gepubliceerd op 05 april 2023
Ministerieel besluit tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 107, § § 2 en 3 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen
27 MAART 2023. - Ministerieel besluit tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 107, § § 2 en 3 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen
De Minister van Zelfstandigen en de Minister van Pensioenen, Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, artikel 30bis, laatstelijk gewijzigd bij de
wet van 5 mei 2022Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
05/05/2022
pub.
20/05/2022
numac
2022041002
bron
federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Wet betreffende diergeneesmiddelen
sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, artikel 107, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2023;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 december 2022;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 25 januari 2023;
Besluiten :
Artikel 1.In toepassing van artikel 107, § 5, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 december 2021, worden de in artikel 107, § § 2 en 3, A en B, eerste tot derde lid, van het voormeld koninklijk besluit van 22 december 1967 bedoelde jaarbedragen, met ingang van 1 januari 2023, aangepast als volgt: 1° de bedragen van 24.937,00 euro en 19.950,00 euro, bedoeld in paragraaf 2, A, worden respectievelijk gebracht op 26.678,00 euro en op 21.342,00 euro; 2° de bedragen van 8.634,000 euro en 6.907,00 euro, bedoeld in paragraaf 2, C, worden respectievelijk gebracht op 9.236 euro en op 7.389 euro; 3° de bedragen van 20.102,00 euro en 16.082,00 euro bedoeld in paragraaf 2, D en E, worden respectievelijk gebracht op 21.505,00 euro en op 17.204,00 euro; 4° de bedragen van 19.950,00 euro, 6.907,00 euro, 16.082,00 euro, 4.317,00 euro, 3.453,00 euro, 5.396,00 euro en 4.317,00 euro, bedoeld in paragraaf 3, A en B, eerste tot derde lid, worden respectievelijk gebracht op 21.342,00 euro, op 7.389,00 euro, op 17.204,00 euro, op 4.618,00 euro, op 3.694,00 euro, op 5.773,00 euro en op 4.618,00 euro.
Art. 2.In toepassing van artikel 107, § 5, van het vermeld koninklijk besluit van 22 december 1967, worden de in artikel 107, § 3, B, vierde lid, van het voormeld koninklijk besluit van 22 december 1967 bedoelde jaarbedragen van 4.406,40 euro, 3.525,12 euro, 8.812,80 euro en 7.050,24 euro, respectievelijk gebracht op 5.376,00 euro, op 4.301,00 euro, op 10.752,00 euro en op 8.602,00 euro vanaf 1 januari 2023.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.
Brussel, 27 maart 2023.
De Minister van Zelfstandigen, D. CLARINVAL De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX