gepubliceerd op 15 januari 2003
Ministerieel besluit tot vaststelling van de bezoldigingswijze van de advocaten belast met het verdedigen van de belangen van de Bestuursdirectie van de Uitkeringen aan Personen met een Handicap van het Bestuur van de Maatschappelijke Integratie
22 NOVEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bezoldigingswijze van de advocaten belast met het verdedigen van de belangen van de Bestuursdirectie van de Uitkeringen aan Personen met een Handicap van het Bestuur van de Maatschappelijke Integratie
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Gelet op het akkoord van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 november 2002;
Overwegende dat het noodzakelijk is tot een betere vergoeding van de advocaten te komen omdat het alsmaar moeilijker wordt om nog voldoende aantallen en voldoende gespecialiseerde advocaten aan te trekken;
Overwegende dat de momenteel geldende bedragen reeds lang niet meer zijn aangepast aan de evolutie van de levensduurte, Besluit :
Artikel 1.De advocaten die aangewezen worden om de belangen van de Bestuursdirectie van de Uitkeringen aan Personen met een Handicap van het Bestuur van de Maatschappelijke Integratie te verdedigen voor de Hoven en Rechtbanken genieten een forfaitair ereloon waarvan het bedrag gelijk is aan het in artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 30 november 1970 tot vaststelling van het tarief van de invorderbare kosten bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde bedrag van de rechtplegingsvergoeding en aan het in artikel 6 van hetzelfde besluit bedoelde bedrag van de uitgavenvergoeding.
Art. 2.Voor elk dossier dat verband houdt met een bijzonder belangrijk rechtspunt of dat een bijzonder ingewikkelde zaak betreft zijn de erelonen gelijk aan het dubbel van de in artikel 1 vermelde vergoeding.
Op verzoek van de advocaat, beslist de Adviseur-generaal van de Bestuursdirectie van de Uitkeringen aan Personen met een Handicap over de rangschikking van een dossier in deze categorie.
Art. 3.Voor de telling van het aantal dossiers waarmee voor de berekening van de erelonen wordt rekening gehouden, wordt elk dossier, waarin een hoger beroep voor het bevoegd gerecht wordt behandeld, als een bijkomend dossier geteld.
Art. 4.Er wordt afgeweken van de in de artikelen 1 en 2 bepaalde tarieven voor de procedures bij het Hof van Cassatie, het Arbitragehof en het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap.
Art. 5.Op voorstel van de Adviseur-generaal van de Bestuursdirectie van de Uitkeringen aan Personen met een Handicap, kan de Minister die verantwoordelijk is voor deze Bestuursdirectie, afwijken van de voornoemde tarieven voorzover de advocaat aantoont dat het dossier bijzonder omvangrijke prestaties vergde.
Art. 6.De aangewezen advocaten dienen hun gedetailleerde staat van erelonen, in drie exemplaren, binnen te brengen uiterlijk op het einde van de maand volgend op het kalenderkwartaal tijdens hetwelk het rechtsgeding door het vonnis of het arrest afgesloten is of tijdens dewelke de zaak is doorgehaald of tijdens dewelke er afstand van geding is geweest.
Art. 7.Het ministerieel besluit van 9 november 1990 tot vaststelling van de bezoldigingswijze van de advocaten belast met het verdedigen van de belangen van het Ministerie van Sociale Voorzorg wordt opgeheven voor wat de Bestuursdirectie van de uitkeringen aan personen met een handicap betreft.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Brussel, 22 november 2002.
F. VANDENBROUCKE