30 JANUARI 2006. - Ministerieel besluit tot benoeming van de speciaal aangewezen ambtenaren en beambten bedoeld in artikel 39 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen

De Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 5 augustus 2003, en op artikel 23, § 3, ingevoegd bij artikel 3, 3°, van de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen inzonderheid op artikel 39;

Besluit :

Artikel 1.Volgende personen worden als speciaal aangewezen ambtenaren en beambten bedoeld in artikel 39, § 1, lid 2, van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen, benoemd : Atangana, Joseph, administratief deskundige;

Berghmans, Marc, technisch assistent;

Casteur, Michel, technisch assistent;

Debouche, Lélia, technisch assistent;

Dontaine, Isabelle, administratief deskundige;

Jonas, Adhémar, technisch assistent;

Maas, Ingrid, administratief deskundige;

Poppe, Etienne, technisch assistent;

Quintelier, Koen, administratief deskundige;

Stalon, Michel, administratief deskundige;

Sylos, Serge, technisch assistent;

Vaccaro, Luciano, administratief deskundige;

Van Lint, Jacques, technisch assistent.

Art. 2.- Ze hebben de bevoegdheid om : 1° de voor het onderricht bestemde lokalen te betreden;2° de voor de administratie van de school bestemde lokalen te betreden;3° het oefenterrein te betreden;4° de theoretische en praktische lessen bij te wonen;5° de boeken en de documentatie van de school, de inschrijvingskaarten van de leerlingen, de dagelijkse fiches, de aanwezigheidslijsten, de inschrijvingsregisters en, in het algemeen, alle bescheiden betreffende de schoolactiviteiten te raadplegen;6° zo nodig, met het oog op onderzoek, zich een kopie te laten overhandigen van de in 5° vermelde documenten.

Art. 3.De rijschooldirecteur en -instructeur of de stagiair leggen op hun verzoek de directie- of instructietoelating of de stagetoelating voor aan deze ambtenaren en beambten.

Art. 4.Zij controleren het getuigschrift van opleiding, het stageverloop, het stageattest, de inschrijvingskaart, de aanwezigheidslijst, de dagelijkse fiche, het jaarregister en het getuigschrift van onderricht.

Art. 5.Ze hebben toegang tot de in artikel 14, §§ 3 en 23, § 8, van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen vermelde documenten.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 30 januari 2006.

R. LANDUYT