Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 november 1999
gepubliceerd op 16 december 1999

Ministerieel besluit ter uitvoering van het koninklijk besluit van 19 november 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999024079
pub.
16/12/1999
prom.
22/11/1999
ELI
eli/besluit/1999/11/22/1999024079/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 NOVEMBER 1999. - Ministerieel besluit ter uitvoering van het koninklijk besluit van 19 november 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen


De Minister van Pensioenen, Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen;

Gelet op het met redenen omkleed advies uitgebracht op 18 augustus 1998 door het Basisoverlegcomité van de Rijksdienst voor pensioenen;

Gelet op het advies uitgebracht door het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen;

Gelet op het advies van de Afgevaardigde van de Minister van Financiën, gegeven op 5 oktober 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 maart 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 5 maart 1999, Besluit :

Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 november 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen worden onderverdeeld als volgt : Administratief personeel 6 van de 24 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 13 B. de betrekking van actuaris-directeur kan worden bezoldigd in weddeschaal 13 D 1 van de 4 betrekkingen van actuaris wordt bezoldigd in de volgende weddeschaal : 1 205 758 - 1 713 329 3 x 1 x 26 713 8 x 2 x 53 429 2 van de 4 betrekkingen van actuaris worden bezoldigd in de weddeschaal 10 E. 49 van de 140 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C. 7 van de 26 betrekkingen van programmeringsanalist worden bezoldigd in de weddeschaal 28 L. 1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 F. 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend paramedicus kan worden bezoldigd in de weddeschaal 28 F. 1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend vertaler wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 I. 1 van de 3 betrekkingen van eerstaanwezend boekhouder kan worden bezoldigd in de weddeschaal 28 D. 1 van de 5 betrekkingen van eerstaanwezend directie-secretaris wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 B. 93 van de 350 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22 B. 99 van de 493 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 F. 128 van de 493 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 H. 39 van de 493 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 I. 18 van de 63 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 C. 13 van de 63 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 D. 3 van de 63 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E. Meesters-, vak- en dienstpersoneel 1 betrekking van vakman kan worden bezoldigd in de weddeschaal 30 G. 1 betrekking van vakman wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 J. 4 van de 9 betrekkingen van geschoold arbeider worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E.

Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.

Art. 3.In één betrekking van programmeringsanalist bezoldigd in de weddeschaal 28 L, opgericht ter vervanging van een contractuele werkpost en opgenomen in artikel 1, § 1 van het koninklijk besluit van 19 november 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen, kan slechts worden voorzien bij het vertrek van de betrokken contractueel.

Art. 4.Het ministerieel besluit van 4 december 1998 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 2 december 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen.

Brussel, 22 november 1999.

F. VANDENBROUCKE.

^