21 DECEMBER 2023. - Ministerieel besluit tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 107, § § 2 en 3 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

De Minister van Zelfstandigen en de Minister van Pensioenen, Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, artikel 30bis, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 mai 2022;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, artikel 107, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2023;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 november 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 7 december 2023;

Besluit :

Artikel 1.In toepassing van artikel 107, § 5, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij het ministerieel besluit van 27 maart 2023, worden de in artikel 107, § § 2 en 3, A en B, eerste tot vierde lid, van het voormeld koninklijk besluit van 22 december 1967 bedoelde jaarbedragen, met ingang van 1 januari 2024, aangepast als volgt: 1° de bedragen van 26.678,00 euro en 21.342,00 euro, bedoeld in paragraaf 2, A, worden respectievelijk gebracht op 28.450,00 euro en op 22.760,00 euro; 2° de bedragen van 9.236,00 euro en 7.389,00 euro, bedoeld in paragraaf 2, C, worden respectievelijk gebracht op 9.850,00 euro en op 7.880,00 euro; 3° de bedragen van 21.505,00 euro en 17.204,00 euro bedoeld in paragraaf 2, D en E, worden respectievelijk gebracht op 22.934,00 euro en op 18.347,00 euro; 4° de bedragen van 21.342,00 euro, 7.389,00 euro, 17.204,00 euro, 4.618,00 euro, 3.694,00 euro, 5.773,00 euro, 4.618,00 euro, 10.752,00 euro, 8.602,00 euro, 5.376, 00 euro en 4.301,00 euro, bedoeld in paragraaf 3, A en B, eerste tot vierde lid, worden respectievelijk gebracht op 22.760,00 euro, op 7.880,00 euro, op 18.347,00 euro, op 4.925,00 euro, op 3.940,00 euro, op 6.156,00 euro, op 4.925,00 euro, op 11.467,00 euro, op 9.174,00 euro, op 5.733,00 euro en op 4.587,00 euro.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Brussel, 21 december 2023.

De Minister van Zelfstandigen, D. CLARINVAL De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX