gepubliceerd op 30 maart 2022
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 december 2021 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2022 tot het behoud van de visbestanden in zee
VLAAMSE OVERHEID
Landbouw en Visserij
23 MAART 2022. - Ministerieel besluit tot wijziging van het
ministerieel besluit van 22 december 2021Relevante gevonden documenten
type
ministerieel besluit
prom.
22/12/2021
pub.
31/12/2021
numac
2021043580
bron
vlaamse overheid
Ministerieel besluit houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2022 tot het behoud van de visbestanden in zee
sluiten houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2022 tot het behoud van de visbestanden in zee
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad, artikel 15; - Verordening (EU) 2022/109 van de Raad van 27 januari 2022 tot vaststelling, voor 2022, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn; - gedelegeerde verordening (EU) 2020/2014 van de Commissie van 21 augustus 2020 tot vaststelling van nadere bepalingen ter uitvoering van de aanlandingsverplichting voor bepaalde demersale visserijen en bepaalde kleine pelagische visserijen en visserijen voor industriële doeleinden in de Noordzee voor de periode 2021-2023; - gedelegeerde verordening (EU) 2020/2015 van de Commissie van 21 augustus 2020 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde demersale visserijen in de westelijke wateren voor de periode 2021-2023; - het
decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
28/06/2013
pub.
12/09/2013
numac
2013204905
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid
sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24; - het
besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005Relevante gevonden documenten
type
besluit van de vlaamse regering
prom.
16/12/2005
pub.
23/01/2006
numac
2006035027
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Besluit van de Vlaamse Regering tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden
sluiten tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, artikel 18.
Vormvereiste Artikel 3, § 1 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, staat toe dat er een vrijstelling wordt verleend van de aanvraag van een advies wegens dringende noodzakelijkheid.
Er is een dringende noodzakelijkheid omdat dit ministerieel besluit zo snel mogelijk in werking moet treden, gelet op de verplichtingen die door de Europese en internationale regelgeving op het gebied van de zeevisserij wordt opgelegd, in concreto met betrekking tot het beheer van de visquota.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven.
Er moet worden verduidelijkt dat het voor vismachtigingen die worden uitgereikt voor de vaartuigen van het KVS die vissen in ICES-gebieden VIIfg vanaf 1 februari tot 31 oktober, niet gaat om een onvoorwaardelijke machtiging. De sanctiebepalingen bij het niet-naleven van het aangegane engagement worden opgenomen.
Daarnaast wordt ook mee opgenomen dat gecombineerde visreizen tussen ICES-gebieden VIId en VIIe niet toegestaan zijn, omwille van risico tot overschrijdingen.
De dagplafonds voor tongschar en witje in de Noordzee moeten worden aangepast.
Omwille van de beperkte beschikbare quota voor tong en schol wordt de sluiting van het ICES-gebied VIIhjk met een maand verlengd tot 30 april 2022, behalve voor vaartuigen die deelnemen aan wetenschappelijke zeereizen gericht op tong.
Op verzoek van een aantal zegenvissers wordt het dagplafond voor makreel in de westelijke wateren voor vaartuigen uitsluitend uitgerust met de zegen ook aangepast.
DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, INNOVATIE, WERK, SOCIALE ECONOMIE EN LANDBOUW BESLUIT:
Artikel 1.In artikel 5, eerste lid, 4°, van het ministerieel besluit van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043580 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2022 tot het behoud van de visbestanden in zee sluiten houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2022 tot het behoud van de visbestanden in de zee, wordt de datum "31 maart 2022" vervangen door de datum "30 april 2022".
Art. 2.Aan artikel 16, § 2, van hetzelfde besluit worden een vierde tot en met achtste lid toegevoegd, die luiden als volgt: "Behoudens herziening door de bevoegde entiteit bedraagt de toegewezen hoeveelheid tong VIIf, g voor de periode 1 februari 2022 tot en met 31 oktober 2022, 4600 kg per vaartuig dat op de lijst, vermeld in het tweede lid, wordt opgenomen.
Bij overschrijding van de hoeveelheden tong, vermeld in het vierde lid, worden de door dat vissersvaartuig overschreden hoeveelheden tong in tweevoud in mindering gebracht op de hoeveelheid tong die aan het vissersvaartuig wordt toegekend voor 2023.
Het verkrijgen van een `Vismachtiging Bristolkanaal' houdt het engagement voor de reder en kapitein in om, behoudens overmacht, het toegewezen quotum op te vissen.
Bij het niet opvissen van minstens 80% van het toegewezen quotum wordt het niet-opgevist quotum in mindering gebracht op het tongquotum van het betrokken vaartuig. De afhouding wordt toegepast op huidige jaar of het daarop volgende jaar.
Het betrokken vaartuig wordt, indien het geen quotum heeft opgevist, behoudens overmacht, voor een periode van 3 jaar uitgesloten van de mogelijkheid om nog een aanvraag voor een specifieke visvergunning in te dienen.".
Art. 3.In artikel 20, § 2, van hetzelfde besluit worden tussen het vijfde en het zesde lid twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "Bij gecombineerde zeereizen in ICES-gebieden VIId en VIIe is het voor een vissersvaartuig van het KVS in ICES-gebied VIId verboden een hoeveelheid tong te overschrijden van 150kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in dat gebied.
Bij gecombineerde zeereizen in ICES-gebieden VIId en VIIe is het voor een vissersvaartuig van het GVS in ICES-gebied VIId verboden een hoeveelheid tong te overschrijden van 300 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in dat gebied.".
Art. 4.In artikel 21, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de datum "31 maart 2022" vervangen door de datum "30 april 2022".
Art. 5.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 worden een derde tot en met vijfde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "Het totale beschikbare makreelquotum in ICES-gebieden VII en VIIIab bedraagt 60 ton. Het is voor een vissersvaartuig verboden bij makreelvangsten per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 50 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis.
Voor vaartuigen die uitsluitend uitgerust zijn met de zegen is het verboden per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 1000 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis. Van zodra 80% van het quotum is opgevist, valt de hoeveelheid terug naar 250kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis."; 2° in paragraaf 4, eerste lid, wordt de zinsnede "300 kg" vervangen door de zinsnede "400 kg";3° in paragraaf 4, tweede lid, wordt de zinsnede "600 kg" vervangen door de zinsnede "800 kg";4° in paragraaf 14 wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2022.
Brussel, 23 maart 2022.
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS