gepubliceerd op 28 december 2002
Ministerieel besluit houdende beëindiging van de visserij op kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden II, IV
18 DECEMBER 2002. - Ministerieel besluit houdende beëindiging van de visserij op kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden II, IV
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Gelet op verordening (EG) nr. 2555/2001 van de Raad van 18 december 2001 tot vaststelling voor 2002, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, V, vervangen bij de bijzondere wet van 13 juli 2001;
Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, inzonderheid artikel 18;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat voor het jaar 2002 het quotum van kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden II, IV nagenoeg volledig werd aangeland en dat er nog kabeljauw aan boord is van vissersvaartuigen, die heden de visserijactiviteit beoefenen, dient daarom zonder verwijl de visserij op kabeljauw in deze gebieden stopgezet te worden teneinde de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;
Overwegende dat aan de gewesten met ingang van 1 januari 2002 bevoegdheden op het gebied van zeevisserij zijn toegewezen;
Overwegende dat het noodzakelijk is de continuïteit van de opdrachten als overheidsdienst te verzekeren met inachtneming van de verplichtingen die door de Europese en internationale regelgeving op het gebied van de zeevisserij werden opgelegd, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1. vissersvaartuig : een vaartuig vermeld in de « Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen »; 2. i.c.e.s.-gebieden : de in de mededeling van de EG-Commissie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van 24 december 1985 en 31 december 1985 bepaalde gebieden en sectoren.
Art. 2.Het nationale quotum van kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden II, IV wordt geacht volledig te zijn gebruikt.
De visserij op kabeljauw in de wateren van de i.c.e.s.-gebieden II, IV is verboden voor alle vissersvaartuigen alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van kabeljauw gevangen in deze wateren, na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt buiten werking op 31 december 2002, om 24 uur.
Brussel, 18 december 2002.
V. DUA