gepubliceerd op 08 december 2017
Ministerieel besluit houdende actualisatie van de huidige bandingfactoren en vastlegging van de bandingfactoren van groenestroomcertificaten en warmte-krachtcertificaten voor projecten met een startdatum vanaf 2018
VLAAMSE OVERHEID
Omgeving
24 NOVEMBER 2017. - Ministerieel besluit houdende actualisatie van de huidige bandingfactoren en vastlegging van de bandingfactoren van groenestroomcertificaten en warmte-krachtcertificaten voor projecten met een startdatum vanaf 2018
DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCI"N EN ENERGIE, Gelet op het Energie
decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
06/07/2009
numac
2009035588
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet
sluiten, artikel 7.1.4/1, § 1 en § 4, ingevoegd bij het
decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
13/07/2012
pub.
30/08/2012
numac
2012204755
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende instemming met : 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Bondsrepubliek Duitsland tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake belastingen van inkomen en van vermogen met inbegrip van de ondernemingsbelasting en de grondbelastingen, en van het Slotprotocol, ondertekend te Brussel op 11 april 1967, zoals gewijzigd door de aanvullende overeenkomst, ondertekend te Brussel op 5 november 2002, en door het Protocol, ondertekend te Brussel op 21 januari 2010; 2° het Protocol tot wijziging van de overeenkomst en het Slotprotocol, zoals gewijzigd, vermeld onder 1°, ondertekend te Brussel op 21 januari 2010
type
decreet
prom.
13/07/2012
pub.
10/09/2012
numac
2012204827
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende instemming met : 1° de Overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse administratieve en juridische bijstand inzake inkomstenbelastingen, ondertekend te Brussel op 10 maart 1964 en gewijzigd door de avenanten van 15 februari 1971, 8 februari 1999, 12 december 2008 en 7 juli 2009, 2° het Avenant tot wijziging van de Overeenkomst, zoals eerder gewijzigd, vermeld onder 1°, ondertekend te Brussel op 7 juli 2009
type
decreet
prom.
13/07/2012
pub.
11/09/2012
numac
2012204829
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting naar het inkomen en naar vermogenswinsten, ondertekend te Brussel op 1 juni 1987, gewijzigd door het protocol van 24 juni 2009, 2° het protocol tot wijziging van de overeenkomst vermeld onder 1°, ondertekend te Parijs op 24 juni 2009
type
decreet
prom.
13/07/2012
pub.
06/09/2012
numac
2012204745
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende instemming met : 1° het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met protocollen I en II, ondertekend te Luxemburg op 5 juni 2001, zoals gewijzigd door het protocol, ondertekend te Berlijn op 23 juni 2009, 2° het protocol tot wijziging van het Verdrag en de protocollen, vermeld onder 1°, ondertekend te Berlijn op 23 juni 2009
sluiten en gewijzigd bij de decreten van 28 juni 2013, 27 november 2015 en 17 februari 2017;
Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 6.2/1.1, eerste lid, tweede zin, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 31/12/2012 numac 2012036304 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de groenestroomcertificaten, de warmtekrachtcertificaten en de garanties van oorsprong sluiten en laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2015 en artikel 6.2/1.6, eerste lid, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 31/12/2012 numac 2012036304 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de groenestroomcertificaten, de warmtekrachtcertificaten en de garanties van oorsprong sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017;
Gelet op het rapport van het Vlaams Energieagentschap van 30 juni 2017;
Gelet op het advies nr. 62.341/3 van de Raad van State, gegeven op 17 november 2017 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :
Artikel 1.Voor nieuwe projecten met startdatum vanaf 2018 bedragen de maximaal toegelaten bandingfactoren voor: 1° projecten uit de representatieve projectcategorieën met een afschrijvingstermijn van tien jaar: 1;2° projecten uit de representatieve projectcategorieën met een afschrijvingstermijn van vijftien jaar: 0,800;3° projecten uit de niet-representatieve projectcategorieën met een afschrijvingstermijn van tien jaar: 1;4° projecten uit de niet-representatieve projectcategorieën met een afschrijvingstermijn van vijftien jaar: 0,800.
Art. 2.Voor groenestroomprojecten wordt de bandingfactor, door het Vlaams Energieagentschap in haar rapport van 30 juni 2017 voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid, van het Energiebesluit van 19 november 2010, per projectcategorie vastgesteld als volgt: 1° zonne-energie: a) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,481;b) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,441;2° nieuwe installaties met betrekking tot windenergie op land, met een bruto nominaal vermogen per turbine groter dan 10 kWe tot en met 4 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,629;3° nieuwe biogasinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 5 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2018: a) voor vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van biogasinstallaties op stortgas;biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib en biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1; b) voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1.4° nieuwe biogasinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van biogasinstallaties op stortgas;biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib en biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1. 5° nieuwe installaties voor de verbranding van vaste biomassa met een bruto nominaal vermogen van meer dan 10 kWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1;6° nieuwe installaties voor de verbranding van vloeibare biomassa met een bruto nominaal vermogen van meer dan 10 kWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1;7° nieuwe installaties voor de verbranding van biomassa-afval met een bruto nominaal vermogen van meer dan 10 kWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1.
Art. 3.Voor WKK-projecten wordt de bandingfactor, door het Vlaams Energieagentschap in haar rapport van 30 juni 2017 voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid, van het Energiebesluit van 19 november 2010, per projectcategorie vastgesteld als volgt: 1° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5° en met uitsluiting van warmte-krachtinstallaties op biogas afkomstig van vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib, met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 200 kWe: a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1;b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1;2° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5° en met uitsluiting van warmte-krachtinstallaties op biogas afkomstig van vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib, met een bruto nominaal vermogen groter dan 200 kWe tot en met 1 MWe: a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1;b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,531;3° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5° en met uitsluiting van warmte-krachtinstallaties op biogas afkomstig van vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib, met minimaal een motor en met een bruto nominaal vermogen groter dan 1 MWe tot en met 5 MWe: a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1;b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,843;4° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 6° en met uitsluiting van kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op stortgas of op biogas afkomstig van vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib of GFT-afval, met minimaal een motor en met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 10 MWe: a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,731;b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,534;5° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 5 MWe met een startdatum vanaf 1 januari 2018: a) nieuwe installaties: 1.voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van punt 2 en 3 en met uitsluiting van de kwalitatieve warmtekrachtinstallaties op biogas, afkomstig van de vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 1; 2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 1;b) ingrijpende wijzigingen: 1.voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van punt 2 en 3 en met uitsluiting van de kwalitatieve warmtekrachtinstallaties op biogas, afkomstig van de vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 1; 2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 1;6° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op stortgas of biogas, afkomstig van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater, rioolwaterzuiveringsslib of GFT-afval;a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1;b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1;7° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 1 MWe tot en met 20 MWe met turbines op a) gas: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,397;b) stoom: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,697; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,440;c) beide: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,929;8° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 20 tot en met 50 MWe met turbines op a) gas: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1;b) stoom: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,920; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 0,403;c) beide: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2018: de bandingfactor bedraagt 1.
Art. 4.Voor groenestroomprojecten wordt de bandingfactor per projectcategorie, door het rapport van het Vlaams Energieagentschap van 30 juni 2017 ter uitvoering van artikel 7.1.4/1, § 1, zesde lid, van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet sluiten en artikel 6.2/1.3 van het Energiebesluit van 19 november 2010 geactualiseerd en aangepast, gevalideerd als volgt: 1° zonne-energie: a) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de bandingfactor bedraagt 0,163; b) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de bandingfactor bedraagt 0,907; c) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de bandingfactor bedraagt 0,907; d) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 30 juni 2014: de bandingfactor bedraagt 0,0975; e) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 30 juni 2014: de bandingfactor bedraagt 0,718; f) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 30 juni 2014: de bandingfactor bedraagt 0,779; g) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 juli 2014 t.e.m. 31 december 2014: de bandingfactor bedraagt 0 h) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 juli 2014 t.e.m. 31 december 2014: de bandingfactor bedraagt 0,669; i) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 juli 2014 t.e.m. 31 december 2014: de bandingfactor bedraagt 0,730; j) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015 t.e.m. 30 juni 2015: de bandingfactor bedraagt 0; k) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015 t.e.m. 30 juni 2015: de bandingfactor bedraagt 0,661; l) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015 t.e.m. 30 juni 2015: de bandingfactor bedraagt 0,718; m) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 juli 2015 t.e.m. 31 december 2015: de bandingfactor bedraagt 0,401; n) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 juli 2015 t.e.m. 31 december 2015: de bandingfactor bedraagt 0,579; o) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2016 t.e.m. 31 december 2016: de bandingfactor bedraagt 0,449; p) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2016 t.e.m. 31 december 2016: de bandingfactor bedraagt 0,485; q) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2017 t.e.m. 31 december 2017: de bandingfactor bedraagt 0,351; r) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2017 t.e.m. 31 december 2017: de bandingfactor bedraagt 0,414. 2° nieuwe installaties met betrekking tot windenergie op land, met een maximaal vermogen per turbine tot en met 4 MWe en: a) met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de bandingfactor bedraagt 0,889; b) met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 december 2014: de bandingfactor bedraagt 0,857; c) met een startdatum vanaf 1 januari 2015 t.e.m. 31 december 2015: de bandingfactor bedraagt 0,748; d) met een startdatum vanaf 1 januari 2016 t.e.m. 31 december 2016: de bandingfactor bedraagt 0,743; e) met een startdatum vanaf 1 januari 2017 t.e.m. 31 december 2017: de bandingfactor bedraagt 0,663.
Brussel, 24 november 2017.
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, B. TOMMELEIN