Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 29 oktober 2012
gepubliceerd op 21 november 2012

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 februari 2007 houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk

bron
federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2012018420
pub.
21/11/2012
prom.
29/10/2012
ELI
eli/besluit/2012/10/29/2012018420/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN


29 OKTOBER 2012. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 01/02/2007 pub. 16/02/2007 numac 2007022170 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk sluiten houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk


De Minister van Landbouw, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, artikel 4, gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2006 pub. 15/01/2007 numac 2007022028 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen sluiten betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen, artikel 9, § 2, 4° ;

Gelet op het ministerieel besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 01/02/2007 pub. 16/02/2007 numac 2007022170 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk sluiten houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid op 15 juni 2012, Besluit : Enig artikel. In het ministerieel besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 01/02/2007 pub. 16/02/2007 numac 2007022170 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk sluiten houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk, wordt de bijlage vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.

Brussel, 29 oktober 2012.

Mevr. S. LARUELLE

Bijlage bij het ministerieel besluit van 29 oktober 2012 tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 01/02/2007 pub. 16/02/2007 numac 2007022170 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk sluiten houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk.

Bijlage bij het ministerieel besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 01/02/2007 pub. 16/02/2007 numac 2007022170 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk sluiten houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk. 1. Algemeen 1.1. Dit document is een beschrijving van de werkwijze gevolgd in België door de kopers, de producenten en de interprofessionele organismen, hierna de IO genoemd, bij de controle van de kwaliteit van rauwe koemelk geleverd aan kopers, onverminderd : - het koninklijk besluit van 21 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2006 pub. 15/01/2007 numac 2007022028 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen sluiten betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen (Belgisch Staatsblad van 15/01/2007) en - het ministerieel besluit van 6 november 2001Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/11/2001 pub. 25/07/2002 numac 2002016082 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit tot vaststelling van de referentiemethoden en de principes van de routinemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers type ministerieel besluit prom. 06/11/2001 pub. 15/03/2002 numac 2001016374 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit tot vaststelling van de referentiemethoden en de principes van de routinemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers sluiten tot vaststelling van de referentiemethoden en de principes van de routinemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers (Belgisch Staatsblad van 25/07/2002), gewijzigd door het ministerieel besluit van 13 september 2004 (Belgisch Staatsblad van 15/10/2004). 1.2. De interprofessionele organismen en de representatieve beroepsorganisaties overleggen over de praktische uitvoeringswijze met betrekking tot de hieronder vermelde punten. De vastgelegde werkwijze wordt op eenvoudige aanvraag ter beschikking gesteld door de interprofessionele organismen van de individuele melkveehouder en koper en worden op de website geplaatst van de interprofessionele organismen. 2. Definities 2.1. Levensmiddelenbedrijf : onderneming, zowel publiek- als privaatrechtelijk, die al dan niet met winstoogmerk actief is in enig stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen; 2.2. Melkproductiebedrijf : inrichting met één of meer landbouwhuisdieren voor de melkproductie, waarbij het oogmerk is deze melk als levensmiddel in de handel te brengen; 2.3. Koper : een levensmiddelenbedrijf dat over een toelating beschikt in toepassing van het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen; 2.4. Producent : de natuurlijke persoon of rechtspersoon die alleen, of de groepering van natuurlijke personen of rechtspersonen die gezamenlijk, een melkproductiebedrijf uitbaat; 2.5. Types melk : - Rauwe volle koemelk : de melk afgescheiden door de melkklier van één of meer koeien, die niet is verhit tot meer dan 40 ° C en evenmin een behandeling met een gelijkwaardig effect heeft ondergaan; - Rauwe afgeroomde koemelk : rauwe volle koemelk, waarvan het vetgehalte werd teruggebracht op ten hoogste 5 g/l. 2.6. Ladingsverrichting : de fysieke overbrenging van een hoeveelheid melk vanuit een koeltank van de producent naar een erkende RMO met behulp van een pompsysteem geplaatst op de RMO; 2.7. Melklevering : de hoeveelheid melk geregistreerd per ladingsverrichting en geleverd door de producent aan de koper; 2.8. Leveringsnummer : unieke identificatie die aan een monster wordt toegekend op basis van de indentificatie van de koper en van de producent, datum en tijdstip van de bemonstering; 2.9. Melkophaling : het vervoer vanaf het laden van één of meerdere leveringen op het melkproductiebedrijf tot het afladen ervan bij de koper; 2.10. RMO : rijdende melkontvangst, het voertuig gebruikt voor de melkophaling. 3. Melkophaling 3.1. Tijdens het vervoer is de temperatuur van de melk niet hoger dan 10 ° C, tenzij er melk is opgehaald binnen de twee uur na het beëindigen van het melken. 3.2. De tijdspanne tussen twee melkophalingen bedraagt niet meer dan 72 uur. Overschrijding met maximum 3 uur is toegelaten voor zover de gemiddelde termijn tussen de melkophalingen berekend per maand de 72 uur niet overschrijdt. 4. Bemonstering van de melk 4.1. De melk wordt opgehaald en bemonsterd door een persoon (RMO-chauffeur) die houder is van een vergunning afgegeven door de IO. De vergunning wordt toegekend aan natuurlijke personen die het vormingsprogramma, jaarlijks georganiseerd door de IO in samenwerking met de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ), hebben gevolgd. De IO controleren steekproefsgewijs (bv. tijdens de controle van de bemonsteringsapparatuur) of de RMO-chauffeur in het bezit is van een geldige vergunning; bij die gelegenheid gebeurt eveneens een controle op de werking van de RMO-chauffeur. 4.2. Tijdens het laden van de melk wordt van iedere levering van ieder type melk een representatief monster genomen in een type monsterflesje goedgekeurd door de IO, tenzij de melkophaling gebeurt onder de voorwaarden vermeld in artikel 3, § 3, van het koninklijk besluit van 21 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2006 pub. 15/01/2007 numac 2007022028 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen sluiten betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen. Indien melk geleverd wordt uit meerdere koeltanks, wordt de melk uit iedere koeltank bemonsterd. Ieder monster wordt voorzien van een unieke identificatie.

Ieder monster is eigendom van de IO. 4.3. De bemonstering gebeurt mechanisch met behulp van een bemonsteringsapparaat en een elektronisch monsteridentificatiesysteem op de RMO. Dit monsteridentificatiesysteem wordt uiterlijk op 1 januari 2014 in gebruik genomen door alle kopers. Het registreert de relevante informatie met betrekking tot de bemonstering. De inhoud van de informatie wordt vastgelegd volgens de bepalingen van punt 1.2.

Het type bemonsteringsapparaat en het elektronisch monsteridentificatiesysteem worden goedgekeurd door de IO. Elk individueel bemonsteringsapparaat wordt erkend en geïdentificeerd door de IO. De goede werking van het bemonsteringsapparaat wordt minstens om de zes maanden nagekeken door de IO. Een document dat de controle bewijst, bevindt zich bij het apparaat.

Tot en met 31 december 2013 is het gebruik toegestaan van een identificatiesysteem op basis van een unieke identificatiecode, zoals vastgesteld volgens de procedure voorzien onder punt 1.2. 4.4. In afwijking van punt 4.3., wordt het monster manueel genomen indien het bemonsteringsapparaat defect is en/of indien een te geringe hoeveelheid melk een representatieve mechanische bemonstering onmogelijk maakt. 4.5. Het monster wordt op elektronische wijze onmiddellijk voorzien van een leveringsnummer. 4.6. De monsters worden bij een temperatuur tussen 0 en 4 ° C vervoerd en bewaard. De koper bewaart de monsters in een koelruimte, waarin enkel te ontleden monsters worden bewaard. 4.7. De kopers maken per koelruimte een lijst op van de personen die er toegang tot hebben en bezorgen die aan de IO. 4.8. De tijd tussen de bemonstering en de aanvang van de analyse is zo kort mogelijk en bedraagt niet meer dan 36 uur in geval van microbiologisch onderzoek en 84 uur voor alle andere analysen.

De aanvang van de analyse is als volgt vastgelegd : - kiem- en celgetalbepaling en remstoffenproef : start van het pipetteren van het monster bij het analysetoestel; - fitratieproef : start van de filtratie. 4.9. Een koper die melk ophaalt bij een beperkt aantal producenten kan een derogatie bij de IO aanvragen, zodat de melk niet dient opgehaald te worden met een RMO uitgerust met een erkend mechanisch bemonsteringsapparaat zoals voorzien onder punt 4.3. en door een RMO-chauffeur die houder is van een vergunning zoals voorzien onder punt 4.1. Voor een dergelijke « speciale » koper legt het IO de procedure vast voor het nemen, het identificeren, het bewaren en het vervoeren van de melkmonsters. 5. Controle van de kwaliteit van de melk en maatregelen ingevolge ongunstige resultaten 5.1. De controle van de kwaliteit van de rauwe melk gebeurt door de IO, volgens het ministerieel besluit van 6 november 2001Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/11/2001 pub. 25/07/2002 numac 2002016082 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit tot vaststelling van de referentiemethoden en de principes van de routinemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers type ministerieel besluit prom. 06/11/2001 pub. 15/03/2002 numac 2001016374 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit tot vaststelling van de referentiemethoden en de principes van de routinemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers sluiten tot vaststelling van de referentiemethoden en de principes van de routinemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers. 5.2. De kwaliteit van de rauwe melk wordt bepaald volgens de hieronder vermelde voorschriften. Van de vermelde frequenties kan afgeweken worden in geval van onregelmatige of sporadische leveringen of in geval van niet-representatieve of niet bruikbare monsters. 5.2.1. Bepaling van de bacteriologische kwaliteit (kiemgetalbepaling) 5.2.1.1. Frequentie De kiemgetalbepaling gebeurt twee maal per maand op vooraf geplande dagen en op alle monsters genomen bij een producent op deze dagen. 5.2.1.2. Resultaat (maandbeoordeling) Het in aanmerking genomen resultaat is het geometrisch gemiddelde van alle effectieve resultaten bekomen over een periode van twee maanden. 5.2.2 Bepaling van het gehalte aan somatische cellen (celgetalbepaling) 5.2.2.1 Frequentie De celgetalbepaling gebeurt vier maal per maand op vooraf geplande dagen en op alle monsters genomen bij een producent op deze dagen. 5.2.2.2. Resultaat (maandbeoordeling) Het in aanmerking genomen resultaat is het geometrisch gemiddelde van alle effectieve resultaten bekomen over een periode van 3 maanden. 5.2.3. Afwezigheid van remstoffen (remstoffenproef) 5.2.3.1. Frequentie De remstoffenproef wordt uitgevoerd op ieder monster. 5.2.3.2. Resultaat Het in aanmerking genomen resultaat is het effectief resultaat dat wordt behaald voor ieder monster. 5.2.3.3. Interpretatie van de resultaten voor de toepassing van het leveringsverbod Indien meerdere monsters, genomen binnen een termijn van 24u, een ongunstig resultaat geven, wordt dit als één ongunstig resultaat beschouwd voor de toepassing van het leveringsverbod. 5.2.4. Zichtbare zuiverheid (filtratieproef) 5.2.4.1. Frequentie De filtratieproef wordt één maal per maand uitgevoerd op vooraf geplande dagen en op alle monsters genomen bij iedere ophaling bij een producent op deze dagen. 5.2.4.2. Resultaat (maandbeoordeling) Het in aanmerking genomen resultaat is het effectieve resultaat bekomen in de periode van één maand. Indien meerdere monsters genomen worden op eenzelfde dag, wordt het resultaat van het monster met het minst gunstige resultaat beschouwd als het resultaat. 5.3. Bij ongunstige resultaten voor de kiemgetalbepaling, de celgetalbepaling en het remstoffenonderzoek, wordt onderstaande procedure gevolgd. 5.3.1. Kiemgetal en celgetal 5.3.1.1. Bij een maandbeoordeling van het kiemgetal of het celgetal boven de norm wordt bij de rapportering een specifieke waarschuwing gegeven m.b.t. het leveringsverbod zoals voorzien in artikel 7, § 1, van het koninklijk besluit van 21 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2006 pub. 15/01/2007 numac 2007022028 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen sluiten betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen. 5.3.1.2. Bij een vierde opeenvolgende maandbeoordeling van het kiemgetal of het celgetal boven de norm verwittigt het IO het betrokken melkproductiebedrijf en de betrokken koper dat de melk van het melkproductiebedrijf niet mag geleverd worden aan, noch opgehaald worden door een koper. 5.3.1.3. Op vraag van het betrokken melkproductiebedrijf wordt door een aangestelde van de koper en een vertegenwoordiger van de IO bij een bedrijfsbezoek nagegaan of er voldoende corrigerende maatregelen werden genomen en of de aanwezige melk voldoet aan de norm waarvoor er leveringsverbod werd uitgevaardigd. 5.3.1.4. Enkel bij een gunstig analyseresultaat en een gunstig evaluatierapport, wordt het leveringsverbod ingetrokken. 5.3.2 Remstoffen 5.3.2.1. Bij een ongunstig resultaat van de remstoffenproef wordt bij de rapportering een specifieke waarschuwing gegeven m.b.t. de schorsing van de leveringen zoals voorzien in artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 21 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2006 pub. 15/01/2007 numac 2007022028 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen sluiten betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen. 5.3.2.2. Zoals voorzien in artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 21 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2006 pub. 15/01/2007 numac 2007022028 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen sluiten betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen, geeft elk ongunstig resultaat van de remstoffenproef aanleiding tot een schorsing van de leveringen. Er wordt voorzien in een individuele begeleiding van het betrokken melkproductiebedrijf door de koper en/of de IO om deze schorsing van de leveringen op te heffen. 5.3.2.3. Bij een vierde ongunstig resultaat binnen de 12 maanden verwittigt het IO het betrokken melkproductiebedrijf en de betrokken koper dat de melk van het betrokken melkproductiebedrijf niet meer mag geleverd worden aan, noch opgehaald worden door een koper. 5.3.2.4. Op vraag van het betrokken melkproductiebedrijf wordt door een aangestelde van de koper en een vertegenwoordiger van de IO t.g.v. een bedrijfsbezoek nagegaan of er voldoende corrigerende maatregelen werden genomen en of de aanwezige melk voldoet aan de remstoffenproef. 5.3.2.5. Enkel bij een gunstig analyseresultaat en een gunstig evaluatierapport, wordt het leveringsverbod ingetrokken. 6. Interpretatie van de resultaten 6.1. De analyseresultaten worden geëvalueerd en elke geregistreerde mededeling van de producent, de RMO-chauffeur of de koper die aanleiding geeft tot twijfel over de bruikbaarheid en/of de representativiteit van het melkmonster wordt grondig onderzocht.

Indien deze controle wijst op een onregelmatigheid, wordt het analyseresultaat geannuleerd. 6.2. De representativiteit van het monster voor de geleverde melk wordt beoordeeld op basis van een procedure vastgelegd door de IO. Indien deze controleprocedure wijst op een niet-representatief monster kunnen bepaalde resultaten worden geannuleerd. 7. Meedelen van de resultaten 7.1. Maandelijks deelt het IO alle analyseresultaten en de navolgende maandbeoordeling mee aan de betrokken producenten en kopers. Het IO deelt de non-conformiteiten en de gevallen van leveringsverbod mee aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. 7.2. In de loop van de maand worden de resultaten die niet voldoen aan de gestelde normen in het kader van de controle van de kwaliteit zo vlug mogelijk ter beschikking gesteld van de betrokken producenten en kopers. 8. Procedure voor het regelen van betwistingen 8.1. Elke koper of producent kan beroep aantekenen tegen zijn analyseresultaten bekomen door de IO. Het dossier wordt behandeld in het kader van een procedure voor het regelen van betwistingen vastgelegd door de IO. 8.2. Kopers of RMO-chauffeurs die de voorschriften van dit document niet of onvoldoende naleven kunnen worden gesanctioneerd in het kader van een procedure voor het regelen van betwistingen vastgelegd door de IO. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 29 oktober 2012 tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 01/02/2007 pub. 16/02/2007 numac 2007022170 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk sluiten houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk.

Mevr. S. LARUELLE

^