gepubliceerd op 01 december 1998
Ministerieel besluit tot vaststelling van het huishoudelijk reglement betreffende de organisatie van de vergelijkende examens en examens voor de werving en de loopbaan van de leden van de griffies en van de **** en van het personeel van de griffies en de ****
23 NOVEMBER 1998. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het huishoudelijk reglement betreffende de organisatie van de vergelijkende examens en examens voor de werving en de loopbaan van de leden van de griffies en van de **** en van het personeel van de griffies en de ****
De Minister van Justitie, Gelet op het **** ****, inzonderheid op artikel 185, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1970 en 17 februari 1997, op artikel 269ter, ingevoegd bij de wet van 17 februari 1997, op artikel 270, vervangen bij de wet van 17 februari 1997, op artikel 271, gewijzigd bij de wetten van 17 februari 1997 en 20 mei 1997, op de artikelen 272ter en 280bis, ingevoegd bij de wet van 17 februari 1997, op artikel 281, gewijzigd bij de wetten van 1 februari 1977, 17 februari 1997 en 20 mei 1997, op artikel 282, vervangen bij de wet van 17 februari 1997, en op de artikelen 283 en 285, gewijzigd bij de wet van 17 februari 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekking tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op artikel 14;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 november 1998 betreffende de vergelijkende examens en examens georganiseerd voor de werving en de loopbaan van de leden van de griffies en van de **** en van het personeel van de griffies en de ****, inzonderheid op artikel 8, § 2;
Gelet op het protocol ****. 183 houdende de besluiten van de onderhandelingen van het **** **** - ****, op datum van 17 november 1998;
Gelet op het advies van de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK ****. - De schriftelijke examens
Artikel 1.De examenopgaven worden, op advies van de leden van de examencommissie, door de voorzitter vastgesteld.
De aldus bepaalde examenopgaven mogen niet voor de **** bekendgemaakt worden.
Art. 2.Aan de ingang van de **** ontvangen de kandidaten een nummer dat hun zitplaats aanwijst.
Art. 3.Iedere kandidaat ontvangt een **** waarop hij de gevraagde **** vermeldt en zijn handtekening plaatst.
**** **** vergelijkt deze gegevens en de handtekening met de identiteitskaart van de kandidaat.
De kandidaten mogen slechts gebruik maken van het papier dat hen **** wordt gesteld.
Art. 4.**** **** staan in voor de orde in de ****. Zij mogen geen uitleg aan de kandidaten geven. Wanneer hierom wordt gevraagd, verwittigen zij de voorzitter of de secretaris van de examencommissie.
Art. 5.Wie aantekeningen of boeken bij zich heeft, buiten de eventueel toegelaten documentatie, moet die overhandigen aan de secretaris.
Art. 6.De kandidaten mogen de zitting slechts verlaten na het verstrijken van de tijd vermeld in de oproepingsbrief. Geen enkele kandidaat mag nog tot de **** worden toegelaten na het verstrijken van deze tijd.
Art. 7.Een kandidaat mag de zaal slechts verlaten na overhandiging aan de bevoegde **** van het ****. Bij de verbetering wordt geen rekening gehouden met het kladschrift.
**** **** en de oproepingsbrief worden afgestempeld.
Art. 8.Er wordt geen rekening gehouden met de **** die niet ingevuld werden overeenkomstig de onderrichtingen. HOOFDSTUK ****. - De examens met gestandaardiseerde vragenlijsten
Art. 9.Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk zijn de artikelen 1, 2, 3, tweede lid, en 4 tot 7, van toepassing op deze examens.
Art. 10.Iedere kandidaat brengt de in artikel 3 gevraagde **** aan op het **** en het ****; de controle geschiedt overeenkomstig de bepalingen van hetzelfde artikel.
Art. 11.Er wordt geen rekening gehouden met de **** die niet ingevuld werden overeenkomstig de onderrichtingen.
Art. 12.Na afloop van het examen worden de **** en de **** onder verzegelde verpakking opgeborgen.
Art. 13.**** **** worden volgens geautomatiseerde technieken verwerkt. HOOFDSTUK ****. - De mondelinge examens
Art. 14.De kandidaten worden opgeroepen voor de mondelinge proef in de volgorde bepaald door de voorzitter van de examencommissie. HOOFDSTUK ****. - De mededeling aan de ****
Art. 15.Plaats, datum en uur van de **** worden door de secretaris van het examen per brief medegedeeld aan de representatieve vakbonden.
****, 23 november 1998.
****. VAN ****