gepubliceerd op 14 oktober 1999
Ministerieel besluit tot vaststelling van de bevoegdheden van de gewestelijke Staatssecretaris, toegevoegd aan de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek
30 JULI 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bevoegdheden van de gewestelijke Staatssecretaris, toegevoegd aan de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, alsmede bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur, inzonderheid op artikel 41;
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de fianciering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, zoals het werd gewijzigd bij de wet van 9 augustus 1980 houdende gewone wet tot hervorming der instellingen;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 juli 1991 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Executieve;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1999 tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Gelet op de toestand van hoogdringendheid waarin de Regering zich bevindt om onverwijld te voorzien in de regeling van haar werking, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt aangelegenheden bedoeld door artikel 39 van de door de wet van 17 februari 1994 gecoördineerde Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit dient onder « de bijzondere wet » te worden verstaan de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 tot hervorming der instellingen, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur.
Art. 3.De heer Eric André draagt de titel van Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen.
Art. 4.De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek delegeert aan de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de hierna bepaalde bevoegdheden inzake : 1. de Ruimtelijke Ordening, zoals bepaald in artikel 6, § 1, I van de bijzondere wet, met inbegrip van het Grondbeleid, maar met uitsluiting van de Grondregie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de stadsvernieuwing van de ondergeschikte overheden en openbare instellingen;2. het Bezoldigd Vervoer van Personen zoals bepaald in artikel 4, § 2, 2° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van 21 augustus 1987, alsmede de Coördinatie van de gemeentelijke activiteiten;3. het toezicht op de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel, zoals bedoeld in artikel 7, 4e lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1999 tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;4. het beleid betreffende de handelscentra wat betreft de aspecten ervan die in verband staan met de Ruimtelijke Ordening. In het algemeen heeft de Staatssecretaris het gezag over de diensten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest welke met het beheer van die aangelegenheden belast zijn.
Art. 5.Bij de uitoefening van de hierboven opgesomde bevoegdheden beschikt de Staatssecretaris over de door de Regering toegestane delegaties aan de Ministers, zoals bepaald in artikel 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 juli 1991 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Executieve.
In het kader daarvan handelt hij zonder de medeondertekening van de Minister die bevoegd is voor de aangelegenheden welke hem zijn gedelegeerd, behalve in de gevallen die door de wet zijn opgelegd.
Art. 6.De aan de Staatssecretaris gedelegeerde bevoegdheden sluit geenszins de bevoegdheid uit welke aan iedere Minister van de Regering is verleend om een aangelegenheid die verband houdt met een gedelegeerde bevoegdheid aan zich te trekken, zoals bepaald in artikel 3, § 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 juli 1991 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Executieve.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 juli 1999.
Art. 8.De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek en de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 juli 1999.
J. SIMONET, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek.
E. ANDRE, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen.
Aanvullend protocol bij het ministerieel besluit van 30 juli 1999 tot vaststelling van de bevoegdheden van de gewestelijke Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek Krachtens het besluit van 30 juli 1999 worden het programma 7 van de afdeling 12, de afdeling 16 met uizondering van het programma 2, activiteit 2« gemeentelijke stadsvernieuwing », alsmede de afdeling 17 van de administratieve begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beheerd door de Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen.
Voor akkoord, Brussel, 30 juli 1999.
J. SIMONET, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek.
E. ANDRE, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen.