gepubliceerd op 05 mei 1998
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 1960 houdende inrichting van vakcursussen voor het niet-voltijds tewerkgestelde personeel van het Korps burgerlijke bescherming
18 MAART 1998. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 1960 houdende inrichting van vakcursussen voor het niet-voltijds tewerkgestelde personeel van het Korps burgerlijke bescherming
De Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Veiligheid, Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de Civiele Bescherming, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 maart 1954 houdende statuut van het Korps burgerlijke bescherming, inzonderheid op de artikelen 13 en 30, eerste lid;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 juni 1960 houdende inrichting van vakcursussen voor het niet-voltijds tewerkgestelde personeel van het Korps burgerlijke bescherming, inzonderheid op de artikelen 16 en 17, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 23 januari 1975 en 10 april 1995;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 december 1996;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 27 mei 1997;
Gelet op het protocol nr. 74/3 van Sectorcomité I - Algemeen Bestuur van 14 juli 1997;
Gelet op het advies van de Raad van State, Besluiten :
Artikel 1.Artikel 16 van het ministerieel besluit van 30 juni 1960 houdende inrichting van vakcursussen voor het niet-voltijds tewerkgestelde personeel van het Korps burgerlijke bescherming, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 23 januari 1975 en 10 april 1995 wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 16.Aan de instructeurs wordt een uurtoelage van 250 frank toegekend voor alle prestaties in verband met die opleiding.
De prestaties omvatten : 1° een uur voorbereiding per zitting;2° de werkelijk gepresteerde instructie-uren;3° de prestatie-uren die een normale verlenging zijn van de opleidingsactiviteiten en waarvoor de ambtenaren belast met de leiding van de permanente eenheden en de grote wachten van de civiele bescherming uitdrukkelijk hun toestemming hebben verleend.»
Art. 2.Artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 23 januari 1975 en 10 april 1995 wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 17.Aan de leerlingen wordt een uurtoelage van 100 frank toegekend voor hun effectieve aanwezigheid tijdens de lessen en de praktijkoefeningen van de opleiding. »
Art. 3.Het ministerieel besluit van 23 januari 1975 tot vaststelling van de toelage van het bij de civiele bescherming deeltijds tewerkgesteld personeel wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Brussel, 18 maart 1998.
J. VANDE LANOTTE J. PEETERS