24 APRIL 1997. Ministerieel besluit tot benoeming van de leden van het Deontologisch Comité

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren, inzonderheid op hoofdstuk VI;

Overwegende dat wegens het gespecialiseerde karakter van de werkzaamheden van het Deontologisch Comité het aangewezen is af te wijken van de dubbele voordracht voorzien bij de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, Besluit

Artikel 1.Worden benoemd tot leden van het Deontologisch Comité : 1° als vertegenwoordigers van de V.Z.W. Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie : Dr. H. VAN CAUTEREN, met als plaatsvervanger Dr. G. DE VROEY; de heer J. ROBA, met als plaatsvervanger Dr. E. ROMMEL; 2° als vertegenwoordiger van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen : Prof.Dr. M. PENSAERT, met als plaatsvervanger Prof. Dr. J.J. CASSIMAN; 3° als vertegenwoordiger van het "Fonds national de la Recherche scientifique" : Prof.Dr. P. PASTORET, met als plaatsvervanger Prof. Dr. A. BURNY; 4° als vertegenwoordiger van de V.Z.W. "Belgian Council for Laboratory Animal Science" : Prof. Dr. J.R. MAISIN, met als plaatsvervanger Dr. E. BERGE;

Dr. K. MEURRENS, met als plaatsvervanger Dr. J. VANKERKOM; 5° als vertegenwoordiger van de "Académie royale de Médecine de Belgique" : Prof.Dr. A. KAECKENBEECK, met als plaatsvervanger Prof. Dr. G. ROUSSEAU; als vertegenwoordiger van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België : Prof. Dr. D. MATTHEEUWS, met als plaatsvervanger Prof. Dr. A. HOUVENAGHEL; 6° als vertegenwoordiger van de Raad voor Dierenwelzijn : Prof.Dr. E. VERMEERSCH, met als plaatsvervanger de Heer R. VOTION;

Prof. Dr. G. THILL, met als plaatsvervanger Prof. Dr. A. DEPELCHIN;

Prof. Dr. E. VANDERSTRAETEN, met als plaatsvervanger Dr. J. MATTHIJS;

Dr. R. HENS, met als plaatsvervanger Dr. D. LAMBERT; 7° als vertegenwoordigers van de "Conseil national de la Politique scientifique" : Prof.Dr. M. ANSAY, met als plaatsvervanger Prof. Dr. A. HERSCHUELZ;

Prof. Dr. P. MASSON, met als plaatsvervanger Prof. Dr. H. ALEXANDRE; als vertegenwoordigers van de Nationale Raad voor Wetenschapsbeleid : Prof. Dr. B. GODDERIS, met als plaatsvervanger Prof. Dr. G. VERHOEVEN;

Prof. Dr. A. HERMAN, met als plaatsvervanger Prof. Dr. R. DUCATELLE; 8° als vertegenwoordiger aangeduid door de Minister van Volksgezondheid en Pensioenen : Dr.L. LAURIER, met als plaatsvervanger Mevr. K. DIERICK; 9° als vertegenwoordiger aangeduid door de Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen : Dr.G. EVRARD, met als plaatsvervanger Dr. J. MIGNON; 10° als vertegenwoordiger aangeduid door de Minister van Wetenschapsbeleid : De heer J.DEBRABANDERE met als plaatsvervanger Mevr. D. DEBOUVERIE.

Art. 2.De heer J. PEGORER wordt benoemd tot voorzitter van het Comité op voorstel van de Minister van Justitie.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 27 oktober 1994 tot benoeming van de leden van het Deontologisch Comité gewijzigd bij het ministerieel besluit van 16 juni 1995 wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 24 april 1997.

K. PINXTEN I