25 JANUARI 2007. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het minimumbedrag van de borgtocht te stellen door de gewone rekenplichtigen bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, sector Kadaster

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Gelet op de artikelen 61, 62 en 63 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991;

Gelet op de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 10 maart 1866 betreffende de borgtochten der rekenplichtigen en der andere leden van het Rijkspersoneel;

Gelet op artikel 42 van het ministerieel besluit van 27 maart 1935 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 september 1975 inzake borgtochten der gewone rekenplichtigen van de administratie van het Kadaster;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op het ministerieel besluit van 31 maart 1994 tot vaststelling van het minimumbedrag van de borgtocht te stellen door de rekenplichtigen van de fiscale administraties;

Overwegende dat het ministerieel besluit van 4 september 1975 inzake borgtochten der gewone rekenplichtigen van de administratie van het Kadaster, niet werd opgeheven door het ministerieel besluit van 31 maart 1994 tot vaststelling van het minimumbedrag van de borgtocht te stellen door de rekenplichtigen van de fiscale administraties;

Overwegende dat hierdoor een ongelijkheid bestaat met betrekking tot het bedrag van de borgtochtstelling tussen de gewone rekenplichtigen van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, sector Kadaster en de gewone rekenplichtigen van de overige fiscale administraties;

Op de voordracht van de Administrateur-generaal van de Patrimoniumdocumentatie, Besluit :

Artikel 1.Het minimumbedrag van de borgtocht te stellen door de gewone rekenplichtigen van de administratie van het Kadaster, wordt vastgesteld op 25 EUR.

Art. 2.Alle ambtenaren van de administratie van het Kadaster die zullen aangewezen worden om ten interimaire titel een rekenplichtige functie uit te oefenen, kunnen slechts in die functie aangesteld worden nadat zij een borgtocht van 12,50 EUR hebben gesteld.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 4 september 1975 inzake borgtochten der gewone rekenplichtigen van de administratie van het Kadaster wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2007.

Art. 5.De Administrateur-generaal van de Patrimoniumdocumentatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 januari 2007.

D. REYNDERS