gepubliceerd op 15 februari 2000
Ministerieel besluit betreffende de tegemoetkoming in de wedde van de leden van de gemeentepolitie die deelnemen aan de wettelijk verplicht gestelde beroepsopleidingen die met periodes van actieve dienst worden gelijkgesteld
18 JANUARI 2000. - Ministerieel besluit betreffende de tegemoetkoming in de wedde van de leden van de gemeentepolitie die deelnemen aan de wettelijk verplicht gestelde beroepsopleidingen die met periodes van actieve dienst worden gelijkgesteld
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikels 55 tot 58;
Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten nr. 474 van 28 oktober 1986 en nr. 502 van 31 december 1986 en bij de wetten van 7 november 1987, 22 december 1989, 20 juli 1991, 30 maart 1994 en 21 december 1994;
Gelet op de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, gewijzigd bij wet van 21 december 1994, inzonderheid op de artikels 69 tot en met 72;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 1991 betreffende de aan bepaalde gemeenten toegekende tegemoetkoming in de bezoldiging van de aspirant-politieagenten en andere leden van de gemeentepolitie die deelnemen aan de wettelijk verplicht gestelde beroeps-opleidingen die met periodes van actieve dienst worden gelijkgesteld, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 juli 1993, 10 juni 1994 en 10 april 1995;
Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën d.d. 21 december 1999;
Besluit :
Artikel 1.Een tegemoetkoming per lid van het gemeentepolitiekorps, dat tussen 1 september 1998 en 31 augustus 1999 heeft deelgenomen aan een cyclus van een wettelijk verplicht gestelde beroepsopleiding die met periodes van actieve dienst wordt gelijkgesteld, wordt toegekend aan de gemeenten die hun aanvraag regelmatig hebben ingediend.
De forfaitaire bedragen van deze tegemoetkoming zijn als volgt vastgesteld : 1° 243 025 BEF voor de basisopleidingscyclus;2° 97 159 BEF voor de cyclus tot het behalen van het getuigschrift van inspecteur van politie;3° 102 685 BEF voor de cyclus tot het behalen van het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings;4° 82 148 BEF voor het eerste of tweede jaar van de opleidingscursus voor het behalen van het brevet van officier van de gemeentepolitie.
Art. 2.Deze uitgaven worden aangerekend op het bijzondere begrotingsartikel waarin artikel 1, § 2quater, tweede lid, van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, voorziet.
Brussel, 18 januari 2000.
A. DUQUESNE