen de ministers.
De diensten die, met het oog op het verkrijgen van de erkenning, zware De diensten die, met het oog op het verkrijgen van de erkenning, zware
investeringen hebben gedaan en aan de vastgestelde voorwaarden investeringen hebben gedaan en aan de vastgestelde voorwaarden
voldoen, hebben recht op die erkenning. Zij worden getroffen door het voldoen, hebben recht op die erkenning. Zij worden getroffen door het
moratorium, omdat zij nog niet formeel erkend waren toen de wet werd moratorium, omdat zij nog niet formeel erkend waren toen de wet werd
bekendgemaakt. Zij worden dus op discriminerende wijze behandeld, bekendgemaakt. Zij worden dus op discriminerende wijze behandeld,
vermits er geen enkele objectieve en redelijke verantwoording is. vermits er geen enkele objectieve en redelijke verantwoording is.
A.6. De gevolgde methode is niet relevant om de nagestreefde A.6. De gevolgde methode is niet relevant om de nagestreefde
budgettaire doelstelling te bereiken. budgettaire doelstelling te bereiken.
Memorie van de Ministerraad Memorie van de Ministerraad
A.7. De betwiste bepaling moet in die zin worden geïnterpreteerd dat A.7. De betwiste bepaling moet in die zin worden geïnterpreteerd dat
de blokkering van het aantal betrokken diensten van toepassing is op de blokkering van het aantal betrokken diensten van toepassing is op
alle diensten die niet uitdrukkelijk waren erkend op de datum van de alle diensten die niet uitdrukkelijk waren erkend op de datum van de
bekendmaking van de wet, ook al voldeden ze aan de vereiste bekendmaking van de wet, ook al voldeden ze aan de vereiste
voorwaarden en was er reeds een verzoek tot erkenning ingediend. De voorwaarden en was er reeds een verzoek tot erkenning ingediend. De
verbintenis aangegaan door Mevrouw de Minister van Sociale Zaken, verbintenis aangegaan door Mevrouw de Minister van Sociale Zaken,
volgens welke diegenen die een verzoek hadden ingediend gelijk zouden volgens welke diegenen die een verzoek hadden ingediend gelijk zouden
worden gesteld met de erkende diensten (Gedr. St., Senaat, 1994-1995, worden gesteld met de erkende diensten (Gedr. St., Senaat, 1994-1995,
nr. 1318-3, pp. 12 en 13) werd onmiddellijk omgezet in het koninklijk nr. 1318-3, pp. 12 en 13) werd onmiddellijk omgezet in het koninklijk
besluit van 28 maart 1995, waarvan de aanhef de vijf voorwaarden besluit van 28 maart 1995, waarvan de aanhef de vijf voorwaarden
bepaalt waaronder van de blokkering mag worden afgeweken. bepaalt waaronder van de blokkering mag worden afgeweken.
De verbintenis van Mevrouw de Minister is overigens bekrachtigd inzake De verbintenis van Mevrouw de Minister is overigens bekrachtigd inzake
de diensten voor collectieve autodialyse (zie het koninklijk besluit de diensten voor collectieve autodialyse (zie het koninklijk besluit
van 15 maart 1995), aangezien de oprichting van een dergelijke dienst van 15 maart 1995), aangezien de oprichting van een dergelijke dienst
is toegestaan op de enkele voorwaarde dat hij zich op het terrein is toegestaan op de enkele voorwaarde dat hij zich op het terrein
bevindt van een ziekenhuis dat een dienst van toezicht bevat. bevindt van een ziekenhuis dat een dienst van toezicht bevat.
A.8. De wetgever heeft aan de Koning, zodra de basis voor de wetgeving A.8. De wetgever heeft aan de Koning, zodra de basis voor de wetgeving
op de ziekenhuizen was gelegd, de middelen gegeven voor een beleid dat op de ziekenhuizen was gelegd, de middelen gegeven voor een beleid dat
moest strekken tot de kostenbeheersing rekening houdend met het belang moest strekken tot de kostenbeheersing rekening houdend met het belang
van de patiënten. Die doelstellingen van een strak begrotingsbeleid en van de patiënten. Die doelstellingen van een strak begrotingsbeleid en
inzake volksgezondheid kunnen niet worden bekritiseerd. inzake volksgezondheid kunnen niet worden bekritiseerd.
A.9. Het aangevoerde financiële nadeel kan niet bestaan, tenzij voor A.9. Het aangevoerde financiële nadeel kan niet bestaan, tenzij voor
de betrokken ziekenhuizen die de ter zake van toepassing zijnde de betrokken ziekenhuizen die de ter zake van toepassing zijnde
wetsbepalingen niet in acht zouden hebben genomen. Het materieel kon wetsbepalingen niet in acht zouden hebben genomen. Het materieel kon
niet worden geïnstalleerd vooraleer de erkenning werd verkregen niet worden geïnstalleerd vooraleer de erkenning werd verkregen
(artikelen 8 tot 15 en 16, § 3, van het koninklijk besluit van 18 (artikelen 8 tot 15 en 16, § 3, van het koninklijk besluit van 18
april 1991); voor de reeds bestaande ziekenhuizen, was een moratorium april 1991); voor de reeds bestaande ziekenhuizen, was een moratorium
ingevoerd bij het koninklijk besluit van 18 april 1991, waarbij de ingevoerd bij het koninklijk besluit van 18 april 1991, waarbij de
voorwaarden voor hun erkenning uiterlijk tegen 1 januari 1992 moesten voorwaarden voor hun erkenning uiterlijk tegen 1 januari 1992 moesten
zijn vervuld (artikel 19). zijn vervuld (artikel 19).
A.10. Men ziet niet in hoe artikel 44bis, dat een non-profitsector A.10. Men ziet niet in hoe artikel 44bis, dat een non-profitsector
beoogt, een onevenredigheid zou inhouden, vermits niet wordt betwist beoogt, een onevenredigheid zou inhouden, vermits niet wordt betwist
dat de opvangcapaciteit van de erkende diensten of de diensten die aan dat de opvangcapaciteit van de erkende diensten of de diensten die aan
de voorwaarden voor een dergelijke erkenning voldeden toereikend was de voorwaarden voor een dergelijke erkenning voldeden toereikend was
en vermits de Staat overigens ertoe gehouden is de installatie van een en vermits de Staat overigens ertoe gehouden is de installatie van een
dergelijke zware medisch-technische dienst te subsidiëren. dergelijke zware medisch-technische dienst te subsidiëren.
A.11. Er kan niet worden gesteld dat de betwiste maatregel een A.11. Er kan niet worden gesteld dat de betwiste maatregel een
subjectief criterium van onderscheid omvat, om reden dat de erkenning subjectief criterium van onderscheid omvat, om reden dat de erkenning
zou afhangen van de snelheid waarmee de administratie de aanvragen zou afhangen van de snelheid waarmee de administratie de aanvragen
behandelt, aangezien de blokkering zonder gevolg is ten aanzien van behandelt, aangezien de blokkering zonder gevolg is ten aanzien van
ieder ziekenhuis dat reeds over een dienst voor hartchirurgie beschikt ieder ziekenhuis dat reeds over een dienst voor hartchirurgie beschikt
en, als het aan de erkenningsnormen beantwoordt, de bij het koninklijk en, als het aan de erkenningsnormen beantwoordt, de bij het koninklijk
besluit van 28 maart 1995 ingevoerde afwijkende maatregelen kan besluit van 28 maart 1995 ingevoerde afwijkende maatregelen kan
genieten of, als het over een dienst van toezicht beschikt, het recht genieten of, als het over een dienst van toezicht beschikt, het recht
heeft een dienst voor collectieve autodialyse te verzekeren. heeft een dienst voor collectieve autodialyse te verzekeren.
Er kan een interessante parallel worden getrokken met de oplossingen Er kan een interessante parallel worden getrokken met de oplossingen
die het Hof in de arresten nrs. 88/93, 25/90 en 5/94 in aanmerking die het Hof in de arresten nrs. 88/93, 25/90 en 5/94 in aanmerking
heeft genomen. heeft genomen.
Memorie van antwoord van de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron » Memorie van antwoord van de v.z.w. « Centre Hospitalier de Mouscron »
A.12. De bij het koninklijk besluit van 28 maart 1995 verleende A.12. De bij het koninklijk besluit van 28 maart 1995 verleende
afwijking strekt de diensten die tijdig een aanvraag hadden ingediend afwijking strekt de diensten die tijdig een aanvraag hadden ingediend
en die aan de vereiste voorwaarden voldeden niet tot voordeel. In en die aan de vereiste voorwaarden voldeden niet tot voordeel. In
werkelijkheid worden die diensten aan nieuwe voorwaarden onderworpen. werkelijkheid worden die diensten aan nieuwe voorwaarden onderworpen.
Bovendien kan de overeenstemming van de wet met de Grondwet niet Bovendien kan de overeenstemming van de wet met de Grondwet niet
worden beoordeeld op basis van afwijkingen die later worden bepaald worden beoordeeld op basis van afwijkingen die later worden bepaald
door de wil van de uitvoerende macht. door de wil van de uitvoerende macht.
A.13. Het debat moet zich beperken tot het onderzoek van de financiële A.13. Het debat moet zich beperken tot het onderzoek van de financiële
gevolgen van de oprichting van een hartcatheterisatiedienst en de in gevolgen van de oprichting van een hartcatheterisatiedienst en de in
die dienst uitgevoerde prestaties. die dienst uitgevoerde prestaties.
A.14. Hoewel de installatie van het materieel aan een voorafgaande A.14. Hoewel de installatie van het materieel aan een voorafgaande
toelating is onderworpen, kan die slechts worden verleend op toelating is onderworpen, kan die slechts worden verleend op
voorwaarde dat men dat materieel bezit krachtens artikel 8 van het voorwaarde dat men dat materieel bezit krachtens artikel 8 van het
koninklijk besluit van 18 april 1991. koninklijk besluit van 18 april 1991.
Memorie van antwoord van de v.z.w. « Providence des Malades et Memorie van antwoord van de v.z.w. « Providence des Malades et
Mutualité Chrétienne, Centre Hospitalier du Grand Hornu » Mutualité Chrétienne, Centre Hospitalier du Grand Hornu »
A.15. De « laars » van het westelijke Henegouwen was, op de datum van A.15. De « laars » van het westelijke Henegouwen was, op de datum van
de bekendmaking van de betwiste bepaling, bijzondere slecht voorzien de bekendmaking van de betwiste bepaling, bijzondere slecht voorzien
inzake hartcatheterisatie voor invasief onderzoek. inzake hartcatheterisatie voor invasief onderzoek.
Er is geen enkele « medisch-kwalitatieve » reden om te verbieden dat Er is geen enkele « medisch-kwalitatieve » reden om te verbieden dat
een dergelijke dienst operationeel is binnen een ziekenhuis dat niet een dergelijke dienst operationeel is binnen een ziekenhuis dat niet
over een volwaardig hartcentrum beschikt, indien er een over een volwaardig hartcentrum beschikt, indien er een
samenwerkingsakkoord bestaat met een volwaardig hartcentrum. samenwerkingsakkoord bestaat met een volwaardig hartcentrum.
A.16. Het koninklijk besluit van 15 maart 1995 (vernietigd door de A.16. Het koninklijk besluit van 15 maart 1995 (vernietigd door de
Raad van State) is, in tegenstelling tot hetgeen de Ministerraad Raad van State) is, in tegenstelling tot hetgeen de Ministerraad
betoogt, niet afgeweken van het bij de betwiste bepaling ingestelde betoogt, niet afgeweken van het bij de betwiste bepaling ingestelde
moratorium. moratorium.
In ieder geval staat het niet aan het Hof de opportuniteit te In ieder geval staat het niet aan het Hof de opportuniteit te
beoordelen van maatregelen die later door de uitvoerende macht zijn beoordelen van maatregelen die later door de uitvoerende macht zijn
genomen. genomen.
A.17. De Ministerraad toont niet aan of de bekritiseerde maatregel A.17. De Ministerraad toont niet aan of de bekritiseerde maatregel
objectief en redelijk verantwoord is. objectief en redelijk verantwoord is.
Memorie van antwoord van de Ministerraad Memorie van antwoord van de Ministerraad
A.18. Hoewel artikel 8 van het koninklijk besluit van 18 april 1991 A.18. Hoewel artikel 8 van het koninklijk besluit van 18 april 1991
preciseert dat de dienst, op het ogenblik van de aanvraag, de vereiste preciseert dat de dienst, op het ogenblik van de aanvraag, de vereiste
uitrusting moet bezitten, schaffen de diensten die slechts aan onder uitrusting moet bezitten, schaffen de diensten die slechts aan onder
de opschortende voorwaarde van de erkenning en niet op definitieve de opschortende voorwaarde van de erkenning en niet op definitieve
wijze. wijze.
A.19. Men kan noch het automatisch karakter van de erkenning, noch een A.19. Men kan noch het automatisch karakter van de erkenning, noch een
of ander subjectief recht om die te verkrijgen aanvoeren. of ander subjectief recht om die te verkrijgen aanvoeren.
A.20. Het door de tegenpartijen aangevoerde artikel 23 van de Grondwet A.20. Het door de tegenpartijen aangevoerde artikel 23 van de Grondwet
is niet van onmiddellijke toepassing, bij ontstentenis van een is niet van onmiddellijke toepassing, bij ontstentenis van een
wettelijke en administratieve bepaling waarbij aan de individuen een wettelijke en administratieve bepaling waarbij aan de individuen een
daadwerkelijke bescherming wordt verleend, temeer daar het gaat om een daadwerkelijke bescherming wordt verleend, temeer daar het gaat om een
verplichting om te handelen. De inachtneming van de fundamentele verplichting om te handelen. De inachtneming van de fundamentele
economische en sociale rechten valt overigens niet onder de economische en sociale rechten valt overigens niet onder de
bevoegdheid van het Hof. bevoegdheid van het Hof.
A.21. Ten aanzien van het rechtszekerheidsbeginsel, wordt verwezen A.21. Ten aanzien van het rechtszekerheidsbeginsel, wordt verwezen
naar de arresten nrs. 36/90 en 46/94. naar de arresten nrs. 36/90 en 46/94.
- B - - B -
B.1. Bij twee beslissingen van 20 november 1996 stelt de B.1. Bij twee beslissingen van 20 november 1996 stelt de
Beroepscommissie opgericht bij het Ministerie van Volksgezondheid en Beroepscommissie opgericht bij het Ministerie van Volksgezondheid en
Leefmilieu aan het Hof de volgende vraag : Leefmilieu aan het Hof de volgende vraag :
« Schendt artikel 44bis van de op 7 augustus 1987 gecoördineerde wet « Schendt artikel 44bis van de op 7 augustus 1987 gecoördineerde wet
op de ziekenhuizen, ingevoegd bij artikel 29 van de wet van 21 op de ziekenhuizen, ingevoegd bij artikel 29 van de wet van 21
december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, in die zin december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, in die zin
geïnterpreteerd dat het het aantal hartcatheterisatiediensten voor geïnterpreteerd dat het het aantal hartcatheterisatiediensten voor
invasief onderzoek, het aantal hartcatheterisatiediensten voor invasief onderzoek, het aantal hartcatheterisatiediensten voor
interventionele cardiologie, het aantal diensten voor chronische interventionele cardiologie, het aantal diensten voor chronische
hemodialyse in een ziekenhuis en het aantal diensten voor collectieve hemodialyse in een ziekenhuis en het aantal diensten voor collectieve
autodialyse beperkt tot het aantal diensten dat daadwerkelijk erkend autodialyse beperkt tot het aantal diensten dat daadwerkelijk erkend
was op de datum van bekendmaking van de wet van 21 december 1994, de was op de datum van bekendmaking van de wet van 21 december 1994, de
artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, in zoverre die artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, in zoverre die
bepaling een verschil in behandeling in het leven roept tussen de bepaling een verschil in behandeling in het leven roept tussen de
ziekenhuizen waarvan de bovengenoemde diensten, op die ziekenhuizen waarvan de bovengenoemde diensten, op die
toepassingsdatum, reeds erkend waren en de instellingen die hun toepassingsdatum, reeds erkend waren en de instellingen die hun
aanvraag tot erkenning vóór die datum hadden ingediend maar over wier aanvraag tot erkenning vóór die datum hadden ingediend maar over wier
aanvragen de bevoegde minister nog geen uitspraak had gedaan ? » aanvragen de bevoegde minister nog geen uitspraak had gedaan ? »
B.2. Krachtens artikel 40 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd B.2. Krachtens artikel 40 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd
op 7 augustus 1987, mag een uitrusting die als zware medische op 7 augustus 1987, mag een uitrusting die als zware medische
apparatuur wordt beschouwd, niet worden geïnstalleerd zonder apparatuur wordt beschouwd, niet worden geïnstalleerd zonder
voorafgaande toelating van de Minister die de Volksgezondheid onder voorafgaande toelating van de Minister die de Volksgezondheid onder
zijn bevoegdheid heeft. Artikel 44 van dezelfde wet staat de Koning zijn bevoegdheid heeft. Artikel 44 van dezelfde wet staat de Koning
toe, na advies van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen, die toe, na advies van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen, die
regel uit te breiden tot « medische diensten en medisch-technische regel uit te breiden tot « medische diensten en medisch-technische
diensten, ongeacht of deze al dan niet in ziekenhuisverband zijn diensten, ongeacht of deze al dan niet in ziekenhuisverband zijn
opgericht ». Het tweede lid van artikel 44 machtigt de Koning ertoe « opgericht ». Het tweede lid van artikel 44 machtigt de Koning ertoe «
na advies van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen, de na advies van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen, de
normen [te bepalen] waaraan de diensten moeten beantwoorden om als normen [te bepalen] waaraan de diensten moeten beantwoorden om als
medische dienst en medisch-technische dienst te worden erkend ». medische dienst en medisch-technische dienst te worden erkend ».
B.3. Artikel 29 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en B.3. Artikel 29 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en
diverse bepalingen heeft in de wet op de ziekenhuizen een artikel diverse bepalingen heeft in de wet op de ziekenhuizen een artikel
44bis ingevoegd, dat bepaalt : 44bis ingevoegd, dat bepaalt :
« Het aantal hartcatheterisatiediensten voor invasief onderzoek, het « Het aantal hartcatheterisatiediensten voor invasief onderzoek, het
aantal hartcatheterisatiediensten voor interventionele cardiologie, aantal hartcatheterisatiediensten voor interventionele cardiologie,
het aantal diensten voor chronische hemodialyse in een ziekenhuis en het aantal diensten voor chronische hemodialyse in een ziekenhuis en
het aantal diensten voor collectieve autodialyse worden beperkt tot het aantal diensten voor collectieve autodialyse worden beperkt tot
het aantal dat, op het ogenblik van de bekendmaking van de wet van 21 het aantal dat, op het ogenblik van de bekendmaking van de wet van 21
december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, in het Belgisch december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, in het Belgisch
Staatsblad, erkend was overeenkomstig de desbetreffende vigerende Staatsblad, erkend was overeenkomstig de desbetreffende vigerende
erkenningsnormen. erkenningsnormen.
Teneinde rekening te kunnen houden met de technische en Teneinde rekening te kunnen houden met de technische en
wetenschappelijke evolutie terzake, kan de Koning, bij een in wetenschappelijke evolutie terzake, kan de Koning, bij een in
Ministerraad overlegd besluit, de voorwaarden en modaliteiten Ministerraad overlegd besluit, de voorwaarden en modaliteiten
omschrijven onder dewelke mag afgeweken worden van de in het vorig lid omschrijven onder dewelke mag afgeweken worden van de in het vorig lid
bedoelde blokkering. » bedoelde blokkering. »
De wet van 21 december 1994 is bekendgemaakt in het Belgisch De wet van 21 december 1994 is bekendgemaakt in het Belgisch
Staatsblad van 23 december 1994. Staatsblad van 23 december 1994.
Een koninklijk besluit van 8 juli 1993 had het aantal Een koninklijk besluit van 8 juli 1993 had het aantal
hartcatheterisatiediensten reeds geblokkeerd. Het werd vernietigd bij hartcatheterisatiediensten reeds geblokkeerd. Het werd vernietigd bij
het arrest van de Raad van State nr. 45.533 van 29 december 1993, om het arrest van de Raad van State nr. 45.533 van 29 december 1993, om
reden dat het niet was voorgelegd aan het advies van de afdeling reden dat het niet was voorgelegd aan het advies van de afdeling
wetgeving, zonder dat de beweerde dringende noodzakelijkheid om die wetgeving, zonder dat de beweerde dringende noodzakelijkheid om die
raadpleging te omzeilen wettelijk was verantwoord. De Koning heeft raadpleging te omzeilen wettelijk was verantwoord. De Koning heeft
ervan afgezien een tweede koninklijk besluit te nemen, nadat de ervan afgezien een tweede koninklijk besluit te nemen, nadat de
afdeling wetgeving van de Raad van State, die over een nieuw ontworpen afdeling wetgeving van de Raad van State, die over een nieuw ontworpen
besluit was geraadpleegd, had doen opmerken dat de wet op de besluit was geraadpleegd, had doen opmerken dat de wet op de
ziekenhuizen voor de beoogde maatregel van blokkering geen toereikende ziekenhuizen voor de beoogde maatregel van blokkering geen toereikende
wettelijke basis bood (Gedr. St., Senaat, 1994-1995, nr. 1218-1, p. wettelijke basis bood (Gedr. St., Senaat, 1994-1995, nr. 1218-1, p.
5). 5).
B.4. Artikel 44bis heeft als gevolg dat het een verschil in B.4. Artikel 44bis heeft als gevolg dat het een verschil in
behandeling instelt tussen twee categorieën van personen die beiden behandeling instelt tussen twee categorieën van personen die beiden
een aanvraag tot erkenning hebben ingediend vóór de inwerkingtreding een aanvraag tot erkenning hebben ingediend vóór de inwerkingtreding
ervan. Enkel diegenen wier aanvraag is ingewilligd vóór die datum ervan. Enkel diegenen wier aanvraag is ingewilligd vóór die datum
kunnen een van de in artikel 44bis vermelde diensten installeren, kunnen een van de in artikel 44bis vermelde diensten installeren,
terwijl de anderen getroffen worden door de erin vervatte terwijl de anderen getroffen worden door de erin vervatte
blokkeringsmaatregel. blokkeringsmaatregel.
B.5. De wetgever vermocht, zonder het beginsel van gelijkheid en B.5. De wetgever vermocht, zonder het beginsel van gelijkheid en
niet-discriminatie te miskennen, de erkenning van nieuwe diensten niet niet-discriminatie te miskennen, de erkenning van nieuwe diensten niet
langer toe te staan, wanneer hij van oordeel was, zonder dat zijn langer toe te staan, wanneer hij van oordeel was, zonder dat zijn
beoordeling klaarblijkelijk verkeerd lijkt, dat het aantal reeds beoordeling klaarblijkelijk verkeerd lijkt, dat het aantal reeds
erkende diensten volstond. erkende diensten volstond.
De wetgever wordt verweten niet in overgangsmaatregelen te hebben De wetgever wordt verweten niet in overgangsmaatregelen te hebben
voorzien ten gunste van de diensten die hun erkenningsaanvraag hadden voorzien ten gunste van de diensten die hun erkenningsaanvraag hadden
ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet. ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet.
B.6. Tijdens de vergaderingen van de Senaatscommissie voor de B.6. Tijdens de vergaderingen van de Senaatscommissie voor de
Volksgezondheid en het Leefmilieu had een lid gesuggereerd een tekst Volksgezondheid en het Leefmilieu had een lid gesuggereerd een tekst
aan te nemen waarin de beide categorieën van personen, vermeld in B.4, aan te nemen waarin de beide categorieën van personen, vermeld in B.4,
op dezelfde wijze zouden worden behandeld. De Minister, die verklaard op dezelfde wijze zouden worden behandeld. De Minister, die verklaard
had de interpretatie van het lid te onderschrijven, was evenwel van had de interpretatie van het lid te onderschrijven, was evenwel van
mening dat de oorspronkelijke tekst niet diende te worden gewijzigd en mening dat de oorspronkelijke tekst niet diende te worden gewijzigd en
voegde daaraan toe dat « al het nodige zal worden gedaan om bij de voegde daaraan toe dat « al het nodige zal worden gedaan om bij de
omzetting van het artikel in de praktijk de diensten die tijdig een omzetting van het artikel in de praktijk de diensten die tijdig een
verzoek tot erkenning hebben ingediend en aan alle criteria ter zake verzoek tot erkenning hebben ingediend en aan alle criteria ter zake
voldoen, gelijk te stellen met erkende diensten » (Gedr. St., Senaat, voldoen, gelijk te stellen met erkende diensten » (Gedr. St., Senaat,
1994-1995, nr. 1218-3, p. 13). Die bedoeling is echter niet 1994-1995, nr. 1218-3, p. 13). Die bedoeling is echter niet
geconcretiseerd, noch in de teksten, noch in de interpretatie die geconcretiseerd, noch in de teksten, noch in de interpretatie die
eraan werd gegeven. eraan werd gegeven.
B.7. Tevens is een amendement verworpen waarin werd voorgesteld af te B.7. Tevens is een amendement verworpen waarin werd voorgesteld af te
wijken van het moratorium ten gunste van de instellingen die een wijken van het moratorium ten gunste van de instellingen die een
aanvraag hadden ingediend vóór de bekendmaking van de wet (Gedr. St., aanvraag hadden ingediend vóór de bekendmaking van de wet (Gedr. St.,
Senaat, 1994-1995, nr. 1218 - 16 tot 25, p. 6). Senaat, 1994-1995, nr. 1218 - 16 tot 25, p. 6).
B.8. Het tweede lid van artikel 44bis staat de Koning toe, bij een in B.8. Het tweede lid van artikel 44bis staat de Koning toe, bij een in
Ministerraad overlegd besluit, de voorwaarden en modaliteiten te Ministerraad overlegd besluit, de voorwaarden en modaliteiten te
omschrijven waaronder van de blokkering mag worden afgeweken. Die omschrijven waaronder van de blokkering mag worden afgeweken. Die
afwijking is echter enkel mogelijk « teneinde rekening te kunnen afwijking is echter enkel mogelijk « teneinde rekening te kunnen
houden met de technische en wetenschappelijke evolutie ter zake », dit houden met de technische en wetenschappelijke evolutie ter zake », dit
wil zeggen, volgens een door de gemachtigde van de Regering aan de wil zeggen, volgens een door de gemachtigde van de Regering aan de
Raad van State verstrekte precisering, « indien, op basis van de Raad van State verstrekte precisering, « indien, op basis van de
technische en wetenschappelijke evolutie, de vigerende technische en wetenschappelijke evolutie, de vigerende
erkenningsnormen zouden worden gewijzigd » (Gedr. St., Senaat, erkenningsnormen zouden worden gewijzigd » (Gedr. St., Senaat,
1994-1995, nr. 1218-1, p. 229). Die interpretatie wordt bevestigd door 1994-1995, nr. 1218-1, p. 229). Die interpretatie wordt bevestigd door
de uitvoering die aan artikel 44bis is gegeven, met name bij het de uitvoering die aan artikel 44bis is gegeven, met name bij het
koninklijk besluit van 15 maart 1995 « tot bepaling van de normen koninklijk besluit van 15 maart 1995 « tot bepaling van de normen
waaraan het hartcentrum moet voldoen om erkend te worden als waaraan het hartcentrum moet voldoen om erkend te worden als
medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de
ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987 ». Afdeling 2 van ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987 ». Afdeling 2 van
hoofdstuk II van dat besluit stelt de nieuwe voorwaarden vast waaraan hoofdstuk II van dat besluit stelt de nieuwe voorwaarden vast waaraan
de hartcatheterisatiediensten voor invasief onderzoek moeten voldoen. de hartcatheterisatiediensten voor invasief onderzoek moeten voldoen.
B.9. Daaruit volgt dat, ondanks de tegenstrijdige verklaringen tijdens B.9. Daaruit volgt dat, ondanks de tegenstrijdige verklaringen tijdens
de parlementaire voorbereiding van de wet, die wet noch erin voorziet de parlementaire voorbereiding van de wet, die wet noch erin voorziet
noch toestaat dat van de blokkering wordt afgeweken ten gunste van noch toestaat dat van de blokkering wordt afgeweken ten gunste van
instellingen die, zoals de appellanten voor de verwijzende rechter, instellingen die, zoals de appellanten voor de verwijzende rechter,
hun aanvraag tot erkenning hadden ingediend vóór de inwerkingtreding hun aanvraag tot erkenning hadden ingediend vóór de inwerkingtreding
van de wet en die aan de destijds vereiste voorwaarden voldeden. van de wet en die aan de destijds vereiste voorwaarden voldeden.
B.10. Het Hof zou de zin van een wetsbepaling niet kunnen ombuigen B.10. Het Hof zou de zin van een wetsbepaling niet kunnen ombuigen
door verklaringen die aan de aanneming ervan zijn voorafgegaan, te door verklaringen die aan de aanneming ervan zijn voorafgegaan, te
laten voorgaan op de duidelijke tekst van die bepaling. Het komt het laten voorgaan op de duidelijke tekst van die bepaling. Het komt het
Hof enkel toe te beoordelen of de wetsbepaling in verband waarmee aan Hof enkel toe te beoordelen of de wetsbepaling in verband waarmee aan
het Hof een vraag wordt gesteld verenigbaar is met het gelijkheids- en het Hof een vraag wordt gesteld verenigbaar is met het gelijkheids- en
niet-discriminatiebeginsel. niet-discriminatiebeginsel.
B.11. De wet op de ziekenhuizen bevat talrijke maatregelen die, hetzij B.11. De wet op de ziekenhuizen bevat talrijke maatregelen die, hetzij
rechtstreeks, hetzij via aan de Koning verleende machtigingen, ertoe rechtstreeks, hetzij via aan de Koning verleende machtigingen, ertoe
strekken de overheidsuitgaven te beheersen en een meer rationele strekken de overheidsuitgaven te beheersen en een meer rationele
organisatie van de ziekenhuizen te bevorderen. Met de wijziging van de organisatie van de ziekenhuizen te bevorderen. Met de wijziging van de
wet op de ziekenhuizen door artikel 29 van de wet van 21 december wet op de ziekenhuizen door artikel 29 van de wet van 21 december
1994, beoogde de wetgever, naast het verlenen van een wettelijke 1994, beoogde de wetgever, naast het verlenen van een wettelijke
grondslag aan het stelsel van de erkenning van catheterisatiediensten, grondslag aan het stelsel van de erkenning van catheterisatiediensten,
de uitgaven die met het functioneren van zulke diensten gepaard gaan, de uitgaven die met het functioneren van zulke diensten gepaard gaan,
te beperken (Gedr. St., Kamer, 1994-1995, nr. 1630/10, p. 8). te beperken (Gedr. St., Kamer, 1994-1995, nr. 1630/10, p. 8).
B.12. De onmiddellijke blokkering van de hartcatheterisatiediensten B.12. De onmiddellijke blokkering van de hartcatheterisatiediensten
staat in verhouding met dergelijke doelstellingen. Al moet, zoals de staat in verhouding met dergelijke doelstellingen. Al moet, zoals de
appellanten voor de verwijzende rechter volhouden, de wetgever zich appellanten voor de verwijzende rechter volhouden, de wetgever zich
bekommeren om de economische rechten en om het recht op arbeid van de bekommeren om de economische rechten en om het recht op arbeid van de
medische hulpverleners, toch moet die bekommernis verenigbaar zijn met medische hulpverleners, toch moet die bekommernis verenigbaar zijn met
de voormelde doelstellingen van algemeen belang. Blijft dus de vraag de voormelde doelstellingen van algemeen belang. Blijft dus de vraag
of, door de blokkering effectief te maken vanaf de dag waarop de wet of, door de blokkering effectief te maken vanaf de dag waarop de wet
wordt bekendgemaakt, zonder rekening te houden met de situatie van wordt bekendgemaakt, zonder rekening te houden met de situatie van
diegenen die hun erkenning hadden aangevraagd en die aan de destijds diegenen die hun erkenning hadden aangevraagd en die aan de destijds
vereiste voorwaarden zouden hebben voldaan om ze te verkrijgen, de vereiste voorwaarden zouden hebben voldaan om ze te verkrijgen, de
wetgever aan de bekritiseerde maatregelen geen gevolgen heeft gegeven wetgever aan de bekritiseerde maatregelen geen gevolgen heeft gegeven
die onevenredig zijn met die doelstellingen. die onevenredig zijn met die doelstellingen.
B.13. Het voormelde koninklijk besluit van 8 juli 1993 had de B.13. Het voormelde koninklijk besluit van 8 juli 1993 had de
hartcatheterisatiediensten reeds beperkt tot het bestaande aantal op hartcatheterisatiediensten reeds beperkt tot het bestaande aantal op
de datum van de bekendmaking ervan, zijnde 26 augustus 1993, terwijl de datum van de bekendmaking ervan, zijnde 26 augustus 1993, terwijl
bij een koninklijk besluit van 19 oktober 1993 het aantal diensten bij een koninklijk besluit van 19 oktober 1993 het aantal diensten
voor hartchirurgie werd geblokkeerd en de normen voor de erkenning voor hartchirurgie werd geblokkeerd en de normen voor de erkenning
ervan werden bepaald. Hoewel het eerste van de genoemde besluiten werd ervan werden bepaald. Hoewel het eerste van de genoemde besluiten werd
vernietigd bij een arrest van de Raad van State van 23 december 1993, vernietigd bij een arrest van de Raad van State van 23 december 1993,
blijft het feit dat beide ingegeven zijn door de vaststelling dat het blijft het feit dat beide ingegeven zijn door de vaststelling dat het
aantal erkende diensten toereikend was en dat de betrokken aantal erkende diensten toereikend was en dat de betrokken
instellingen vanaf 1993 ervan op de hoogte moesten zijn dat de instellingen vanaf 1993 ervan op de hoogte moesten zijn dat de
overheid blokkeringsmaatregelen nastreefde. overheid blokkeringsmaatregelen nastreefde.
B.14. Overigens, zelfs al voorziet het tweede lid van artikel 44bis B.14. Overigens, zelfs al voorziet het tweede lid van artikel 44bis
enkel in afwijkingen van de blokkering om rekening te houden met de enkel in afwijkingen van de blokkering om rekening te houden met de
wetenschappelijke of technologische evolutie ter zake, toch stelt het wetenschappelijke of technologische evolutie ter zake, toch stelt het
in het vooruitzicht dat nieuwe erkenningen zullen worden toegekend, in het vooruitzicht dat nieuwe erkenningen zullen worden toegekend,
boven het vastgestelde aantal, waarbij aldus de strengheid van de in boven het vastgestelde aantal, waarbij aldus de strengheid van de in
het eerste lid ervan bedoelde blokkering wordt getemperd. het eerste lid ervan bedoelde blokkering wordt getemperd.
B.15. In die omstandigheden lijkt de bekritiseerde maatregel niet B.15. In die omstandigheden lijkt de bekritiseerde maatregel niet
klaarblijkelijk onevenredig ten aanzien van de doelstelling die hij klaarblijkelijk onevenredig ten aanzien van de doelstelling die hij
nastreeft. nastreeft.
De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
zegt voor recht : zegt voor recht :
Artikel 44bis van de op 7 augustus 1987 gecoördineerde wet op de Artikel 44bis van de op 7 augustus 1987 gecoördineerde wet op de
ziekenhuizen, ingevoegd bij artikel 29 van de wet van 21 december 1994 ziekenhuizen, ingevoegd bij artikel 29 van de wet van 21 december 1994
houdende sociale en diverse bepalingen, schendt de artikelen 10 en 11 houdende sociale en diverse bepalingen, schendt de artikelen 10 en 11
van de Grondwet niet door het aantal diensten die erin worden van de Grondwet niet door het aantal diensten die erin worden
opgenoemd te beperken tot het aantal erkende diensten op de datum van opgenoemd te beperken tot het aantal erkende diensten op de datum van
de bekendmaking van de wet van 21 december 1994. de bekendmaking van de wet van 21 december 1994.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 14 oktober 1997. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 14 oktober 1997.
De griffier, De griffier,
L. Potoms. L. Potoms.
De voorzitter, De voorzitter,
M. Melchior. M. Melchior.
^