Ministerieel besluit tot goedkeuring van het gemeentelijk plan van aanleg "Uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès" in Walcourt, waarbij het gewestplan Philippeville-Couvin wordt herzien

bron: waalse overheidsdienst

numac: 2025001509

pub.: 24/02/2025

prom.: 22/01/2025


staatsblad: https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)

22 JANUARI 2025. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het gemeentelijk plan van aanleg "Uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès" in Walcourt, waarbij het gewestplan Philippeville-Couvin wordt herzien

De Minister van Ruimtelijk Beleid, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Erfgoed ("CWATUP", Franse afkorting);

Gelet op het Wetboek van Ruimtelijke ontwikkeling ("CoDT", Franse afkorting);

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 oktober 2024Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 10/10/2024 pub. 21/10/2024 numac 2024009723 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de werking van de Regering sluiten tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de werking van de Regering;

Gelet op het ruimtelijk ontwikkelingsplan aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het ruimtelijk ontwikkelingsplan aangenomen door de Waalse Regering op 23 april 2024;

Gelet op het gewestplan Philippeville-Couvin, aangenomen bij koninklijk besluit van 24 april 1980;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 27/05/2009 pub. 17/07/2009 numac 2009203081 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van de lijst van de ontwerpen van gemeentelijke plannen van aanleg overeenkomstig artikel 49bis van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium type besluit van de waalse regering prom. 27/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009202804 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van de lijst der recreatiegebieden bedoeld in artikel 103 van het decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid sluiten houdende goedkeuring van de lijst van ontwerpen van gemeentelijke ontwikkelingsplannen uitgewerkt of herzien met het oog op de herziening van het gewestplan, overeenkomstig artikel 49bis, lid 1, van het "CWATUP", zoals gewijzigd en aangevuld bij de besluiten van de Waalse Regering van 12 mei 2011, 13 december 2012, 21 februari 2013, 8 mei 2013, 17 oktober 2013, 19 maart 2015, 16 juli 2015, 10 december 2015, 10 maart 2016, 6 oktober 2016 en 8 december 2016;

Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van Walcourt van 29 maart 2010 waarbij besloten wordt een gemeentelijk plan van aanleg uit te werken met het oog op de creatie van een nieuwe bedrijfsruimte in Chastrès als uitbreiding van het gebied dat nu in het gewestplan Philippeville-Couvin opgenomen is en een beroep te doen op de diensten van de Intercommunale "B.E.P. Expansion Economique" voor het opstellen van het dossier, waarbij de kosten ten laste van deze laatste komen;

Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van Walcourt van 29 november 2010 waarbij besloten wordt om het dossier ter staving van de aanvraag tot herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin goed te keuren en bij de Waalse Regering een aanvraag tot herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin in te dienen en het plan op te nemen op de lijst van de ontwerpen van gemeentelijk plannen van aanleg;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 februari 2012Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 01/03/2012 numac 2012011066 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot vaststelling voor het jaar 2012 van de begindatum van het examen voor inschrijving in het register van erkende gemachtigden bedoeld in artikel 60, § 1, 7°, van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien en van de begindatum van de bekwaamheidsproef bedoeld in artikel 19ter van het koninklijk besluit van 24 oktober 1988 betreffende de samenstelling en werking van de Commissie tot erkenning van de gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien en de inschrijving en doorhaling in het register van de erkende gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 06/03/2012 numac 2012011102 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot erkenning van een door een beheersvennootschap aangewezen persoon, in toepassing van artikel 74 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 08/03/2012 numac 2012011106 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst van vestigingseenheden van een erkend Ondernemingsloket type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 06/03/2012 numac 2012011101 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende inschrijving in het register van erkende gemachtigden met toepassing van artikel 63 van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012024105 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een plaatsvervangend lid van het Comité voor het toekennen van het Europese milieukeurmerk type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 07/03/2012 numac 2011011428 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende aanstelling van de ambtenaren die ermee belast zijn de daders van inbreuken op de wet van 28 augustus 2011 betreffende de bescherming van de consumenten inzake overeenkomsten betreffende het gebruik van goederen in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, doorverkoop en uitwisseling, de minnelijke schikking bedoeld in artikel 28 voor te stellen, en de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op deze wet belast zijn type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 05/03/2012 numac 2012011099 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een effectief lid van de Hoge Raad voor Normalisatie sluiten tot machtiging van de uitwerking van het gemeentelijk plan van aanleg "Uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès" in Walcourt, met het oog op de herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin (bladen 52/4 en 52/8);

Gelet op de beraadslaging van 27 januari 2014 van de gemeenteraad van Walcourt tot goedkeuring van het voorontwerp van gemeentelijk plan van aanleg "Bedrijventerrein van Chastrès - Uitbreiding" en de ontwerp-inhoud van het milieueffectrapport (MER) gewijzigd door de opmerkingen van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling van 15 januari 2014;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 28 mei 2014 waarbij de inhoud van het MER definitief is vastgesteld conform het advies van de gewestelijke commissie ruimtelijke ordening ("CRAT", Franse afkorting) van 13 maart 2014 en waarbij de S.A. CSD Ingénieurs als projectontwerp van het MER wordt aangewezen;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 26 augustus 2014 waarbij besloten wordt zijn beraadslaging van 28 mei 2014 te herzien, de inhoud van het MER definitief vast te stellen overeenkomstig het advies van de "CRAT" van 13 maart 2014 en de "S.A. SD Ingénieurs, in samenwerking met het bedrijf "Dessin & Construction", aan te wijzen als projectontwerper van het MER ;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 30 maart 2015 waarbij besloten wordt zijn beraadslaging van 28 mei 2014 te herzien, de inhoud van het MER definitief vast te stellen overeenkomstig het advies van de "CRAT" van 13 maart 2014 en het bureau "Aménagement S.C." aan te wijzen als projectontwerper van het MER;

Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 mei 2017 tot voorlopige aanneming van het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg "Bedrijventerrein van Chastrès" en het dienovereenkomstige milieueffectrapport, en houdende opdracht aan het Gemeentecollege om de administratieve procedures uit te voeren, in het bijzonder die met betrekking tot het openbaar onderzoek;

Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 22 februari 2021: - tot instemming met een verdere studie waarin met name de voor- en nadelen van het alternatief naar het oosten in het bijzonder worden onderzocht ten opzichte van tot het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg in het kader van de uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès; - tot aanwijzing van het bureau "Aménagement S.C." om het dossier aan te passen en het MER aan te vullen met het oostelijke alternatief; - tot mededeling van zijn beslissing aan BEP;

Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van Walcourt van 27 juni 2023 tot voorlopige aanneming van het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg "Bedrijventerrein van Chastrès" en het dienovereenkomstige milieueffectrapport, en houdende opdracht aan het Gemeentecollege om de administratieve procedures uit te voeren, in het bijzonder die met betrekking tot het openbaar onderzoek;

Gelet op de beraadslaging van 25 maart 2024 van de Gemeenteraad van Walcourt tot definitieve aanneming van het gemeentelijk plan van aanleg "Bedrijventerrein van Chastrès" alsook het dienovereenkomstige milieueffectrapport en dienovereenkomstige milieuverklaring;

Overwegende dat de procedure ten gevolge van een procedurefout in het stadium van het openbaar onderzoek echter moest worden hervat;

Gelet op de beraadslaging van 30 september 2024 van de Gemeenteraad van Walcourt tot definitieve aanneming van het gemeentelijk plan van aanleg "Bedrijventerrein van Chastrès" alsook het dienovereenkomstige milieueffectrapport en dienovereenkomstige milieuverklaring;

Overgangsbepalingen Overwegende dat de overgangsbepalingen omschreven in artikel D.II.67 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling als volgt luiden: "De opmaking of de herziening van een gemeentelijk plan van aanleg waarvan het voorontwerp aangenomen is of waarvan het ontwerp voorlopig aangenomen is door de gemeenteraad vóór de inwerkingtreding van het Wetboek, wordt verder behandeld volgens de vóór die datum vigerende bepalingen." Overwegende dat, gelet op het feit dat de Gemeenteraad van Walcourt op 27 januari 2014 het voorontwerp van het gemeentelijk plan van aanleg "Bedrijventerrein van Chastrès- Uitbreiding" heeft aangenomen, het de bepalingen zijn van de artikelen 46 tot en met 52 van het "CWATUP" die van toepassing zijn;

Doel en omtrekken van het gemeentelijk plan van aanleg dat is uitgewerkt met het oog op de herziening van het gewestplan Overwegende dat het belangrijkste doel van de uitwerking van het gemeentelijk plan van aanleg is om de uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès mogelijk te maken door de opneming van industriële en gemengde bedrijvenruimten;

Overwegende dat de eerste omtrek zich uitstrekt over het grondgebied van de voormalige gemeente Chastrès; dat deze het bestaande bedrijventerrein, de uitbreiding ervan naar het westen, evenals een nieuw aangrenzend groengebied omvat; dat de gewenste bestemmingswijzigingen in het gewestplan betrekking hebben op een oppervlakte van 13,9 ha en als volgt zijn: - de omvorming van een landbouwgebied tot een industriële bedrijfsruimte voor een oppervlakte van 6,7 ha; - de omvorming van een landbouwgebied tot een gemengde bedrijfsruimte voor een oppervlakte van 6,3 ha; - de omvorming van een landbouwgebied tot een groengebied voor een oppervlakte van 0,4 ha; - als bijdrage aan de planologische compensatie, de omvorming van een industriële bedrijfsruimte tot een groengebied voor een oppervlakte van 0,5 ha;

Overwegende dat de tweede omtrek zich uitstrekt over het grondgebied van de voormalige gemeente Fraire en een oppervlakte heeft van 6,4 ha ;

Overwegende dat het gemeentelijk plan aanleg voor deze tweede omtrek het gewestplan herziet voor zover het voorziet in de bestemming van 6,4 ha grond die momenteel opgenomen is als gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen, als groengebied;

Overwegende dat de derde omtrek zich uitstrekt over het grondgebied van de voormalige gemeente Thy-le-Château en een oppervlakte heeft van 6,5 ha ;

Overwegende dat het gemeentelijk plan van aanleg voor deze derde omtrek het gewestplan herziet voor zover het voorziet in : - de bestemming van grond die momenteel opgenomen is als gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen: * als landbouwgebied voor een oppervlakte van 1,7 ha; * als natuurgebied voor een oppervlakte van 2,9 ha ; - de omvorming van een landbouwgebied tot een natuurgebied voor een oppervlakte van 1,9 ha;

Overwegende dat de vierde omtrek zich uitstrekt over het grondgebied van de voormalige gemeente Pry en een oppervlakte heeft van 7,2 ha ;

Overwegende dat het gemeentelijk plan van aanleg voor deze vierde omtrek het gewestplan herziet voor zover het voorziet in de omvorming van: - twee woongebieden met een landelijk karakter tot natuurgebieden voor een oppervlakte van 1,8 ha; - landbouw-, bos- en groengebieden tot natuurgebieden voor een oppervlakte van 5,4 ha;

Overwegende dat artikel 46, § 1, lid 1 van het "CWATUP" het volgende bepaalt: "Indien de herziening van het gewestplan een nieuwe zonering beoogt die inspeelt op behoeften waarvan de impact, de belangen en de effecten ingelost kunnen worden via een lokale inrichting, gelden daarvoor de bepalingen van het gemeentelijk plan van aanleg bedoeld in artikel 48, lid 2";

Overwegende dat artikel 48, tweede lid, van het "CWATUP" het volgende bepaalt: "Het gemeentelijk plan van aanleg kan het gewestplan herzien in de volgende gevallen: 1° ofwel indien er behoeften bestaan waarvan de impact, de belangen en de effecten ingelost kunnen worden door een plaatselijke inrichting of indien, in voorkomend geval, de planologische of alternatieve compensatie waarvan sprake in artikel 46, § 1, lid 2, 3°, op die schaal geregeld is; 2° ofwel indien er een gemeentelijk structuurplan of een stedenbouwkundig en leefmilieuverslag bestaan goedgekeurd door de Regering, waarbij de hypothese beoogd wordt en de omtrek van een ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg bepaald wordt en indien, in voorkomend geval, de planologische of alternatieve compensatie waarvan sprake in artikel 46, § 1, lid 2, 3°, op die schaal geregeld wordt.";

Overwegende dat artikel 46, § 1, lid 2, van het "CWATUP" het volgende bepaalt: "de volgende vereisten zijn van toepassing [op het gemeentelijk plan van aanleg dat het gewestplan herziet] : 1° de op te nemen bebouwingsgebieden moeten aan een bestaand bebouwingsgebied grenzen;van dit voorschrift kan worden afgeweken voor een gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen, voor een recreatiegebied met een gevaarlijk, ongezond of hinderlijk karakter, voor een industriële bedrijfsruimte, voor een specifieke industriële bedrijfsruimte met de overdruk " A.E. « of " R.M. ", een ontginningsgebied of een gebied met een industrieel karakter; 2° de opneming van een nieuw voor bebouwing bestemd gebied mag niet de vorm aannemen van lintbebouwing langs de weg;onder lintbebouwing wordt verstaan, de opneming van een gebied waarvan de vorm, door haar diepte, haar lengte en de verhouding van beide elementen enkel de ontwikkeling mogelijk maakt van een bouwlijn, met uitsluiting van een compositie van bouwwerken die op een netwerk van wegen uitgeven; 3° de opneming van een nieuw bebouwingsgebied dat niet te verwaarlozen effecten op het leefmilieu zou kunnen hebben wordt, met inachtneming van het proportionaliteitsbeginsel, gecompenseerd door een gelijkwaardige wijziging van een bestaande bebouwingsgebied of een gebied waarvan de inrichting door de gemeente onderworpen is aan een overleg in een niet-bebouwingsgebied of door een alternatieve compensatie bepaald door de Regering zowel op operationeel, leefmilieu- of energie- als op mobiliteitsvlak waarbij meer bepaald rekening wordt gehouden met de impact van het bebouwingsgebied op de buurt;de planologische of alternatieve compensatie kan gefaseerd verlopen";

Overwegende dat artikel 49bis van het "CWATUP" het volgende bepaalt: "De Regering neemt de lijst aan van de ontwerpen van gemeentelijke plannen van aanleg bedoeld in artikel 48, lid 2.

Voor elk van die gemeentelijke plannen van aanleg machtigt de Regering vervolgens op eigen initiatief of op verzoek van de gemeenteraad of, in voorkomend geval, van de betrokken gemeenteraden, bij gemotiveerd besluit, de opmaak of de herziening van het gemeentelijk plan van aanleg bedoeld in artikel 48, lid 2, voor de aanneming van het voorontwerp waarvan sprake in artikel 50, § 2.";

Overwegende dat de uitbreiding van het bedrijventerrein aanvankelijk was gepland aan de westzijde; dat uit een eerste openbaar onderzoek, gehouden van 16 augustus 2017 tot 14 september 2017, echter is gebleken dat deze geplande uitbreiding ten westen van het bestaande bedrijventerrein een aantal nadelen met zich meebracht: nabijheid van woningen, insluiting van deze laatste en mogelijke overlast, nabijheid van een karstfenomeen (verdwijngat), aantasting van een biodiversiteitszone, helling van het terrein, bochtige en/of hellende wegen die een ongeorganiseerde verstedelijking impliceren... ;

Overwegende dat, met het oog op deze vaststelling, een vergadering werd georganiseerd tussen de respectieve vertegenwoordigers van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling, de Gemachtigd ambtenaar, het "Bureau Economique de la Province" (BEP) en de stad Walcourt om na te gaan of de alternatieve locatie voor de uitbreiding van het bedrijventerrein aan de oostzijde opnieuw kan worden onderzocht;

Overwegende dat de Gemeenteraad bij beraadslaging van 1 augustus 2019 heeft verzocht om een nadere studie waarin met name de voor- en nadelen van het alternatief (oostelijke uitbreidingsomtrek) ten opzichte van het project 2017 (westelijke uitbreidingsomtrek) worden onderzocht;

Overwegende dat de Gemeenteraad overeenkomstig artikel 51, § 4 van het "CWATUP" wel degelijk kan besluiten om het te wijzigen nadat het openbare onderzoek is afgerond;

Overwegende dat deze gelegenheid om het ontwerpplan aan te passen het onderwerp is geweest van een aanvullende milieueffectbeoordeling waarin werd verwezen naar een alternatieve uitbreiding van de oostzijde die verbeterd was ten opzichte van het alternatief dat werd geanalyseerd in het milieueffectrapport dat het project van 2017 begeleidde;

Overwegende dat dit alternatief beantwoordt aan de aanbevelingen, adviezen, op- en aanmerkingen die tijdens de procedure zijn verzameld (aanbevelingen van het MER 2015, advies van de gemachtigd ambtenaar in 2017, opmerkingen tijdens het openbaar onderzoek en adviezen van de beleidsgroepen) ; dat hiertoe verschillende documenten zijn opgesteld, namelijk een samenvatting van de procedure waarin de verbeterpunten worden belicht waarmee rekening moet worden gehouden bij het uitwerken van het alternatief, het bestemmingsplan volgens een verbeterde omtrek (met name om rekening te houden met de impact op landbouwbedrijven) waarin de te plannen ontwikkelingen en de voorgestelde herzieningen van het gewestplan worden gespecificeerd, evenals een boek met inrichtingsopties en geplande bestemmingen;

Overwegende dat, naar aanleiding van de aanbevelingen van het aanvullende MER dat in maart 2022 is opgesteld, de eerste omtrek is gewijzigd om de volgende bestemmingswijzigingen op te nemen: - van de industriële bedrijfsruimte met een oppervlakte van 7,15 ha en de gemengd bedrijfsruimte met een oppervlakte van 6,2 ha, ten oosten van het huidige bedrijventerrein, op grond die momenteel opgenomen is als landbouwgebied, voor een oppervlakte van 13,35 ha; - van het groengebied met een oppervlakte van 0,81 ha ten oosten van het bedrijventerrein op grond die momenteel opgenomen is als industriële bedrijfsruimte (0,53 ha) en als landbouwgebied (0,28 ha);

Overwegende dat, volgens de conclusies van het aanvullende MER, het alternatief voor uitbreiding ten oosten van het bestaande bedrijventerrein (herzien ten opzichte van dat van 2015) onbetwistbaar moet worden aanbevolen boven het oorspronkelijke project, dat voorziet in de uitbreiding aan de westzijde; dat het alternatief mogelijk maakt: - zich te verwijderen van het bekende karstgebied aan de westkant; - de beboste gebieden en de heggen die van belang zijn in het westen, ter hoogte van de thalweg te behouden; - het waterbeheer te verbeteren door de hoeveelheid helder water in het afvalwaternetwerk te verminderen, zodat het kan worden aangesloten op de openbare afvalwaterzuiveringsinstallatie; - de geluidsoverlast, stankoverlast en landschapsvervuiling voor woningen langs de N978 te verminderen; - een intern wegennet te creëren dat veel duidelijker en rationeler is, gezien het vrijwel vlakke terrein uit één stuk (uitgegraven materiaal/opvulmateriaal); - voor een rationele indeling van percelen en een meer samenhangende verstedelijking van het geheel te zorgen;

Overwegende dat het gemeentelijk plan van aanleg "Bedrijventerrein van Chastrès", dat het voorwerp uitmaakt van dit besluit, betrekking heeft op de vier hieronder beschreven omtrekken, die alle gelegen zijn op het gemeentelijk grondgebied van Walcourt;

Overwegende dat de eerste omtrek zich uitstrekt over het grondgebied van de voormalige gemeente Chastrès; dat deze omtrek het bestaande bedrijventerrein, de uitbreiding ervan naar het oosten, evenals een nieuw aangrenzend groengebied omvat;

Overwegende dat het gemeentelijk plan van aanleg voor deze eerste omtrek het gewestplan herziet voor zover het voorziet in de herbestemming van : - een landbouwgebied van 13,35 ha als industriële bedrijfsruimte voor een oppervlakte van 7,15 ha en als gemengde bedrijfsruimte voor een oppervlakte van 6,2 ha; - een industriële bedrijfsruimte als groengebied over een oppervlakte van 0,53 ha; - een landbouwgebied als groengebied voor een oppervlakte van 0,28 ha;

Overwegende dat de tweede omtrek zich uitstrekt over het grondgebied van de voormalige gemeente Fraire en een oppervlakte heeft van 6,4 ha ;

Overwegende dat het gemeentelijk plan van aanleg voor deze tweede omtrek het gewestplan herziet voor zover het voorziet in de bestemming van 6,4 ha grond die momenteel opgenomen is als gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen, als groengebied;

Overwegende dat de derde omtrek zich uitstrekt over het grondgebied van de voormalige gemeente Thy-le-Château en een oppervlakte heeft van 6,5 ha ;

Overwegende dat de vierde omtrek zich uitstrekt over het grondgebied van de voormalige gemeente Pry en een oppervlakte heeft van 7,2 ha ;

Overwegende dat het gemeentelijk plan van aanleg voor deze vierde omtrek het gewestplan herziet voor zover het voorziet in de opneming van: - een natuurgebied van 5,3 ha op grond die momenteel opgenomen is als bosgebied, groengebied en landbouwgebied (respectievelijk 1,7 ha, 2,3 ha en 1,3 ha); - een natuurgebied van1.9 ha op grond die momenteel opgenomen is als woongebied met een landelijk karakter ;

Overwegende dat binnen het geheel van de omtrekken van het gemeentelijk plan van aanleg de nieuwe bebouwingsgebieden (namelijk de industriële bedrijfsruimte en de gemengde bedrijfsruimte opgenomen als uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès) een totale oppervlakte van 13,35 ha hebben; dat de nieuwe gebieden die niet bestemd zijn voor bebouwing, een totale oppervlakte van 13,43 ha hebben; dat bijgevolg de opneming van de nieuwe bebouwingsgebieden ruimschoots wordt gecompenseerd door een gelijkwaardige (en zelfs grotere) omvorming van bestaande bebouwingsgebieden (of gebieden waarvan de inrichting door de gemeente onderworpen is aan overleg) tot gebieden die niet bestemd zijn voor bebouwing, overeenkomstig de bepalingen van artikel 46, § 1, tweede lid, 3° van het "CWATUP";

Inhoud van het gemeentelijk plan van aanleg dat is uitgewerkt met het oog op de herziening van het gewestplan Overwegende dat artikel 48, § 1, lid 1, van het "CWATUP " het volgende bepaalt: "Het gemeentelijk plan van aanleg vult het gewestplan nader aan.";

Overwegende dat binnen de eerste omtrek het plan en de inrichtingsopties een kader bieden voor de ontwikkeling van de industriële economische activiteit en gemengde economische activiteit in afzonderlijke gebieden binnen het bedrijventerrein; dat de inrichtingsopties een kader bieden voor het beheer van percelen, de vestigingen en hun omgeving, het architectonisch ontwerp en materialen, de wijzigingen in het bodemreliëf, de landschappelijke integratiegebieden en groene ruimten, de energiebesparing, de mobiliteit, de toegangen en het parkeren, de technische netten en, in het bijzonder, het beheer van afvalwater en afvloeiend water;

Overwegende dat in het plan en de inrichtingsopties de voorwaarden voor de verbinding van het bedrijventerrein in het bijzonder worden vastgelegd, waarbij wordt gespecificeerd dat : - alle directe toegang tot bedrijven vanaf de N978 is verboden; - de kruising van de "allée des Linaires" en de N978 de belangrijkste beveiligde toegang tot het bedrijventerrein is; - de "allée des Linaires" bijgevolg de hoofdweg wordt, waarop het interne wegennet van het bedrijventerrein wordt aangesloten, terwijl de "rue des Berces" wordt heringericht en een interne weg binnen het bedrijventerrein wordt, die toegang biedt tot bedrijven aan beide zijden;

Overwegende dat de stedenbouwkundige opties ook een kader bieden voor de inrichting van manoeuvreer- en parkeerterreinen om ondoordringbare oppervlakken tot een minimum te beperken en te zorgen voor de integratie van parkeerterreinen in het landschap door middel van beplanting, bomen, struiken en/of bloemenweiden;

Overwegende dat het plan en de inrichtingsopties voorzien in de aanleg van landschappelijke integratiegebieden om de integratie in het landschap van het bedrijventerrein in een landelijke context te bevorderen en ecologische corridors te ontwikkelen; dat de aanplanting van bomen en/of struiken moet zorgen voor een landschappelijke compositiefunctie en de perceptie van constructies moet verzachten, maar ook een betere biodiversiteit moet bevorderen; dat deze bepalingen ook worden aangevuld met andere die gericht zijn op de optimale locatie van technische installaties, opslagplaatsen en/of opslag van materialen en op het verbergen ervan door schermen van vegetatie;

Overwegende dat de inrichting van het bedrijventerrein in zijn geheel rekening houdt met de intrinsieke kwaliteiten van de locatie door voort te bouwen op de bestaande vegetatiestructuren die het beoogt aan te vullen; dat het plan van aanleg met name voorziet in : - het behoud en de versterking van bestaande beboste gebieden, waarvan er één in het centrum van de bestaande bedrijfsruimte ligt en het andere ten westen van de omtrek en het onderwerp is van een herziening van het gewestplan om bestemd te worden als groengebied; - de opneming van de twee percelen met het bestaande bedrijventerrein en het retentiebekken als "gebied voor landschappelijke integratie met recreatiedoeleinden"; - nieuwe aanplantingen van bomen op het bedrijventerrein, met name langs de "Rue des Berces"; - het plaatsen van hagen langs de grenzen van percelen om de bebouwing van de route des Barrages - N978 te begeleiden;

Overwegende dat de inrichtingsopties met betrekking tot de aanplantingen, ruimten voor landschappelijke integratie en de groengebieden dus waarschijnlijk de biologische diversiteit binnen het bedrijventerrein zullen vergroten en de landschappelijke integratie in zijn omgeving zullen bevorderen;

Overwegende dat het plan en de inrichtingsopties bepalen dat de ligging van de volumes, de berijdbare wegen en de inrichting van de nabije omgeving moeten worden aangepast aan het natuurlijke reliëf van de bodem op een zodanige manier dat uitgegraven materiaal en opvulmateriaal zoveel mogelijk worden beperkt;

Overwegende dat de inrichtingsopties pleiten voor de verdichting van bedrijven met het oog op een spaarzaam grondbeheer, de creatie van compacte volumes, waarbij de grondinneming wordt beperkt, en het behoud van de doorlaatbaarheid van de bodem in buitenruimtes;

Overwegende dat de inrichtingsopties een kader bieden voor het beheer van afvalwater en regenwater; dat, voor de uitbreiding van het bedrijventerrein, het regenwaterbeheer zal worden gescheiden van het afvalwater zodat het kan worden gebufferd en met een beperkt debiet op het oppervlaktewater kan worden geloosd; dat al het afvalwater van het bedrijventerrein voortaan zal worden opgevangen door een rioleringsnet dat verbonden is met de openbare waterzuiveringsinstallatie van Walcourt, wat een duidelijke verbetering is ten opzichte van de bestaande situatie;

Overwegende dat het plan en de inrichtingsopties voor de omtrekken 2 tot en met 4 hun volledige oppervlakten bestemmen als landbouw-, natuur- en groengebieden;

Overwegende dat het gemeentelijk plan van aanleg in kwestie derhalve inrichtingsopties bevat met betrekking tot energiebesparing en vervoer, infrastructuren en technische netten, landschap, stedenbouw, architectuur en groene ruimten in overeenstemming met de wettelijke vereisten; dat het tevens kaarten bevat die zijn opgesteld op een schaal van 1/10.000e en waarop de herzieningen van het gewestplan zijn aangegeven; dat het bestemmingsplannen bevat waarin de bestemmingen van het grondgebied, het tracé en een plan van infrastructuren zijn vastgelegd;

Overwegende dat het voldoet aan de eisen van artikel 49 van het CWATUP en een coherente ontwikkeling voorstelt die is aangepast aan de kenmerken van de gebieden en hun respectieve situaties;

Samenhang van het gemeentelijk plan van aanleg met andere documenten die van toepassing zijn op het betrokken grondgebied Overwegende dat artikel 47, derde lid, van het "CWATUP" het volgende bepaalt: "Het gemeentelijk plan van aanleg wordt opgemaakt na onderzoek van het gemeentelijk structuurplan, het stedenbouwkundig en leefmilieuverslag of van het gemeentelijk mobiliteitsplan, indien voorhanden.

Overwegende dat de gemeente Walcourt niet over een gemeentelijk structuurplan beschikt; dat zij haar keuze van de locatie voor een nieuwe bedrijfsruimte derhalve niet kon baseren op een bestaande gemeentelijke inrichtingsoptie;

Overwegende dat het project voldoet aan punt V.2. "Anticiperen op economische ontwikkelingsbehoeften en zorgen voor de voorwaarden voor bedrijfsontwikkeling" bij de uitvoering van dit ruimtelijk ontwikkelingsplan en meer specifiek in punt V.2.D. "Een gunstig vestigingsklimaat voor bedrijven creëren;

Overwegende dat het ook voldoet aan punt VII.2. Het natuurlijk erfgoed beschermen en ontwikkelen in het kader van een duurzaam ontwikkelingsbeleid van het Waalse Gewest » voor zover het voorziet in verschillende herbestemmingen als groengebied en natuurgebied met als doel de biologische kwaliteiten van de betrokken percelen te behouden;

Overwegende dat het gemeentelijk plan van aanleg "Uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès" deel uitmaakt van het kader en de visie van het ruimtelijk ontwikkelingsplan dat op 23 april 2024 door de Waalse Regering werd goedgekeurd en op 1 augustus 2024 in werking is getreden; dat het in het bijzonder aan de volgende gewestelijke doelstellingen voldoet: - SA3 "Anticiperen op de economische behoeften met het oog op duurzame ontwikkeling en een spaarzaam grondgebruik » voor zover het Wallonië nieuwe ruimten biedt om aan de economische behoeften te voldoen en tegelijk de activiteiten en banen op één site concentreert, wat bijdraagt tot een spaarzaam grondgebruik; in zoverre de inrichtingsopties bepalen dat het principe van zuinig grondgebruik de afbakening van de percelen moet regelen volgens de economische behoeften van de bedrijven; dat een zekere verdichting van de bedrijven noodzakelijk is om elke vestiging te optimaliseren en een optimaal beheer van de ruimten te bevorderen; - SA6 « Het natuurlijke, culturele en landschappelijke erfgoed versterken en beschermen tegen de directe en indirecte druk door de bebouwing" voor zover het voorziet in het behoud en de versterking van de bestaande beboste gebieden in de omgeving van het bedrijventerrein en de bestemming van een daarvan als groengebied; voor zover ook de meerderheid van de percelen binnen de omtrekken 2, 3 en 4 opnieuw worden bestemd als groengebied en natuurgebied om hun biologische kwaliteiten te behouden; » Overwegende dat er een intergemeentelijk mobiliteitsplan (PICM, Franse afkorting) is opgesteld tussen de gemeenten Florennes, Gerpinnes en Walcourt; dat dit plan in zijn eindverslag uit 2007 voorstellen heeft gedaan met betrekking tot twee varianten om de toegang tot het bedrijventerrein vanaf de N978 te regelen, namelijk de aanleg van een rotonde of een gewoon kruispunt;

Overwegende dat op 11 september 2013 een provinciale verkeersveiligheidscommissie heeft plaatsgevonden, samengesteld uit de diensten van de Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Infrastructuren, de politie, de gemeente en het BEP, om te beoordelen welke infrastructuur het meest geschikt zou zijn; dat de mogelijkheid om een rotonde te ontwikkelen toen is uitgesloten; dat de Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Infrastructuren - Directie Wegen sindsdien het kruispunt Allée des Linaires/N978/rue Saint-Donat heeft heringericht om de capaciteit ervan te verhogen en het risico op ongevallen te verminderen door de zichtbaarheid te verbeteren;

Overwegende ten slotte dat het project in overeenstemming is met artikel 1 van het CWATUP (Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, Stedenbouw en Erfgoed) en in het bijzonder met het principe van spaarzaamgrondbeheer, met name omdat in de opties het principe van spaarzaamgrondbeheer is opgenomen bij de afbakening van het perceel, grondgebruikscoëfficiënten zijn vastgesteld, concentratie van de infrastructuren wordt aanbevolen of compacte volumes worden voorgestaan die de grondinneming beperken;

Procedure Overwegende dat artikel 50, § 1, lid 1, van het CWATUP hetvolgende bepaalt: "De gemeenteraad kiest onder de krachtens artikel 11 erkende personen de privaat- of publiekrechtelijke natuurlijke of rechtspersonen die het gemeentelijk voorontwerpplan moeten opmaken";

Overwegende dat BEP Expansion Economique de ontwerper van het gemeentelijke plan van aanleg is en door de gemeenteraad van Walcourt aangewezen is, die over de vereiste vergunning beschikt;

Overwegende dat artikel 50, § 2, van het CWATUP bepaalt: "De gemeenteraad beslist over de opstelling van een gemeentelijk plan van aanleg en keurt het voorontwerp ervan goed, dat vastgesteld is op grond van een analyse van de feitelijke en de rechtstoestand, meer bepaald van de omtrekken bedoeld in dit Wetboek of andere wetgevingen.

Hij laat een milieueffectenrapport opstellen waarvan hijzelf de omvang en de mate van nauwkeurigheid van de inhoud bepaalt welke betrekking heeft op: 1° een samenvatting van de inhoud en een omschrijving van de doelstellingen van het voorontwerp van plan, evenals diens verband met andere relevante plannen of programma's;2° de verantwoording van het voorontwerp van plan ten opzichte van artikel 1, § 1;3° de menselijke en milieukenmerken van het betrokken grondgebied en van diens mogelijkheden, evenals de vermoedelijke ontwikkeling van de milieutoestand indien het plan niet ten uitvoer wordt gebracht;4° de milieukenmerken van de gebieden die op een niet te verwaarlozen wijze getroffen zouden kunnen worden;5° de milieuproblemen in verband met het voorontwerp van gemeentelijk plan van aanleg die betrekking hebben op de gebieden die van bijzonder belang zijn voor het milieu zoals de gebieden die aangewezen zijn overeenkomstig de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG;; 6° de milieuproblemen die betrekking hebben op de gebieden waarin zich bedrijven zouden kunnen vestigen die een hoog risico inhouden voor de personen, de goederen of het milieu in de zin van de Richtlijn 96/82/EG of indien het voorontwerp van het plan in de opneming voorziet van gebieden die bestemd zijn als woongebieden, evenals van gebieden of infrastructuren die door het publiek worden bezocht en zich in de nabijheid van zulke bedrijven bevinden;7° de relevante doelstellingen ter zake van de milieubescherming en de wijze waarop zij in overweging worden genomen in het kader van de opmaak van het plan;8° de vermoedelijke niet te verwaarlozen milieueffecten, namelijk de secundaire, cumulatieve, synergische effecten, de effecten op korte, middellange en lange termijn, de permanente en tijdelijke, zowel positieve als negatieve effecten, daarbij inbegrepen de biologische diversiteit, de bevolking, de menselijke gezondheid, de fauna, de flora, de bodem, het water, de lucht, de klimaatfactoren, de materiële goeden, het cultureel erfgoed daarbij inbegrepen het architectonisch en archeologisch erfgoed, de landschappen en de interacties tussen bedoelde factoren;9° de impact op de land- en bosbouwbedrijvigheid;10° de maatregelen die ten uitvoer gebracht dienen te worden om de negatieve effecten bedoeld onder 8° en 9° te voorkomen, te verminderen of op te heffen; 10bis° de compensaties voorgesteld door de Regering overeenkomstig artikel 46, § 1, lid 2, 3° ; 11° het voorstellen van mogelijke alternatieven en de verantwoording ervan al naar gelang van de punten 1° tot en met 10° ;12° een omschrijving van de gekozen evaluatiemethode en van de voorgekomen problemen;13° de maatregelen die in acht worden genomen om te zorgen voor de opvolging van de tenuitvoerlegging van het gemeentelijk plan van aanleg;14° een niet-technische samenvatting van bovenbedoelde informaties. De gemeenteraad legt de ontwerp-inhoud van het verslag over de leefmilieu-effecten, alsmede het voorontwerp van plan, ter advies voor aan de gemeentelijke commissie of, zoniet, aan de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire", aan de "'Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" en aan de personen en instanties die hij nodig acht te raadplegen. De ontwerp-inhoud van het milieueffectrapport, alsmede het voorontwerp van plan, worden ter advies voorgelegd aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu ofwel indien het voorontwerp van plan een gebied inhoudt dat bestemd is voor de vestiging van inrichtingen die een hoog risico vormen voor personen, goederen of het leefmilieu in de zin van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning, ofwel indien het voorziet in plaatsen die door het publiek worden bezocht of in de opneming van gebieden bedoeld in artikel 25, lid 2, gelegen in een kwetsbaar gebied bedoeld in artikel 136bis, § 1, of, zoniet, rondom dergelijke inrichtingen voor zover ze het risico zouden kunnen verhogen op zware ongevallen of er de gevolgen van zouden kunnen verergeren. De adviezen hebben betrekking op de omvang en de nauwkeurigheid van de gegevens die het verslag dient te bevatten. De adviezen worden binnen de dertig dagen overgemaakt. Zoniet worden ze gunstig geacht. [...]";

Overwegende dat de gemeenteraad van Walcourt in zijn beraadslaging van 27 januari 2014: - het voorontwerp van het gemeentelijke plan van aanleg "PAE de Chastrès - Uitbreiding" heeft goedgekeurd; - de ontwerp-inhoud van het milieueffectrapport (MER) heeft vastgesteld, gewijzigd door de opmerkingen van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling van 15 januari 2014; - de aandacht van de projectontwerper op de volgende twee punten heeft gevestigd: * bezorgdheid over de praktische problemen en overlast die zouden kunnen ontstaan als al het verkeer zou worden omgeleid naar de allée des Linaires door de op- en afrit van de rue des Berces naar de N978 af te sluiten, zoals beschreven in de analyse van de juridische en feitelijke situaties; * wenst dat de maximale hoogte van gebouwen in de gemengde bedrijfsruimte wordt beperkt tot 8 meter, gemeten tussen het natuurlijke bodemniveau en het bovenste deel van de gevels, met inbegrip van de acroterie, in plaats van 10 meter, zoals bepaald in de opties en voorschriften; - heeft besloten om het ontwerp van het MER voor advies te sturen naar de "Conseil wallon pour l'environnement et le développement durable (CWEDD)" (Waalse milieuraad voor de duurzame ontwikkeling), de "Commission régionale d'aménagement du territoire (CRAT)" (Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening) en de "Direction Générale Opérationnelle de l'Agriculture" (Operationeel Directoraat-generaal Landbouw);

Overwegende dat de "Conseil wallon de l'environnement pour le développement durable" (CWEDD) en de "Direction Générale Opérationnelle de l'Agriculture" hebben geen advies uitgebracht binnen de vereiste termijn; dat hun advies wordt derhalve geacht standaard gunstig te zijn;

Overwegende dat de "Commission régionale d'aménagement du territoire (CRAT)" van haar kant op 13 maart 2014 een gunstig advies heeft uitgebracht over de ontwerp-inhoud van het MER, luidend als volgt: - "De Commissie is van mening dat, op basis van het uittreksel uit de notulen van de Gemeenteraad van Walcourt van 27 januari 2014 en de bijbehorende bijlage met betrekking tot de inhoud en de vorm van het MER, de ontwerp-inhoud van het MER in overeenstemming is met artikel 50 $2 van het CWATUP, op voorwaarde dat de volgende twee punten worden aangepakt: * de vermoedelijke ontwikkeling van de milieutoestand indien het plan niet ten uitvoer wordt gebracht; * het in aanmerking nemen van de impact op bosbouwbedrijvigheid; - Deze verschillende punten moeten formeel worden opgenomen in de inhoud van het MER. Het is aan dit laatste om te beslissen of ze irrelevant zijn of dat ze aan een grondige beoordeling moeten worden onderworpen; - De Commissie verbaast zich erover dat de gemeente de opsteller van het MER heeft gevraagd om de maximale hoogte van gebouwen in de gemengde bedrijfsruimte te beperken tot 8 meter in plaats van 10 meter, zoals in de opties en voorschriften vermeld; zij was van mening dat een hoogte van 10 meter de grondinneming van toekomstige gebouwen in de betreffende ruimte zou optimaliseren en daarom heeft aan om in het MER de gevolgen van deze maatregel voor het project te verifiëren voor wat betreft het ontvangen van toekomstige bedrijven";

Overwegende dat de definitieve inhoud van het milieueffectrapport dat door de Gemeenteraad van Walcourt in zijn beraadslaging van 30 maart 2015 is vastgesteld, de opmerkingen van de "Commission régionale d'aménagement du territoire (CRAT)" bevat en voldoet aan de verwachtingen van het ministerieel besluit van 27 februari 2012Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 01/03/2012 numac 2012011066 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot vaststelling voor het jaar 2012 van de begindatum van het examen voor inschrijving in het register van erkende gemachtigden bedoeld in artikel 60, § 1, 7°, van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien en van de begindatum van de bekwaamheidsproef bedoeld in artikel 19ter van het koninklijk besluit van 24 oktober 1988 betreffende de samenstelling en werking van de Commissie tot erkenning van de gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien en de inschrijving en doorhaling in het register van de erkende gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 06/03/2012 numac 2012011102 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot erkenning van een door een beheersvennootschap aangewezen persoon, in toepassing van artikel 74 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 08/03/2012 numac 2012011106 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst van vestigingseenheden van een erkend Ondernemingsloket type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 06/03/2012 numac 2012011101 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende inschrijving in het register van erkende gemachtigden met toepassing van artikel 63 van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012024105 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een plaatsvervangend lid van het Comité voor het toekennen van het Europese milieukeurmerk type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 07/03/2012 numac 2011011428 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende aanstelling van de ambtenaren die ermee belast zijn de daders van inbreuken op de wet van 28 augustus 2011 betreffende de bescherming van de consumenten inzake overeenkomsten betreffende het gebruik van goederen in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, doorverkoop en uitwisseling, de minnelijke schikking bedoeld in artikel 28 voor te stellen, en de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op deze wet belast zijn type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 05/03/2012 numac 2012011099 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een effectief lid van de Hoge Raad voor Normalisatie sluiten;

Overwegende dat een milieueffectrapport (MER) door het bureau "Aménagement S.C." wordt afgewerkt en in augustus 2015 wordt ingediend;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening (voorheen "CRAT" - gewestelijke commissie ruimtelijke ordening) op 24 september 2015 een gunstig advies heeft uitgebracht over het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg en bijbehorend MER;

Overwegende dat de Gemeenteraad van Walcourt, op 30 mei 2016, beslist heeft om aan de Minister van Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Leefmilieu de wijziging te vragen van het ministerieel besluit van 27 februari 2012Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 01/03/2012 numac 2012011066 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot vaststelling voor het jaar 2012 van de begindatum van het examen voor inschrijving in het register van erkende gemachtigden bedoeld in artikel 60, § 1, 7°, van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien en van de begindatum van de bekwaamheidsproef bedoeld in artikel 19ter van het koninklijk besluit van 24 oktober 1988 betreffende de samenstelling en werking van de Commissie tot erkenning van de gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien en de inschrijving en doorhaling in het register van de erkende gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 06/03/2012 numac 2012011102 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot erkenning van een door een beheersvennootschap aangewezen persoon, in toepassing van artikel 74 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 08/03/2012 numac 2012011106 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst van vestigingseenheden van een erkend Ondernemingsloket type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 06/03/2012 numac 2012011101 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende inschrijving in het register van erkende gemachtigden met toepassing van artikel 63 van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012024105 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een plaatsvervangend lid van het Comité voor het toekennen van het Europese milieukeurmerk type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 07/03/2012 numac 2011011428 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende aanstelling van de ambtenaren die ermee belast zijn de daders van inbreuken op de wet van 28 augustus 2011 betreffende de bescherming van de consumenten inzake overeenkomsten betreffende het gebruik van goederen in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, doorverkoop en uitwisseling, de minnelijke schikking bedoeld in artikel 28 voor te stellen, en de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op deze wet belast zijn type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 05/03/2012 numac 2012011099 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een effectief lid van de Hoge Raad voor Normalisatie sluiten voor de rectificatie van de kaart 1/3 met de nieuwe bestemmingen voorzien in het gewestplan in bijlage, om te bevestigen dat de industriële bedrijfsruimte zich uitstrekt tot aan de "route des Barrages" in het oorspronkelijke gewestplan;

Overwegende dat de gedelegeerde ambtenaar van de externe directie van Namen op 17 februari 2017 een gunstig advies heeft uitgebracht over het voorontwerp van het gemeentelijke plan van aanleg (herzien op grond van de aanbevelingen van het MER), onder voorbehoud van het in aanmerking nemen van bepaalde opmerkingen met betrekking tot: - de rectificatie van het gewestplan en het tracé van de N978 ; - de opties en vereisten;

Overwegende dat het ministerieel besluit van 2 maart 2017 tot rechtzetting van het verkeerde tracé van de N978 en tot wijziging van een kaart 1/3 gevoegd bij het ministerieel besluit van 27 februari 2012Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 01/03/2012 numac 2012011066 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot vaststelling voor het jaar 2012 van de begindatum van het examen voor inschrijving in het register van erkende gemachtigden bedoeld in artikel 60, § 1, 7°, van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien en van de begindatum van de bekwaamheidsproef bedoeld in artikel 19ter van het koninklijk besluit van 24 oktober 1988 betreffende de samenstelling en werking van de Commissie tot erkenning van de gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien en de inschrijving en doorhaling in het register van de erkende gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 06/03/2012 numac 2012011102 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot erkenning van een door een beheersvennootschap aangewezen persoon, in toepassing van artikel 74 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 08/03/2012 numac 2012011106 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst van vestigingseenheden van een erkend Ondernemingsloket type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 06/03/2012 numac 2012011101 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende inschrijving in het register van erkende gemachtigden met toepassing van artikel 63 van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012024105 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een plaatsvervangend lid van het Comité voor het toekennen van het Europese milieukeurmerk type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 07/03/2012 numac 2011011428 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende aanstelling van de ambtenaren die ermee belast zijn de daders van inbreuken op de wet van 28 augustus 2011 betreffende de bescherming van de consumenten inzake overeenkomsten betreffende het gebruik van goederen in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, doorverkoop en uitwisseling, de minnelijke schikking bedoeld in artikel 28 voor te stellen, en de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op deze wet belast zijn type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 05/03/2012 numac 2012011099 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een effectief lid van de Hoge Raad voor Normalisatie sluiten tot machtiging van de uitwerking van het gemeentelijke plan van aanleg "Uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès" in Walcourt, met het oog op de herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin (bladen 52/4 en 52/8);

Overwegende dat sommige andere opmerkingen van de gemachtigd ambtenaar uitsluitend betrekking hadden op het uitbreidingsproject van het bedrijventerrein aan de westzijde, dat uiteindelijk niet in aanmerking werd genomen; dat de opmerkingen die van toepassing konden zijn op de uitbreiding van het bedrijventerrein aan de oostzijde daarentegen wel in aanmerking werden genomen in het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg, namelijk dat: - de inrichtingsopties met betrekking tot de wijzigingen in het bodemreliëf zijn geharmoniseerd tussen de gemengde bedrijfsruimte en de industriële bedrijfsruimte; - op het gebied van het architectonisch ontwerp werd gespecificeerd dat onder "grote gebouwen" werd verstaan de gebouwen met een lengte van meer dan 20 m; - de toestemming voor de aanleg van een merloen in de dicht beboste ruimte voor landschappelijke integratie is opgeheven;

Overwegende dat artikel 51, § 1, van het CWATUP hetvolgende bepaalt: "Op grond van een analyse van de feitelijke en de rechtstoestand en na advies van de gemachtigde ambtenaar keurt de gemeenteraad het ontwerp van het gemeentelijk plan van aanleg voorlopig goed, samen met, in voorkomend geval, het milieueffectenverslag en belast er het college van burgemeester en schepenen mee bedoeld ontwerp aan een openbaar onderzoek te onderwerpen overeenkomstig artikel 4";

Overwegende dat de Gemeenteraad van Walcourt, op 29 mei 2017, het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg en het dienovereenkomstige milieueffectrapport voorlopig heeft goedgekeurd, en opdracht heeft gehouden aan het Gemeentecollege om de administratieve procedures uit te voeren, in het bijzonder die met betrekking tot het openbaar onderzoek;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 4 van het Wetboek, het gemeentelijke plan van aanleg voor openbaar onderzoek is voorgelegd van 16 augustus 2017 tot 14 september 2017, met een openbare informatiebijeenkomst gehouden op 7 september 2017;

Overwegende dat binnen de in de procedure vastgestelde termijnen 41 brieven met bezwaren of opmerkingen zijn ontvangen; dat deze brieven 4 verzoekschriften bevatten met respectievelijk 138, 144, 29 en 28 handtekeningen;

Overwegende dat uit de opmerkingen die tijdens de openbaar onderzoek worden gemaakt, bleek dat de geplande uitbreiding van het bedrijventerrein aan de westzijde een aantal nadelen met zich meebracht: - insluiting van woningen gelegen aan de N978 en mogelijke overlast ten opzichte van deze laatste; - impact voor de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit van het dorp Pry; - helling van het terrein; - dwingende stedenbouwkundige vorm met bochtige en doodlopende wegen, onregelmatige percelen en ongecoördineerde inplanting van gebouwen; - schade aan gebieden die rijker zijn aan biodiversiteit (bossen, toevluchtsoorden hagen, vochtig gebied van de dalweg); - nabijheid van een karstgebied (verdwijngat); - ...;

Overwegende dat artikel 51, § 3, van het CWATUP bepaalt: "Het dossier bevattende het ontwerpplan wordt met het verslag bedoeld in paragraaf 1, de bezwaren, opmerkingen, notulen en adviezen binnen acht dagen na afloop van het openbaar onderzoek door het college van burgemeester en schepenen ter advies aan de gemeentelijke commissie of, bij ontstentenis, de gewestelijke commissie en aan de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" voorgelegd, evenals aan de andere personen en instanties en aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu indien bedoelde personen, instanties en bestuur zijn geraadpleegd in toepassing van artikel 50, § 2, tweede lid.

De adviezen worden binnen zestig dagen na het verzoek van het college van burgemeester en schepenen overgemaakt; bij ontstentenis worden ze geacht gunstig te zijn";

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening (voorheen CRAT) op 13 oktober 2017 een gunstig advies heeft uitgebracht over het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg en het milieueffectrapport van goede kwaliteit heeft geacht, waarbij met name de kwaliteit van de analyse van het alternatief werd gewaardeerd;

Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu (voorheen "CWEDD") op 14 november 2017 heeft beoordeeld dat het MER aan de bepalingen van artikel 50, § 2, van het CWATUP voldeed en een gunstig advies heeft uitgebracht over het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg onder voorbehoud van het in aanmerking nemen van opmerkingen betreffende: - de locatie van het stormbekken; - compensatie voor het oppervlakteverlies in landbouwgebied; - de toegelaten activiteiten in de gemengde bedrijfsruimte;

Overwegende dat artikel 51, § 4, van het CWATUP bepaalt: "Binnen de volgende vijfenveertig dagen (na het openbaar onderzoek), neemt de gemeenteraad kennis van het volledige dossier. Hij kan ofwel het gemeentelijke plan definitief aannemen ofwel beslissen het te wijzigen. In het laatste geval wordt, behalve indien de besloten wijziging van gering belang is, overgegaan tot een nieuw openbaar onderzoek overeenkomstig artikel 4";

Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 22 februari 2021: - tot instemming met een verdere studie waarin met name de voor- en nadelen van het oostelijke alternatief worden onderzocht in relatie tot het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg voor de uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès; - tot aanwijzing van het bureau "Aménagement S.C." om het dossier aan te passen en het MER aan te vullen met het oostelijke alternatief; - tot mededeling van zijn beslissing aan BEP;

Overwegende dat het aanvullende MER betrekking had op een alternatief voor uitbreiding aan de oostzijde die werd herzien ten opzichte van dat bestudeerd in het MER dat het project in 2017 begeleidde; dat dit laatste de aanbevelingen, adviezen, op- en aanmerkingen bevat die tijdens de procedure zijn verzameld (aanbevelingen van het MER 2015, advies van de gemachtigd ambtenaar in 2017, opmerkingen tijdens het openbaar onderzoek en adviezen van de beleidsgroepen) ;

Overwegende dat in het aanvullende MER, dat in maart 2022 is afgerond, op basis van 28 analysecriteria wordt tot de conclusie gekomen dat het nieuw alternatief voor uitbreiding ten oosten van het bestaande bedrijventerrein beter scoort; dat dit onder andere zeer positieve effecten heeft op: - de fysieke structuur, dankzij de afstand tot het karstgebied (verdwijngat) en de mogelijkheid om een vrijwel vlak terrein uit één stuk te hebben, met een zachte, regelmatige en doorlopende helling (beperking van de uitgegraven materiaal/opvulmateriaal); - de biodiversiteit dankzij: * het behoud van een groot bosgebied tussen de "allées des Plantains" en "J-F Kennedy"; * de herziening, aan de westelijke grens van de perimeter, van 0,53 ha van de industriële bedrijfsruimte en 0,28 ha van het landbouwgebied in groengebied om het bestaande bosgebied te behouden en zo volledig in verbinding en ongehinderd te laten staan met het landbouwgebied; - het waterbeheer door de hoeveelheid helder water in het bestaande gecombineerde rioolsysteem van het bedrijventerrein te verminderen, zodat al het afvalwater naar de openbare waterzuiveringsinstallatie kan worden gestuurd;

In aanmerking nemend dat, volgens deze zelfde analyse, het alternatief eerder negatieve of negatieve effecten heeft voor slechts 7 van de 28 criteria, namelijk: - negatief effect: verlies van iets meer landbouwgrond voor 2 landbouwers dan voor het project van 2017; - eerder negatief effect, maar dit moet worden genuanceerd met betrekking tot het project van 2017: * het feit dat de verloren landbouwgrond van goede kwaliteit zijn; * minder grondwateraanvulling, maar marginaal en vergelijkbaar met het project van 2017; * een toename van vervuilende emissies, maar dit kan niet los worden gezien van een uitbreiding; * een toename van energieverbruiken, maar dit kan niet los worden gezien van een uitbreiding; * een verlies aan biodiversiteit, maar minder dan het project van 2017, aangezien de perimeter in dit opzicht slecht is; * het verlies van uitzicht op het platteland in het noorden voor de huizen ten zuiden van de N978, dat wil zeggen 4 bewoners aan de hoofdweg en een paar huizen aan het begin van de "Rue du Vertia", maar met een minder grote impact dan het project van 2017;

Overwegende dat het aanvullende MER tot de conclusie komt dat het nieuwe alternatief voor uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein naar het oosten zonder twijfel aan te bevelen is ten opzichte van het project uit 2017, dat voorzag in deze uitbreiding naar het westen;

Overwegende dat het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg vervolgens is aangepast in overeenstemming met dit alternatief en de aanbevelingen van het aanvullende MER erin zijn verwerkt; dat de opties en vereisten dusdanig zijn aangevuld om: - de kruising van de "allée des Linaires" en de N978 te bevestigen als de belangrijkste beveiligde toegang tot het bedrijventerrein; - de kruising tussen de N978 en de "rue des Berces" herin te richten en veiliger te maken; - de lichtvervuiling door de verlichting van gebouwen en hun omgeving tot een minimum te beperken; - het landschappelijke retentiebekken inrichten om de biodiversiteit te bevorderen; - muurtjes van droge stenen in te richten volgens de aanbevelingen van het gemeentelijk plan voor natuurontwikkeling; - de hoogte van de aanplantingen in de ruimten voor landschappelijke integratie te specificeren;

Overwegende dat ook rekening is gehouden met de aanbevelingen uit het MER 2015 die ook van toepassing zouden kunnen zijn op de oostelijke uitbreiding van het bedrijventerrein, in het bijzonder met betrekking tot: - de aanplantingen; - het beheer van afvalwater en regenwater; - de ontwikkeling van actieve vervoerswijzen; - de vestiging van fotovoltaïsche panelen;

Overwegende dat, wat het effect op de landschapsstructuur betreft, in het aanvullende MER de omtrek wordt onderzocht waarin het bedrijventerrein en het alternatief voor uitbreiding zichtbaar zijn en de landschappelijke impact ervan wordt beoordeeld in termen van vergezichten (gezichtspunten van ver of van nabij), middellange zichten (vanaf een pad, een weg) en korte zichten (aangrenzende locatie); dat, hoewel het effect op de landschapsstructuur inderdaad aanwezig is, het zal worden verzacht door landschappelijke integratiebeplanting;

Overwegende dat, wat de effecten voor het oppervlaktewater betreft, de MER's en de door INASEP uitgevoerde aanvullende onderzoeken hebben geleid tot een beter inzicht van het bestaande net en tot het definiëren van het globale beheer van regenwater en afvalwater waarin voor het gehele bestaande bedrijventerrein en de uitbreiding daarvan moet worden voorzien; dat verschillende instromen van parasitair helder water zijn gelokaliseerd en door het nieuwe netwerk in een afzonderlijk systeem zullen worden beheerd; dat dit het mogelijk zal maken al het afvalwater van het bestaande bedrijventerrein en de uitbreiding daarvan aan te sluiten op de openbare waterzuiveringsinstallatie; dat parallel aan de bestaande pijpleiding, die alleen zal worden gebruikt voor regenwaterbeheer, een nieuwe riool zal worden aangelegd om het afvalwater naar het rioleringssysteem van Pry te transporteren; dat de optie om het afvalwater af te voeren naar de moerriool van DGO1 langs de "route des Barrages" niet haalbaar is, aangezien dit een pijpleiding voor afvloeiend water is die geen verbinding heeft met de openbare waterzuiveringsinstallatie;

Overwegende dat, met betrekking tot het regenwaterbeheer, de aanbevelingen van het MER geleid hebben tot het opleggen van retentiemaatregelen op elk perceel om het water met een beperkt debiet te lozen naar de ontvangende omgeving; dat anderzijds de infiltratiemogelijkheden van het water nog moeten worden gepreciseerd in functie van het objectieve karakter van het karstrisico; dat bij de voorbereiding van het economische verkenningsdossier en de uitvoering van het project een hydrogeologische studie zal worden uitgevoerd om de voor het waterbeheer vereiste ontwikkeling te begeleiden, zowel voor openbaar (wegen, groenvoorzieningen) als privé (binnen bedrijfskavels) beheer; dat de dimensionering van het retentiebekken dat gepland is op het laagste punt van de uitbreiding (noordelijke punt) ook zal worden uitgevoerd in het kader van het economische verkenningsdossier, volgens de aanwijzingen van het INASEP (nog te bepalen lekkage) en zal worden verfijnd door de technische studies voor de uitvoering van de uitbreiding;

Overwegende dat de MER's de toegankelijkheid van het bestaande bedrijventerrein en de uitbreiding ervan hebben geanalyseerd; dat in de aanbevelingen de nadruk wordt gelegd op de noodzaak om het kruispunt Berces/N978 herin te richten; om de maximumsnelheid te beperken tot 70 km/u stroomafwaarts en stroomopwaarts van de kruispunten Berces/N978 en Linaires/N978/St Donat; om de TEC-bediening en het comfort van de halte "Colruyt" op de "rue St Donat" te verbeteren; "Overwegende dat in de algemene richtlijnen van het gemeentelijke plan van aanleg de wegenstructuur van het bedrijventerrein zo is gespecificeerd dat het kruispunt Linaires/N978 de belangrijkste beveiligde toegang tot het bedrijventerrein vormt; dat de "allée des Linaires" de hoofdweg is waarop het interne wegennet van het bedrijventerrein wordt aangesloten, terwijl de "rue des Berces" wordt heringericht en een interne weg binnen het bedrijventerrein wordt, die toegang biedt tot bedrijven aan beide zijden; dat zij ook aangeven dat de afrit naar de N978 via de "rue des Berces" niet de voorkeur verdient en dat dit kruispunt veilig moet worden gemaakt, in combinatie met de "rue du Vertia" en de "rue St Donat" ten zuiden van de N978 en de aanleg van een oversteekvoorziening op de N978; dat de voorstellen waarin de specifieke veiligheidswerken worden gespecificeerd, daarentegen op een later tijdstip in overleg met de Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Insfrastructuur (Directie Wegen) en de Stad moeten worden beoordeeld in het kader van de uitvoering van het project; dat hetzelfde geldt voor de aanbevelingen betreffende de TEC;

Overwegende dat de MER's, door de evolutie van het plan en de opties, enerzijds bepaalde opties hebben gevalideerd en anderzijds hebben geleid tot de aanpassing van andere; dat zij ook aanbevelingen hebben opgeleverd die noch binnen het kader van het plan, noch binnen dat van de opties van het gemeentelijke plan van aanleg vallen; dat zij evenwel kunnen worden bestudeerd in het kader van de uitvoering van de bedrijfsruimte;

Overwegende dat de gemeentelijke overheid in zijn beraadslaging van 30 september 2024 en in de betreffende milieuverklaring uitlegt welke aanpassingen naar aanleiding van deze rapporten zijn doorgevoerd en waarom bepaalde aanbevelingen niet zijn opgevolgd;

Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad van 12 januari 2023: - akte te nemen van het herziene ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg, waarin de nieuwe uitbreidingsomtrek is opgenomen en het ontwerp is verbeterd op basis van de aanbevelingen van het aanvullende MER; - de opties en vereisten van het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg, de plannen voor het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg en de kaarten met voorstellen voor herzieningen van het gewestplan, het MER 2015 en de niet-technische samenvatting daarvan, alsook het aanvullende MER voor advies aan de gemachtigd ambtenaar over te maken;

Overwegende dat de gemachtigd ambtenaar van de Buitendirectie van Namen op 24 maart 2023 een gunstig advies heeft uitgebracht over het gemeentelijke plan van aanleg zoals het werd aangepast volgens de aanbevelingen van het MER;

Overwegende dat de Gemeenteraad van Walcourt, op 27 juni 2023, het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg en het dienovereenkomstige milieueffectrapport voorlopig heeft goedgekeurd, en opdracht heeft gehouden aan het Gemeentecollege om de administratieve procedures uit te voeren, in het bijzonder die met betrekking tot het openbaar onderzoek;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 4 van het CWATUP, het gemeentelijke plan van aanleg, in zijn versie " alternatief naar het oosten", voor openbaar onderzoek is voorgelegd van 1 september 2023 tot 30 september 2023, met een openbare informatiebijeenkomst gehouden op 4 september 2023;

Overwegende dat binnen de in de procedure vastgestelde termijnen 7 brieven met bezwaren of opmerkingen zijn ontvangen;

Overwegende dat de opmerkingen en bezwaren voornamelijk betrekking hebben op de volgende punten: - de opportuniteit van het project voor de uitbreiding van het bedrijventerrein, in het bijzonder met betrekking tot: * andere grondbeschikbaarheden binnen de industriezones van het gewest; * de leegstand van bepaalde gebouwen en de ingebruikneming van percelen binnen het bestaande bedrijventerrein, die niet optimaal lijkt te zijn; * de bijdrage van het uitbreidingsproject van het bedrijventerrein aan de toegenomen bodemverharding van het land, die in strijd wordt geacht met het ruimtelijk ontwikkelingsplan; - de impact van de uitbreiding van het bedrijventerrein op de landbouwactiviteit in het bijzonder: * de opoffering van vruchtbare landbouwgronden die Wallonië nodig zou hebben om een zekere mate van voederautonomie te garanderen; * de impact die het project zal hebben op twee landbouwers in het bijzonder, die respectievelijk 2,3% (+/- 3,5 ha) en 2,9% (+/- 2,40 ha) van hun landbouwbedrijf zullen worden getroffen, en bijgevolg: de eerlijke beoordeling van de kwaliteit van de landbouwgronden die van deze landbouwers zal worden afgenomen; de nodige begeleidende maatregelen voor de getroffen landbouwbedrijven; de toegankelijkheid van het bedrijventerrein en het effect ervan op de mobiliteit, met name: * de bekommernissen dat het bedrijventerrein de veiligheidsproblemen die al bestaan op de "route des Barrages" zal verergeren; * de noodzaak om de toegangen tot het dorp Chastrès, en in het bijzonder het kruispunt "N978/Berces/Saint Donat/du Vertia", herin te richten om het aantal ongevallen te verminderen en alle gebruikers (voetgangers, fietsers, automobilisten en tractoren) in alle veiligheid de N978 te laten oversteken; - het risico van geluidshinder in verband met zwaar vrachtverkeer en de activiteiten van de bedrijven; - de impact van de uitbreiding van het bedrijventerrein voor het overstromingsrisico en de bekommernissen dat dit risico nog groter zal worden door de verhoogde landafdichtingen, rekening houdend met het feit dat de situatie al problematisch is voor een bewoner die stroomafwaarts ligt van het afwateringsnet voor afvalwater en regenwater van het huidige bedrijventerrein; - de impact van de uitbreiding van het bedrijventerrein op de biodiversiteit, in het bijzonder het wenst: * voor met gras overdekte afwateringsparkeerplaatsen te zorgen; * grasstroken tussen de weg en de percelen te onderhouden; * het bestaande publiek park en retentiebekken te behouden als groengebied; - de landschappelijke impact van het bedrijventerrein en de bepalingen in verband met de landschappelijke integratie ervan, met name: * de vrees voor het verlies van het landelijke karakter van het dorp Chastrès en de landschappelijke impact voor het dorp Gourdinne; * de onderbreking van het landschappelijke uitzicht voor de bewoners langs de N978; * de wens om de omtrek van landschappelijke integratie ten westen van het bestaande bedrijventerrein echt effectief te laten zijn, aangezien alle betrokken percelen al zijn verkocht en er al bouwvergunningen zijn verleend; - de impact van het project op het erfgoed, aangezien de uitbreiding van het bedrijventerrein wordt gevestigd op de overblijfselen van de Romeinse weg Bavay-Trêves;

Overwegende dat in de milieuverklaring die als bijlage bij de beraadslaging van de gemeenteraad van Mettet van 30 september 2024 is gevoegd, wordt uitgelegd hoe met de bezwaren rekening is gehouden en waarom de gemaakte keuzes zijn gemotiveerd;

Overwegende dat het "BEP" tijdens de openbare informatiebijeenkomst op 3 juni 2024 heeft bevestigd dat er behoefte is aan 12 tot 15 ha voor economische activiteiten, idealiter gesitueerd als uitbreiding van een bestaand bedrijventerrein om de bestaande faciliteiten te benutten en de milieueffecten van nieuwe gebieden voor economische activiteiten te beperken;

Overwegende ook dat het BEP een goed zicht heeft op mogelijke grondopportuniteiten binnen de bedrijfsparken maar ook daarbuiten; dat het in feite zijn rol is om de verzadiging van de parken te beheren maar ook om het hergebruik van activiteiten aan te moedigen in overeenstemming met de economische behoeften van de bedrijven;

Overwegende dat ontwikkelingsopties die gericht zijn op zuinig grondgebruik en verhoging van de dichtheid van bedrijven zijn opgenomen in het gemeentelijke plan van aanleg (minimale grondgebruikscoëfficiënt van 50%, perceelsindeling gericht op optimalisatie van de ruimte, vermindering van de voorste afstanden, enz;) Overwegende, met betrekking tot de gevolgen van de uitbreiding van het bedrijvenpark op de landbouwactiviteit, dat de gemeenteraad in de milieuverklaring bij de beraadslaging van 30 september 2024 herinnert aan de mechanismen die zullen gelden voor de verwerving van gronden voorafgaand aan de uitvoering van het plan, de analyse van de geleden schade door het milieueffectrapport en de steunmaatregelen voor landbouwers die het "BEP" van plan is in te voeren ;

Overwegende, wat de mobiliteit en de toegang tot het bedrijventerrein betreft, dat in de algemene richtlijnen van het gemeentelijk ontwikkelingsplan staat dat het kruispunt Linaires/N978 de belangrijkste toegang tot het bedrijventerrein zal vormen en dat ook het kruispunt N978/Berces/Saint Donat/du Vertia veilig moet worden gemaakt; dat de verschillende voorstellen waarin de specifieke veiligheidswerken worden gespecificeerd, zullen moeten worden beoordeeld in overleg met de Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Infrastructuren (Directie Wegen) en de stad Walcourt in het kader van de uitvoering van het project; dat de veiligheidsmaatregelen voor alle gebruikers (voetgangers, fietsers, tractoren, lichte en zware voertuigen) zullen worden bestudeerd en uitgevoerd in het kader van de werkzaamheden voor de uitbreiding van het bedrijventerrein; dat de kwestie van de verlaging van de maximumsnelheid tot 70 km/u op de N978 ter hoogte van het bedrijventerrein eveneens zal worden bestudeerd door de Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Infrastructuren (Directie Wegen), in overleg met de Stad ;

Overwegende dat, wat het risico van geluidshinder in verband met de activiteiten van de toekomstige bedrijven betreft, op de vergunningsaanvragen de bepalingen van de milieuwetgeving van toepassing zullen zijn; dat de verleende vergunningen onderworpen zullen zijn aan exploitatievoorwaarden die de naleving van de geldende wetgeving op dit gebied waarborgen; dat de industriële bedrijfsruimte (met mogelijk meer lawaaierige technische installaties en opslag- en manoeuvreerruimten) op enige afstand van woningen zal liggen; dat de ambachtelijke bedrijven in de gemengde bedrijfsruimte ten opzichte daarvan een geluidswal zullen vormen;

Overwegende dat de geluidsimpact van het extra verkeer op de wegen van het bedrijventerrein grotendeels zal worden geabsorbeerd door het achtergrondgeluid van het bestaande verkeer, vooral omdat deze toename in de huidige context als vrij laag wordt beschouwd;

Overwegende, met betrekking tot het overstromingsrisico, dat het gemeentelijk plan van aanleg ontwikkelingsopties bevat met betrekking tot infrastructuren en technische netwerken, alsook stedenbouwkundige voorschriften die bijdragen tot de preventie ervan; dat deze in dit stadium de noodzaak hebben vastgesteld om de bodemafdekking te beperken en retentiemaatregelen te treffen ; dat de infiltratiemogelijkheden daarentegen nog moeten worden gepreciseerd in functie van de aard van de ondergrond; dat hiervoor een hydrogeologische studie is gepland in het kader van de voorbereiding van het economische verkenningsdossier en de uitvoering van het project;

Overwegende dat in 2021 door INASEP een schoonmaak en endoscopie van het bestaande rioleringsnetwerk is uitgevoerd; dat deze een goed inzicht in het bestaande netwerk hebben opgeleverd en verschillende instromen van parasitair helder water hebben geïdentificeerd die het netwerk bij nat weer kunnen overbelasten; dat deze instromen in de toekomst door het nieuwe rioleringsnetwerk in een afzonderlijk systeem zullen worden beheerd; dat bovendien het bestaande stormbekken zal worden hersteld en een extra stormbekken zal worden gebouwd ter hoogte van de uitbreiding van het bedrijventerrein; dat de dimensionering van dit nieuwe retentiebekken en de waterbeheerstructuren zal worden uitgevoerd op basis van de adviezen van de GISER-eenheid en de aanwijzingen van het INASEP met betrekking tot de veronderstellingen en berekeningsmethoden die het meest geschikt zijn voor het project; dat al deze ontwikkelingen a priori het overstromingsprobleem zouden moeten oplossen dat een omwonende tijdens het openbaar onderzoek aan de orde heeft gesteld;

Overwegende dat, wat de impact van het project op de biologische diversiteit betreft, het plan en de opties van het gemeentelijk plan van aanleg een aantal bepalingen bevatten - die hierboven gedetailleerd zijn beschreven - die gunstig zijn voor het behoud en de ontwikkeling ervan; dat het inderdaad de bedoeling is dat de parkeerplaatsen zodanig worden aangelegd dat ondoordringbare oppervlakken tot een minimum worden beperkt en dat ze beplant zullen worden; dat, naar aanleiding van de opmerking die tijdens de openbare hoorzitting is gemaakt, het bestaande park en het retentiebekken ook zijn opgenomen als "gebied voor landschappelijke integratie met recreatiedoeleinden";

Overwegende dat uit de bepalingen van het gemeentelijk plan van aanleg met betrekking tot de landschappelijke integratie van het bedrijventerrein blijkt dat met deze kwestie rekening is gehouden en dat men de impact van het project op de landschapsstructuur zoveel mogelijk wil beperken; dat het binnen de bestaande bedrijfsruimte niet mogelijk is om landschappelijke eisen op te leggen aan reeds gevestigde bedrijven, behalve via de stedenbouwkundige vergunning die ze aanvragen bij hun uitbreiding en/of omschakeling; dat het plaatselijke ontwikkelingsagentschap van de Stad Walcourt echter, in samenwerking met het "BEP", de betrokken bedrijven zal sensibiliseren;

Overwegende dat het dorp Chastrès al vele jaren hinder ondervindt van het bedrijventerrein en dat de uitbreiding ervan naar het oosten weinig invloed zal hebben in de algemene context van het vrij uitgestrekte aangrenzende landbouwplateau; dat het bedrijventerrein en de uitbreiding ervan niet zichtbaar zijn vanuit Gourdinne, gezien de noordelijke heuvelrug langs de plaatsen Petit Tirmont, Grand Tirmont, Sur Tirmont en Campagne de Lailette; dat de ontsluiting van het landschap voor de woningen aan de N978 effectief zal worden verminderd; dat er een landschappelijke integratiezone zal worden gecreëerd langs de N978 om de perceptie van de bedrijfsruimte te verminderen;

Overwegende, vanuit erfgoedoogpunt, dat de mogelijke impact van de uitbreiding van het bedrijventerrein op de overblijfselen van de Romeinse weg Bavay-Trêves zal worden bestudeerd tijdens de voorbereiding van het economische verkenningsdossier en de uitvoering van het project; dat de "Agence wallonne du patrimoine" (Waals Erfgoedagentschap) (AWAP) zal worden geïnformeerd voordat de uitvoeringswerkzaamheden worden uitgevoerd om een gerichte opgravingscampagne te organiseren als dit relevant blijkt;

Overwegende dat artikel 51, § 3, van het CWATUP bepaalt: "Het dossier bevattende het ontwerpplan wordt met het verslag bedoeld in paragraaf 1, de bezwaren, opmerkingen, notulen en adviezen binnen acht dagen na afloop van het openbaar onderzoek door het college van burgemeester en schepenen ter advies aan de gemeentelijke commissie of, bij ontstentenis, de gewestelijke commissie en aan de " Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable " voorgelegd, evenals aan de andere personen en instanties en aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu indien bedoelde personen, instanties en bestuur zijn geraadpleegd in toepassing van artikel 50, § 2, tweede lid.

De adviezen worden binnen zestig dagen na het verzoek van het college van burgemeester en schepenen overgemaakt; bij ontstentenis worden ze geacht gunstig te zijn";

Overwegende dat de Gemeenteraad van de Stad Walcourt op 3 oktober 2023 het advies heeft gevraagd van de volgende instanties: - Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening van de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, sociaal en Milieuraad van Wallonië) ;" - Beleidsgroep Leefmilieu van de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, sociaal en Milieuraad van Wallonië) ;" - INASEP, erkende saneringsinstelling; - Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu - GISER-cel Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu - Directie Landelijke ontwikkeling - Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling, Onderzoek - Departement economische ontwikkeling - Directie handelsvestigingen; - Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Infrastructuren - Directie Wegen van Namen ;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening van de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, sociaal en Milieuraad van Wallonië) op 27 oktober 2023 een gunstig advies heeft uitgebracht over het voorontwerp van herzien gemeentelijk plan van aanleg met het oog op de uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès in oostelijke richting: - Het project is bedoeld om te voorzien in een behoefte aan land voor economische activiteiten in de gemeente; - de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein naar het oosten betekent dat activiteiten en banen op één locatie kunnen worden geconcentreerd, waardoor het gebied zuinig kan worden beheerd; - het verbeterde alternatief biedt meer voordelen dan het oorspronkelijke project (grootte van de percelen, mobiliteit, stormwaterbeheer, enz.); - De Beleidsgroep benadrukt echter het belang van een veilige toegang tot het bedrijventerrein in de Rue des Berces en steunt daarom alle aanbevelingen van de auteur van het MER in dit verband, waaronder met name het vermijden van uitritten voor voertuigen naar de N978 in de Rue des Berces door van deze laatste eenrichtingsverkeer te maken; - wat de voorgestelde planologische compensaties betreft, is de Beleidsgroep van oordeel dat deze passend zijn aangezien zij tot doel hebben de rechtstoestand in overeenstemming te brengen met de bestaande feitelijke toestand en het ontwerp van herzien gemeentelijk plan van aanleg in staat stellen te voldoen aan het evenredigheidsbeginsel bedoeld in artikel 46, § 1er, 3° van het CWATUP. Er worden echter vraagtekens gezet bij de relevantie van het aanwijzen van bepaalde gebieden als natuurgebieden en de mogelijke gevolgen voor het huidige landbouwgebruik; - ten aanzien van de kwaliteit van het milieueffectenrapport is de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening van mening dat het de informatie bevat die nodig is voor de besluitvorming. Hij betreurt echter dat er geen bijgewerkte versie is van het onderzoek naar de behoefte aan economische grond in het betrokken gebied. Tijdens de vergadering werd echter uitgelegd dat de behoeften nog verder waren toegenomen;

Overwegende dat het aandachtspunt mobiliteit in overeenstemming is met de aanbevelingen van het MER en de opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek naar voren zijn gekomen; dat de antwoorden van de gemeenteraad daarom hierboven al zijn beschreven;

Overwegende dat de compensatie-omtrekken nr. 3 en nr. 4 elk een deel omvatten dat momenteel is toegewezen aan een landbouwgebied en dat zal worden herbestemd tot een natuurgebied (2 ha in perceel nr. 3 en 1,3 ha in perceel nr. 4); dat al deze percelen eigendom zijn van de gemeente Walcourt en het statuut hebben van domaniaal natuurreservaat (RND), wat niet zal leiden tot enige vervreemding aan één of meer bestaande landbouwbedrijven, terwijl het statuut van RND het gebruik van deze gronden (weiland) al sterk beperkt; er moet ook worden opgemerkt dat een deel van omtrek nr. 3 dat bestemd is voor openbare diensten en gemeenschapsvoorzieningen zal worden herbestemd voor een landbouwgebied (1,8 ha), zodat er binnen de compensatie-omtrekken per saldo 1,5 ha grond "verloren" gaat voor landbouwactiviteiten, wat de goede werking van de landbouwbedrijven die momenteel de betrokken gebieden bezetten, niet in gevaar zal brengen;

Overwegende dat, zoals hierboven uitgelegd, het BEP bevestigt dat de behoefte aan land voor economische activiteit nog steeds relevant is;

Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu van de Waalse Economische, Sociale en Milieuraad in een advies van 20 november 2023 oordeelde dat het bijkomend MER in overeenstemming is met artikel 50, § 2, van het CWATUP en een voorwaardelijk gunstig advies uitbracht over het ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg met de volgende opmerkingen: - zo snel mogelijk contact opnemen met de betrokken boeren; - voorzien in landschappelijke integratiebeplanting, onder andere om het landschapsbeheer van het bestaande park te verbeteren; - regelmatige bezettingsoverzichten van het bedrijventerrein uitvoeren om het gebruik ervan te optimaliseren en zuinig om te gaan met de beschikbare ruimte; - de kruising N978/Berces/Vertia/Saint-Donat veiliger maken; - maatregelen uitvoeren om de biodiversiteit te ontwikkelen, in samenwerking met het gemeentelijk plan voor natuurontwikkeling (ontwikkeling van het stormbekken, droge stenen muren, etc.); - het waterbeheer in het bestaande bedrijventerrein verbeteren (het rioleringsnetwerk is momenteel samengevoegd); - de moeilijkheid om het verlies van landbouwgrond van goede kwaliteit te compenseren in landbouwgebieden met precies vergelijkbare grond;

Overwegende dat deze opmerkingen overeenstemmen met de opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek zijn gemaakt; dat de antwoorden van de gemeenteraad hierboven reeds zijn beschreven; dat tijdens de opstelling van het gemeentelijk plan van aanleg aanpassingen zijn aangebracht aan het bestemmingsplan om de bezetting van de bedrijfsruimte te optimaliseren en het waterbeheer, de integratie van het project in het landschap en de inachtneming van de biodiversiteit te verbeteren;

Overwegende dat in juli 2021, in aanwezigheid van de gemeente en het BEP, een bijeenkomst is georganiseerd met de eigenaren van de landbouwgronden die worden getroffen door de uitbreiding van het bedrijventerrein aan de oostzijde, teneinde hun het onderzochte project en de gevolgen voor de desbetreffende landbouwbedrijven te presenteren; dat deze bijeenkomst tot doel had hen te informeren, maar ook om geactualiseerde gegevens over de landbouwbedrijven te verzamelen teneinde de gevolgen van het uitbreidingsproject voor de landbouw te kunnen specificeren ; dat bij deze gelegenheid de procedures voor ruimtelijke ordening en economische erkenning zijn toegelicht (waarbij met name de nadruk is gelegd op de mogelijkheid om tijdens de respectieve openbare onderzoeken te reageren) en dat de termijnen voor de mogelijke uitvoering van het project zijn meegedeeld om de landbouwers in staat te stellen oplossingen te bedenken voor het mogelijke verlies van grond;

Overwegende dat het INASEP op 23 oktober 2023 een gunstig advies heeft uitgebracht; dat het er in dit advies op wijst dat de huidige situatie van het rioleringssysteem in de zonering kritiek is, voornamelijk als gevolg van de hervatting van parasitair helder water (afkomstig van een lokale bron, evenals van het hoofdzakelijk agrarische stroomgebied) in het rioleringssysteem, wat de facto leidt tot een zodanige verdunning van huishoudelijk (of industrieel) afvalwater dat het niet wordt hervat in het saneringssysteem voor de openbare zuiveringsinstallatie, maar wordt geloosd in de waterloop; dat, gezien deze ongunstige situatie, de uitbreidingswerkzaamheden van het bedrijventerrein een kans vormen om de situatie te verhelpen; dat de waterbeheervoorzieningen dienovereenkomstig zijn ontworpen;

Overwegende dat INASEP in zijn analyse twijfels uit over het risico van karstvorming en het daaruit voortvloeiende verbod op infiltratie van regenwater in de bodem; dat volgens de intercommunale dergelijke risico's niet zijn vastgesteld, met uitzondering van een gebied dat zich ongeveer 200 meter ten westen van het huidige bedrijventerrein bevindt (verlies-verdwijngat van het Ruisseau de Spy) ; dat het met het oog op toekomstige bouwvergunningen raadzaam zou zijn dit karstrisico te bestuderen en te objectiveren om de mogelijke gevolgen van waterinfiltratie in de bodem te bepalen;

Overwegende dat de GISER-cel van het SPW ARNE op 20 november 2023 onder voorwaarden een gunstig advies heeft uitgebracht, namelijk dat de herziening van het gewestplan moet worden aangevuld met een technische nota op basis van het referentiedocument "Technische aanvullingen die bij het vergunningsaanvraagdossier moeten worden gevoegd - Circulaire met betrekking tot de bouwbaarheid in overstromingsgevoelige gebieden (21 december 2021) - Risico op overstroming door afspoeling" en waarin met name nader wordt ingegaan op: - de maatregelen die zijn genomen om toekomstige constructies te beschermen en de hydraulische continuïteit (bij voorkeur bovenstrooms) van het afvloeiend water van stroomopwaarts naar stroomafwaarts te garanderen zonder dit afvloeiend oppervlak naar naburige eigendommen te verplaatsen of de huidige waterafvoer te veranderen; - de maatregelen voor het beheer van het regenwater in verband met de nieuwe waterdichting (met inbegrip van, als infiltratie niet mogelijk is, het voorzien van een tijdvertraging voordat het water in de ontvangende omgeving wordt geloosd, in overeenstemming met de richtlijnen van de Overkoepelende Groep Overstromingen en de instemming van de beheerder van de ontvangende omgeving);

Overwegende dat, gezien de aanwezigheid van gebieden met overstromingsgevaar (laag tot hoog gevaar) binnen de herzieningsomtrek (uitbreidingsgebied bedrijventerrein en compensatiegebieden), de GISER-cel ook verzoekt om het advies in te winnen van de Provinciale Technische Dienst en de SPW ARNE - Directie onbevaarbare waterlopen;

Overwegende dat met de adviezen van INASEP en de GISER-eenheid rekening zal worden gehouden bij de voorbereiding van het economische verkenningsdossier en de uitvoering van het project; dat een hydrogeologische studie zal worden uitgevoerd om de voor het waterbeheer vereiste ontwikkeling te begeleiden; dat de kwestie van de infiltratie van regenwater in het kader van deze technische studies opnieuw zal worden onderzocht;

Overwegende dat de Directie Landelijke ontwikkeling van SPW ARNE op 20 november 2023 een negatief advies over het project heeft uitgebracht; dat deze directie van mening is dat de projecten voor uitbreiding van de zonering onze landbouw als geheel in gevaar brengen; dat alle aan de landbouw onttrokken oppervlakten productiemiddelen zijn die voor altijd verloren gaan ; dat niet mag worden vergeten dat de landbouwers niet alleen landbouwgrond zullen verliezen, maar ook hun rechten in het kader van hun GLB-verklaring niet meer zullen kunnen doen gelden en dat hun bodembinding zal toenemen, wat deel uitmaakt van de ecoconditionaliteit en dus een voorwaarde is voor het verkrijgen van Europese steun; dat bijgevolg op zijn minst : - aanvullende compenserende maatregelen moeten worden overwegen voor het verwachte nettoverlies aan landbouwgrond: bij deze compenserende maatregelen moet rekening worden gehouden met de realiteit van het betrokken gebied, met name de kwaliteit van de bodem en de geschiktheid voor teelt van de beoogde compenserende grond; - samen met de betrokken landbouwers moet worden nagegaan wat er kan worden gedaan om de feitelijke agrarische geschiktheid van de compenserende grond in kwestie in relatie tot het huidige gebruik ervan (soort gewas) te verbeteren; - de betrokken boeren de tijd moet worden gegeven om oplossingen te vinden voor het verlies van deze gebieden; - aan de landbouwers een vergoeding moet worden toegekend die niet alleen rekening houdt met het verlies van bewerkbare grond, maar ook met de agronomische kwaliteiten van die grond, het verlies van de mogelijkheid van de landbouwer om zijn GLB-rechten op deze grond uit te oefenen en de kosten van de verplichting om het strooivermogen te compenseren om te voldoen aan het bodembindende percentage;

Overwegende dat het compensatiebeginsel zoals uiteengezet in het "CWATUP" geen rekening houdt met de kenmerken van de betrokken percelen of met het idee van grondruil ten gunste van landbouwers die zouden worden getroffen door de herziening van het gewestplan;

Overwegende dat tijdens de bijeenkomst met de eigenaren van de betrokken landbouwgronden in juli 2021 de financiële compensatiemechanismen aan hen zijn toegelicht, die tot doel hebben de vervanging van de grond tegen de prijs van de landbouwgrond mogelijk te maken; dat de schatting van de waarde van de eigendom deel uitmaakt van de economische erkenningsprocedure voor het bedrijventerrein, die parallel aan de GPAH-procedure wordt uitgevoerd; dat bovendien het mechanisme van kosteloze precaire bewoning zal worden aangeboden aan landbouwers die als gevolg van de verwerving van grond voor de uitvoering van het project verlies van hun bedrijf hebben geleden; dat dit mechanisme, dat al vele jaren door het BEP wordt voorgesteld, bestaat uit het aanbieden van onbebouwde grond aan de betrokken landbouwers op basis van een overeenkomst die elk jaar kan worden verlengd; dat de overeenkomst aan de landbouwers wordt aangeboden zodra de wegen, installaties en groenvoorzieningen zijn aangelegd, en dat prioriteit wordt gegeven aan de landbouwer die de grond bezette toen deze werd verworven; dat, als hij geen belangstelling heeft, de grond wordt aangeboden aan naburige bewoners; dat dit mechanisme een interessante overgangsoplossing is om ten minste gedeeltelijk tegemoet te komen aan de problemen van landbouwers met betrekking tot de vervanging van grond die voor hun bedrijf verloren is gegaan, aangezien het hun de tijd geeft om zich om te keren, soms over een periode van vele jaren;

Overwegende dat de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling, Onderzoek - - Directie handelsvestigingen op 23 oktober 2023 een voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht; dat de vestiging van detailhandelszaken binnen het bedrijventerrein volstrekt ongepast zou zijn; dat het derhalve passend is dat de stedenbouwkundige voorschriften betreffende de vestiging van detailhandelszaken strikt worden toegepast; dat deze laatste : - de gemengde bedrijfsruimte opnemen met de afkorting "R.1.1.". waarin wordt bepaald dat detailhandel en persoonlijke dienstverlening zijn uitgesloten, tenzij deze een aanvulling vormen op de activiteiten die in het gebied zijn toegestaan; - de bouw van winkelpanden expliciet verbieden;

Overwegende dat er geen advies is uitgebracht door de Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Infrastructuur - Directie Wegen van Namen; dat het advies derhalve bij verstek gunstig wordt geacht;

Gelet op de brief d.d. 3 mei 2024 van SPW - DGATLP waarin de gemeente wordt geïnformeerd over de onvolledigheid van het ingediende dossier met betrekking tot: - aankondigingen van openbare onderzoeken gepubliceerd in 3 kranten; - de beraadslaging van de gemeenteraad van 22 februari 2021 waarbij wordt ingestemd met de uitvoering van een aanvullende studie waarin met name de voor- en nadelen van het oostelijke alternatief worden onderzocht en waarbij Aménagement S.C. wordt aangesteld om het dossier aan te passen en het MER af te ronden; - de beraadslaging van de gemeenteraad van 12 januari 2023 waarin kennis wordt genomen van het herziene ontwerp van het gemeentelijk plan van aanleg en om het advies van de gemachtigde ambtenaar wordt gevraagd; - 3 kopieën van pagina's 189 tot en met 244 van het MER dat in augustus 2015 is gemaakt (de ontvangen MER's stoppen op pagina 188); - de invoegtoepassingen voor de dossiers "Deel 1: Analyse van de feitelijke en rechtstoestand";

Overwegende dat de gemachtigde ambtenaar er in dezelfde brief op wijst dat de kaart van de nieuwe toewijzingen in het gewestplan "Bedrijfsruimtes en compensatie 1" een materiële fout bevat die moet worden gecorrigeerd; dat zich op deze kaart een zone E bevindt waarvoor een correctie van het gewestplan zou worden gevraagd door het landbouwgebied te veranderen in een industriële bedrijfsruimte ; dat bij ministerieel besluit van 2 maart 2017 de bij het vergunningsbesluit van 27 februari 2012 gevoegde kaart reeds is gecorrigeerd, waarbij is gepreciseerd dat het oorspronkelijk duidelijk de bedoeling was dat de zuidelijke grens van de in het gewestplan opgenomen industriële bedrijfsruimte zou samenvallen met het tracé van de N978 ; dat het bijgevolg op basis van deze kaart die als bijlage bij het besluit van 2 maart 2017 is gevoegd, dat de kaart van de nieuwe bestemmingen in het gewestplan had moeten worden opgesteld; dat bovendien moet worden vastgesteld dat deze "zone E" nergens in de beraadslaging van de gemeenteraad van 25 maart 2024 wordt vermeld; dat ze niet is opgenomen in de oppervlakten en logischerwijze niet het voorwerp uitmaakt van enig planologisch compensatievoorstel; dat het bijgevolg noodzakelijk is om de kaart van de nieuwe bestemmingen in het gewestplan "Bedrijfsruimtes en compensatie 1" te corrigeren en de correctie van deze materiële fout te laten goedkeuren door de Gemeenteraad;

Overwegende dat alle aanvullingen en correcties op 16 mei 2024 zijn verstrekt, met uitzondering van het bewijs van publicatie van de aankondigingen van het openbaar onderzoek in de kranten ;

Overwegende dat inderdaad is vastgesteld dat het van 1 september 2023 tot en met 30 september 2023 georganiseerde openbaar onderzoek niet is aangekondigd in de lokale pagina's van 3 Franstalige dagbladen of, in voorkomend geval, in een gemeentelijk informatieblad of een gratis onder de bevolking verspreide advertentiekrant overeenkomstig artikel 4, 7° van het CWATUP ;

Overwegende dat de procedure derhalve in de fase van het openbaar onderzoek moet worden hervat;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 4 van het Wetboek, het gemeentelijke plan van aanleg voor openbaar onderzoek is voorgelegd van 30 mei 2024 tot 28 juni 2024, met een openbare informatiebijeenkomst gehouden op 3 juni 2024;

Overwegende dat 5 brieven met klachten of opmerkingen zijn ontvangen binnen de in de procedure vastgestelde termijnen; dat 3 daarvan (waaronder een van een landbouwer) identiek zijn aan de brieven die zijn ontvangen in het kader van het in september 2023 georganiseerde openbaar onderzoek; dat 2 andere bezwaarindieners een brief hebben teruggestuurd die bijna identiek was, maar met enkele aanvullende argumenten;

Overwegende dat de aanvullende argumenten die zijn ontwikkeld als onderdeel van dit nieuwe openbare onderzoek betrekking hebben op : - het verzoek om een voetgangersoversteekplaats met verkeerslichten te installeren op de kruising N978/Berces/Saint Donat/du Vertia; - het verzoek om het bestemminsplan te herzien, zodat de hoofdingang van de bedrijfsruimte in de zuidoostelijke hoek ligt, vóór de Rue des Berces, en niet via de Rue des Berces; - het verzoek om de afbakening van de bouwvrije stroken met betrekking tot de N978 uit het plan te schrappen, aangezien dit een doublure is met de geldende regelgeving; - de noodzaak om het bestaande publiek park duurzaam te maken; - het verzoek om het gewestplan te herzien met betrekking tot de 4 woningen aan de N978, ten westen van het bedrijventerrein, zodat ze worden opgenomen in het landelijk woongebied en niet langer in het landbouwgebied;

Overwegende dat het bestemmingsplan van het gemeentelijk plan van aanleg niet de precieze uit te voeren veiligheidswerken kan vastleggen, maar alleen de ontwikkelingsmogelijkheden aangeeft; dat, zoals hierboven uiteengezet, de verschillende voorstellen die de specifieke veiligheidswerken op het kruispunt specificeren, zullen worden bestudeerd in overleg met de Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Infrastructuur (Directie Wegen) en de Stad Walcourt in het kader van de uitvoering van het project;

Overwegende dat het voorstel om de hoofdingang van het bedrijventerrein te verplaatsen niet is aangenomen, aangezien het probleem vooral betrekking heeft op het uitrijden van voertuigen uit het bedrijventerrein in de richting van de rue des Berces; dat om die reden is gekozen voor de optie om geen voorrang te geven aan de toegang tot de N978 via de rue des Berces en om dit kruispunt veilig te maken teneinde problematische bewegingen te voorkomen; dat volgens de ontwikkelingsopties in het gemeentelijk plan van aanleg het kruispunt Linaires/N978 de belangrijkste veilige toegang tot het bedrijventerrein zal vormen;

Overwegende dat de aanduiding van een bouwvrije strook over het woonperceel grenzend aan het bedrijventerrein is verwijderd om het bestemminsplan niet onnodig te overladen;

Overwegende dat het bestaande park en retentiebekken zijn opgenomen als een "gebied voor landschappelijke integratie met recreatiedoeleinden"; dat de rol van het stormbekken moet worden behouden, maar dat er beplanting kan worden gepland om de biodiversiteit te verbeteren en een extra landschappelijke rol te vervullen;

Overwegende dat voor de bestemmingswijziging van de 4 woningen langs de N978 een nieuwe bebouwbare toewijzing in het gewestplan zou moeten worden gecompenseerd door een niet-stedelijkbaar gebied van gelijke omvang; dat dit nooit tijdens de procedure is bestudeerd en niet aan een effectbeoordeling is onderworpen; dat het dus om een significante wijziging van het project zou gaan waarvoor de procedure in de MER-fase zou moeten worden overgedaan; dat dit in dit stadium door de gemeenteraad niet wordt gewenst;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 51, § 3, van het CWATUP, de Gemeenteraad van de Stad Walcourt op 1 juli 2024, het advies heeft gevraagd van de volgende instanties: - Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening van de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, sociaal en Milieuraad van Wallonië) ;" - Beleidsgroep Leefmilieu van de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, sociaal en Milieuraad van Wallonië) ;" - INASEP, erkende saneringsinstelling; - Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu - GISER-cel Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu - Directie Landelijke ontwikkeling; - Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling, Onderzoek - Departement economische ontwikkeling - Directie handelsvestigingen; - Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Infrastructuren - Directie Wegen van Namen ;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening van de Waalse Economische, Sociale en Milieuraad op 20 september 2024 van oordeel was dat zijn gunstig advies van 27 oktober 2023 nog steeds geldig was en besloot het te herhalen, zonder enige wijziging aan te brengen;

Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu van de Waalse Economische, Sociale en Milieuraad, na onderzoek van de verstrekte informatie, heeft vastgesteld dat het project niet is gewijzigd ten opzichte van de vorige raadpleging en dat de resultaten van het nieuwe openbare onderzoek dat in 2024 is georganiseerd, niet van dien aard zijn dat het advies dat zij op 20 november 2023 heeft uitgebracht, moet worden gewijzigd; dat zij op 16 september 2024 heeft besloten dit voorwaardelijk gunstig advies te herhalen zonder er wijzigingen in aan te brengen;

Overwegende dat het INASEP op 20 september 2024 heeft bevestigd dat het zijn positieve advies van 23 oktober 2023 handhaaft; dat het van mening is dat de nieuwe configuratie van het plaatselijke afwateringsnet zoals voorgesteld in het gemeentelijk plan van aanleg, in combinatie met de preventieve maatregelen die de instroom van helder water in het net beperken, in theorie het overstromingsprobleem zou moeten oplossen waarmee de bewoner te kampen heeft die stroomafwaarts van het afwateringsnet voor afvalwater en regenwater van het huidige bedrijventerrein is gelegen (tenzij deze problemen op het niveau van het eigendom van de burger in kwestie natuurlijk hun oorsprong vinden in een andere bron) ; dat het echter vanzelfsprekend is dat de verschillende waterbeheerinstallaties in de loop van de tijd onderhouden moeten worden, met het risico dat hun goede werking in het gedrang komt, met het waarschijnlijke opnieuw optreden van plaatselijke overstromingen als gevolg;

Overwegende dat de GISER cel van SPW ARNE op 22 juli 2024 onder voorwaarden een gunstig advies heeft uitgebracht, waarin het op 20 november 2023 uitgebrachte advies wordt herhaald, maar waaraan wordt toegevoegd dat in de op te stellen technische notitie ook nadere bijzonderheden moeten worden verstrekt: - Informatie over overstromingen stroomafwaarts (oorzaak(en), waterpeil, herhaling); - de afbakening van een of meer gebieden die uitsluitend bestemd zijn voor afvloeiing, met geen enkele constructie of opslag, zelfs niet tijdelijk, die de afvloeiing zou kunnen belemmeren; - het identificeren van de afvoer(en) voor dit water, rekening houdend met de beperkingen die stroomafwaarts al bekend zijn;

Overwegende dat met de adviezen van INASEP en de GISER-cel rekening zal worden gehouden bij het uitvoeren van aanvullende technische studies in het kader van de voorbereiding van het economische erkenningsdossier en de uitvoering van het project; dat deze studies ons in staat zullen stellen onze kennis van het overstromingsrisico te verbeteren en de nodige waterbeheersmaatregelen te plannen om dit probleem op te lossen;

Overwegende dat de Directie Landelijke Ontwikkeling van SPW ARNE op 5 juli 2024 heeft meegedeeld dat het haar ongunstige advies van 20 november 2023 herhaalt, zonder wijzigingen aan te brengen;

Gelet op het ontbreken van een advies van de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling, Onderzoek - Departement economische ontwikkeling - Directie handelsvestigingen; dat zijn advies daarom standaard gunstig wordt geacht; dat het op 23 oktober 2023 ingediende advies bovendien al gunstig was, mits de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot de locatie van detailhandelsactiviteiten strikt worden toegepast;

Overwegende dat er geen advies is uitgebracht door de Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Infrastructuur - Directie Wegen van Namen; dat het advies derhalve bij verstek gunstig wordt geacht;

Overwegende dat de gemeenteraad in zijn beraadslaging van 30 september 2024, en in het bijzonder in de daarin opgenomen milieuverklaring, op gemotiveerde wijze heeft gereageerd op de opmerkingen die tijdens de verschillende openbare onderzoeken zijn gemaakt en op de adviezen die in de loop van de procedure zijn ingediend; dat hij zijn keuzes daarin heeft gemotiveerd;

Overwegende dat het dossier op 25 november 2024 door de gemachtigd ambtenaar van de Buitendirectie van Namen volledig is verklaard, Overwegende dat artikel 52, van het CWATUP het volgende bepaalt: " § 1 De Regering keurt het gemeentelijk plan van aanleg goed of verwerpt het bij een met redenen omkleed besluit. Zij kan haar goedkeuring afhankelijk stellen van de overlegging van een onteigeningsplan. § 2. Het besluit van de Regering wordt genomen binnen zestig dagen, met ingang van de dag waarop de gemachtigde ambtenaar het volledige dossier in ontvangst neemt. Deze termijn kan bij een met redenen omkleed besluit één keer met dertig dagen verlengd worden. ";

Hieruit volgt dat op grond van voornoemd artikel en bovenstaande overwegingen is voldaan aan de procedure voor de definitieve vaststelling van de documenten;

Bijgevolg, Besluit :

Artikel 1.Het gemeentelijk plan van aanleg "Uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès" in Walcourt, waarvan de voorbereiding met het oog op de herziening van het gewestplan van Philippeville-Couvin, bij ministerieel besluit van 27 februari 2012Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 01/03/2012 numac 2012011066 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot vaststelling voor het jaar 2012 van de begindatum van het examen voor inschrijving in het register van erkende gemachtigden bedoeld in artikel 60, § 1, 7°, van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien en van de begindatum van de bekwaamheidsproef bedoeld in artikel 19ter van het koninklijk besluit van 24 oktober 1988 betreffende de samenstelling en werking van de Commissie tot erkenning van de gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien en de inschrijving en doorhaling in het register van de erkende gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 06/03/2012 numac 2012011102 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot erkenning van een door een beheersvennootschap aangewezen persoon, in toepassing van artikel 74 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 08/03/2012 numac 2012011106 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst van vestigingseenheden van een erkend Ondernemingsloket type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 06/03/2012 numac 2012011101 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende inschrijving in het register van erkende gemachtigden met toepassing van artikel 63 van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012024105 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een plaatsvervangend lid van het Comité voor het toekennen van het Europese milieukeurmerk type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 07/03/2012 numac 2011011428 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende aanstelling van de ambtenaren die ermee belast zijn de daders van inbreuken op de wet van 28 augustus 2011 betreffende de bescherming van de consumenten inzake overeenkomsten betreffende het gebruik van goederen in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, doorverkoop en uitwisseling, de minnelijke schikking bedoeld in artikel 28 voor te stellen, en de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op deze wet belast zijn type ministerieel besluit prom. 27/02/2012 pub. 05/03/2012 numac 2012011099 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een effectief lid van de Hoge Raad voor Normalisatie sluiten werd beslist, wordt goedgekeurd.

Art. 2.De herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin wordt goedgekeurd, in overeenstemming met de plannen van de nieuwe bestemmingen in het gewestplan: de opneming van : - een industriële bedrijfsruimte (ZAEI) van 7,15 ha ten oosten van het bedrijventerrein van Chastrès ; - een gemengde bedrijfsruimte (ZAEM) van 6,2 ha ten oosten van het bedrijventerrein van Chastrès, waarvan de bestemming wordt gespecificeerd door het aanvullend voorschrift "*R.1.1.". waarin wordt bepaald dat activiteiten van detailhandel en persoonlijke dienstverlening zijn uitgesloten, tenzij deze een aanvulling vormen op de activiteiten die in het gebied zijn toegestaan; - twee groengebieden voor een totale oppervlakte van 7,3 hectare`; - twee natuurgebieden voor een oppervlakte van 12 ha ; - een landbouwgebied van 1,7 ha

Art. 3.De Waalse Overheidsdienst Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie zal de stad Walcourt kennis geven van dit besluit.

Namen, 22 januari 2025.

F. DESQUESNES

Titel van het document:	Ministerieel besluit tot goedkeuring van het gemeentelijk plan van aanleg "Uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès" in Walcourt, waarbij het gewestplan Philippeville-Couvin wordt herzien
Url van de betrokken pagina:	https://etaamb.openjustice.be/nl/ministerieel-besluit-van-22-januari-2025_n2025001509
Te verwijderen woorden:
E-mail adres:*
Opmerkingen:*
* Optionele velden

Ministerieel besluit tot goedkeuring van het gemeentelijk plan van aanleg "Uitbreiding van het bedrijventerrein van Chastrès" in Walcourt, waarbij het gewestplan Philippeville-Couvin wordt herzien

Zijn uw gegevens weergegeven op deze pagina?