gepubliceerd op 21 april 1999
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 25 november 1994 tot bepaling van de wapens die tot de voorgeschreven uitrusting van de leden van het operationeel korps van de rijkswacht behoren en tot vastlegging van de bijzondere regels betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van die wapens
26 MAART 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 25 november 1994 tot bepaling van de wapens die tot de voorgeschreven uitrusting van de leden van het operationeel korps van de rijkswacht behoren en tot vastlegging van de bijzondere regels betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van die wapens
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie, inzonderheid op artikel 22, gewijzigd bij de wet van 30 januari 1991;
Gelet op de wet van 2 december 1957 op de rijkswacht, inzonderheid op artikel 2, § 1, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 18 juli 1991;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1991 betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht (I), gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 oktober 1991 en 29 oktober 1993, Besluit :
Artikel 1.In het opschrift van het ministerieel besluit van 25 november 1994 tot bepaling van de wapens die tot de voorgeschreven uitrusting van de leden van het operationeel korps van de rijkswacht behoren en tot vastlegging van de bijzondere regels betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van die wapens, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 2 februari 1996, worden tussen de woorden « operationeel korps » en « van de rijkswacht » de woorden « en van de categorie bijzonder politiepersoneel » ingevoegd.
Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit, worden tussen de woorden « operationeel korps » en « van de rijkswacht » de woorden « en van de categorie bijzonder politiepersoneel » ingevoegd.
Art. 3.Artikel 3, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3. Behoudens door de commandant van de rijkswacht aangevoerde bijzondere omstandigheden die verband houden met de dienstuitoefening of de verplichtingen opgelegd aan de personeelsleden, mogen zij alleen in dienstverband worden gedragen voor zover de uitvoering van de taak zulks vereist en overeenkomstig de dienstorders bedoeld in artikel 22 van de wet van 27 december 1973 betreffende het statuut van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht en de dienstorders gegeven door de overheden bedoeld in artikel 11, § 4, derde lid, van de wet van 2 december 1957 op de rijkswacht. ».
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1999.
Brussel, 26 maart 1999.
L. VAN DEN BOSSCHE