gepubliceerd op 13 januari 2020
Besluit van de Regering tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de mindervaliden een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen
22 OKTOBER 2019. - Besluit van de Regering tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de mindervaliden een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen
Regering van de Duitstalige Gemeenschap Gelet op het decreet van 13 december 2016 tot oprichting van een Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, artikel 14, § 1, tweede lid, 1° en 3°;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de mindervaliden een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen;
Gelet op de voordracht van de raad van bestuur van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, gedaan op 7 december 2018;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 29 januari 2019;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 31 januari 2019;
Gelet op advies 66.542/3 van de Raad van State, gegeven op 20 september 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende het besluit van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid", artikel 9;
Overwegende het sectoraal akkoord van 7 juni 2018 dat voorziet in de toekenning van een bijkomende vakantiedag in de beschermde werkplaatsen voor medewerkers met 20 jaar of meer dienstanciënniteit in de sector;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 5, § 1, eerste lid, van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen, vervangen bij het besluit van de Regering van 12 december 1997 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 18 juli 2002, wordt de eerste zin vervangen als volgt: "Het rendement van elke mindervalide werknemer wordt berekend door middel van een beoordelingsinstrument dat is goedgekeurd door de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, hierna "Dienst" genoemd, en wordt door de Dienst gecontroleerd."
Art. 2.Artikel 7 van hetzelfde ministerieel besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 22 december 2016, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende: "Als de beschermde werkplaatsen aan alle medewerkers die 20 jaar tot de sector van de beschermde werkplaatsen behoren een extra vakantiedag toekennen, dan subsidieert de Dienst die extra vakantiedag forfaitair met 47,06 euro. Dat bedrag stemt overeen met de spilindex van 104,14 op 1 november 2006 en wordt overeenkomstig de regeling vervat in artikel 4, § 2, aangepast."
Art. 3.Artikel 11, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 10 januari 2002 en 4 juni 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "voor Personen met een Handicap" opgeheven;2° in het derde lid worden de woorden "voor Personen met een Handicap" opgeheven.
Art. 4.In artikel 16, § 2, vierde lid, van hetzelfde ministerieel besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 18 november 1996, worden de woorden "voor de personen met een handicap" opgeheven.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.
Art. 6.De minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 22 oktober 2019.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS