gepubliceerd op 12 juni 1997
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 oktober 1991 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan houders van militaire brevetten van piloot dienen te voldoen voor het verkrijgen van de burgerlijke vergunning van lijnbestuurder van vliegtuigen
24 MAART 1997. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 oktober 1991 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan houders van militaire brevetten van piloot dienen te voldoen voor het verkrijgen van de burgerlijke vergunning van lijnbestuurder van vliegtuigen
De Minister van Vervoer, Gelet op het Verdrag inzake de internationale burgerlijke luchtvaart, ondertekend te Chicago op 7 december 1944, en goedgekeurd door de wet van 30 april 1947, inzonderheid op bijlage 1;
Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 31, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 augustus 1968 en op de artikelen 33 en 34;
Gelet op het ministerieel besluit van 15 oktober 1991 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan houders van militaire brevetten van piloot dienen te voldoen voor het verkrijgen van de burgerlijke vergunning van lijnbestuurder van vliegtuigen;
Overwegende dat de Gewestregeringen zijn betrokken bij het ontwerpen van dit besluit;
Gelet op het advies van de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.Artikel 2 van het ministerieel besluit van 15 oktober 1991 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan houders van militaire brevetten van piloot dienen te voldoen voor het verkrijgen van de burgerlijke vergunning van lijnbestuurder van vliegtuigen, wordt gewijzigd als volgt : 1° het derde lid, 2°, a), wordt aangevuld met de woorden "van vliegtuigen";2° in het vierde lid worden de woorden "twaalf maanden" vervangen door de woorden "dertig maanden";3° het artikel wordt aangevuld als volgt : "Het attest moet ingediend worden bij de inschrijving voor de examens over de algemene kennis, voorgeschreven in artikel 3".
Art. 2.In artikel 3, 1° van hetzelfde besluit worden de woorden "waarvan 1 200" ingevoegd tussen de woorden "1 500 uren" en de woorden "als eerste bestuurder".
Brussel, 24 maart 1997.
M. DAERDEN