gepubliceerd op 04 april 2000
Ministerieel besluit houdende bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van de Afrikaanse varkenspest en de klassieke varkenspest
24 MAART 2000. - Ministerieel besluit houdende bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van de Afrikaanse varkenspest en de klassieke varkenspest
De Minister van Landbouw en Middenstand, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995, 23 maart 1998 en 5 februari 1999, inzonderheid het artikel 9bis;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 september 1981 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie betreffende klassieke varkenspest en de Afrikaanse varkenspest, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 april 1982, 31 januari 1990, 22 mei 1990, 14 juli 1995 en 31 oktober 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten, inzonderheid het artikel 11;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 1999 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautair verkeer van runderen en varkens;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 juli 1998 houdende bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van klassieke varkenspest;
Gelet op de Beschikking 99/789/EG van de Commissie van 3 december 1999 van de Commissie tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest in Portugal, gewijzigd bij Beschikking 2000/64/EG van de Commissie van 25 januari 2000;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de evolutie van de klassieke varkenspest in Duitsland en de Afrikaanse varkenspest in Portugal en de aanwezigheid van andere epizootische varkensziekten in Europa het aanpassen van de bijzondere tijdelijke maatregelen van toezicht op varkensbedrijven waar varkens afkomstig van Portugal of Duitsland werden aangevoerd, dringend noodzakelijk maakt, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Het binnenbrengen van levende varkens uit Duitsland is slechts toegelaten onder de volgende voorwaarden : 1° alle varkens zijn geïdentificeerd met een oormerk van het bedrijf van herkomst en desgevallend met een oormerk van elke verzamelplaats waar zij verbleven hebben;2° de varkens zijn vergezeld van een geldig gezondheidscertificaat overeenkomstig het model voorzien in het koninklijk besluit van 30 april 1999 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor het intra-communautair verkeer van runderen en varkens;3° op de plaats van bestemming de controle wordt uitgevoerd volgens de onderrichtingen van het Hoofd van de Dienst. § 2. Elke invoerder die fok- en gebruiksvarkens uit Duitsland wenst binnen te brengen dient 48 uren voorafgaand aan de aankomst van de zending, de inspecteur-dierenarts bevoegd voor de gemeente waar het beslag van bestemming gelegen is, op de hoogte te brengen van de voorziene bestemming en het tijdstip van aankomst.
Art. 2.§ 1. Elke verantwoordelijke die fok- of gebruiksvarkens uit Duitsland in zijn beslag binnenbrengt, is gehouden : 1° onmiddellijk de inspecteur-dierenarts bevoegd voor de gemeente waar het beslag gelegen is te verwittigen met vermelding van het aantal binnengebrachte varkens en het nummer van het gezondheidscertificaat;2° onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten, de bedrijfsdierenarts, aangewezen in toepassing van artikel 2 van hetzelfde besluit, wekelijks te ontbieden om alle varkens van zijn beslag te laten onderzoeken;3° alle varkenskrengen binnen de 24 uren na de sterfte naar het opsporingscentrum over te brengen onder begeleiding van een vervoersdocument zoals bedoeld in artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 15 februari 1995. Ingeval de varkens op een zaterdag, zondag of feestdag gestorven zijn, dienen de krengen naar het opsporingscentrum te worden gebracht op de eerstvolgende werkdag. Deze verplichting geldt tot de verantwoordelijke er door de inspecteur-dierenarts van in kennis wordt gesteld dat de resultaten van de bloedonderzoeken bedoeld in § 2, 4° negatief zijn. § 2. De bedrijfsdierenarts opgeroepen in toepassing van § 1, 2°, dient het bedrijf eenmaal per week te bezoeken en er : 1° alle varkens aan een klinisch onderzoek te onderwerpen en een controle uit te voeren op de identificatie van de varkens en op de inventaris;2° de datum en tijdstip van elk bezoek in te schrijven op de inventaris en er zijn handtekening en stempel aan te brengen;3° van elk controlebezoek zijn bevindingen te vermelden in een bezoekrapport en dit op te sturen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 februari 1995;4° tussen de 14e en de 21e dag en tussen de 35e en 42e dag na aankomst een bloedstaal te nemen van ten minste 10 % van de aangevoerde varkens, bedoeld in artikel 1, § 2, met een duidelijke en correcte vermelding op de bloedstalen en op de documenten, van de Belgische oormerknummers van de bemonsterde varkens;5° de bloedstalen met de begeleidende documenten op te sturen naar het provinciaal laboratorium. De termijn tussen twee opeenvolgende bezoeken moet ten minste 5 en mag ten hoogste 10 dagen zijn en het wekelijks bezoek wordt uitgevoerd zolang alle resultaten van de serologische onderzoeken op klassieke varkenspest niet bekend zijn.
Onverminderd de bepalingen van artikel 3, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 15 februari 1995, is de bedrijfsdierenarts ertoe gehouden bij iedere vaststelling van klinische symptomen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een aangifteplichtige varkensziekte of van onregelmatigheden betreffende identificatie en registratie dit onmiddellijk aan de bevoegde inspecteur-dierenarts te melden.
Art. 3.§ 1. Het binnenbrengen van varkens uit de gebieden in Portugal, genoemd in bijlage bij dit besluit, is verboden. § 2. Het binnenbrengen van varkens uit andere regio's van Portugal dan deze bedoeld in § 1, is slechts toegelaten onder de volgende voorwaarden : 1° deze bepaald in artikelen 1 en 2;2° het gezondheidscertificaat dat varkens afkomstig uit Portugal vergezelt, moet vervolledigd zijn met de vermelding : « Deze dieren voldoen aan het bepaalde in Beschikking 1999/789/EG van de Commissie van 3 december 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met de Afrikaanse varkenspest in Portugal »;3° het serologisch bezoek bedoeld in artikel 2 heeft wat fok- en gebruiksvarkens afkomstig uit Portugal betreft, betrekking op de opsporing van antistoffen tegen de Afrikaanse varkenspest.
Art. 4.Alle kosten voor het wekelijks bezoek van de bedrijfsdierenarts, voor de staalnames en voor het serologisch onderzoek in het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie, hierna genoemd het CODA, zijn ten laste van de verantwoordelijke.
Art. 5.De afvoer van varkens van een beslag waar varkens afkomstig uit Duitsland of Portugal werden binnengebracht, is verboden, met uitzondering van rechtstreeks vervoer naar een slachthuis, tot de verantwoordelijke er door de inspecteur-dierenarts van in kennis wordt gesteld dat de resultaten van alle serologische onderzoeken negatief zijn.
Art. 6.Het binnenbrengen van sperma afkomstig van beren die worden gehouden in spermacentra gelegen in de delen van Portugal bedoeld in bijlage bij dit besluit, is verboden.
Art. 7.Onverminderd de toepassing van de bepalingen van de wet van 6 april 1843 op de beteugeling van de sluikhandel en van deze van het Strafwetboek, worden de inbreuken op dit besluit gestraft overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk VI van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987.
Dieren binnengebracht in overtreding met de bepalingen van dit besluit worden onmiddellijk op kosten van de invoerder naar de plaats van verzending teruggezonden; zoniet worden ze vernietigd volgens de richtlijnen van de Dienst.
Art. 8.Het ministerieel besluit van 23 juli 1998 houdende bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van klassieke varkenspest, wordt opgeheven. De bepalingen van dit besluit blijven echter van toepassing op de varkens, die vóór de opheffing zijn ingevoerd.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 24 maart 2000.
J. GABRIELS
Bijlage bij het ministerieel besluit van 24 maart 2000 houdende tijdelijke maatregelen ter voorkoming van de Afrikaanse varkenspest en de klassieke varkenspest Delen van Portugal waarvoor verbodsbepalingen gelden in verband met de Afrikaanse varkenspest : Gemeenten in Alentejo : - Mértola - Almodôvar - Castro Verde - Ourique Gemeenten in Algarve : - Loulé - Alocoutim - Silves Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 24 maart 2000.
De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS