gepubliceerd op 02 augustus 2010
Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van flucomafen, tolylfluanide en acroleïne
19 JULI 2010. - Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van flucomafen, tolylfluanide en acroleïne
De Minister van Klimaat en Energie, Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, de artikelen 8 en 9, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, de artikelen 78ter, § 1, ingevoegd bij koninklijk besluit van 12 maart 2010, 79, § 1, tweede lid, gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 maart 2010, en 81, eerste lid;
Gelet op de Richtlijn 2009/150/EG van de Commissie van 27 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde flocumafen als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;
Gelet op de Richtlijn 2009/151/EG van de Commissie van 27 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde tolylfluanide als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;
Gelet op de Richtlijn 2010/5/EG van de Commissie van 8 februari 2010 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde acroleïne als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit;
Gelet op de kennisgeving aan de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, aan de Hoge Gezondheidsraad, aan de Raad voor het Verbruik en aan de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven;
Gelet op advies 48.238/3 van de Raad van State, gegeven op 1 juni 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :
Artikel 1.De bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, zoals gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 maart 2007, 6 november 2007, 1 februari 2008, 25 augustus 2008, 23 januari 2009, 8 april 2009, 6 mei 2009 en de drie ministeriële besluiten van 13 januari 2010, wordt aangevuld door de tekst in de bijlage I van dit besluit.
Art. 2.De bijlage I van hetzelfde besluit wordt aangevuld door de tekst in de bijlage II van dit besluit.
Art. 3.De uiterste datum voor het indienen van de toelatingsaanvragen voorzien in artikel 78ter, § 1, ingevoegd bij koninklijk besluit van 12 maart 2010, of, in voorkomend geval, in artikel 79, § 1, tweede lid, gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 maart 2010, van hetzelfde besluit, is, voor wat betreft de toepassing van artikel 1 van dit besluit, vastgesteld op 30 september 2013, behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 14, voor wat betreft flocumafen, respectievelijk productsoort 8, voor wat betreft tolylfluanide.
Art. 4.Artikel 1 treedt in werking op 1 oktober 2011.
Artikel 2 treedt in werking op 1 september 2010.
Brussel, 19 juli 2010.
P. MAGNETTE
BIJLAGE I
Nr.
Triviale naam
IUPAC-naam Identificatienummers
Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht
Datum van opneming
Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 14)
Datum waarop de opneming verstrijkt
Productsoort
Specifieke bepalingen
« 31
flucomafen
4-hydroxy-3- [(1RS,3RS;1RS,3RS)- 1,2,3,4-tetrahydro-3- [4-(4-trifluoromethyl-benzyloxy)fenyl]-1- naftyl]cumarine EC-nr. 421-960-0 CAS-nr. 90035-08-8
955 g/kg
1 oktober 2011
30 september 2013
30 september 2016
14
Vanwege de kenmerken van de werkzame stof, waardoor die persistent, bioaccumulerend en toxisch, of zeer persistent en sterk bioaccumulerend kan zijn, moet overeenkomstig artikel 24, § 3, tweede lid, een vergelijkende risicobeoordeling voor de stof worden uitgevoerd voordat de opneming in bijlage I wordt verlengd.
De minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld: 1. de nominale concentratie van de werkzame stof in de producten mag niet meer bedragen dan 50 mg/kg en alleen gebruiksklare producten zijn toegelaten;2. de producten moeten een bitterstof en zo mogelijk een kleurstof bevatten;3. de producten mogen niet als traceerpoeder worden gebruikt;4. de primaire en secundaire blootstelling van mensen, niet-doeldieren en het milieu moeten zoveel mogelijk worden beperkt door de inoverwegingneming en toepassing van alle passende en beschikbare risico-beperkende maatregelen.Deze omvatten onder meer de beperking tot uitsluitend professioneel gebruik, de vaststelling van een maximale verpakkingsgrootte en de verplichting om veilige, niet te openen lokdozen te gebruiken.
Nr.
Triviale naam
IUPAC-naam Identificatienummers
Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht
Datum van opneming
Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 8)
Datum waarop de opneming verstrijkt
Productsoort
Specifieke bepalingen
29
tolylfluanide
dichloor-N-[(dimethy-lamino) sulfonyl] fluor-N- (p-tolyl)methaansul- fenamide EC-nr.: 211-986-9 CAS-nr. 731-27-1
960 g/kg
1 oktober 2011
30 september 2013
30 september 2021
8
De producten worden niet toegelaten voor de behandeling in situ van hout in de open lucht of voor hout dat aan verwering zal worden blootgesteld.
De minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld: 1. Gezien de veronderstellingen die aan de risicobeoordeling ten grondslag liggen, dienen bij de toepassing van voor industrieel of beroepsmatig gebruik toegelaten producten passende persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gebruikt, tenzij in de aanvraag tot toelating van het product het bewijs wordt geleverd dat de risico's voor de industriële of beroepsmatige gebruiker op een andere wijze tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden gereduceerd.2. Gezien de gesignaleerde risico's voor de bodem en het aquatische milieu, moeten passende risicobeperkende maatregelen worden genomen om deze milieu-compartimenten te beschermen.Met name moet op de etiketten en/of veiligheidsinformatiebladen van producten die voor industrieel of beroepsmatig gebruik worden toegelaten, worden vermeld dat pas behandeld hout na de behandeling onder een afdak en/of op een ondoordringbare harde ondergrond moet worden opgeslagen om rechtstreekse verliezen naar de bodem of naar water te voorkomen en dat verliezen met het oog op hergebruik of verwijdering moeten worden opgevangen. »
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 19 juli 2010 tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van flucomafen, tolylfluanide en acroleïne.
P. MAGNETTE
BIJLAGE II
Nr.
Triviale naam
IUPAC-naam Identificatienummers
Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht
Datum van opneming
Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 12)
Datum waarop de opneming verstrijkt
Productsoort
Specifieke bepalingen
« 30
Acroleïne
Acrylaldehyd EC-nr.: 203-453-4 CAS-nr. 107-02-8
913 g/kg
1 september 2010
Niet van toepassing
31 augustus 2020
12
Wanneer de minister een aanvraag tot toelating van een product beoordeelt overeenkomstig artikel 3 en volgende en bijlage VI, beoordeelt hij, voor zover dit voor het product in kwestie relevant is, de mogelijk aan dit product blootgestelde bevolkingsgroepen en de toepassings- of blootstellingsscenario's die bij de risicobeoordeling op het niveau van de Unie niet op een representatieve wijze aan bod zijn gekomen.
De minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld: 1. Afvalwater dat acroleïne bevat, moet voor de lozing worden gemonitord, tenzij kan worden aangetoond dat de milieurisico's op een andere wijze kunnen worden beperkt.Indien dit in verband met de risico's voor het mariene milieu nodig is, moet afvalwater in passende tanks of reservoirs worden opgeslagen of vóór de lozing op passende wijze worden behandeld. 2. Voor industrieel en/of beroepsmatig gebruik toegelaten producten moeten met afdoende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt en er moeten veilige operationele procedures worden vastgesteld, tenzij in de aanvraag tot toelating van het product kan worden aangetoond dat de risico's voor de industriële en/of beroepsmatige gebruiker op een andere wijze tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.».
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 19 juli 2010 tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van flucomafen, tolylfluanide en acroleïne.
P. MAGNETTE