gepubliceerd op 01 maart 2006
Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria en de procedure van selectie van de leden van de examencommissie bedoeld in artikel 34, § 2, lid 2 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen
30 JANUARI 2006. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria en de procedure van selectie van de leden van de examencommissie bedoeld in artikel 34, § 2, lid 2 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen
De Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 5 augustus 2003, en op artikel 23, § 3 ingevoegd bij artikel 3, 3° van de wet van 18 juli 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen inzonderheid op artikel 34, § 2, lid 2, Besluit : TITEL I. - Algemeenheden
Artikel 1.§ 1. Er wordt een examencommissie voor de brevetten van beroepsbekwaamheid opgericht. Deze bestaat uit minimum 30 personen.
De examencommissie bestaat uit drie kamers, voor de examens die respectievelijk in het Nederlands, in het Frans en in het Duits afgelegd worden.
De leden verklaren respectievelijk tot de Nederlandstalige, Franstalige of Duitstalige taalrol te behoren.
De examencommissie mag niet meer dan 25 % van haar leden tellen die houder zijn van een brevet I. § 2. De Directeur-generaal benoemt de secretarissen en de helpers van de examencommissie voor een termijn van vijf jaar.
De Minister benoemt de juryleden van de examencommissie. Hij wijst onder deze leden een voorzitter, drie kamervoorzitters en ondervoorzitters aan alsmede een vertegenwoordiger van de Minister, titularis van een graad van niveau A. Na die vijf jaar wordt de benoeming van rechtswege voor vijf jaar hernieuwd, behalve bij een andersluidende beslissing. § 3. Wanneer in de examencommissie, een mandaat onbezet raakt, blijft de persoon die in de loop ervan benoemd wordt, benoemd voor de overblijvende duur. § 4. Zodra de leden van de examencommissie 70 jaar worden, wordt er van rechtswege een einde aan hun functies gesteld.
TITEL II. - Criteria van selectie
Art. 2.Teneinde de kennis en kunde van de juryleden te verbeteren, een objectievere beoordeling van de kandidaten mogelijk te maken en om tot een grotere harmonisering van de examens te komen, worden er minimumnormen betreffende de toegang tot de functie van jurylid vastgesteld.
A. Vereiste vaardigheden voor een lid van de examencommissie.
Art. 3.Een persoon die bevoegd is tot het afnemen van een examen van een kandidaat dient te beschikken over de kennis, vaardigheden en inzichten die verband houden met de aspecten vermeld hieronder.
Art. 4.De vaardigheden van een jurylid dienen te zijn afgestemd op het examineren van een kandidaat voor een brevet van beroepsbekwaamheid van het leidinggevende en onderwijzende personeel van de rijscholen.
Art. 5.Hij moet kennis en begrip hebben van het besturen en moet kunnen evalueren.
Hij moet een algemene kennis hebben van het toepasselijke verkeersreglement en de richtsnoeren voor de uitlegging daarvan kennen.
Hij moet kennis hebben van de theorie van het afnemen van examens en de evaluatietechnieken.
Art. 6.Hij moet, in het kader van de evaluatievaardigheden, accuraat kunnen observeren en de algemene prestaties van de kandidaat kunnen beoordelen, met name zijn mogelijkheden om : a) snel informatie te verwerken en de hoofdpunten op te nemen;b) te anticiperen, mogelijke problemen op te merken en strategieën uit te werken om deze aan te pakken;c) tijdig opbouwend commentaar te geven.
Art. 7.Het lid van de examencommissie moet : a) kunnen bepalen en meedelen wat de kandidaat kan verwachten tijdens het examen;b) moet duidelijk kunnen communiceren en de inhoud, de vorm en de taal moeten zijn afgestemd op de kandidaat en de context.De kandidaat moet antwoord krijgen op zijn vragen; c) moet de uitslag van het examen duidelijk kunnen toelichten;d) moet alle kandidaten met respect en gelijk behandelen.
Art. 8.Kwaliteitswaarborg De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer hanteert een systeem van kwaliteitswaarborg om ervoor te zorgen dat de normen voor de juryleden op peil blijft.
B. Algemene criteria en diplomavereisten.
Art. 9.De algemene criteria waaraan de leden van de examencommissie moeten voldoen zijn de volgende : § 1. De vertegenwoordiger van de Minister, is titularis van een graad van niveau A. § 2. De voorzitter is titularis van een graad van niveau A. § 3. De juryleden van de modellessen moeten houder zijn van een pedagogisch diploma. Worden aanvaard als pedagogisch diploma, het diploma licentiaat of master psychologie, licentiaat of master psychologische wetenschappen, licentiaat of master bedrijfs- en experimentele psychologie, licentiaat of master toegepaste psychologie, licentiaat of master beroepsoriëntering en selectie, licentiaat of master opvoedingswetenschappen of opvoedkundige wetenschappen, licentiaat of master pedagogische wetenschappen, licentiaat of master psychologische en pedagogische wetenschappen, licentiaat psycho-pedagogische wetenschappen, GLSO, GVSO-groep 1 of geaggregeerde voor het HSO en NUHO, HOKT, HOLT, LSBO, LSTO, GPB, of het diploma van onderwijzer. § 4. De juryleden van het vak automechaniek, -techniek en elektriciteit moeten minstens houder zijn van één van de volgende diploma's : HOKT (of bachelor) of HSTO auto-expert, HOKT (of bachelor) of HSTO of HSBL automechanica, HOKT (of bachelor) of HSTO autotechnieken, HOKT (of bachelor) mechanica, optie automechanica, HOKT (of bachelor) of HSTO motorvoertuigentechniek, HSTO auto-expert, HSTO garage, HSTO mechanica van dieselmotoren, HSTO toegepaste autotechnieken, technisch of industrieel ingenieur, gehomologeerd getuigschrift (HSO) (BSO), GLSO mechanica en GVSO-groep 1 of geaggregeerde voor het HSO en NUHO. § 5. De juryleden van het vak theoretische kennis van de verkeersveiligheid en de rijbewijs-, rijschool- en verkeersreglementering moeten voldoen aan één van de volgende voorwaarden : a) houder zijn van één van de volgende diploma's : doctor, licentiaat of master, kandidaat of gegradueerde of bachelor in de rechten, HOKTSP-verkeerskunde;b) vijf jaar ervaring voorleggen, als houder van een brevet 1, in een erkende rijschool;c) drie jaar ervaring in de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer of in het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid of in een erkend organisme voor technische controle. § 6. De juryleden van het vak bedrijfsbeheer moeten minstens houder zijn van één van de volgende diploma's : burgerlijk ingenieur, handelsingenieur, technisch of industrieel ingenieur, GLSO, GVSO-groep 1 of geaggregeerde voor het HSO en NUHO, licentiaat of master actuariële wetenschappen, licentiaat of master bestuurswetenschappen, licentiaat of master economische wetenschappen, licentiaat of master handels- en bestuurswetenschappen, licentiaat of master handels- en financiële wetenschappen, licentiaat of master handelswetenschappen, licentiaat of master toegepaste economische wetenschappen, HOKT, HSTO en HOLT § 7. De leden van de jury moeten minstens 23 jaar zijn en in het bezit zijn van een rijbewijs B gedurende minstens 3 jaar.
TITEL III. - Procedure van selectie
Art. 10.§ 1. Het aanwervingbericht wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Het bericht vermeldt de uiterste inschrijvingsdatum en de gestelde voorwaarden. § 2. De kandidaten stellen zich kandidaat, binnen de dertig dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad via een eenvoudige brief, gericht aan de heer Minister.
Ze voegen het bewijs bij dat zij voldoen aan de vermelde voorwaarden.
Art. 11.§ 1. De Directeur van de Directie Verkeersveiligheid van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer nodigt de kandidaten uit voor een evaluatiegesprek. § 2. De kandidaturen en het resultaat van de evaluatie van elke kandidaat worden overgemaakt aan de Minister die beslist.
Art. 12.Er kan, indien nodig, een wervingsreserve worden aangelegd.
Art. 13.De leden van de examencommissie die voor de inwerkingtreding van dit besluit benoemd zijn, blijven in functie gedurende een periode die eindigt op 30 november 2006, tenzij ze voor die datum al 70 jaar werden.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 30 januari 2006.
R. LANDUYT