18 FEBRUARI 1998. Ministerieel besluit tot vaststelling van de marges voor implantaten

De Minister van Economie, Gelet op de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen, inzonderheid artikel 2, §§ 1 en 2;

Gelet op het advies van de Commissie tot Regeling der Prijzen, gegeven op 5 september 1997;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de conventie U/97 tussen de verstrekkers van implantaten en de verzekeringsorganismen in werking treedt op 1 augustus 1997 en dat het aangewezen is vanaf dezelfde datum precieze regels vast te leggen omtrent de marges die ziekenhuizen op de implantaten mogen aanrekenen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 november 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.Onverminderd specifieke bepalingen omtrent het vaststellen van prijzen of marges, is dit besluit van toepassing op de implantaten die worden vermeld in artikel 35, § 1 van de bijlage aan het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 2.Het ziekenhuis mag, voor de implantaten die het aflevert, een marge van 10 pct. aanrekenen op de werkelijk toegepaste af-fabrieksprijs, B.T.W. inbegrepen, met een grensbedrag van 6 000 BEF. Voor de vaststelling van dit grensbedrag wordt rekening gehouden met het geheel van de componenten van het implantaat.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 18 februari 1998.

E. DI RUPO