Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 30 november 2001
gepubliceerd op 28 december 2001

Ministerieel besluit tot goedkeuring van wijzingingen aan het reglement van Nasdaq Europe

bron
ministerie van financien
numac
2001003584
pub.
28/12/2001
prom.
30/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/30/2001003584/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 NOVEMBER 2001. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van wijzingingen aan het reglement van Nasdaq Europe


De Minister van Financiën, Gelet op de Richtlijn 93/22/EEG van de Raad van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten;

Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, inzonderheid artikel 32, § 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1996 houdende de oprichting en de inrichting van Nasdaq Europe, inzonderheid artikel 4, § 2, 4°;

Gelet op het voorstel van de marktautoriteit van Nasdaq Europe;

Gelet op de beslissing van de raad van bestuur van Nasdaq Europe N.V.;

Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, Besluit :

Artikel 1.De wijzigingen aan het reglement van Nasdaq Europe in bijlage van dit besluit worden goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 30 november 2001.

D. REYNDERS

BIJLAGE Wijzigingen aan het Nasdaq Europe reglement HOOFDSTUK 1 Regel 1 0.39 wordt vervangen door de volgende Regel : 10.39.Nasdaq Europe-Communicatiemiddelen : de communicatie-middelen aangewezen door Nasdaq Europe waarlangs Emittenten Gevoelige Informatie en/of andere voor het publiek relevante informatie bekendmaken.

De volgende definities worden toegevoegd aan Hoofdstuk 1 : 10.63. ETF Unit of Exchange Traded Fund Unit : een Financieel Instrument verhandelbaar op een markt en uitgegeven door een ETF Emittent, dat eigendomsrechten vertegenwoordigt in een open-end type beleggingsfonds, trust of beleggingsmaatschappij, welk in het bezit is van een bepaald aantal Financiële Instrumenten en een bedrag in contanten, en dat de prestaties van een index nauw volgt. 10.64. ETF Emittent : een instelling voor collectieve belegging dat in overeenstemming is met de UCITS Richtlijn of een open-end type beleggingsfonds, trust of beleggingsmaatschappij dat geregistreerd is in overeenstemming met artikels 120 of 137 van de wet van 4 december 1990 en dat Exhange Traded Fund Units uitgeeft, of, indien het fonds, onder de toepasselijke wet, is opgericht als een fonds beheerd door een beheersvennootschap, de beheersvennootschap. 10.65. UCITS Richtlijn : Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke, bestuursrechtelijke en administratieve bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's), zoals gewijzigd door de Richtlijn 88/220/EEG van de Raad van 22 maart 1988 en de Richtlijn 95/26/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 1995. 10.66. Wet van 4 december 1990 : belgische wet van 4 december 1990 aangaande financiële transacties en de financiële markten, zoals gewijzigd. 10.67. NAW of Netto Actief Waarde : waarde van de belegging beheerd door de ETF Emittent, die gelijk is aan de activa verminderd met de passiva, gedeeld door het aantal ETF Units uitgegeven en uitstaande; de activa worden dagelijks berekend op basis van de waarde van de onderliggende samenstellende effecten zoals beschreven in de relevante prospectus en de geldcomponent. 10.68. Portefeuille Deposito : een specifiek aantal van de onderliggende samenstellende effecten van een exchange traded fund en een geldcomponent, of enige andere samenstelling van de onderliggende activa zoals beschreven in de relevante prospectus en bekendgemaakt op een regelmatige basis. 10.69. Creation Unit : Portefeuille Deposito gedeponeerd bij een bebeerder, wat vereist is voor marktdeelnemers om in staat te zijn een creatie-order te plaatsen rechtstreeks bij de ETF Emittent en een overeenkomstig aantal ETF Units in ruil te verkrijgen. 10.70. Redemption Unit : een specifiek, minimum aantal ETF Units dat vereist is voor marktdeelnemers om in staat te zijn een afkoop-order te plaatsen rechtstreeks bij de ETF Emittent en een Portefeuille Deposito in ruil te verkrijgen. HOOFDSTUK 4 Het volgende deel wordt toegevoegd aan Hoofdstuk 4 : 4 8. Exchange Traded Fund Units 48.1. Toepassingsgebied 48.1.0. Tenzij anders bepaald in deze sectie of indien de context het niet vereist, zijn secties 40, 41, 42, 45 en 47 van toepassing op de Opneming van Exchange Traded Fund Units. 48.2. Toelatingsvereisten in hoofde van ETF Emittenten 48.2.0. Elke ETF Emittent moet geregistreerd zijn in overeenstemming met artikels 120 of 137 van de Wet van 4 december 1990. 48.2.1. De ETF Emittent moet voldoen aan de wetten en voorschriften van zijn Staat van Herkomst en/of van enige andere Staat die op hem van toepassing zijn. 48.3. Toelatingsvereisten met betrekking tot de Financiële Instrumenten 48.3.0. Exchange Traded Fund Units waarvoor toelating tot Opneming op Nasdaq Europe wordt gevraagd moeten voldoen aan de volgende vereisten : (a) De ETF Units moeten vrij overdraagbaar zijn binnen de Europese Economische Ruimte;(b) De onderliggende samenstellende Financiële Instrumenten van de ETF Units moeten bestaan uit Financiële Instrumenten Opgenomen op een Aangeduide Markt voor ten minste 90 % van de totale portfoliowaarde; of zulk ander percentage dat toegestaan is door de relevante wetten en reglementen; (c) Minimum 100 000 Exchange Traded Fund Units moeten uitstaan op de dag van het begin van de handel;(d) Minimum twee ingeschreven en actieve Markthouders met betrekking tot de specifieke Exchange Traded Fund Units;(e) Goedkeuring van de reIevante index door Nasdaq Europe en een gedetailleerde beschrijving van de index in de relevante prospectus; de relevante index moet samengesteld zijn uit een redelijk ruime korf onderliggende effecten die voldoende liquide zijn en moet worden bekend gemaakt aan het publiek; de relevante index moet berekend worden door een derde partij die, voor het berekenen van deze index, onafhankelijk is van de ETF Emittent. (f) De waarde van de onderliggende index moet door de ETF Emittent worden bezorgd of ter beschikking gesteld van Nasdaq Europe op een continue intra-dagelijkse basis voor zover deze waarde wordt berekend en aangepast door de leverancier van deze index. 48.4. Neerleggen van documenten bij de Marktautoriteit 48.4.0. Elke ETF Emittent moet bij de Marktautoriteit een bewijs neerleggen van de registratie van de Exchange Traded Fund Units in ten minste de Staat van Herkomst en in België. 48.4.1. Op verzoek van de Marktautoriteit moet elke ETF Emittent, in voorkomend geval, eveneens kopies neerleggen van de management overeenkomst tussen de ETF Emittent en de management vennootschap, en van elke andere overeenkomst, elk ander document of elke andere verklaring eventueel vereist door de Marktautoriteit en gerelateerd aan de specifieke aard van de uitgegeven Financiële Instrumenten.

Instructie bij Regel 48.4.1.

Bijkomende vereisten worden door de Marktautoriteit vastgelegd in dit Reglement of medegedeeld aan de Emittenten en, op verzoek, aan elke potentiële Emittent bij wijze van rondschrijven. 48.5. Prospectusvereisten 48.5.0. Een ETF Emittent die toelating vraagt tot Opneming op Nasdaq Europe van Exchange Traded Fund Units moet een prospectus opstellen dat in overeenstemming is met de prospectusvereisten uit dit Reglement en met alle andere wetten en reglementen die van toepassing zijn. 48.5.1. De prospectus bedoeld in Regel 48.5.0. moet de informatie bevatten die noodzakelijk is voor de beleggers om een geïnformeerde beoordeling te maken van de belegging die hen wordt voorgesteld. Naast de relevante informatie zoals uiteengezet in Annex A van de UCITS Richtlijn, moet de prospectus ten minste de volgende informatie bevatten : (a) Een beknopte beschrijving van het belastingsregime, inclusief de inhoudingsvoorzieningen, van toepassing op de houders van een ETF Unit onder de bestaande wetten en reglementen van de Staat waar de ETF Unit wordt gecommercialiseerd, met, in elk geval, inbegrip van België;(b) De namen en adressen van de personen verantwoordelijk voor het controleren van de boekhoudkundige informatie van de ETF Emittent voor de afgelopen drie jaar of voor de levensduur van de ETF Emittent en zijn voorgangers indien minder dan drie jaar, in overeenstemming met de bestaande wetten en reglementen van de Staat van Herkomst van de Emittent.Verklaring dat de financiële staten gecontroleerd zijn.

Indien controlerapporten over de boekhoudkundige informatie werden geweigerd of indien ze een afkeuring bevatten, moet deze weigering of afkeuring volledig hernomen worden met een indicatie van de redenen opgegeven door de revisor ter verantwoording van zulk een weigering of afkeuring. Indicatie van de informatie die is gecontroleerd door de revisoren; (c) Beschrijving van het vereffeningsproces en indicatie van het relevante Nasdaq Europe Vereffeningssysteem;(d) Regels betreffende de vaststelling van de Netto Actief Waarde van de ETF Unit;(e) Een overzicht van de verloning, provisies en kosten;(f) Beschrijving van de procedure en de voorwaarden voor de creatie en de afkoop van ETF Units, inclusief de omvang van de Creation en Redemption Units en de eraan verbonden kosten;en (g) Beschrijving van de samenstelling van het Portefeuille Deposito en van de procedures voor de publicatie van deze samenstelling. 48.5.2. Aangezien de ETF Unit ontworpen is om de prestaties van een index nauw te volgen, moet de prospectus bedoeld in Regel 48.5.0. een gedetailleerde beschrijving bevatten van de volgende zaken gerelateerd tot de index en zijn componenten : de berekeningsmethode van de index; (b) de manier waarop wijzigingen in de methodologie zullen worden medegedeeld aan Nasdaq Europe en aan het publiek;(c) de berekeningsmethode van de index indien één of meer van zijn samenstellende effecten is opgeschort van de handel of verwijderd uit de Notering of Opneming op een Aangeduide Markt;(d) de berekeningsmethode van de index indien één of meerdere van de Aangeduide Markten waarop de samenstellende effecten Opgenomen zijn, is gesloten;(e) de manier waarop informatie over de index beschikbaar wordt gemaakt. 48.6. Bekendmaking van Informatie 48.6.0. Regels 47.4.0. en 47.5.0. van dit Reglement zijn van toepassing op elk prospectus dat opgesteld en bij de Marktautoriteit neergelegd wordt met betrekking tot Exchange Traded Fund Units. 48.6.1. Naast wat beschreven staat in Regel 48.6.0., moet de financiële informatie opgenomen in de prospectus die neergelegd wordt bij de Marktautoriteit in verband met de ETF Units, voorbereid zijn in overeenstemming met de relevante boekhoudnormen of -wetgeving van de Staat van Herkomst van de ETF Emittent. HOOFDSTUK 5 Het volgende deel wordt toegevoegd aan Hoofdstuk 5 : 5 8. Exchange Traded Fund Units 58.1. Toepassingsgebied 58.1.0. Tenzij anders bepaald in deze sectie of indien de context het niet anders vereist, zijn secties 50, 51, 52 en 57 van toepassing op de verhandeling van Exchange Traded Fund Units. 58.2. Doorlopende Vereisten in hoofde van de ETF Emittent 58.2.0. Zolang ETF Units toegelaten blijven tot Opneming op Nasdaq Europe, moet de ETF Emittent geldig opgericht en wettelijk toegelaten zijn om ETF Units aan het publiek aan te bieden overeenkomstig de bestaande wetten en reglementen van zijn Staat van Herkomst of van elke andere relevante autoriteit. 58.2.1. De ETF Emittent moet op een doorlopende basis in overeenstemming zijn met de wetten en reglementen van zijn Staat van Herkomst en van elke andere Staat, die op hem van toepassing zijn. 58.3. Doorlopende Vereisten met betrekking tot de Financiële Instrumenten 58.3.0. Exchange Traded Fund Units Opgenomen op Nasdaq Europe moeten te allen tijde voldoen aan de volgende vereisten : (a) De ETF Units zijn vrij overdraagbaar binnen de Europese Economische Ruimte;(b) De onderliggende samenstellende Financiële Instrumenten van de ETF Units moeten bestaan uit Financiële Instrumenten Opgenomen op een Aangeduide Markt voor tenminste 90 % van de total portfoliowaarde, of zulk ander percentage dat toegestaan is door de relevante wetten en reglementen;(c) Minimum 100 000 Exchange Traded Fund Units moeten uitstaan;(d) Minimum twee ingeschreven en actieve Markthouders met betrekking tot de specifieke Exchange Traded Fund Units;(e) Goedkeuring van de reIevante index door Nasdaq Europe en een gedetailleerde beschrijving van materiële wijzigingen aan de index;de relevante index moet samengesteld zijn uit een redelijk ruime korf onderliggende effecten die voldoende liquide zijn en moet worden bekend gemaakt aan het publiek; de relevante index moet berekend worden door een derde partij die, voor het berekenen van deze index, onafhankelijk is van de ETF Emittent. (f) De waarde van de onderliggende index moet door de ETF Emittent worden bezorgd of ter beschikking gesteld van Nasdaq Europe op een continue intra-dagelijkse basis voor zover deze waarde wordt berekend en aangepast door de leverancier van deze index.Ten minste éénmaal per dag moet de ETF Emittent de Netto Actief Waarde berekenen en bezorgen, en publiceren via de Nasdaq Europe-Communicatie-middelen. (g) De ETF Emittent moet verzekeren dat de waarde van de onderliggende index publiekelijk beschikbaar wordt gesteld. 58.4. Bekendmaking van Informatie - Neerleggen van Documenten 58.4.0. Elke ETF Emittent moet een kopie van de registratie van de ETF Units in elk ander land neerleggen bij de Marktautoriteit zodra deze registratie plaats vindt. 58.4.1. Elke ETF Emittent moet elk van de volgende gebeurtenissen neerleggen bij de Marktautoriteit en bekend maken aan het publiek, binnen het door de Marktautoriteit voorgeschreven tijdskader middels de Nasdaq Europe-Communicatiemiddelen : (a) de voorafgaande mededeling van halfjaar- en jaarresultaten;(b) de neerlegging van jaarverslagen en halfjaarlijkse verslagen;(c) elke wijziging in de essentiële elementen van de prospectus;(d) elke wijziging van zijn neerleggingsagent;(e) in voorkomend geval, elke wijziging in de samenstelling en/of weging van de effecten in de onderliggende index van de ETF Units; 58.5. Bekendmaking van Informatie - Prijsgevoelige Informatie 58.5.1. Een ETF Emittent moet onmiddellijk alle Prijsgevoelige Informatie met betrekking tot de ETF Unit zelf, middels de Nasdaq Europe-Communicatiemiddelen bekend maken.

Instructie bij Regel 58.5.1.

Onder Prijsgevoelige Informatie wordt, zonder beperkingen, het volgende verstaan : - elke informatie met betrekking tot de ETF Emittent dat van materieel belang is, inclusief, maar niet beperkt tot zijn management, zijn financiële positie en performantie, elke materiële transcatie tussen de ETF Emittent en zijn reglementaire status; - een split of reverse split van de ETF Unit; - de melding van de betaling van een dividend; - elke andere informatie die relevant is voor de belegger of van publiek belang is. 58.6. Bekendmaking van Informatie - Periodieke Informatie 58.6.1. De ETF Emittent legt bij de Marktautoriteit een jaarverslag neer, waarin tevens de gecontroleerde financiële staten zijn opgenomen en stelt dit beschikbaar aan het publiek, binnen vier maand na afloop van het boekjaar van de ETF Emittent of binnen zulke periode als vereist door de wetgeving van de Staat van Herkomst van de ETF Emittent. Het jaarverslag dient een balans of een staat van activa en passiva te bevatten, een gedetailleerde staat van inkomsten en uitgaven voor het boekjaar, een rapport over de activiteiten in het boekjaar en de andere informatie opgenomen in Schema B van de UCITS Richtlijn, zowel als alle significante informatie dat de beleggers in staat moet stellen een geïnformeerde beoordeling te maken van de activiteiten van de Exchange Traded Fund Emittent en zijn resultaten. 58.6.2. De ETF Emittent legt niet-gecontroleerde halfjaar- en jaarverslagen over de eerste zes maanden van het boekjaar van de ETF Emittent neer bij de Marktautoriteit en stelt deze ter beschikking van het publiek, binnen 2 maand na afloop van de relevante periode. Het halfjaarverslag dient tenminste de informatie omschreven in Hoofdstukken I tot IV van Schema B van de ECITS Richtlijn, hierin hernomen als Bijlage L, te bevatten. Indien de ETF Emittent een tussentijds dividend heeft betaald of voorgesteld heeft te betalen, dan moet het resultaat na belastingen voor het halfjaar en het tussentijds dividend of het voorstel daartoe opgenomen worden. HOOFDSTUK 10 Het volgende punt (g) wordt toegevoegd aan Regel 10 2.12.3 : 102.12.3. (g) in het geval van ETF Units of andere Financiële Instrumenten waarvan de waarde wordt bepaald door de waarde van de onderliggende effecten, in buitengewone omstandigheden waar een algehele stopzetting of schorsing van de handel wordt opgelegd die een invloed heeft op alle of een groot deel van deze onderliggende effecten of in alle andere omstandigheden die een invloed hebben op deze onderliggende effecten en als resultaat waarvan een ordelijke markt niet langer mogelijk is in de ETF Units of zulke andere Financiële Instrumenten.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 30 november 2001.

De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^