gepubliceerd op 16 mei 2003
Ministerieel besluit tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 november 2002 betreffende de verwijdering van dierlijk afval en betreffende de inrichtingen voor de verwerking van dierlijk afval
20 MAART 2003. - Ministerieel besluit tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 november 2002 betreffende de verwijdering van dierlijk afval en betreffende de inrichtingen voor de verwerking van dierlijk afval
De Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, Gelet op de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij de ordonnanties van 22 april 1999 en 6 december 2001, inzonderheid op artikel 6, § 1, artikel 13, 1e lid, artikel 15, § 3, en artikel 16;
Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, gewijzigd bij de ordonnanties van 25 maart 1999 en 22 april 1999, inzonderheid op artikel 6, § 1 en de artikelen 78/1 tot 78/7;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 november 2002 betreffende de verwijdering van dierlijk afval en betreffende de inrichtingen voor de verwerking van dierlijk afval, inzonderheid op de artikelen 16, 20 en 30;
Overwegende de overeenkomst betreffende dierlijk afval in de sectoren van vlees en visserij zoals op 10 januari 2003 gesloten tussen de federale Minister van Volksgezondheid en de drie gewestelijke Ministers van Leefmilieu, inzonderheid op de nieuwe artikelen 27 tot 30;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 11 februari 2003;
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van 19 februari 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid voortvloeit uit de noodzaak om de wijzigingen van de regeling goed te keuren tegelijkertijd met de andere Gewesten en de federale Overheid, die hiermee bezig zijn, teneinde het geharmoniseerd karakter van die verschillende regelgevingen te vrijwaren;
Overwegende dat het absoluut noodzakelijk is dat de teksten inzake de traceerbaarheid van het dierlijk afval zo snel mogelijk in werking treden zoals gewenst door richtlijn 90/667 en de uitvoeringsbeschikkingen hiervan en zoals gewenst door de Europese Commissie en haar inspecteurs die mogelijks binnenkort hun inspecties zullen verrichten, Besluit :
Artikel 1.Artikel 16 van het besluit van 28 november 2002 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de verwijdering van dierlijk afval en betreffende de inrichtingen voor de verwerking van dierlijk afval wordt vervangen door volgende artikelen 16 a , 16 b , 16 c en 16 d : « Art. 16 a § 1. Bij elk vervoer van dierlijk afval moet men een borderel voor verwijdering van dierlijk afval of « borderel voor de traceerbaarheid van dierlijk afval » kunnen voorleggen waarvan het model, naargelang de bestemming van het dierlijk afval, voorkomt in bijlage IIIa , IIIb , V of VI bij dit besluit.
Deze documenten bevatten informatie omtrent de herkomst, de aard, de hoeveelheid, de bestemming, de verzameling, het gebruik of de verwerking van het afval. § 2. Voor elke verwijdering wordt een apart borderel opgemaakt. Elk borderel bestaat uit één enkele vel. Het wordt opgesteld overeenkomstig de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken. De verschillende modellen van borderellen zijn voorgedrukt op doorslagpapier en bestaan uit drie exemplaren : - het origineel exemplaar dat het afval op zijn weg naar de eerste verwerkingsinrichting vergezelt; - een kopie voor de ophaler; - een kopie voor de producerende inrichting. § 3. Elke verantwoordelijke vult de voor hem bestemde rubriek in en bewaart gedurende ten minste drie jaar een kopie die hij op elk verzoek van het Instituut moet kunnen voorleggen. § 4. Ter identificatie van de producerende inrichting en het te verwijderen dierlijk afval vult de producent de rubrieken 1 en 3 van het borderel in.
De hoeveelheid van elk soort afval waaruit het op te halen lot bestaat, dient op de overeenstemmende lijn van rubriek 3 van het borderel te worden aangegeven in kg na een daadwerkelijke weging.
Bovendien moet telkens als het afval geïndividualiseerd kan worden, het aantal eenheden dat samen het op te halen lot vormt, worden vermeld.
Een afzonderlijk borderel wordt opgemaakt voor elk dier, karkas, levensmiddel of lot daarvan dat in beslag is genomen en waarvoor een proces-verbaal is opgesteld. § 5. Bij de ontvangst van het afval weegt de bestemmeling het afval om te controleren of het totale gewicht van het afval dat vermeld staat op de diverse borderellen overeenstemt met het bij de ontvangst gemeten gewicht. § 6. Aan de in artikel 12, lid 2, bedoelde mededelingsplicht wordt voldaan door het toesturen per fax van een kopie van de volledig ingevulde luiken door de producent (rubriek 1 tot 4) van het borderel. § 7. Bij de ophaling van het afval vult de gemachtigde van de ophaler rubriek 5 van het document in. § 8. Het origineel evenals de kopie bestemd voor de ophaler vergezellen het vervoer van het afval tot aan de inrichting waar het afval wordt verzameld, verwerkt of gebruikt, terwijl een kopie bij de producent blijft die deze gedurende ten minste drie jaar ter beschikking van het Instituut houdt.
De producent van dierlijk afval bewaart de diverse luiken chronologisch gerangschikt in zijn register voor de verwijdering van afval.
Art. 16 b § 1. Voor het dierlijk afval waarvan de traceerbaarheid wordt verzekerd door middel van de borderellen waarvan de modellen als bijlage IIIa en IIIb hierbij zijn gevoegd, bewaart de verantwoordelijke van de verzamel-, verwerkings- of gebruiksinrichting gedurende ten minste drie jaar het origineel exemplaar van het document.
Op de factuur van de ophaling, gericht aan de producent van het afval, vermeldt hij formeel en eenduidig het referentienummer van de desbetreffende traceerbaarheidsborderellen evenals de categorie, de aard en de hoeveelheid van het betreffende afval.
Bovendien moet de factuur in extenso de volgende tekst bevatten : « De verantwoordelijke van de inrichting die een erkenning of een registratie heeft voor de ophaling of het vervoer van het op deze factuur beoogd dierlijk afval bevestigt dat dit in zijn geheel overhandigd werd aan een inrichting die erkend of geregistreerd is voor het verzamelen, verwerken of gebruiken* hiervan. » * behouden wat past § 2. De producent van dierlijk afval die de factuur ontvangt waarmee wordt bevestigd dat het dierlijk afval wel degelijk de bestemming heeft gekregen die het was toegewezen, voegt een kopie ervan bij deze van het traceerbaarheidsborderel die hij bewaart; hij bewaart beide documenten gedurende ten minste drie jaar zodat hij ze op elk verzoek van het Instituut kan voorleggen.
De producent van dierlijk afval bewaart de diverse luiken chronologisch gerangschikt in zijn register voor de verwijdering van afval. § 3. Indien de ophaling van het dierlijk afval zoals bedoeld in dit artikel niet gepaard gaat met een facturatie door de ophaler, bezorgt deze laatste aan de producent een document dat dezelfde vermeldingen bevat als vastgelegd voor de facturen.
Art. 16 c Voor het dierlijk afval waarvan de traceerbaarheid wordt verzekerd door middel van de borderellen waarvan de modellen als bijlagen V en VI hierbij zijn gevoegd, stuurt de verantwoordelijke van de gebruiksinrichting het origineel exemplaar van het traceerbaarheidsborderel, waarvan rubriek 6 naar behoren is ingevuld, naar de producent van het afval waarmee hij hem ervan op de hoogte brengt dat het afval reglementair werd gebruikt. Zelf bewaart hij gedurende ten minste drie jaar een kopie ervan.
Bij ontvangst van dit document vult de verantwoordelijke van de producerende inrichting rubriek 7 in waarmee hij bewijst aldus kennis genomen te hebben van het feit dat het dierlijk afval wel degelijk de bestemming heeft gekregen die het was toegewezen. Hij bewaart dit document gedurende ten minste drie jaar zodat hij het op elk verzoek van het Instituut kan voorleggen.
De producent van dierlijk afval bewaart de diverse luiken chronologisch gerangschikt in zijn register voor de verwijdering van afval.
Art. 16 d De producent is ertoe gehouden, systematisch en schriftelijk, zowel de bevoegde dierenarts, inspecteur of controleur van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen als het Instituut op de hoogte te brengen hetzij ingeval van borderellen waarvan de modellen als bijlagen IIIa en IIIb hierbij zijn gevoegd, van de afwezigheid van vermeldingen op de factuur die het afval beschrijven en bewijzen dat het verzameld, verwerkt of gebruikt werd, hetzij ingeval van borderellen waarvan de modellen als bijlagen V en VI hierbij zijn gevoegd, van het niet terugkrijgen van het origineel exemplaar van het traceerbaarheidsborderel. »
Art. 2.De bijlagen III, V et VI van hetzelfde besluit worden respectievelijk vervangen door de bijlagen 1, 2 en 3 bij dit besluit.
Art. 3.In de eerste zin van artikel 20, § 3, lid 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « met hoog-risico » geschrapt.
Art. 4.In de tweede zin van artikel 3 van bijlage IV van hetzelfde besluit wordt het cijfer « vijf » vervangen door het cijfer « vijfen veertig ».
Art. 5.Dit besluit treedt in werking vanaf de bekendmaking ervan.
Brussel, 20 maart 2003.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld