Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 18 november 2003
gepubliceerd op 29 januari 2004

Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 3 van het ministerieel besluit van 18 november 2003 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor investeringen in het Vlaamse Gewest

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035112
pub.
29/01/2004
prom.
18/11/2003
ELI
eli/besluit/2003/11/18/2004035112/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 2003. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 3 van het ministerieel besluit van 18 november 2003 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor investeringen in het Vlaamse Gewest


De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands beleid en E-government, Gelet op het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, inzonderheid op hoofdstuk I, II, XII tot en met XIV, XVI en XVII;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juni 2003 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 augustus 2003 en 24 oktober 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor investeringen in het Vlaamse Gewest;

Gelet op het ministerieel besluit van 18 november 2003 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor investeringen in het Vlaamse Gewest;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 november 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat overeenkomstig de beslissing van 7 februari 2001 van de Europese Commissie met betrekking tot de steunmaatregelen aan middelgrote en grote ondernemingen in de regionale steungebieden (N 715/2000) er uiterlijk tot 31 december 2003 regionale steun op basis van de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie aan deze ondernemingen verleend mag worden;

Overwegende dat overeenkomstig de beslissing van 20 juni 2001 van de Europese Commissie de horizontale bepalingen van de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie uiterlijk op 31 december 2003 ingetrokken moeten worden (E1/2001);

Overwegende dat de huidige economische conjunctuur dringende maatregelen vereist om de economische expansie te bevorderen, Besluit :

Artikel 1.Ter uitvoering van artikel 3 van het ministerieel besluit van 18 november 2003 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor investeringen in het Vlaamse Gewest bevat dit besluit de oproep tot indiening van de subsidieaanvragen door kleine en middelgrote ondernemingen voor investeringen in het Vlaamse Gewest en de vereiste gegevens.

Art. 2.De periode voor de indiening van de subsidieaanvragen gaat in op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit en eindigt op 31 maart 2004. Begin- en einddatum zijn in deze periode inbegrepen.

Art. 3.§ 1. Voor de beoordeling van de oproep zijn de volgende criteria van toepassing : 1° beleidscriteria : a) verhouding van het gevraagde subsidiepercentage ten opzichte van het maximaal toegelaten subsidiepercentage;b) duurzaam ondernemen.Dit criterium wordt beoordeeld op basis van het bezit van een van de volgende duurzaamheidscertificaten : 1) SA 8000;2) EMAS;3) SO 14001;a) gebruik van de informatie- en communicatietechnologie.Dit criterium wordt beoordeeld op basis van het beschikken over een actieve website; b) leeftijd van de onderneming.Dit criterium is enkel van toepassing op startende ondernemingen als bedoeld in artikel 1, 6°, van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor investeringen in het Vlaamse Gewest; c) tewerkstelling.Dit criterium wordt beoordeeld door de tewerkstellingsevolutie te vergelijken tussen twee periodes; 2° bedrijfseconomische criteria : a) percentage van de autofinanciering ten opzichte van het bedrag van de in aanmerking komende investeringen;b) economische leefbaarheid van de onderneming.Dit criterium wordt beoordeeld op basis van de volgende economische performantie-indicatoren : 1) de bruto toegevoegde waarde ten opzichte van de tewerkstelling;2) de cashflowgeneratie voor belastingen ten opzichte van de totale activa;3) de loonkosten ten opzichte van de bruto toegevoegde waarde. § 2. De criteria, bedoeld in § 1, en de li-waarde, bedoeld in artikel 18, § 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen in het Vlaamse Gewest, worden verder toegelicht in de bijlage.

Art. 4.Het gewicht van de criteria, bedoeld in artikel 3, wordt bepaald door de wegingscoëfficiënt, bedoeld in artikel 11 van het ministerieel besluit van 18 november 2003 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor investeringen in het Vlaamse Gewest. De wegingscoëfficiënten voor elk van deze criteria bedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.De subsidie-enveloppe is voor deze oproep vastgesteld op 30.000.000 euro.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 november 2003.

Brussel, 18 november 2003.

P. CEYSENS

Bijlage : toelichting bij de beoordelingscriteria, genoemd in artikel 3 Artikel 18 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor investeringen in het Vlaamse Gewest bepaalt dat de aanvragen individueel getoetst worden aan een aantal criteria. De waarden van deze criteria worden genormaliseerd aan de hand van de volgende formule : Ln = (Li - M)/D waarbij : Ln = genormaliseerde waarde van een criterium;

Li = te normaliseren waarde van een criterium;

Voor de raadpleging van de formule, zie beeld N = aantal waarden van de groep;

Voor de raadpleging van de formule, zie beeld Aan het verkregen resultaat per criterium wordt een gewicht toegekend door middel van een wegingscoëfficiënt. De optelling van de genormaliseerde gewogen resultaten van de criteria levert de totaalscore op.

Beleidscriteria 1. Verhouding van het gevraagde subsidiepercentage ten opzichte van het maximaal toegelaten subsidiepercentage Het maximaal toegelaten subsidiepercentage varieert naar gelang van de grootte van de onderneming en de betreffende steunzone. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Li-waarde 1° Er is slechts één investeringsplaats. De li-waarde is gelijk aan : 1 - (de verhouding van het door de onderneming gevraagde subsidiepercentage tot het maximaal toegelaten subsidiepercentage). 2° Er zijn meerdere investeringsplaatsen. De investeringsbedragen worden per steunzone samengeteld en de onderneming geeft aan welk subsidiepercentage ze per steunzone aanvraagt.

De li-waarde wordt voor elke steunzone berekend : 1 - (de verhouding van het door de onderneming gevraagde subsidiepercentage tot het maximaal toegelaten subsidiepercentage in de betreffende steunzone).

De verkregen li-waarde per steunzone wordt vermenigvuldigd met de verhouding van het investeringsbedrag in de desbetreffende steunzone tot het totale investeringsbedrag voor alle steunzones samen. Na optelling van de li-waarden per steunzone verkrijgt men de li-waarde voor dit criterium. 2. Duurzaam ondernemen 1° SA 8000 SA 8000 staat voor Social Accountability 8000.Het is de internationale standaard die ethische zaken bij de productie van goederen en diensten veilig stelt. Het model stelt een reeks basiseisen met betrekking tot kinderarbeid, dwangarbeid, pesten, gezondheid, veiligheid, vakbondsrechten, niet-discriminatie, werkuren, loon en communicatie. De in België erkende certificeringsinstelling SGS zorgt voor de controle op de naleving van die normen.

Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de website van de Council on Economic Priorities Accreditation Agency : http://www.cepaa.org/SA8000/SA8000.htm. 2° EMAS (Communautair Milieubeheer- en Milieuauditsysteem) EMAS beoogt de bevordering van een gestage verbetering van de milieuprestaties van alle Europese organisaties en van de informatie van het publiek en alle belanghebbenden.De reglementaire basis hiervoor is Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een Communautair Milieubeheer- en Milieuauditsysteem (EMAS) (Publicatieblad L 114, 24.04.2001).

Voor meer uitleg hierover wordt verwezen naar de websites van de Europese Unie : http://europa.eu.int/scadplus/leg/nl/lvb/l28022.htm http://europa.eu.int/business/nl/topics/environment/emas.html. 3° ISO14001 ISO14001 is een Environmental Management System dat de minimumeisen beschrijft voor een milieuzorgsysteem.Het legt twee eisen voor milieuprestaties op, enerzijds het engagement om de vigerende wetgeving na te leven en anderzijds het engagement tot continue verbetering. Voor meer uitleg hierover wordt verwezen naar de website van de International Organisation for Standardizationen van het Belgisch Instituut voor Normalisatie : http://www.iso.ch/iso/en/ISOOnline.openerpage http://www.bin.be/NL/index.htm.

Li-waarde Als de onderneming over een duurzaamheidscertificaat (ISO14001, EMAS, SA8000) beschikt dat geldig is op de indieningsdatum van de subsidieaanvraag, wordt een li-waarde 1 toegekend. Anders is de li-waarde gelijk aan 0. 3. Gebruik van de informatie- en communicatietechnologie (ICT) Li-waarde Een onderneming met een URL (= website) verkrijgt een li-waarde van 1. Als er geen URL is, is de li-waarde gelijk aan 0. 4. Leeftijd van de onderneming Alleen ondernemingen die op het moment van indieningsdatum van de aanvraag maximaal vijf jaar oud zijn, scoren op dit criterium. De leeftijd van een onderneming, uitgedrukt in dagen, is het verschil tussen de indieningsdatum van de aanvraag en de startdatum van de onderneming.

Li-waarde De li-waarde is gelijk aan 1 - (de leeftijd van de onderneming gedeeld door 1828 dagen). 5. Tewerkstelling Bij de analyse van de tewerkstellingsevolutie wordt de tewerkstelling in de onderneming één jaar voor de indieningsdatum (A-1) vergeleken met die drie jaar vóór de indieningsdatum (A-3). 1° A-1 = de laatste vier kwartalen voor de indieningsdatum die beschikbaar zijn en die door de R.S.Z. aangeleverd kunnen worden. 2° A-3 = de oudste vier kwartalen van de twee jaar voorafgaand aan de periode (A-1). Li-waarde Er wordt rekening gehouden met zowel de absolute als de relatieve tewerkstellingsevolutie en voor beide wordt een li-waarde berekend.

De li-waarde van de absolute aangroei is het verschil tussen (A-1) en (A-3).

De li-waarde van de relatieve aangroei is het quotiënt van (A-1) en (A-3).

Bedrijfseconomische criteria 1 Percentage van de autofinanciering ten opzichte van het bedrag van de in aanmerking komende investeringen De ondernemingen moeten bij de indiening van een dossier vermelden hoeveel eigen middelen aangewend zullen worden voor de financiering van het geplande investeringsprogramma. Na de realisatie van de investeringen en de financiering ervan, zal bij de controle, voorafgaand aan de uitbetaling van het saldo van de subsidie, deze geraamde financieringswijze aan de werkelijkheid getoetst worden.

De hiernavolgende definitie van eigen middelen is hanteerbaar voor alle ondernemingen, zowel voor die welk een jaarrekening moeten hebben, als voor die welk een vereenvoudigde boekhouding moeten bijhouden.

De volgende elementen worden als eigen middelen aanvaard, met uitzondering van alle andere mogelijke bronnen van autofinanciering : Inbreng van nieuw kapitaal : 1° verhoging van maatschappelijk kapitaal (bron : code 10 van de balans);2° verhoging van de uitgiftepremies (bron : code 11 van de balans);3° inbreng van nieuwe eigen middelen in eenmanszaken door verkoop van activa (gronden, gebouwen, aandelen enzovoort) of opneming van spaarrekeningen die al bestonden voor de start van de investeringen (bron : verkoopsakten, facturen, andere bewijsmiddelen van de verkoop). Cashflow De cashflow wordt als volgt berekend : de som van de cashflow (afschrijvingen + winst of - verlies voor belastingen) van de boekjaren waarin de investeringen worden gerealiseerd.

Bronnen : 1° afschrijvingen : code 630 van de jaarrekening of het bedrag van de afschrijvingen, vermeld in de resultatenrekening bij de belastingaangifte van niet-jaarrekeningplichtige ondernemingen;2° winst van het boekjaar voor belastingen : code 70/66 van de jaarrekening of de winst, vermeld in de resultatenrekening bij de belastingaangifte van niet-jaarrekeningplichtige ondernemingen;3° verlies van het boekjaar voor belastingen : code 66/70 van de jaarrekening of het verlies, vermeld in de resultatenrekening bij de belastingaangifte van niet-jaarrekeningplichtige ondernemingen. Li-waarde De li-waarde is gelijk aan het quotiënt van de investeringen, gefinancierd met eigen middelen en het totaal aanvaarde investeringsbedrag. 2 Economische leefbaarheid van de onderneming De economische leefbaarheid van de onderneming wordt beoordeeld aan de hand van de bruto toegevoegde waarde ten opzichte van de tewerkstelling, van de cashflowgeneratie voor belastingen ten opzichte van de totale activa en van de loonkosten ten opzichte van de bruto toegevoegde waarde.

Voor ondernemingen waarvan de gegevens beschikbaar zijn in de referentiedatabank worden deze boekhoudkundige gegevens gehaald uit de laatst beschikbare jaarrekening die aanwezig is in de referentiedatabank.

Recentelijk opgerichte ondernemingen die reeds over een afgesloten jaarrekening beschikken, maar waarvan de gegevens nog niet beschikbaar zijn in de referentiedatabank, gebruiken de gegevens uit deze jaarrekening om de aanvraag in te vullen.

Ondernemingen die niet-jaarrekeningplichtig zijn, gebruiken de gegevens uit hun laatst afgesloten resultatenrekening (cf. de bijlage bij de fiscale aangifte).

Recentelijk opgerichte ondernemingen die nog niet over een afgesloten jaarrekening of resultatenrekening beschikken, gebruiken de gegevens, vermeld in het Businessplan van het eerste werkingsjaar.

De bruto toegevoegde waarde (BrTW) wordt op de volgende wijze berekend : 1° Voor ondernemingen met een volledige jaarrekening : BrTW = bedrijfsopbrengsten (70/74) - bedrijfssubsidies (740) - handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (60) - diensten en diverse goederen (61).2° Voor ondernemingen met een verkorte jaarrekening : BrTW = brutomarge (70/61) - bedrijfssubsidies.3° Voor investeerders zonder jaarrekening : BrTW = omzet (= verkopen) + beginvoorraad - aankopen - eindvoorraad - diensten en diverse goederen - bedrijfssubsidies. De investeerders zonder jaarrekening moeten de volgende gegevens invullen : 1° bedrijfsopbrengsten : omzet (= verkopen);2° intermediair gebruik handelsgoederen en hulpstoffen : aankopen + (beginvoorraad - eindvoorraad);3° diensten en diverse goederen : kosten van diensten en diverse goederen;4° bedrijfssubsidies : bedrag van de verkregen subsidies;5° resultaat : winst of verlies voor belastingen;6° totale activa : nettoboekwaarde investeringen + eindvoorraad + klantenvorderingen. Li-waarde 1° Bruto toegevoegde waarde ten opzichte van tewerkstelling De li-waarde is gelijk aan het quotiënt van de bruto toegevoegde waarde en het gemiddelde personeelsbestand in voltijdse equivalenten.2° Cashflowgeneratie voor belastingen ten opzichte van totale activa De li-waarde is gelijk aan het quotiënt van de cashflow (= winst of verlies voor belastingen + afschrijvingen) en de totale activa.3° Loonkosten ten opzichte van bruto toegevoegde waarde De li-waarde is gelijk aan 1 - (het quotiënt van de loonkosten en de bruto toegevoegde waarde). Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 18 november 2003 tot uitvoering van artikel 3 van het ministerieel besluit van 18 november 2003 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor investeringen in het Vlaamse Gewest.

Brussel, 18 november 2003.

De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, P. CEYSENS

^