gepubliceerd op 24 juni 2021
Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
23 JUNI 2021. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, artikel 4;
Gelet op de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, artikelen 11 en 42;
Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikelen 181, 182 en 187;
Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 juni 2021;
Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 23 juni 2021;
Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, gegeven op 23 juni 2021;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die niet toelaat te wachten op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binnen een verkorte termijn van vijf werkdagen, onder meer omwille van de noodzaak om maatregelen te overwegen die gegrond zijn op epidemiologische resultaten die van dag op dag evolueren en waarvan de laatste de maatregelen hebben gerechtvaardigd die werden beslist tijdens het Overlegcomité dat is bijeengekomen op 18 juni 2021; dat zodoende op korte termijn bepaalde maatregelen moeten worden genomen en anderen moeten worden aangepast; dat, opdat de sectoren zich zouden kunnen voorbereiden, het ministerieel besluit evenwel voldoende op voorhand officieel dient te worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad;
Overwegende het overleg tussen de regeringen van de deelstaten en de bevoegde federale overheden in frequent gehouden Overlegcomités, in het bijzonder de Overlegcomités van 11 mei 2021 en 4 en 18 juni 2021 voor de in het besluit genomen maatregelen;
Overwegende de adviezen van de RAG en van de GEMS;
Overwegende het advies van de Hoge Gezondheidsraad van 9 juli 2020;
Overwegende artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dat het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen verankert; dat dit beginsel inhoudt dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;
Overwegende artikel 6, 1. c) en e) van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
Overwegende de Grondwet, artikel 23;
Overwegende het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano;
Overwegende de wet van 9 oktober 2020 houdende instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020;
Overwegende het Samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensoverdracht van noodzakelijke gegevens naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers komende van buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België;
Overwegende de wet van 8 april 2021 houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021;
Overwegende het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;
Overwegende het ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;
Overwegende de protocollen bepaald door de bevoegde ministers in overleg met de betrokken sectoren;
Overwegende de Aanbeveling (EU) van 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie;
Overwegende de Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad van 30 juni 2020 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking;
Overwegende de Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID- 19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren;
Overwegende de Verordening (EU) 2021/954 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID- 19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) ten aanzien van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven of wonen tijdens de COVID-19-pandemie;
Overwegende de verklaring van de WHO omtrent de karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;
Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als een pandemie door de WHO op 11 maart 2020;
Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigingsniveau heeft uitgeroepen aangaande het coronavirus COVID-19 dat de wereldeconomie destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld;
Overwegende de inleidende toespraak van de directeur-generaal van de WHO van 12 oktober 2020 die aangaf dat het virus zich voornamelijk verspreidt tussen nauwe contacten en aanleiding geeft tot opflakkeringen van de epidemie die onder controle zouden kunnen worden gehouden door middel van gerichte maatregelen;
Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 15 oktober 2020, die onder meer aangaf dat de overdracht en besmettingsbronnen plaatsvinden in de huizen, binnen in publieke plaatsen en bij de personen die de zelfbeschermingsmaatregelen niet correct naleven;
Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO van 26 oktober 2020, die aangaf dat alles in het werk moet worden gesteld om de medewerkers van de zorgsector te beschermen; dat scholen en bedrijven kunnen openblijven maar daarvoor compromissen moeten worden gesloten; dat de directeur-generaal bevestigde dat het virus kan worden onderdrukt door snel en bewust in te grijpen;
Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 29 april 2021, die aangaf dat individuele en collectieve gezondheidsmaatregelen dominante factoren blijven bij het bepalen van het verloop van de pandemie; dat we ons bewust moeten zijn van het feit dat vaccins alleen de pandemie niet zullen beëindigen; dat in de context van de pandemie het een combinatie van vaccins en krachtige gezondheidsmaatregelen is die ons de duidelijkste weg naar het normale biedt;
Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 20 mei 2021, die aangaf dat het aantal besmettingen en doden daalt maar dat waakzaamheid geboden blijft; dat in de komende maanden de toegenomen mobiliteit, fysieke interacties en bijeenkomsten kunnen leiden tot meer overdracht in Europa; dat indien de sociale maatregelen worden versoepeld, de inspanningen op het gebied van testing en sequencing, isolatie, tracering van contacten, quarantaine en vaccinatie moeten worden verdubbeld om de situatie onder controle te houden en ervoor te zorgen dat de tendensen in dalende lijn blijven gaan; dat noch de testing, noch het toedienen van vaccins een vervanging is voor het naleven van maatregelen zoals het behouden van een afstand houden en het dragen van mondmaskers in openbare ruimten of in de inrichtingen van de gezondheidszorg;
Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO van 10 juni 2021, waarin wordt benadrukt dat ondanks de over het algemeen gunstige ontwikkeling van de epidemische situatie in Europa, de vaccinatiegraad van de bevolking, en in het bijzonder de bevolking die vanwege haar leeftijd of co-morbiditeitsfactoren risico loopt, niet een niveau heeft bereikt waarmee elk risico nu zou zijn uitgesloten; dat het coronavirus COVID-19 nog steeds op het Europese grondgebied circuleert; dat de zorgwekkende B.1.617.2 variant (Delta-variant), die gekenmerkt wordt door een grotere overdraagbaarheid, op het punt staat er zich te vestigen; dat het bijgevolg noodzakelijk is voorzichtig te blijven om een nieuwe opflakkering van de epidemie te voorkomen; dat er nog steeds oproep wordt gedaan op de individuele verantwoordelijkheid van de burgers, in het bijzonder wat betreft de eerbiediging van de social distancing;
Overwegende dat het daggemiddelde van de nieuwe vastgestelde besmettingen met het coronavirus COVID-19 in België over de voorbije zeven dagen een daling kende tot 432 bevestigde positieve gevallen op 23 juni 2021;
Overwegende dat op 23 juni 2021 in totaal 450 patiënten getroffen door COVID-19 worden behandeld in de Belgische ziekenhuizen; dat op diezelfde datum in totaal 184 patiënten worden behandeld op de diensten van de intensieve zorg; dat deze cijfers toelaten bepaalde maatregelen te versoepelen;
Overwegende dat de incidentie op 23 juni 2021 over een periode van 14 dagen 73 op 100.000 inwoners bedraagt; dat het reproductiegetal op basis van de nieuwe hospitalisaties 0,75 bedraagt;
Overwegende dat de bezettingsgraad van de ziekenhuizen blijft dalen; dat de druk op de ziekenhuizen en op de continuïteit van de niet-COVID-19-zorg weliswaar nog steeds reëel is en dat dit een negatief effect heeft op de volksgezondheid; dat een aantal ziekenhuizen zich nog steeds bevindt in fase 1B van het ziekenhuisnoodplan;
Overwegende dat de variant B.1.1.7 (Alpha-variant) dominant is geworden in België; dat deze variant besmettelijker is en daardoor het virus nog vlotter kan circuleren onder de bevolking; dat de Delta variant ook reeds op ons grondgebied aanwezig is; dat deze laatste nog besmettelijker is en dat het besmettingspercentage met deze variant toeneemt;
Overwegende dat de vaccinatiecampagne van start is gegaan en dat dit al een duidelijk effect heeft op de besmettingen van de 65-plussers en ook de bredere bevolking wordt gevaccineerd; dat een vaccinatiegraad van 88% werd bereikt bij de personen met een risicoprofiel; dat het aantal ziekenhuisopnames en overlijdens daardoor afneemt;
Overwegende dat het van belang is dat er een maximale coherentie bestaat bij het nemen van maatregelen voor de handhaving van de openbare orde, teneinde de efficiëntie ervan te maximaliseren; dat deze maatregelen dienen te gelden voor het ganse grondgebied; dat de lokale overheden evenwel de mogelijkheid hebben om, rekening houdend met de epidemiologische toestand op hun grondgebied, strengere maatregelen te nemen voor zover die proportioneel en in de tijd beperkt zijn;
Overwegende de urgentie en het risico voor de volksgezondheid die het coronavirus COVID-19 met zich meebrengt voor de bevolking;
Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen treft;
Overwegende dat het coronavirus COVID-19 wordt overgedragen van mens op mens via de lucht; dat de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus;
Overwegende dat, gezien wat voorafgaat, bepaalde bijeenkomsten in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, nog steeds een specifieke bedreiging vormen voor de volksgezondheid en aan een aantal beperkingen dienen te worden onderworpen;
Overwegende dat de maatregelen houdende een beperking en omkadering van bepaalde activiteiten nog steeds onontbeerlijk en proportioneel zijn om het fundamentele recht op leven en gezondheid van de bevolking te vrijwaren; dat kinderen tot en met 12 jaar, voor wat betreft het maximum aantal toegelaten personen bij bijeenkomsten, steeds worden meegeteld, tenzij uitdrukkelijk anders wordt gesteld;
Overwegende dat indien professionele horeca-activiteiten worden uitgeoefend, in de meeste gevallen specifieke regels moeten worden nageleefd, behalve bij dienstverlening aan huis aangezien de dienstverlener in de thuisomgeving niet kan instaan voor de naleving van de toepasselijke regels; dat de naleving van die specifieke regels in de andere gevallen uiterst sterk wordt aanbevolen;
Overwegende dat onder "open terras" moet worden begrepen een onderdeel van een inrichting die behoort tot de horecasector of van een professionele traiteur- of cateringonderneming dat gelegen is buiten de besloten ruimte daarvan, waar de open lucht vrij kan circuleren, waar men zitgelegenheid biedt en waar dranken en spijzen voor directe consumptie worden aangeboden; dat het terras minstens over één volledige zijde geopend dient te zijn, ongeacht de weersomstandigheden, en dat een voldoende ventilatie dient te worden verzekerd; dat een overdekt terras waarbij één of meerdere zijden volledig open zijn, dus ook kan beantwoorden aan de definitie van een open terras; dat de open zijde niet deels mag worden afgesloten, zoals bijvoorbeeld met een windscherm of zonnewering; dat een terras in een gesloten ruimte, zoals bijvoorbeeld in een winkelcentrum, niet kan worden beschouwd als een open terras;
Overwegende dat moet worden vermeden dat nieuwe mutaties en varianten van het coronavirus die een invloed kunnen hebben op de werkzaamheid van de vaccins ontstaan of zich verspreiden; dat de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 20 mei 2021 aangeeft dat de Delta variant reeds werd vastgesteld in minstens 26 landen van de Europese Regio van de WHO; dat deze nog onderzocht wordt; dat deze zich snel kan verspreiden en dominant zou kunnen worden in Europa; dat daarom maatregelen nodig zijn om de verdere verspreiding van deze varianten op het Belgisch grondgebied tegen te gaan, waaronder het verbod om zich op het Belgische grondgebied te begeven voor alle personen die niet over de Belgische nationaliteit bezitten of niet hun hoofdverblijfplaats in België hebben, en die zich tijdens de 14 dagen voorafgaande hun aankomst in België op enig moment op het grondgebied van een land dat op de website "info-coronavirus.be" van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als "zone met heel hoog risico" is aangemerkt hebben bevonden vanwege de aanzienlijke verspreiding van een zorgwekkende variant; dat dit verbod niet van toepassing is op de echtgenoot of de partner van een persoon die de Belgische nationaliteit bezit of zijn hoofdverblijfplaats in België heeft, noch op hun kinderen;
Overwegende dat de classificatie van een land als heel hoog risico zone een beslissing is van de IMC Volksgezondheid, die in overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Asiel en Migratie wordt genomen, en die zich baseert op het advies van de RMG met betrekking tot het risico gesteld door de circulatie van één of meerdere varianten in dit land; dat de RMG minstens wekelijks de lijst evalueert; dat de criteria en adviezen van het RMG worden gepubliceerd;
Overwegende het potentieel grote aantal landen die als "zone met heel hoog risico" zijn aangewezen, en gezien de noodzaak het luchtverkeer niet buitensporig te belemmeren, moet worden voorzien in een uitzondering voor personen die slechts als transit door een van deze gebieden zijn gereisd, alsmede voor personen die via België reizen in doorreis buiten de EU of Schengen of op weg naar het land waarvan zij de nationaliteit bezitten of het land waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben, mits dit land tot de Europese Unie of tot het Schengengebied behoort;
Overwegende dat het mogelijk is dat deze gebieden gedurende een bepaalde periode als "zone met heel hoog risico" zullen worden aangewezen; dat er dus ook een uitzondering moet worden voorzien om dwingende humanitaire redenen;
Overwegende dat wat betreft de zones die niet zijn aangewezen als een zone met heel hoog risico, en rekening houdend met de wereldwijde vooruitgang van de vaccinatie, het vanaf heden mogelijk is om het verbod op niet-essentiële reizen op te heffen voor personen die een volledige vaccinatie kunnen aantonen voorafgaand aan hun aankomst op het Belgisch grondgebied; dat een volledige vaccinatie wil zeggen dat alle doses van het vaccin voorzien in de bijsluiter werden toegediend sinds tenminste 2 weken; dat het vaccin moet goedgekeurd zijn door het Europees Geneesmiddelenagentschap;
Overwegende dat de invoering van het EU Digitale COVID Certificaat op Europees niveau tot doel heeft een geharmoniseerd kader tot stand te brengen om de verplaatsingen binnen de EU te vergemakkelijken; dat dit certificaat een digitaal bewijs is dat aantoont of iemand tegen het coronavirus COVID-19 is ingeënt, of negatief is getest, of recent van het coronavirus COVID-19 is hersteld; dat personen vanaf de leeftijd van 12 jaar die hun hoofdverblijfplaats niet in België hebben en die vanuit een rode zone op het Belgisch grondgebied aankomen, geen negatief PCR-testresultaat moeten voorleggen wanneer zij in het bezit zijn van het EU Digitale COVID Certificaat;
Overwegende dat deze beperkingen, gezien de nog steeds kwetsbare gezondheidssituatie, noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de situatie opnieuw snel verslechtert en om ervoor te zorgen dat de inspanningen van de gehele bevolking en van alle betrokken sectoren, met inbegrip van de economische en de gezondheidssector, niet teniet worden gedaan;
Overwegende dat er evenwel rekening moet worden gehouden met het mentale welzijn van de bevolking en de voortgang van de vaccinatiecampagne; dat, in deze optiek, en gezien de gunstige ontwikkeling van de gezondheidssituatie, nieuwe versoepelingen kunnen worden voorzien, waaronder bijkomende versoepelingen ten opzichte van de beslissingen van het Overlegcomité van 11 mei, 4 en 18 juni 2021;
Overwegende dat het risico op besmetting buiten kleiner is; dat in deze fase buitenactiviteiten daarom in de mate van het mogelijke steeds de voorkeur moeten krijgen; dat daarom evenementen buiten met meer aanwezigen kunnen plaatsvinden dan binnen;
Overwegende dat de gunstige evolutie van de gezondheidssituatie toegelaten heeft dat de meeste activiteiten, met inbegrip van de binnenactiviteiten van de horecasector, opnieuw worden toegelaten middels de naleving van bepaalde precieze modaliteiten, in het bijzonder betreffende de luchtkwaliteit en de openingsuren; dat sommige van deze modaliteiten kunnen worden versoepeld; dat ook de protocollen van toepassing blijven;
Overwegende dat bij het uitoefenen van horeca-activiteiten het in principe toegestane maximaal aantal personen per tafel verhoogd kan worden naar acht, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld; dat een huishouden dat groter is dan acht personen evenwel een tafel mag delen, ongeacht de grootte van dat huishouden; dat de afstand tussen de tafelgezelschappen buiten mag verminderd worden tot minder dan 1,5 meter indien ze afgescheiden worden door een plexiglazen wand of gelijkwaardig alternatief met een minimale hoogte van 1,8 meter; dat de sluitingstijd voor horecagelegenheden opnieuw kan worden verlengd, en wordt vastgesteld op 01.00 uur; dat cafésporten zoals biljart, snooker, bowling, darts en tafelvoetbal, en kansspelen in horecagelegenheden weer toegelaten worden mits de spelers hun mondmasker dragen;
Overwegende dat de sluitingstijd voor inrichtingen in de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector eveneens tot 01.00 uur wordt verlengd;
Overwegende dat de gunstige evolutie van de gezondheidssituatie het ook mogelijk maakt opnieuw betogingen toe te staan zonder beperking van het maximum aantal deelnemers; dat de naleving van de regels van social distancing en het dragen van een mondmasker evenwel steeds verplicht zijn;
Overwegende dat het, gelet op al het bovenstaande, mogelijk is het samenscholingsverbod op te heffen; dat het aantal personen dat deelneemt aan welbepaalde activiteiten beperkt moet blijven; dat het binnen de activiteiten nog steeds noodzakelijk is, tenzij de aard van de activiteit dit niet toelaat, groepen van ten hoogste 8 personen te vormen, teneinde de nauwe contacten te beperken;
Overwegende dat vanaf 13 augustus 2021 massa-evenementen mogelijk zijn; dat vanaf dan een afwijkende regeling kan worden voorzien voor de organisatie van dit soort evenementen, in het bijzonder wat betreft het dragen van een mondmasker, de regels van social distancing en het maximaal aantal toegelaten personen; dat deze evenementen evenmin zullen vallen onder de toepasselijke regels voor het professioneel uitoefenen van horeca-activiteiten; dat de modaliteiten voor deze massa-evenementen nog een verdere omkadering krijgen in een samenwerkingsakkoord met de bevoegde entiteiten;
Overwegende dat de geplande evenementen in het kader van het Europees Kampioenschap Voetbal worden onderworpen aan de algemene regels die gelden voor evenementen; dat de epidemiologische impact van activiteiten buiten lager is dan van activiteiten binnen; dat de voorkeur wordt gegeven om de wedstrijden van het EK op grote schermen buiten te laten volgen, door maximum 2500 personen per locatie waar het evenement plaatsvindt; dat de bevoegde gemeentelijke overheden en politiediensten erop toezien dat voor deze evenementen de aangewezen preventiemaatregelen voorzien worden;
Overwegende dat het maximum aantal toegelaten personen tijdens de erediensten gelijk is aan het maximum aantal personen dat toegelaten is tijdens evenementen indien de bevoegde gemeentelijke overheid dit heeft toegelaten na raadpleging van de CERM of desgevallend de CIRM; dat de CERM en de CIRM toestaan te evalueren of dergelijke activiteiten op een veiligere manier kunnen worden georganiseerd;
Overwegende dat telewerk niet langer verplicht is; dat het niettemin wordt aanbevolen; dat het steeds aan de ondernemingen, verenigingen en diensten is om, met inachtneming van de toepasselijke regels van sociaal overleg, de passende preventiemaatregelen te nemen om de regels inzake social distancing te waarborgen; dat zowel de werkgevers als de werknemers en derden gehouden blijven de genoemde preventiemaatregelen toe te passen;
Overwegende dat ook wordt voorzien dat een aantal andere activiteiten, zoals het bezoeken van een inrichting die behoort tot de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector, voortaan mogelijk zijn voor gezelschappen bestaande uit maximum acht personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld; dat binnen deze gezelschappen de regels van social distancing niet dienen te worden gerespecteerd; dat de regels van social distancing wel dienen te worden gerespecteerd ten aanzien van de andere aanwezige gezelschappen;
Overwegende dat een huishouden maximum acht personen tegelijk binnen in huis of in een klein toeristisch logies mag ontvangen; dat kinderen tot en met 12 jaar in dit kader niet worden meegeteld; dat sterk wordt aanbevolen de preventieve maatregelen maximaal na te leven, zoals het bewaren van afstand, maskerdracht, handhygiëne en ventilatie door het openen van ramen en deuren;
Overwegende dat de maatregel houdende een beperking van het aantal duurzaam onderhouden nauwe contacten niet langer geldt; dat het niettemin sterk aangeraden blijft om de nauwe contacten te beperken;
Overwegende dat, voor de toepassing van dit besluit, onder "huishouden" moet worden begrepen de personen die onder hetzelfde dak wonen; dat hiermee ook wordt gedoeld op de nieuwe gezinsvormen, zoals nieuw samengestelde gezinnen of andere situaties waarbij de betrokkenen strikt genomen niet onafgebroken onder hetzelfde dak wonen;
Overwegende dat de regels specifiek voor huishoudens steeds moeten worden toegepast rekening houdende met het recht op eerbiediging van het privéleven; dat bijvoorbeeld niet wordt verwacht van de verantwoordelijken of het personeel van een horeca-inrichting dat zij nagaan of het inderdaad om de leden van eenzelfde huishouden gaat;
Overwegende dat nog steeds een beroep wordt gedaan op het verantwoordelijkheidsgevoel en de geest van solidariteit van elke burger om de regels van social distancing na te leven en om alle gezondheidsaanbevelingen toe te passen; dat de regels van social distancing in het bijzonder betrekking hebben op het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen personen, maar ook bijvoorbeeld op een bijzondere aandacht voor hygiëne bij niezen en hoesten;
Overwegende dat de hygiënemaatregelen essentieel blijven;
Overwegende dat buitenactiviteiten waar mogelijk de voorkeur krijgen; dat indien dit niet mogelijk is, de ruimtes voldoende moeten worden verlucht;
Overwegende dat de gezondheidssituatie op regelmatige basis wordt geëvalueerd; dat een volgende evaluatie voorzien wordt op 16 juli 2021; dat dit betekent dat striktere maatregelen nooit zijn uitgesloten, Besluit :
Artikel 1.Artikel 1 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt aangevuld met de bepalingen onder 22°, 23°, 24°, 25° en 26° luidende : "22° "vaccinatie-, test- of herstelcertificaat" : het EU Digitale COVID Certificaat zoals bedoeld in de Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19 -vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren en in de Verordening (EU) 2021/954 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) ten aanzien van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven of wonen tijdens de COVID-19-pandemie, of een certificaat vanuit een derde land dat als equivalent wordt beschouwd door de Europese Commissie op basis van de uitvoeringshandelingen of door België op basis van bilaterale akkoorden. Het vaccinatiecertificaat geeft een volledige vaccinatie aan. Het testcertificaat geeft aan dat een NAAT test niet meer dan 72 uur voor aankomst op het Belgisch grondgebied werd uitgevoerd; 23° "volledige vaccinatie" : de vaccinatie met een vaccin dat goedgekeurd werd door het Europees Geneesmiddelenagentschap en waarvan alle doses van het vaccin voorzien in de bijsluiter werden toegediend sinds tenminste 2 weken;24° "massa-evenement" : een evenement zoals bedoeld in artikel 15, § 5 met een publiek van meer dan 5000 personen;25° "proef- en pilootproject" : een project zoals bedoeld in artikel 29bis; 26° "klein toeristisch logies" : een vakantiewoning die maximaal 15 personen kan herbergen.".
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : " § 1. Telewerk is sterk aanbevolen bij alle ondernemingen, verenigingen en diensten, welke grootte zij ook hebben, voor alle personeelsleden wiens functie zich ertoe leent. Telewerk wordt verricht in overeenstemming met de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten en akkoorden. § 2. De ondernemingen, verenigingen en diensten, zoals bedoeld in de eerste paragraaf nemen tijdig passende preventiemaatregelen om de naleving van de regels van social distancing te garanderen en een maximaal niveau van bescherming te bieden.
Deze passende preventiemaatregelen zijn veiligheids- en gezondheidsvoorschriften van materiële, technische en/of organisatorische aard zoals bepaald in de "Generieke gids om de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan", die ter beschikking wordt gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, aangevuld met richtlijnen op sectoraal en/of ondernemingsniveau, en/of andere passende maatregelen die minstens een gelijkwaardig niveau van bescherming bieden. Collectieve maatregelen hebben steeds voorrang op individuele maatregelen.
Deze passende preventiemaatregelen worden op het niveau van de onderneming, vereniging of dienst, zoals bedoeld in de eerste paragraaf uitgewerkt en genomen met inachtneming van de geldende regels van het sociaal overleg, en in overleg met de diensten voor preventie en bescherming op het werk.
Deze ondernemingen, verenigingen en diensten, informeren de personen die bij hen werkzaam zijn tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken hun een passende opleiding. Ze informeren ook derden tijdig over de geldende preventiemaatregelen.
Werkgevers, werknemers en derden zijn ertoe gehouden de in de onderneming, vereniging of dienst geldende preventiemaatregelen toe te passen. § 3. De sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg zijn belast met het informeren en begeleiden van werkgevers en werknemers van de ondernemingen, verenigingen en diensten, zoals bedoeld in de eerste paragraaf, en overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek met het toezien op de naleving van de verplichtingen die er gelden overeenkomstig de paragrafen 1 en 2.".
Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt de bepaling onder 2° opgeheven; 2° in het tweede lid wordt de bepaling onder 5° vervangen als volgt : "5° indien de voor het publiek toegankelijke vloeroppervlakte minder dan 40 m2 bedraagt, is het toegelaten om vier consumenten te ontvangen;"; 3° in het tweede lid wordt de bepaling onder 8° vervangen als volgt : "8° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, eveneens voor wat betreft personen die buiten de inrichting wachten;"; 4° het derde lid wordt opgeheven;5° het vierde lid wordt opgeheven.
Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : " § 1.Bij het professioneel uitoefenen van horeca-activiteiten kunnen afhaalmaaltijden en -dranken worden aangeboden en geleverd tot ten laatste 01.00 uur."; 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "behoudens in geval van dienstverlening aan huis" vervangen door de woorden "behoudens in geval van dienstverlening aan huis en in geval van massa-evenementen."; 3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt : "2° de uitbater organiseert zich zodanig dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, eveneens voor wat betreft de personen die buiten de inrichting wachten;"; 4° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de bepaling onder 6° vervangen als volgt : "6° de tafels worden zo geplaatst dat een afstand van minstens 1,5 meter tussen de tafelgezelschappen wordt gegarandeerd, tenzij op het open terras voor zover de tafelgezelschappen worden gescheiden door een plexiglazen wand of een gelijkwaardig alternatief, met een minimale hoogte van 1,8 meter;"; 5° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt : "7° een maximum van acht personen per tafel is toegestaan, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld;"; 6° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de bepaling onder 9° vervangen als volgt : "9° elke persoon moet aan zijn eigen tafel blijven zitten, onder voorbehoud van de bepalingen onder 11° en 12° en behalve voor het uitoefenen van cafésporten en kansspelen;"; 7° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de bepaling onder 13° vervangen als volgt : "13° de openingsuren zijn beperkt van 05.00 uur tot 01.00 uur;"; 8° in paragraaf 2 wordt het vierde lid opgeheven; 9° in paragraaf 2 wordt het vijfde lid vervangen als volgt : "Dienstverlening aan huis is in het kader van de activiteiten bedoeld in deze paragraaf toegelaten tot uiterlijk 01.00 uur.".
Art. 5.Artikel 7bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 6.In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt : "4° de inrichting organiseert zich zodanig dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, eveneens voor wat betreft de personen die buiten de inrichting wachten;"; 2° in het eerste lid wordt de bepaling onder 9° vervangen als volgt : "9° de openingsuren zijn beperkt van 05.00 uur tot 01.00 uur;"; 3° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "Bezoekers mogen worden ontvangen in groepen van maximum acht personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de activiteit.Groepen van meer dan acht personen zijn toegestaan voor zover ze behoren tot hetzelfde huishouden.".
Art. 7.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de bepaling onder 5° opgeheven;2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : "Nachtwinkels mogen geopend blijven vanaf het gebruikelijke openingsuur tot 01.00 uur.".
Art. 9.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid worden de bepalingen onder 1°, 3° en 6° opgeheven; 2° In het eerste lid wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt : "2° de markt- en kermiskramers, hun personeel en hun klanten dragen een mondmasker of elk alternatief in stof overeenkomstig artikel 25;"; 3° in het eerste lid wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt : "7° wanneer een markt, jaarmarkt, braderij, brocante- of rommelmarkt, of kermis een bezoekersaantal van meer dan 5000 bezoekers op eenzelfde moment ontvangt wordt een éénrichtingsverkeersplan opgesteld, met afzonderlijke toe- en uitgangen tot en van de markt of de kermis."; 4° het eerste lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 8° en 9° luidende : "8° de uitbater ziet erop toe dat in de attractie de van toepassing zijnde social distancing gerespecteerd wordt tussen de bezoekers of de toegelaten groepen; 9° de geldende regels met betrekking tot de sanitaire maatregelen, zoals het desinfecteren van de handen voor de attractie, het dragen van het mondmasker en de social distancing worden door middel van affiches in de stand of attractie in herinnering gebracht."; 5° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "Bezoekers mogen worden ontvangen in groepen van maximum acht personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld.Groepen van meer dan acht personen zijn toegestaan voor zover ze behoren tot hetzelfde huishouden.".
Art. 10.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 11.Artikel 14bis van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "
Art. 14bis.Tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de activiteit, worden in het kader van activiteiten groepen gevormd van maximum acht personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld.
Tijdens eenzelfde activiteit mogen deze groepen niet wisselen van samenstelling. Groepen van meer dan acht personen zijn toegestaan voor zover ze behoren tot hetzelfde huishouden.".
Art. 12.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "
Art. 15.§ 1. Elke deelnemer tot en met 17 jaar van een sportieve wedstrijd of sporttraining mag vergezeld worden door één of meerdere leden van hetzelfde huishouden, in afwijking van paragraaf 4. § 2. Een of meerdere groepen van maximum 100 personen tot en met 29 juli 2021 en van maximum 200 personen vanaf 30 juli 2021, de begeleiders niet meegeteld, mag deelnemen aan activiteiten in georganiseerd verband, in het bijzonder georganiseerd door een club of vereniging, steeds in aanwezigheid van een meerderjarige trainer, begeleider of toezichter.
Tijdens de activiteiten bedoeld in het eerste lid zijn de volgende regels van toepassing, onverminderd de toepasselijke protocollen : 1° de personen die samenkomen in het kader van deze activiteiten moeten in eenzelfde groep blijven en mogen niet samen worden gezet met de personen van een andere groep;2° in afwijking van paragraaf 4, mag elke deelnemer tot en met 17 jaar vergezeld worden door één of meerdere leden van hetzelfde huishouden. § 3. Een maximum van 200 personen, kinderen tot en met 12 jaar, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mag tegelijkertijd aanwezig zijn bij de volgende activiteiten in de gebouwen die hiervoor bestemd zijn, onafhankelijk van het aantal ruimtes binnen het gebouw : 1° de burgerlijke huwelijken;2° de collectieve uitoefening van de eredienst en de collectieve uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging;3° de individuele uitoefening van de eredienst en de individuele uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging;4° het individueel of collectief bezoek aan een gebouw voor de eredienst of een gebouw voor niet-confessionele morele dienstverlening. Een maximum van 200 personen, kinderen tot en met 12 jaar en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mag tegelijkertijd aanwezig zijn bij begrafenissen en crematies in afzonderlijke ruimtes van de gebouwen die hiervoor bestemd zijn.
Een maximum van 400 personen, kinderen tot en met 12 jaar, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mag tegelijkertijd aanwezig zijn bij de volgende activiteiten : 1° het bezoek aan een begraafplaats in het kader van een uitvaartceremonie;2° de activiteiten bedoeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°, voor zover deze buiten worden georganiseerd op de plaatsen die hiervoor bestemd zijn, desgevallend overeenkomstig het toepasselijke protocol. In afwijking van het eerste, tweede en derde lid, zijn de maximale aantallen personen bepaald in paragraaf 4 van toepassing na toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16.
Tijdens de activiteiten bedoeld in deze paragraaf dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd, onverminderd de toepasselijke protocollen : 1° de uitbater of organisator informeert de aanwezigen tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen;2° een afstand van 1,5 meter tussen elke groep bedoeld in artikel 14bis, wordt gegarandeerd;3° het bedekken van de mond en neus met een mondmasker is verplicht en het dragen van andere persoonlijke beschermingsmiddelen wordt steeds sterk aanbevolen;4° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat de regels van social distancing kunnen worden gerespecteerd eveneens voor wat betreft de personen die buiten de inrichting of de gebouwen wachten;5° de uitbater of organisator stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de aanwezigen;6° de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;7° de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting;8° fysieke aanrakingen tussen personen zijn verboden, behalve tussen de leden van een groep bedoeld in artikel 14bis of van eenzelfde huishouden;9° bij blootstelling van het lichaam tijdens begrafenissen en crematies dient een afstand van 1,5 meter gerespecteerd te worden ten opzichte van het blootgestelde lichaam. § 4. Een zittend publiek van maximum 2000 personen tot en met 29 juli 2021 en een publiek van maximum 3000 personen vanaf 30 juli 2021, mag evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen bijwonen, voor zover deze binnen worden georganiseerd met naleving van de modaliteiten voorzien in artikel 8, § 1 en het toepasselijke protocol, mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16. De toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16 is niet verplicht indien het publiek minder bedraagt dan 100 personen. Indien horeca-activiteiten worden uitgeoefend, moeten de regels voorzien in artikel 6 worden nageleefd, met uitzondering van artikel 6, § 2, eerste lid, 15°. Afhaalmaaltijden en -dranken kunnen worden aangeboden in afwijking van artikel 6, § 2, eerste lid, 12°.
Een publiek van maximum 2500 personen tot en met 29 juli 2021 en van maximum 5000 personen vanaf 30 juli 2021 mag evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen bijwonen, voor zover deze buiten worden georganiseerd met naleving van de modaliteiten voorzien in artikel 8, § 1 en in het toepasselijke protocol, mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16. De toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16 is niet verplicht indien het publiek minder bedraagt dan 200 personen. Indien horeca-activiteiten worden uitgeoefend, moeten de regels voorzien in artikel 6 worden nageleefd, met uitzondering van artikel 6, § 2, eerste lid, 15°. Afhaalmaaltijden en -dranken kunnen worden aangeboden in afwijking van artikel 6, § 2, eerste lid, 12°. Compartimentering van het publiek aanwezig in de sportinfrastructuur tijdens sportieve wedstrijden, voor zover deze buiten worden georganiseerd, is toegelaten op voorwaarde dat geen vermenging mogelijk is van het publiek aanwezig in de verschillende compartimenten, voor, tijdens en na de sportieve wedstrijd. Hiertoe wordt per compartiment een aparte in- en uitgang en sanitaire infrastructuur voorzien. De capaciteit van alle compartimenten samen mag niet meer dan één derde van de totale capaciteit van de sportinfrastructuur bedragen.
De evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen en congressen bedoeld in deze paragraaf kunnen enkel plaatsvinden tussen 05.00 uur en 01.00 uur. § 5. Vanaf 13 augustus 2021 mag een publiek van maximum 75.000 personen per dag, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, massa-evenementen en proef- en pilootprojecten bijwonen, voor zover deze buiten worden georganiseerd mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16 en de modaliteiten van het toepasselijk samenwerkingsakkoord.
In afwijking van het eerste lid, kan tijdens een massa-evenement gebruik worden gemaakt van een tent, op voorwaarde dat ten minste twee zijden daarvan volledig open en vrij zijn. Het gebruik van een luchtkwaliteitsmeter (CO2) is verplicht en deze dient in het midden van de tent op een voor de bezoeker duidelijk zichtbare plaats geïnstalleerd te worden. De luchtkwaliteitsrichtnorm is 900 ppm CO2.
Tussen 900 ppm en 1200 ppm dient de organisator te beschikken over een actieplan om compenserende luchtkwaliteits- of luchtzuiveringsmaatregelen te verzekeren. Boven 1200 ppm mag de tent niet gebruikt worden.
De aankomstzone tot het massa-evenement wordt zodanig georganiseerd dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd. § 6. De handelsbeurzen zijn toegelaten met naleving van de modaliteiten voorzien in artikel 5 en in het toepasselijke protocol.".
Art. 13.Artikel 15bis van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "
Art. 15bis.Ieder huishouden mag maximum acht personen tegelijkertijd binnen in huis of in een klein toeristisch logies ontvangen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld.".
Art. 14.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "artikel 15, § 1, § 4, vierde lid, en § 5" vervangen door de woorden "artikel 15, § 3, vierde lid, en §§ 4 en 5"; 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "Evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen bedoeld in artikel 15, § 4, eerste lid, kunnen enkel worden toegelaten voor een zittend publiek van maximum 100% van de CIRM-capaciteit, zonder 2000 personen te overschrijden tot en met 29 juli 2021 en zonder 3000 personen te overschrijden vanaf 30 juli 2021, voor zover deze binnen worden georganiseerd.".
Art. 15.In artikel 19bis van hetzelfde besluit worden de woorden "samenscholingen te vermijden en" opgeheven.
Art. 16.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Er wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, luidende : " § 1bis.De maatregelen vervat in § 1 zijn niet van toepassing op reizigers die voor aankomst op het grondgebied met een vaccinatiecertificaat een volledige vaccinatie kunnen aantonen.
Indien gebruik wordt gemaakt van een vervoerder, is deze ertoe gehouden te controleren dat de reizigers bedoeld in het eerste lid, voorafgaand aan de boarding, in het bezit zijn van een vaccinatiecertificaat. Bij gebrek aan dit vaccinatiecertificaat, is de vervoerder ertoe gehouden het boarden te weigeren.
Bij gebrek aan dit vaccinatiecertificaat of bij valse, misleidende of onvolledige informatie in dit vaccinatiecertificaat, kan in voorkomend geval de binnenkomst geweigerd worden overeenkomstig artikel 14 van de Schengengrenscode of artikel 43 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen."; 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "Onverminderd paragraaf 1" vervangen door de woorden "Onverminderd paragrafen 1 en 1bis"; 3° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "het grondgebied van Brazilië, Zuid-Afrika of India" vervangen door de woorden "het grondgebied van een land dat op de website "info-coronavirus.be" van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als zone met heel hoog risico is aangemerkt."; 4° in paragraaf 2 wordt het eerste lid aangevuld met bepalingen onder 3°, 4°, 5° en 6° luidende : "3° de reizen van de echtgenoot, of partner van een persoon die beschikt over de Belgische nationaliteit of zijn hoofdverblijfplaats heeft in België voor zover zij onder hetzelfde dak wonen, evenals de reizen van hun kinderen die onder hetzelfde daken wonen, mits zij in het bezit zijn van een attest van essentiële reis uitgereikt door de Belgische diplomatieke of consulaire post.De feitelijke partners moeten eveneens een aannemelijk bewijs leveren van een stabiele en duurzaam onderhouden relatie. 4° doorreizen buiten de Schengenzone en de Europese Unie;5° doorreizen in België vanuit een land bedoeld in de eerste lid naar het land van nationaliteit of hoofdverblijfplaats, voor zover dit land zich binnen de Europese Unie of de Schengenzone bevindt; 6° de reizen om dwingende humanitaire reden, mits zij in het bezit zijn van een attest van dwingende humanitaire reden, uitgereikt door de Belgische diplomatieke of consulaire post, goedgekeurd door de Dienst Vreemdelingenzaken."; 5° paragraaf 2 wordt aangevuld met een derde lid, luidende : "Wanneer een land wordt aangemerkt als zone met heel hoog risico overeenkomstig het eerste lid, treedt het inreisverbod op het Belgisch grondgebied in werking op het moment zoals aangegeven op de website "info-coronavirus.be" en ten vroegste 24 uren na de publicatie op die website."; 6° paragraaf 7 wordt vervangen als volgt : " § 7.In geval van een reis bedoeld in de paragrafen 3, 4 en 5 dient eenieder, vanaf de leeftijd van 12 jaar, die op het Belgisch grondgebied toekomt vanuit een grondgebied dat op de website "info-coronavirus.be" van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als rode zone is aangemerkt, en die geen hoofdverblijfplaats heeft in België, te beschikken over een negatief testresultaat van een test die ten vroegste 72 uren voor aankomst op het Belgisch grondgebied werd afgenomen of over een vaccinatie-, test- of herstelcertificaat. Desgevallend is de vervoerder ertoe gehouden te controleren dat deze personen, voorafgaand aan het instappen, een negatief testresultaat of een erkend vaccinatie-, test- of herstelcertificaat voorleggen. Bij gebrek aan een negatief testresultaat of een erkend vaccinatie-, test- of herstelcertificaat is de vervoerder ertoe gehouden het instappen te weigeren.
Bij gebrek aan een negatief testresultaat van een test die ten vroegste 72 uren voor aankomst op het Belgisch grondgebied werd afgenomen of aan een vaccinatie-, test- of herstelcertificaat of bij valse, misleidende of onvolledige informatie kan in voorkomend geval de binnenkomst geweigerd worden overeenkomstig artikel 14 van de Schengengrenscode of artikel 43 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
De uitzondering op de verplichting om te beschikken over een negatief testresultaat of over een vaccinatie-, test- of herstelcertificaat, zoals voorzien in het eerste lid voor de reizigers waarvan de reis geen gebruik van een vervoerder inhoudt en waarvan het verblijf in België niet langer duurt dan 48 uren of waarvan het voorafgaand verblijf buiten België niet langer heeft geduurd dan 48 uren, is niet van toepassing op de personen die zich op enig moment tijdens de 14 dagen voor hun aankomst in België bevonden hebben op het grondgebied van een land dat als zone met heel hoog risico is aangemerkt overeenkomstig paragraaf 2, eerste lid. ".
Art. 17.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2 wordt het vijfde streepje vervangen als volgt : "op personen onderling die behoren tot een groep bedoeld in artikel 6, § 2, 7°, artikel 8, § 1, tweede lid, artikel 13, tweede lid, en artikel 14bis;"; 2° de tweede paragraaf wordt aangevuld met een zevende streepje, luidende : "- tijdens massa-evenementen".
Art. 18.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het tweede lid wordt de bepaling onder 6° vervangen als volgt : "6° de winkelstraten, de markten, de kermissen, en elke private of publieke druk bezochte plaats, zoals bepaald door de bevoegde lokale overheid en afgebakend met een aanplakking die de tijdstippen preciseert waarop de verplichting van toepassing is;"; 2° het tweede lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 11° en 12° luidende : "11° tijdens betogingen; 12° de markten, met inbegrip van jaarmarkten, braderijen, brocante- en rommelmarkten, en kermissen die meer dan 5000 personen op eenzelfde moment ontvangen."; 3° er wordt een vijfde lid toegevoegd luidende : "In afwijking van het tweede lid, 9°, mag bij evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen die buiten worden georganiseerd, wanneer het publiek verplicht is te blijven zitten, het mondmasker worden afgedaan zolang de persoon zit.".
Art. 19.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "De maatregelen voorzien in dit besluit zijn van toepassing tot en met 30 september 2021, behoudens andersluidende bepaling.".
Art. 20.In artikel 29bis van hetzelfde besluit wordt het eerste lid aangevuld met de woorden ", met uitzondering van het maximum aantal personen bedoeld in artikel 15, § 5.".
Art. 21.Bijlage 1 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 22.Bijlage 3, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 12°, luidende : "12° de reizen van de echtgenoot of partner van een persoon die beschikt over de nationaliteit van een land van de Europese Unie of van de Schengenzone, voor zover zij onder hetzelfde dak wonen, evenals de reizen van hun kinderen die onder hetzelfde daken wonen. De feitelijke partners moeten eveneens een aannemelijk bewijs leveren van een stabiele en duurzaam onderhouden relatie.".
Art. 23.Dit besluit treedt in werking op 27 juni 2021, met uitzondering van : 1° de bepalingen in artikel 16, 3°, 4° en 5° en artikel 22, die in werking treden bij publicatie van dit besluit;2° de bepalingen in artikel 16, 1°, 2° en 6°, die in werking treden op 1 juli 2021. Brussel, 23 juni 2021.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN