gepubliceerd op 01 juli 1998
Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere bepalingen om bij het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur te voorzien in de uitvoering van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel
23 JUNI 1998. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere bepalingen om bij het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur te voorzien in de uitvoering van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel
De Minister van Vervoer, Gelet op de wet van 1 juli 1971 houdende oprichting van de Regie voor Maritiem Transport, inzonderheid op de artikelen 33, 35 en 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995;
Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur van 12 en 27 december 1995;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 25 september 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 17 november 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 17 november 1997;
Gelet op het advies van de Vaste Wervingssecretaris;
Gelet op het protocol van 6 mei 1998 waarin de conclusies van de onderhandeling binnen het Sectorcomité VI "Verkeer en Infrastructuur" worden vermeld;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is, teneinde de titularissen van de betrokken graden in hun nieuwe loopbaan niet te benadelen onverwijld over te gaan tot de aanpassing van de wijze waarop de aanwervingen en de bevorderingen van de personeelsleden dienen te geschieden, Besluit :
Artikel 1.Bij het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur geschieden de benoemingen tot elk van de graden die zijn opgenomen in de bij dit besluit gevoegde bijlagen overeenkomstig de in die bijlagen vermelde bijzondere voorwaarden, onverminderd de reglementaire bepalingen van algemene aard betreffende de loopbaan van het Rijkspersoneel.
Art. 2.Voor de bevordering door verhoging in graad van de titularissen van de graad van ingenieur tot de graad van ingenieur-directeur bij het Bestuur van de Maritieme Zaken en van de Scheepvaart, wordt de diplomavereiste van scheepsbouwkundig ingenieur niet gesteld voor de ingenieurs die vóór 1 januari 1992 in dienst waren bij het Bestuur der Waterwegen van het voormalige Ministerie van Openbare Werken.
Art. 3.Het ministerieel besluit van 31 december 1991 tot vaststelling van de bijzondere bepalingen om bij het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur te voorzien in de uitvoering van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur die de nieuwe loopbanen integreert welke verbonden zijn met de niveaus 1 en 2+.
Brussel, 23 juni 1998.
M. DAERDEN
Bijlage I Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 23 juni 1998.
De Minister van Vervoer, M. DAERDEN