gepubliceerd op 25 oktober 2001
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 september 1994 houdende reglementering van de prijzen voor aardgas
19 OKTOBER 2001. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 september 1994 houdende reglementering van de prijzen voor aardgas
De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, de Minister van Economie en de Staatssecretaris voor Energie, Gelet op de wet van 22 januari 1945 op de economische reglementering en de prijzen, inzonderheid op artikel 2, § 1, gewijzigd bij de wet van 23 december 1969;
Gelet op het ministerieel besluit van 6 september 1994 houdende reglementering van de prijzen voor aardgas;
Gelet op de aanbevelingen van 24 januari 2001 van het Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 september 2001;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het behoort om vanaf 1 november 2000, de toepassing mogelijk te maken van de tarifaire maatregelen voor de levering van aardgas voor huishoudelijk gebruik, zoals zij werden aanbevolen op 24 januari 2001 door het Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas; dat dit besluit derhalve zo vlug mogelijk moet worden genomen, Besluiten :
Artikel 1.In bijlage bij het ministerieel besluit van 6 september 1994 houdende reglementering van de aardgasprijzen, in rubriek "1.2.
Specifiek sociaal Tarief", worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° lid 1 wordt vervangen door de volgende beschikking : « - geen vaste term; - 2 GJ gratis per jaar; - proportionele term : 23,8678 Iga + 8,0320.Igd (c/MJ). »; 2° tussen het tweede en derde lid wordt het volgende lid ingevoegd : "Elke klant van de aardgasdistributie, waarvan de algemene verwarming niet gebeurt met aardgas en die kan bewijzen dat hijzelf of elke persoon die onder zijn dak leeft, afhankelijk is van bovengenoemde categorieën, kan de toekenning verkrijgen van het specifiek sociaal tarief";3° het derde lid wordt het vierde lid;4° het vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt vervangen als volgt : "Voor elke klant die op 1 november 2000 het specifiek sociaal tarief gas geniet, zullen automatisch bovenvermelde voorwaarden worden toegepast".
Art. 2.De bijlage bij hetzelfde besluit wordt vervolledigd door de volgende rubriek : « 3. Voorlopige beschikkingen 3.1. Korting voor huishoudelijke doeleinden Een korting van 2 650 F zonder BTW, wordt toegekend voor het gasverbruik tussen 1 november 2000 en 31 oktober 2001, aan elke klant die geniet van de tarieven B of C en die zijn hoofdverblijf met aardgas verwarmt en die kan bewijzen dat hij behoort tot één van de volgende categorieën : a) de personen die recht hebben op een tussenkomst die verhoogd wordt met ziekte-invaliditeits verzekering bedoeld in artikel 37, §§ 1 et 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering ziektezorg en vergoedingen, gecoördineerd op 14 juli 1994;b) de personen die niet vallen onder a) en waarvan het jaarlijks bedrag van de brutoinkomsten van hun gezin 484 007 F, verhoogd met 89 602 F per persoon ten laste, niet overschrijdt. Voor de toepassing van punt b), wordt beschouwd als persoon ten laste, de persoon die niet over inkomsten beschikt of die over bruto jaarlijkse inkomsten beschikt die lager zijn dan 76 000 F, met uitzondering van de familiale prestaties en van de alimentatie-uitkeringen voor kinderen die onder het zelfde dak leven als de betrokkene.
De aanvraag voor de korting wordt ingediend bij de aardgasdistributieonderneming door de klant die de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid vervult. 3.2. Kortingen voor niet huishoudelijke doeleinden Voor het verbruik van aardgas tussen 1 januari en 31 december 2001, worden de volgende kortingen toegekend aan de niet-huishoudelijke klanten : a) voor het tarief ND1, is de jaarlijkse vaste term het voorwerp van een korting van 800F;b) voor de tarieven ND2 en ND3, is de proportionele term het voorwerp van een korting van 4,81 F/GJ.»
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2000.
Brussel, 19 oktober 2001.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Economie, Ch. PICQUE De Staatssecretaris voor Energie, O. DELEUZE