Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 19 juli 2010
gepubliceerd op 02 augustus 2010

Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van magnesiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt, warfarine-natrium, aluminiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt, brodifacum en warfarine

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2010024338
pub.
02/08/2010
prom.
19/07/2010
ELI
eli/besluit/2010/07/19/2010024338/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JULI 2010. - Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van magnesiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt, warfarine-natrium, aluminiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt, brodifacum en warfarine


De Minister van Klimaat en Energie, Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, de artikelen 8 en 9, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, de artikelen 78ter, § 1, ingevoegd bij koninklijk besluit van 12 maart 2010, 79, § 1, tweede lid, gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 maart 2010, en 81, eerste lid;

Gelet op de Richtlijn 2010/7/EG van de Commissie van 9 februari 2010 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde magnesiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;

Gelet op de Richtlijn 2010/8/EG van de Commissie van 9 februari 2010 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde warfarine-natrium als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;

Gelet op de Richtlijn 2010/9/EG van de Commissie van 9 februari 2010 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad met het oog op de uitbreiding van de opneming in bijlage I bij die richtlijn van de werkzame stof aluminiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt tot productsoort 18 in de zin van bijlage V bij die richtlijn;

Gelet op de Richtlijn 2010/10/EG van de Commissie van 9 februari 2010 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde brodifacum als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;

Gelet op de Richtlijn 2010/11/EG van de Commissie van 9 februari 2010 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde warfarine als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit;

Gelet op de kennisgeving aan de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, aan de Hoge Gezondheidsraad, aan de Raad voor het Verbruik en aan de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven;

Gelet op advies 48.239/3 van de Raad van State, gegeven op 1 juni 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.In de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, zoals gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 maart 2007, 6 november 2007, 1 februari 2008, 25 augustus 2008, 23 januari 2009, 8 april 2009, 6 mei 2009, de drie ministeriële besluiten van 13 januari 2010 en [...] 2010, wordt punt « 20 » aangevuld door de tekst in de bijlage I van dit besluit.

Art. 2.De bijlage I van hetzelfde besluit wordt aangevuld door de tekst in de bijlage II van dit besluit.

Art. 3.De uiterste datum voor het indienen van de toelatingsaanvragen voorzien in artikel 78ter, § 1, ingevoegd bij koninklijk besluit van 12 maart 2010, of, in voorkomend geval, in artikel 79, § 1, tweede lid, gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 maart 2010, van hetzelfde besluit, is vastgesteld op 31 januari 2014, behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen.

Art. 4.De artikelen 1 en 2 treden in werking op 1 februari 2012.

Brussel, 19 juli 2010.

P. MAGNETTE

BIJLAGE I De volgende tekst wordt aan de vermelding « nr. 20 » in bijlage I toegevoegd :

Nr.

Triviale naam

IUPAC-naam Identificatienummers

Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht

Datum van opneming

Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 18)

Datum waarop de opneming verstrijkt

Productsoort

Specifieke bepalingen

« 830 g/kg

1 februari 2012

31 januari 2014

31 januari 2022

18

Wanneer de minister een aanvraag tot toelating van een product beoordeelt overeenkomstig artikel 3 en volgende en bijlage VI, beoordeelt hij, voor zover dit voor het product in kwestie relevant is, de toepassings- of blootstellingsscenario's en de risico's voor de milieucompartimenten en bevolkingsgroepen die bij de risicobeoordeling op het niveau van de Unie niet op een representatieve wijze aan bod zijn gekomen. De Minister beoordeelt in voorkomend geval in het bijzonder het gebruik buitenshuis.

Wanneer de Minister een product toelaat, ziet hij er op toe dat er adequate residuproeven worden uitgevoerd voor de beoordeling van de risico's voor de consument en dat er passende maatregelen worden genomen of specifieke voorwaarden worden gesteld om de gesignaleerde risico's te beperken.

De Minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld : (1) De producten mogen alleen in de vorm van gebruiksklare producten worden verstrekt aan en gebruikt door speciaal gekwalificeerde professionele gebruikers.(2) Gezien de risico's die zijn vastgesteld voor gebruikers moeten passende risicobeperkende maatregelen worden toegepast.Deze omvatten onder meer het gebruik van deugdelijke persoonlijke beschermingsmiddelen en ademhalingsapparatuur, het gebruik van applicatoren en een aanbiedingsvorm van het product waardoor het blootstellingsrisico van de gebruiker tot een aanvaardbaar niveau wordt beperkt. Voor gebruik binnenshuis omvatten deze maatregelen ook de bescherming van toedieners en werknemers tijdens fumigatie, de bescherming van werknemers bij terugkeer (na fumigatieperiode) en de bescherming van omstanders tegen het lekken van gas. (3) Voor producten die aluminiumfosfide bevatten waarvan residuen in levensmiddelen kunnen achterblijven, moeten de etiketten en/of veiligheidsinformatiebladen voor toegelaten producten een gebruiksaanwijzing bevatten, zoals de inachtneming van wachttijden, om te garanderen dat het bepaalde in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wordt nageleefd (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1). »


Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 19 juli 2010 tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van magnesiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt, warfarine-natrium, aluminiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt, brodifacum en warfarine.

P. MAGNETTE

BIJLAGE II De volgende tekst wordt aan bijlage I toegevoegd :

Nr.

Triviale naam

IUPAC-naam Identificatienummers

Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht

Datum van opneming

Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 18)

Datum waarop de opneming verstrijkt

Productsoort

Specifieke bepalingen

« 26

Magnesium- fosfide waar-uit fosfine vrijkomt

Trimagnesiumdifosfide EC-nr. : 235-023-7 CAS-nr. : 12057-74-8

880 g/kg

1 februari 2012

31 januari 2014

31 januari 2022

18

Wanneer de minister een aanvraag tot toelating van een product beoordeelt overeenkomstig artikel 3 en volgende en bijlage VI, beoordeelt hij, voor zover dit voor het product in kwestie relevant is, de toepassings- of blootstellingsscenario's en de risico's voor de milieucompartimenten en bevolkingsgroepen die bij de risicobeoordeling op het niveau van de Unie niet op een representatieve wijze aan bod zijn gekomen. De minister beoordeelt in het bijzonder het gebruik buitenshuis. Wanneer de minister een product toelaat, ziet hij er op toe dat er adequate residuproeven worden uitgevoerd voor de beoordeling van de risico's voor de consument en dat er passende maatregelen worden genomen of specifieke voorwaarden worden gesteld om de gesignaleerde risico's te beperken. De minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld : 1. De producten mogen alleen in de vorm van gebruiksklare producten worden verstrekt aan en gebruikt door speciaal gekwalificeerde professionele gebruikers. 2. Gezien de risico's die zijn vastgesteld voor gebruikers moeten passende risicobeperkende maatregelen worden toegepast. Deze omvatten onder meer het gebruik van deugdelijke persoonlijke beschermingsmiddelen en ademhalingsapparatuur, het gebruik van applicatoren en een aanbiedingsvorm van het product waardoor het blootstellingsrisico van de gebruiker tot een aanvaardbaar niveau wordt beperkt Voor gebruik binnenshuis omvatten deze maatregelen ook de bescherming van toedieners en werknemers tijdens fumigatie, de bescherming van werknemers bij terugkeer (na fumigatieperiode) en de bescherming van omstanders tegen het lekken van gas. 3. Voor producten die magnesiumfosfide bevatten waarvan residuen in levensmiddelen kunnen achterblijven, moeten de etiketten en/of veiligheidsinformatiebladen voor toegelaten producten een gebruiksaanwijzing bevatten, zoals de inachtneming van wachttijden, om te garanderen dat het bepaalde in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wordt nageleefd (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).

Nr.

Triviale naam

IUPAC-naam Identificatienummers

Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht

Datum van opneming

Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 14)

Datum waarop de opneming verstrijkt

Productsoort

Specifieke bepalingen

33

Warfarine-natrium

Natrium-2-oxo-3-(3- oxo-1-fenylbutyl)chro-meen-4-olaat EC-nr.: 204-929-4 CAS-nr. 129-06-6

910 g/kg

1 februari 2012

31 januari 2014

31 januari 2017

14

De werkzame stof moet aan een vergelijkende risicobeoordeling overeenkomstig artikel 24, § 3, tweede alinea, worden onderworpen voordat de opneming ervan in deze bijlage wordt verlengd. De minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld : 1. de nominale concentratie van de werkzame stof mag niet meer bedragen dan 790 mg/ kg en alleen kant-en-klare producten zijn toegestaan; 2. de producten moeten een bitterstof en zo mogelijk een kleurstof bevatten; 3. de primaire en secundaire blootstelling van mensen, dieren die niet tot een doelsoort behoren en het milieu moet tot een minimum worden beperkt door alle geschikte en beschikbare risicobeperkende maatregelen te overwegen en toe te passen. Deze omvatten onder meer de mogelijke beperking tot uitsluitend professioneel gebruik, de vaststelling van een maximale verpakkingsgrootte en de verplichting om veilige, niet te openen lokdozen te gebruiken.

Nr.

Triviale naam

IUPAC-naam Identificatienummers

Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht

Datum van opneming

Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 14)

Datum waarop de opneming verstrijkt

Productsoort

Specifieke bepalingen

16

brodifacum

3-[3-(4'-broombife-nyl-4-yl)-1,2,3,4-tetra-hydro-1- naftyl]-4-hydroxycumarine EC-nr. : 259-980-5 CAS-nr. : 56073-10-0

950 g/kg

1 februari 2012

31 januari 2014

31 januari 2017

14

Vanwege de kenmerken van de werkzame stof, waardoor deze mogelijkerwijs persistent, bioaccumulerend en toxisch, of zeer persistent en zeer bioaccumulerend is, dient er vóór de verlenging van de opneming van de stof in deze bijlage overeenkomstig artikel 24, § 3, tweede alinea, een vergelijkende risicobeoordeling van de werkzame stof te worden uitgevoerd. De minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld : 1. De nominale concentratie van de werkzame stof in de producten mag niet hoger zijn dan 50 mg/kg en er mogen alleen gebruiksklare producten worden toegelaten. 2. De producten moeten een bitterstof en zo mogelijk een kleurstof bevatten. 3. De producten mogen niet als traceerpoeder worden gebruikt.4. De primaire en secundaire blootstelling van mensen, dieren die niet tot een doelsoort behoren en het milieu moet tot een minimum worden beperkt door alle geschikte en beschikbare risicobeperkende maatregelen te overwegen en toe te passen. Het betreft hier onder andere de beperking tot uitsluitend beroepsmatig gebruik, de vaststelling van een bovengrens voor de verpakkingsgrootte en de vaststelling van verplichtingen om vastgezette lokdozen te gebruiken waar niet gemakkelijk mee geknoeid kan worden.

Nr.

Triviale naam

IUPAC-naam Identificatienummers

Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht

Datum van opneming

Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 14)

Datum waarop de opneming verstrijkt

Productsoort

Specifieke bepalingen

32

Warfarine

(RS)-4-hydroxy-3- (3-oxo-1- fenylbutyl)-cumarine EC-nr. : 201-377-6 CAS-nr. : 81-81-2

990 g/kg

1 februari 2012

31 januari 2014

31 januari 2017

14

De werkzame stof moet aan een vergelijkende risicobeoordeling overeenkomstig artikel 24, § 3, tweede alinea, worden onderworpen voordat de opneming ervan in deze bijlage wordt verlengd. De minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld : 1. De nominale concentratie van de werkzame stof mag niet meer bedragen dan 790 mg/kg en alleen kant-en-klare producten zijn toegestaan. 2. De producten moeten een bitterstof en zo mogelijk een kleurstof bevatten. 3. De primaire en secundaire blootstelling van mensen, dieren die niet tot een doelsoort behoren en het milieu moet tot een minimum worden beperkt door alle geschikte en beschikbare risicobeperkende maatregelen te overwegen en toe te passen. Deze omvatten onder meer de mogelijke beperking tot uitsluitend professioneel gebruik, de vaststelling van een maximale verpakkingsgrootte en de verplichting om veilige, niet te openen lokdozen te gebruiken. ».

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 19 juli 2010 tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van magnesiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt, warfarine-natrium, aluminiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt, brodifacum en warfarine.

P. MAGNETTE

^