gepubliceerd op 18 april 2007
Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid binnen de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie
23 MAART 2007. - Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid binnen de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie
De Minister van Maatschappelijke Integratie en Grootstedenbeleid, De Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, Gelet op het artikel 37 van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 2002 houdende oprichting van de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.§ 1. Met uitzondering van de in dit besluit bepaalde gevallen, worden de delegaties van bevoegdheden toegekend aan de titularissen van een managementfunctie, die zijn aangeduid overeenkomstig de reglementaire bepalingen betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten.
De delegatie van bevoegdheid die wordt verleend aan de titularis van een ambt, wordt ook verleend aan de ambtenaar belast met dat ambt. § 2. Binnen de perken van zijn bevoegdheden en onder zijn verantwoordelijkheid, kan elke titularis van een managementfunctie een subdelegatie van bevoegdheden verlenen op grond van een ondertekend en gedateerd geschreven document dat de gedelegeerde bevoegdheid bepaalt.
Het origineel exemplaar van dit document wordt overgemaakt aan de dienst Budget en Logistiek, die instaat voor de bewaring van alle documenten waarbij een delegatie of subdelegatie van bevoegdheden wordt verleend. Een kopie van dit document wordt ook door de betrokken dienst bewaard. § 3. De hiërarchische chef van een personeelslid kan, om welke reden ook, de bevoegdheden uitoefenen die aan dit personeelslid werden gedelegeerd overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Hij kan evenwel zijn beslissing niet in de plaats stellen van de beslissing die door de gedelegeerd ambtenaar is getroffen en ter kennis gegeven.
Art. 2.§ 1. De titularis van een managementfunctie duidt het personeelslid aan dat bij afwezigheid of verhindering van de betrokken titularis de bevoegdheden uitoefent die aan deze laatste werden gedelegeerd.
De titularis van een managementfunctie kan één of meerdere personeelsleden als vervanger aanduiden. In het laatste geval dient hij wel een rangorde voor zijn vervanging te bepalen.
Art. 3.Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie verleend om de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad te machtigen van de ondertekende ministeriële besluiten en koninklijke besluiten. HOOFDSTUK 2. - Personeel
Art. 4.Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie van bevoegdheid verleend om : 1° de eed af te nemen van de personeelsleden van de niveaus A, B, C en D;2° de bevoegdheden uit te oefenen inzake de stage van de ambtenaren;3° te beslissen over de benoeming tot rijksambtenaar in de niveaus A, B, C en D;4° de veranderingen van graad of de bevorderingen te verrichten voor de personeelsleden van de niveaus A, B, C en D;5° de toestemming tot de uitoefening van een hoger ambt te verlenen in een ambt van rang 10 of van niveaus A, B, C en D;6° te beslissen over het ontslag voor lichamelijke of beroepsongeschiktheid van de personeelsleden van de niveaus A, B, C en D;7° te beslissen over het ontslag van ambtswege van de personeelsleden van de niveaus A, B, C en D;8° te beslissen over het eervol ontslag van de personeelsleden van de niveaus A, B, C en D;9° het ontslag op aanvraag toe te kennen aan de personeelsleden van de niveaus A, B, C en D;10° de aanvragen tot interne mutatie te ontvangen;11° zaken aanhangig te maken bij de departementale of interdepartementale raad van beroep;12° de ambtenaar belast met de verdediging van het standpunt van de overheid voor de departementale of interdepartementale raad van beroep aan te duiden;13° de eindbeslissing van de overheid mede te delen aan de departementale of interdepartementale raad van beroep;14° de administratieve standplaats vast te stellen wanneer deze bevoegdheid niet uitdrukkelijk aan een andere titularis werd gedelegeerd;15° te beslissen, vanuit administratief oogpunt, dat een slachtoffer van een ongeval onder toepassing valt van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor de beroepsziekten in de overheidssector;16° de arbeidsovereenkomsten van de contractuele personeelsleden van niveaus A, B, C en D te ondertekenen;17° de bevoegdheden uit te oefenen inzake de werving, de vergelijkende selectie en de wijze van toekenning van een betrekking of functie voor de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie;18° zijn akkoord te geven voor de zendingen en de verplaatsingen in Europa van de titularissen van een management- of staffunctie, volgens de voorwaarden vastgesteld door de Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie.
Art. 5.Aan de titularissen van een managementfunctie wordt delegatie van bevoegdheid verleend om hun akkoord te geven aan de zendingen en de verplaatsingen binnen Europa van de ambtenaren van hun dienst. Ten aanzien van de ambtenaren van de stafdienst ICT wordt die bevoegdheid uitgevoerd door de voorzitter.
Art. 6.Aan de directeur-generaal van de algemene diensten wordt delegatie van bevoegdheid verleend : § 1. Om te beslissen : 1° in uitvoering van een beslissing van het Directiecomité in welke mate het nodig is om bijkomende betaalde prestaties te verrichten;2° over de uitwerking van het onthaal- en vormingsprogramma;3° over het bedrag van de wedde van de personeelsleden die vallen onder het statuut van het rijkspersoneel. § 2. Om te verlenen : 1° de bevordering in wedde;2° de toelagen voor uitoefening van hogere functies, ter uitvoering van de beslissingen betreffende de aanwijzing voor deze functies;3° de halftijdse vervroegde uittreding of de vrijwillige vierdagenweek in het raam van de herverdeling van de arbeid in de openbare sector;4° de verloven, afwezigheden en vrijstellingen bedoeld in het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen, met uitzondering van : a) het verlof voor opdracht van algemeen belang en van het verlof voor het uitoefenen van een ambt bij een kabinet, die door de Minister worden toegekend;b) het jaarlijks vakantieverlof, het omstandigheidverlof en het uitzonderlijk verlof die worden toegekend door de titularis van een management- of staffunctie onder wie het personeelslid ressorteert.5° de schorsingen van de contracten van het contractueel personeel;6° de verloven wegens dwingende redenen van het contractueel personeel;7° de voltijdse of deeltijdse loopbaanonderbreking van het contractueel personeel;8° de loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid van het contractueel personeel;9° het omstandigheidverlof voor de bevalling van de echtgenote of van de persoon met wie het contractuele personeelslid op het tijdstip van de gebeurtenis samenleeft. HOOFDSTUK 3. - Overheidsopdrachten
Art. 7.Inzake de keuze van de wijze van gunnen, de toekenning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de zin van de wet van de 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, waarvan de uitgaven ten laste zijn van de begroting van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie, wordt onder andere om het bestek of de documenten die dit vervangen vast te stellen, de wijze te kiezen waarop de opdracht wordt gegund, de procedure in te zetten en de betrokken overeenkomst te sluiten en de leidend ambtenaar aan te duiden, delegatie van bevoegdheid verleend : - aan de voorzitter van het Directiecomité tot tweehonderd vijftigduizend (250.000) euro BTW inbegrepen. HOOFDSTUK 4. - Schuldvorderingen en ordonnanties
Art. 8.Voor de goedkeuring van de schuldvorderingen betreffende werken, leveringen en diensten wordt delegatie van bevoegdheid verleend : - aan de voorzitter van het Directiecomité ongeacht het bedrag.
Art. 9.Aan de directeur-generaal van de algemene diensten wordt delegatie verleend om alle vastleggingsbulletins en alle ordonnanties te ondertekenen.
Art. 10.Aan de directeur-generaal van de algemene diensten wordt delegatie verleend voor het goedkeuren van de staten van vergoedingen die aan het personeel worden toegekend voor het verrichten van buitengewone prestaties.
Art. 11.§ 1. Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie van bevoegdheid verleend voor het goedkeuren van de onkostenstaten met inbegrip van reis- en verblijfkosten van een management- of staffunctie. § 2. Binnen de perken van hun bevoegdheden wordt delegatie van bevoegdheid verleend aan de titularissen van een management- of staffunctie voor het goedkeuren van de onkostenstaten, met inbegrip van de reis- en verblijfskosten, van de ambtenaren van hun diensten. § 3. De schuldvorderingsaangiften van de leden van het Directiecomité worden goedgekeurd door een ander lid dan de indiener.
Art. 12.Aan de directeur-generaal van de algemene diensten wordt delegatie van bevoegdheid verleend voor het goedkeuren van de rekeningen van de gewone en buitengewone rekenplichtigen. HOOFDSTUK 5. - Administratieve beslissingen
Art. 13.Aan de titularis van de managementfunctie van de dienst O.C.M.W.'s wordt delegatie verleend om de beslissingen te nemen inzake de geschillen over bevoegdheid ingeleid door de O.C.M.W.'s.
In geval van afwezigheid of verhindering worden de subgedelegeerde bevoegdheden uitgeoefend door de titularis van de managementfunctie van de algemene diensten en in volgende orde het personeelslid dat de hoogste rang heeft en binnen deze rang de hoogste anciënniteit heeft. HOOFDSTUK 6. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 14.De directeur van de stafdienst ICT van de FOD Sociale Zekerheid, is evenwel bevoegd tot de datum waarop een einde zal zijn gesteld aan de opdracht van deze dienst voor de POD MI : a) in het kader van het voorgaande artikel 7 voor elke overheidsopdracht betreffende de informatica tot het bedrag van euro 31.000, BTW inbegrepen; b) in het kader van het voorgaande artikel 8 voor elk dossier inzake informatica tot het bedrag van euro 75.500, BTW inbegrepen.
Art. 15.Het ministerieel besluit van 30 juni 2005 waarbij bepaalde delegaties van bevoegdheid worden verleend, wordt opgeheven.
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007.
Brussel, 23 maart 2007.
De Minister van Maatschappelijke Integratie, C. DUPONT De Staatssecretaris van Sociale Economie, Mevr. E. VAN WEERT