gepubliceerd op 28 juli 2001
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 januari 1992 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen
29 JUNI 2001. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 januari 1992 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen
De Minister van Landbouw en Middenstand Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten inzonderheid op artikel 3, laatst gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 januari 1992 houdende vaststelling van het indelingsschema van geslachte volwassen runderen, gewijzigd door het het koninklijk besluit van 28 juin 2001.
Gelet op het ministerieel besluit van 22 januari 1992 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen, gewijzigd door de ministeriële besluiten van 26 september 1997 en 22 november 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;
Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is onverwijld maatregelen te nemen teneinde de neutraliteit te verzekeren van de indeling van geslachte volwassen runderen volgens het communautaire indelingsschema, Besluit :
Artikel 1.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : «
Art. 3.§ 1. Het indelen en merken van karkassen mag alleen worden uitgevoerd door natuurlijke personen die houder zijn van een erkenning. Deze erkenning wordt hen door de Minister uitgereikt na het volgen van een opleiding, gevolgd door een evaluatie. § 2. De erkenning wordt alleen toegekend aan de natuurlijke personen van het interprofessioneel organisme die de opleiding volgden en slaagden in de evaluatie. § 3. De opleiding wordt verzekerd door het interprofessioneel organisme. Zij omvat : 1. Een theoretisch gedeelte over de reglementering en de technieken voor karkasindeling.2. Een praktisch gedeelte van minimum drie indelingssessies in drie verschillende slachthuizen. § 4. De evaluatie wordt verzekerd door de Dienst. § 5. De aanvraag voor de in § 1 bedoelde erkenning moet naar de Dienst worden gezonden door het interprofessioneel organisme. § 6. De erkenning is persoonlijk en kan niet worden overgedragen aan anderen. Zij vermeldt onder andere de identiteit van de houder, zijn erkenningsnummer en de geldigheidsduur van de erkenning. § 7. Het behoud van de erkenning is onderworpen aan volgende voorwaarden : 1. De houder ervan moet alle reglementaire bepalingen inzake de indeling van geslachte volwassen runderen correct en volledig naleven;2. Hij moet zich onderwerpen aan de controle door de Dienst en moet zijn onderrichtingen opvolgen. § 8. De erkenning kan tijdelijk of definitief worden ingetrokken wanneer de in § 7 bedoelde voorwaarden niet worden nageleefd.
Indien het om kleine tekortkomingen gaat kan echter een erkenning van beperkte duur worden toegekend. Zij kan worden gekoppeld aan de voorwaarde tot het volgen van een bijkomende opleiding. § 9. Om te beschikken over classificeerders in de slachthuizen waar de indeling nog niet uitgevoerd wordt door het interprofessioneel organisme, zal de Dienst als overgangsmatregel de opleiding van classificeerders voor die slachthuizen verzekeren. "
Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door de volgende bepaling : « § 2. De letters en cijfers die de indeling aanduiden moeten minstens 8 mm hoog zijn. »
Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
Art. 7.§ 1. Het interprofessioneel organisme deelt ten laatste de vijfentwintigste van elke maand de resulaten van de indeling van de vorige maand mee aan de Dienst.
Deze resultaten moeten worden aangeboden in de door de Dienst voorgeschreven vorm.
Het meegedeelde karkasgewicht is het koud gewicht; het koud gewicht is gelijk aan het warm gewicht verminderd met 2 %. § 2. Als overgangsmaatregelen moeten de slachthuizen, waar de indeling nog niet verzekerd wordt door het interprofessioneel organisme, ten laatste de vijfentwintigste van elke maand de resulaten van de indeling van de vorige maand meedelen aan de Dienst.
Deze resultaten moeten worden voorgesteld in de door de Dienst voorgeschreven vorm.
Het meegedeelde karkasgewicht is het koud gewicht; het koud gewicht is gelijk aan het warm gewicht verminderd met 2 %. »
Art. 4.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 9.Het slachthuis, het interprofessioneel organisme en de erkende classificeerder zijn verplicht aan de door hierboven vermelde diensten aangewezen personen de nodige bijstand te verlenen bij de uitoefening van hun controletaken.
Deze bijstand bestaat er met name in dat zij hen vrije toegang verlenen tot alle installaties van het slachthuis en hen de documenten en gegevens met betrekking tot de indeling voorleggen. »
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 29 juni 2001.
J. GABRIELS