Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit
gepubliceerd op 14 augustus 2002

Bestuur Kwaliteit en Veiligheid Ministerieel besluit houdende concessie voor de exploratie en de exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen van het continentaal plat van België Door het ministerieel besluit met kenmerken E6 Zij heeft de toestemming om jaarlijks maximum 650 000 m 3 zand en grind te ontginnen van (...)

bron
ministerie van economische zaken
numac
2002011225
pub.
14/08/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN


Bestuur Kwaliteit en Veiligheid Ministerieel besluit houdende concessie voor de exploratie en de exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen van het continentaal plat van België Door het ministerieel besluit met kenmerken E6/02/CP10/ van 21 mei 2002, heeft de Minister van Economische Zaken de concessie van de Tijdelijke Vereniging Zeezand Exploitatie N.V. Baggerwerken DECLOEDT EN ZOON, DREDGING INTERNATIONAL N.V. en N.V. Ondernemingen JAN DE NUL, Slijkensesteenweg 2, te 8400 Oostende, verleend door het ministerieel besluit nr. 76/A/211 d.d. 31 december 1976, en verlengd door de ministeriële besluiten nr. 80/A 1980/21 d.d. 29 april 1980, nr. 82/A 1980/80 d.d. 28 juni 1982 en nr. E6/M/95/A 1980/62 d.d. 27 november 1995 en uitgebreid door het ministerieel besluit E6/00/CP10/ van 6 juli 2001, verlengd voor de periode van 19 juni 2002 tot 31 december 2006.

Zij heeft de toestemming om jaarlijks maximum 650 000 m3 zand en grind te ontginnen van de bodem van het continentaal plat van België in de zones 1 (enkel Thorntonbank) en 2 bepaald in de bijlage van het koninklijk besluit van 16 mei 1977 houdende maatregelen tot bescherming van de scheepvaart, de zeevisserij, het milieu en andere wezenlijke belangen bij de exploratie en exploitatie van minerale en andere niet-levende rijkdommen van de zeebedding en de ondergrond in de territoriale zee en op het continentaal plat.

Een afschrift van onderhavig besluit werd toegezonden aan de concessiehouder, de indieners van een verzetschrift of een aanvraag tot mededinging, evenals de ministers vermeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 7 oktober 1974 betreffende het verlenen van concessies voor de exploratie en de exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen van het continentaal plat.

^