Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 februari 2016
gepubliceerd op 25 maart 2016

Ministerieel besluit betreffende de uitvaardiging van bepalingen met betrekking voor de oproep 2016 om aanvragen voor investerings- en projectsubsidies voor toeristische hefboomprojecten in te dienen

bron
vlaamse overheid
numac
2016035321
pub.
25/03/2016
prom.
22/02/2016
ELI
eli/besluit/2016/02/22/2016035321/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Internationaal Vlaanderen


22 FEBRUARI 2016. - Ministerieel besluit betreffende de uitvaardiging van bepalingen met betrekking voor de oproep 2016 om aanvragen voor investerings- en projectsubsidies voor toeristische hefboomprojecten in te dienen


De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, Gelet op het decreet van 19 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/03/2004 pub. 29/04/2004 numac 2004035613 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Toerisme Vlaanderen » sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid "Toerisme Vlaanderen", artikel 5, § 1, 2° en 3°, en § 2;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 08/02/2013 numac 2013200569 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende toerismesubsidies sluiten betreffende toerismesubsidies, artikel 4, eerste lid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 november 2015;

Gelet op advies 58.848/1 van de Raad van State, gegeven op 18 februari 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013206869 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene regels inzake subsidiëring sluiten betreffende de algemene regels inzake subsidiëring;

Overwegende de beleidsnota toerisme 2014-2019;

Overwegende de beleidsbrief toerisme 2015-2016, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° investeringssubsidie: een subsidie ter ondersteuning van de investeringen voor een structurele activiteit die een continu en permanent karakter vertoont;2° projectsubsidie: een subsidie ter ondersteuning van de specifieke kosten die voortvloeien uit een activiteit die zowel qua opzet of doelstelling als in tijd kan worden afgebakend;3° hefboomproject: een project dat de vorm kan aannemen van hefboominfrastructuur met investeringssubsidie of van een tijdelijke activiteit met projectsubsidie.Hefboomprojecten hebben als doel om vanuit de positionering van Vlaanderen en zijn deelbestemmingen ten aanzien van de concurrentie, en vanuit de vraag en de verwachting van potentiële bezoekers, het toeristische aanbod in Vlaanderen naar een kwalitatief hoger niveau te brengen. Het is een reden voor de buitenlandse toerist om naar Vlaanderen te komen of om er langer te verblijven en het creëert een duurzaam multiplicatoreffect. Dat laatste houdt in dat dankzij het hefboomproject, als duurzaam effect, meer overnachtingen gerealiseerd worden, die extra omzet en extra werkgelegenheid voor een langere periode genereren. Hefboomprojecten moeten inhoudelijk betrekking hebben op een van drie gedefinieerde impulsprogramma's. Een hefboominfrastructuur met investeringssubsidie is een permanente infrastructuur voor de toerist en omvat het bouwen, verbouwen en inrichten van die permanente infrastructuur.

Geïntegreerde dossiers waarbij hefboominfrastructuur gecombineerd wordt met een deelcomponent projectsubsidie zijn mogelijk. Een evenement kan deel uitmaken van het hefboomproject, maar het kan zelf geen hefboomproject zijn. Alleen onder het impulsprogramma Vlaamse Meesters kunnen evenementen op zich een hefboomproject zijn; 4° meetinginfrastructuur in erfgoedlocaties: de infrastructuur voor het organiseren van internationale meetings en congressen in een historische erfgoedlocatie met een kwalitatieve dienstverlening en moderne technologische en audiovisuele faciliteiten.Die meetinginfrastructuur voldoet aan het driestoelenprincipe en creëert dus voor elke deelnemer een zitplaats in de plenaire ruimte, in een break-outruimte en in een zaal voor de lunch. HOOFDSTUK 2. - Inhoud en doel van de oproep 2016 Afdeling 1. - Thematische en geografische afbakening

Art. 2.De oproep tot het indienen van aanvragen voor toerismesubsidies voor hefboomprojecten in het jaar 2016 heeft betrekking op de volgende drie thematische impulsprogramma's: 1° het impulsprogramma Vlaamse Meesters, met als geografische afbakening het volledige Vlaamse Gewest en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;2° het impulsprogramma kernattracties in de deelbestemmingen als internationale iconen, met als geografische afbakening het volledige Vlaamse Gewest en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;3° het impulsprogramma meetinginfrastructuur in erfgoedlocaties voor de internationale meetingindustrie, met als geografische afbakening het volledige Vlaamse Gewest en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad; Afdeling 2. - Specifieke doelstellingen voor de drie thematische

impulsprogramma's

Art. 3.De hefboomprojecten in het kader van het impulsprogramma Vlaamse Meesters hebben betrekking op: 1° infrastructuur;2° evenementen.

Art. 4.De hefboomprojecten in het kader van het impulsprogramma kernattracties in de deelbestemmingen als internationale iconen hebben betrekking op de infrastructuur.

Art. 5.De hefboomprojecten in het kader van het impulsprogramma meetinginfrastructuur in erfgoedlocaties voor de internationale meetingindustrie hebben betrekking op de infrastructuur. HOOFDSTUK 3. - Termijn, subsidiepercentage en subsidiabele uitgaven Afdeling 1. - Indieningstermijn

Art. 6.Potentiële hefboomprojecten kunnen op zijn vroegst aangemeld worden vanaf 1 maart 2016. De uiterste indieningsdatum voor de aanmeldingen is 31 mei 2016.

Alle aangemelde hefboomprojecten worden beoordeeld door een jury op basis van de beoordelingscriteria. De door de jury gunstig beoordeelde hefboomprojecten vormen, samen met de hefboomprojecten die vermeld zijn in de beleidsnota toerisme in de zin van artikel 2, derde lid van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 08/02/2013 numac 2013200569 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende toerismesubsidies sluiten betreffende toerismesubsidies, de shortlist. Er is één beoordelingsmoment waarop de jury de ingediende aanmeldingen beoordeelt. De jury beraadslaagt hierover in het midden van het jaar.

Alleen voor de hefboomprojecten op de shortlist kan een businessplan worden ingediend. Zodra een hefboomproject op de shortlist is opgenomen, kan op elk moment een businessplan worden ingediend.

Businessplannen die ingediend zijn uiterlijk 31 maart 2016 worden beoordeeld in het voorjaar. Businessplannen die ingediend worden van 1 april 2016 tot en met 1 september 2016 worden beoordeeld in het najaar. Afdeling 2. - Subsidiepercentage en subsidiabele uitgaven

Art. 7.Binnen de begrotingskredieten bedraagt de financiële steun maximaal 60% van de kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring.

Voor de thematische oproep kernattracties in de deelbestemmingen als internationale iconen en voor de thematische oproep meetinginfrastructuur in erfgoedlocaties voor de internationale meetingindustrie komen alleen aanvraagdossiers in aanmerking waarvan de totale kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring, minimaal 1.000.000 euro bedragen. Van dat minimumbedrag kan alleen met een grondige motivering afgeweken worden.

Alleen de kosten die gemaakt zijn na de datum van opname op de shortlist en vóór de einddatum van het hefboomproject, zoals vastgelegd in de subsidiebeslissing, komen voor subsidiëring in aanmerking.

Art. 8.De volgende uitgaven komen in aanmerking voor subsidiëring: 1° de opmaak van het businessplan;2° de infrastructuur: bouwen, verbouwen, inrichten;3° de studies en ontwerpen;4° de personeelskosten voor de realisatie van het hefboomproject en voor de duur van het hefboomproject, waarbij de jaarlijkse loonkosten per vte maximaal het brutomaandloon x 20 bedragen.De factor 20 is een vaste coëfficiënt en omvat het brutojaarloon, de werkgeversbijdrage (RSZ), het wettelijk enkel en dubbel vakantiegeld, en de eindejaarspremie; 5° de digitale en audiovisuele producten ter verhoging van de beleving ter plaatse;6° de vorming van het personeel die rechtstreeks gerelateerd is aan het ingediende hefboomproject;7° de kosten in het kader van kennisdeling;8° de uitgaven voor initiatieven in het kader van toegankelijkheid;9° de ontwikkeling en organisatie van evenementen, voor zover ze gemaakt zijn binnen het thematische impulsprogramma Vlaamse Meesters.

Art. 9.De volgende uitgaven komen in geen geval in aanmerking voor subsidiëring: 1° de investeringen in verblijfsinfrastructuur;2° de aankoop van gronden en gebouwen;3° de restauratiekosten;4° de aankoop of restauratie van collecties;5° de onderhoudswerkzaamheden;6° het personeel dat belast is met de exploitatie van het hefboomproject;7° de investeringen in restaurants, cafés en shops;8° de recupereerbare btw;9° de communicatie en promotie;10° de overheadkosten. HOOFDSTUK 4. - Beoordelingscriteria en adviesprocedures Afdeling 1. - Beoordelingscriteria

Art. 10.De aangemelde hefboomprojecten onder het impulsprogramma Vlaamse Meesters en het impulsprogramma kernattracties in de deelbestemmingen als internationale iconen worden beoordeeld op basis van de volgende criteria: 1° een zekere schaalgrootte hebben: in het geval van een permanente structuur moet het potentieel bezoekersaantal minstens 100.000 per jaar zijn, waarvan minstens 30% buitenlandse bezoekers; 2° een duurzame economische meerwaarde bieden.Dat wil zeggen: a) extra omzet genereren over een periode van minstens vijf jaar in het geval van infrastructuurprojecten;b) extra werkgelegenheid genereren over een periode van minstens vijf jaar in het geval van infrastructuurprojecten;3° kwaliteitsvol zijn.Dat omvat: a) de mate waarin het hefboomproject inspeelt op nieuwe trends;b) de mate waarin het hefboomproject "state of the art" is;c) de mate waarin het hefboomproject familievriendelijk is;4° het merk Vlaanderen versterken.Dat wil zeggen: a) het hefboomproject moet de internationale concurrentiepositie van Vlaanderen als toeristische bestemming en de identiteit van de deelbestemming versterken;b) het hefboomproject moet de reputatie die Vlaanderen wereldwijd via het internationaal merkenbeleid nastreeft, versterken;c) het hefboomproject moet inhoudelijk aansluiten bij de marketingstrategie van Toerisme Vlaanderen;5° internationale aantrekkingskracht hebben.Dat wil zeggen dat het hefboomproject: a) uniek is en een reden biedt om naar Vlaanderen te komen of er langer te verblijven;b) voldoende afgestemd op de behoeften van de internationale toerist. De ingediende businessplannen onder het impulsprogramma Vlaamse Meesters en het impulsprogramma kernattracties in de deelbestemmingen als internationale iconen worden beoordeeld op basis van de criteria, vermeld in het eerste lid, en op basis van het criterium over de kwaliteit van het businessplan en van het hefboomproject, waaronder de volgende zaken worden begrepen: 1° de kwaliteit van het businessplan;2° de kwaliteit van het hefboomproject;3° het aandeel eigen inbreng in de totale financiering van het hefboomproject;4° de mate waarin het hefboomproject startklaar is;5° de mate waarin het hefboomproject haalbaar is.

Art. 11.De aangemelde hefboomprojecten binnen het impulsprogramma meetinginfrastructuur in erfgoedlocaties voor de internationale meetingindustrie worden beoordeeld op basis van de volgende criteria: 1° een bepaalde grootte hebben.Dat wil zeggen: a) de meetinginfrastructuur moet gericht zijn op minstens 150 pax (aantal personen) en dit volgens het driestoelenprincipe;2° een duurzame economische meerwaarde bieden.Dit wil zeggen: a) extra omzet genereren, over een periode van minstens vijf jaar;b) extra werkgelegenheid genereren, over een periode van minstens vijf jaar;3° kwaliteitsvol zijn.Dat wil zeggen: a) de mate waarin het hefboomproject inspeelt op nieuwe trends;b) de mate waarin het hefboomproject "state of the art" is en een unieke uitstraling heeft;c) de mate waarin de erfgoedbeleving in het hefboomproject wordt geïntegreerd;d) de mate waarin het hefboomproject duurzaam is;4° het merk Vlaanderen versterken.Dat wil zeggen dat het hefboomproject: a) de internationale concurrentiepositie van Vlaanderen en de specifieke deelbestemming als topcongres- en topmeetingbestemming moet versterken;b) de reputatie die Vlaanderen wereldwijd nastreeft via het internationaal merkenbeleid moet versterken;c) inhoudelijk moet aansluiten bij de marketingstrategie van Toerisme Vlaanderen;5° internationale aantrekkingskracht hebben.Dat wil zeggen dat het hefboomproject: a) uniek is en een reden biedt om een congres of meeting in Vlaanderen te organiseren;b) voldoende afgestemd op de behoeften van de internationale meetingplanner en -toerist; Er moet voldoende logiescapaciteit in de nabijheid aanwezig zijn.

Voldoende logiescapaciteit betekent minstens 1,5 keer de capaciteit volgens het driestoelenprincipe van de meetinginfrastructuur.

De ingediende businessplannen onder het impulsprogramma meetinginfrastructuur in erfgoedlocaties voor de internationale meetingindustrie worden beoordeeld op basis van de criteria, vermeld in het eerste lid, en op basis van het criterium over de kwaliteit van het businessplan en van het hefboomproject, waaronder de volgende zaken worden begrepen: 1° de kwaliteit van het businessplan;2° de kwaliteit van het hefboomproject;3° het aandeel eigen inbreng in de totale financiering van het hefboomproject;4° de mate waarin het hefboomproject startklaar is;5° de mate waarin het hefboomproject haalbaar is. Afdeling 2. - Adviesorganen

Art. 12.De aangemelde hefboomprojecten binnen elk van de drie thematische impulsprogramma's worden beoordeeld door een jury op basis van de beoordelingscriteria die van toepassing zijn binnen het thematisch impulsprogramma.

De jury geeft advies over welke hefboomprojecten gekozen worden op de shortlist.

De administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen neemt de beslissing over de opname van de hefboomprojecten op de shortlist.

Art. 13.De hefboomprojecten op de shortlist kunnen een businessplan indienen dat beoordeeld wordt door een jury op basis van de beoordelingscriteria die van toepassing zijn binnen de drie thematische impulsprogramma's.

De jury geeft advies over welke hefboomprojecten in aanmerking komen voor subsidie.

Art. 14.De jury voor het thematische impulsprogramma Vlaamse Meesters bestaat uit de volgende publieke en private actoren: 1° een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme.De vertegenwoordiger is de voorzitter van de jury; 2° het afdelingshoofd Bestemmingspromotie van Toerisme Vlaanderen;3° de directeur van het Steunpunt Vakantieparticipatie van Toerisme Vlaanderen;4° twee experten uit de private sector in Vlaanderen met affiniteit voor toerisme;5° drie nationale of internationale experten op het vlak van erfgoed, cultuur, toerisme.

Art. 15.De jury voor het thematische impulsprogramma kernattracties in de deelbestemmingen als internationale iconen bestaat uit de volgende publieke en private actoren: 1° een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme.De vertegenwoordiger is de voorzitter van de jury; 2° het afdelingshoofd Bestemmingspromotie van Toerisme Vlaanderen;3° de directeur van het Steunpunt Vakantieparticipatie van Toerisme Vlaanderen;4° twee experten "kernattracties" uit de private sector in Vlaanderen;5° drie nationale of internationale experten op het vlak van attracties.

Art. 16.De jury voor het thematische impulsprogramma meetinginfrastructuur in erfgoedlocaties voor de internationale meetingindustrie bestaat uit de volgende publieke en private actoren: 1° een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme.De vertegenwoordiger is de voorzitter van de jury; 2° het afdelingshoofd Bestemmingspromotie van Toerisme Vlaanderen;3° de directeur van het Steunpunt Vakantieparticipatie van Toerisme Vlaanderen;4° twee experten uit de private meetingindustrie in Vlaanderen;5° drie nationale of internationale experten uit de meetingindustrie. Brussel, 22 februari 2016.

De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, Ben WEYTS

^