gepubliceerd op 07 augustus 1998
Ministerieel besluit betreffende de bekwaamheidsproeven voor verhoging in weddeschaal bij de gerechtelijke politie bij de parketten
29 JULI 1998. - Ministerieel besluit betreffende de bekwaamheidsproeven voor verhoging in weddeschaal bij de gerechtelijke politie bij de parketten
De Minister van Justitie, Gelet op de wet van 7 april 1919 tot instelling van rechterlijke officieren en agenten bij de parketten, gewijzigd bij de wetten van 21 augustus 1948, 27 maart 1969, 2 december 1982, 18 juli 1991, bij het koninklijk besluit van 5 augustus 1991 en bij de wet van 5 augustus 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten, inzonderheid op artikel 114;
Gelet op het protocol nr. 97 van 27 maart 1995 van Sectorcomité III - Justitie;
Gelet op het protocol nr. 136 van 30 mei 1996 van Sectorcomité III - Justitie;
Gelet op het advies van de raad van overleg van de gerechtelijke politie, gegeven op 8 mei 1996;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten een nieuwe loopbaan hebben sedert 1 januari 1998;
Overwegende dat in die loopbaan is voorzien dat personeelsleden alléén maar kunnen worden aangewezen voor de leidinggevende functies bij de gerechtelijke politie wanneer ze voldoen aan de voorwaarden voor de bevordering tot weddeschaal 1D;
Overwegende dat 53 van de 77 betrekkingen die bestemd zijn voor de bevordering tot weddeschaal 1D en de 231 betrekkingen die bestemd zijn voor de bevordering tot weddeschaal 2D sedert de invoering van de nieuwe loopbaan op 1 januari 1998 vacant zijn;
Overwegende dat de bevorderingen tot de weddeschalen 1D en 2D volledig nieuwe mogelijkheden vormen in de loopbaan die essentieel zijn voor het vervullen van directie- en omkaderingsfuncties en het daarom dringend noodzakelijk is deze vernieuwingen door te voeren;
Overwegende dat het slagen voor een bekwaamheidsproef voor verhoging in weddeschaal één van de voorwaarden vormt voor de bevordering tot een weddeschaal D;
Overwegende dat sedert 1 januari 1998 verschillende personeelsleden, met uitzondering van de bekwaamheidsproef, voldoen aan de voorwaarden om te kunnen bevorderd worden tot een weddeschaal D;
Overwegende dat, om personeelsleden te kunnen aanwijzen voor leidinggevende functies en om de nieuwe loopbaan volledig te verwezenlijken door de vacante betrekkingen die bestemd zijn voor de bevorderingen tot een weddeschaal D op te vullen, zonder uitstel bekwaamheidsproeven voor verhoging in weddeschaal moeten georganiseerd worden;
Overwegende dat het om de bovengenoemde objectieven te verwezenlijken dringend noodzakelijk is het programma, de organisatie en de samenstelling van de examencommissies van deze bekwaamheidsproeven vast te stellen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.De bekwaamheidsproeven voor de bevordering tot de weddeschalen 1D en 2D worden georganiseerd door het commissariaat-generaal van de gerechtelijke politie bij de parketten in samenwerking met het ministerie van Justitie.
Art. 2.Om toegelaten te worden tot de bekwaamheidsproef voor de bevordering tot weddeschaal 1D in de graad van gerechtelijk afdelingscommissaris, laboratoriumafdelingscommissaris of afdelingscommissaris van de dienst telecommunicatie, moet de gegadigde ten laatste op de datum van afsluiting van de inschrijvingstermijn voor deze proef bekleed zijn met die graad.
Art. 3.Om toegelaten te worden tot de bekwaamheidsproef voor de bevordering tot weddeschaal 2D in de graad van gerechtelijk afdelingsinspecteur, laboratoriumafdelingsinspecteur, afdelingsinspecteur-elektrotechnicus of afdelingsinspecteur voor gerechtelijke identificatie, moet de gegadigde ten laatste op de datum van afsluiting van de inschrijvingstermijn voor deze proef bekleed zijn met die graad.
Art. 4.De bekwaamheidsproeven worden aangekondigd door middel van een bericht dat ten minste drie maanden voor de datum waarop het schriftelijk gedeelte van de bekwaamheidsproef wordt afgenomen ter kennis wordt gebracht van de gerechtelijke officieren en agenten.
In dit bericht wordt onder meer de inschrijvingstermijn vermeld en worden de algemene managementbeginselen, de managementbenaderingen en de deelgebieden inzake management die tijdens de bekwaamheidsproef aan bod kunnen komen, opgesomd.
Art. 5.De gegadigden moeten hun aanvraag tot deelneming aan de bekwaamheidsproef per ter post aangetekende brief zenden aan de minister van Justitie, Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie - Dienst Personeelszaken gerechtelijke politie, Waterloolaan 115, 1000 Brussel.
Art. 6.Gegadigden die geslaagd zijn voor het schriftelijk gedeelte van de bekwaamheidsproef voor verhoging in weddeschaal worden op hun verzoek hiervan vrijgesteld bij een latere deelneming aan een dergelijke bekwaamheidsproef.
Ze moeten in hun aanvraag tot deelneming uitdrukkelijk om deze vrijstelling verzoeken.
Art. 7.Ten minste zeven dagen voor elk gedeelte van de bekwaamheidsproef wordt schriftelijk de datum, het uur en de plaats van de proef ter kennis gebracht van elke betrokken gegadigde.
Art. 8.De twee gedeelten van de bekwaamheidsproef worden in volgende orde afgenomen : 1° schriftelijk gedeelte (duur : 3 uur) : vereiste minimum der punten op straffe van uitsluiting : 12 punten op de 20. Dit gedeelte heeft tot doel na te gaan : a) voor de bevordering tot weddeschaal 1D : het gebruik als leidinggevende van managementstijlen in politiesituaties en de argumentatie ervan;b) voor de bevordering tot weddeschaal 2D : het rekening houden, als verantwoordelijke voor een onderzoeksopdracht, met de politionele, juridische en leidinggevende componenten van deze opdracht en de argumentatie ervan.2° mondeling gedeelte (duur : 30 minuten) : vereiste minimum der punten om te slagen : 12 punten op de 20. Dit gedeelte heeft tot doel na te gaan : a) voor de bevordering tot weddeschaal 1D : de bekwaamheid voor het leiden en beheren van een brigade, regionaal laboratorium of dienst met oog voor verbeterings- en veranderingsprocessen in een wijzigende maatschappelijke context;b) voor de bevordering tot weddeschaal 2D : de bekwaamheid als verantwoordelijke voor een onderzoeksopdracht. HOOFDSTUK II. - Examencommissies Afdeling I. - Examencommissie van de bekwaamheidsproeven voor de
bevordering tot weddeschaal 1D
Art. 9.De examencommissie van de bekwaamheidsproeven voor de bevordering tot weddeschaal 1D wordt voorgezeten door een magistraat van een parket bij een hof van beroep die blijk heeft gegeven van de kennis van het Nederlands en het Frans. Ze bestaat uit een Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige afdeling.
Iedere afdeling bestaat, naast de voorzitter, uit : 1° een magistraat van een parket van de procureur des Konings;2° twee deskundigen in management;3° twee gerechtelijke officieren, bekleed met de volgende graad, die weddeschaal 1D genieten of aan de voorwaarden voor de bevordering tot weddeschaal 1D voldoen : - gerechtelijk afdelingscommissaris voor de bekwaamheidsproef met betrekking tot deze graad; - gerechtelijk afdelingscommissaris of laboratoriumafdelingscommissaris voor de bekwaamheidsproef met betrekking tot de graad van laboratoriumafdelingscommissaris; - gerechtelijk afdelingscommissaris of laboratoriumafdelingscommissaris voor de bekwaamheidsproef met betrekking tot de graad van afdelingscommissaris van de dienst telecommunicatie; 4° een secretaris met raadgevende stem. De voorzitter, de leden en de secretaris hebben elk een plaatsvervanger.
De minister van Justitie duidt de voorzitter, de leden, de secretaris en hun plaatsvervangers aan.
Art. 10.Eén van de leden vermeld in artikel 9, tweede lid, 2° is belast met het verbeteren van het schriftelijk gedeelte van de bekwaamheidsproeven. Per bekwaamheidsproef is één van de leden vermeld in artikel 9, tweede lid, 3° belast met het verbeteren van het schriftelijk gedeelte van de proef.
Het lid vermeld in artikel 9, tweede lid, 1° en één van de leden vermeld in artikel 9, tweede lid, 2° zijn belast met het afnemen van het mondeling gedeelte van de bekwaamheidsproeven. Per bekwaamheidsproef is één van de leden vermeld in artikel 9, tweede lid, 3° belast met het afnemen van het mondeling gedeelte van de proef. Afdeling II. - Examencommissie van de bekwaamheidsproeven voor de
bevordering tot weddeschaal 2D
Art. 11.De examencommissie van de bekwaamheidsproeven voor de bevordering tot weddeschaal 2D wordt voorgezeten door een magistraat van een parket bij een hof van beroep die blijk heeft gegeven van de kennis van het Nederlands en het Frans. Ze bestaat uit een Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige afdeling.
Iedere afdeling bestaat, naast de voorzitter, uit : 1° een magistraat van een parket van de procureur des Konings;2° drie gerechtelijk officieren, bekleed met de volgende graad : - gerechtelijk commissaris of gerechtelijk afdelingscommissaris voor de bekwaamheidsproef met betrekking tot de graad van gerechtelijk afdelingsinspecteur; - gerechtelijk commissaris, gerechtelijk afdelingscommissaris, laboratoriumcommissaris of laboratoriumafdelingscommissaris voor de bekwaamheidsproeven met betrekking tot de graden van laboratoriumafdelingsinspecteur en afdelingsinspecteur voor gerechtelijke identificatie; - gerechtelijk commissaris, gerechtelijk afdelingscommissaris, commissaris of afdelingscommissaris van de dienst telecommunicatie voor de bekwaamheidsproef met betrekking tot de graad van afdelingsinspecteur-elektrotechnicus. 3° een deskundige in management;4° een secretaris met raadgevende stem. De voorzitter, de leden en de secretaris hebben elk een plaatsvervanger.
De minister van Justitie duidt de voorzitter, de leden, de secretaris en hun plaatsvervangers aan.
Art. 12.Per bekwaamheidsproef is één van de leden vermeld in artikel 11, tweede lid, 2° belast met het verbeteren van het schriftelijk gedeelte van de proef. Het lid vermeld in artikel 11, tweede lid, 3° is belast met het verbeteren van het schriftelijk gedeelte van de bekwaamheidsproeven.
Het lid vermeld in artikel 11, tweede lid, 1° is belast met het afnemen van het mondeling gedeelte van de bekwaamheidsproeven. Per bekwaamheidsproef zijn twee van de leden vermeld in artikel 11, tweede lid, 2° belast met het afnemen van het mondeling gedeelte van de proef. Afdeling III. - Bepalingen gemeenschappelijk aan de afdelingen I en II
Art. 13.De examencommissie van de bekwaamheidsproeven houdt toezicht op de organisatie van deze proeven.
Art. 14.De leden van een examencommissie die belast zijn met het verbeteren van het schriftelijk gedeelte van een bekwaamheidsproef stellen in onderling overleg de tekst, de vragen en de beoordelingscriteria van dit gedeelte op. Ze verbeteren dit gedeelte onafhankelijk.
Art. 15.De leden van een examencommissie die belast zijn met het verbeteren van het schriftelijk gedeelte van een bekwaamheidsproef zijn verschillend van deze belast met het afnemen van het mondeling gedeelte.
Art. 16.In de Duitstalige afdeling van de examencommissie van de bekwaamheidsproeven moeten ten minste de volgende leden blijk hebben gegeven van de kennis van het Duits : 1° de leden belast met het verbeteren van het schriftelijk gedeelte van de bekwaamheidsproef;2° één van de leden belast met het afnemen van het mondeling gedeelte van de bekwaamheidsproef.
Art. 17.De examencommissie keurt de beoordelingscriteria van de bekwaamheidsproeven goed, kijkt de resultaten van elk gedeelte na en beraadslaaagt erover.
De examencommissie beraadslaagt bij meerderheid van stemmen.
In geval van staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
De examencommissie bepaalt de andere regels voor haar werking. HOOFDSTUK III. - Slotbepaling
Art. 18.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 29 juli 1998.
T. VAN PARYS