Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 17 januari 2001
gepubliceerd op 09 februari 2001

Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Opvolgingscommissie voor de externe diensten voor technische controles op de werkplaats

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012035
pub.
09/02/2001
prom.
17/01/2001
ELI
eli/besluit/2001/01/17/2001012035/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JANUARI 2001. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Opvolgingscommissie voor de externe diensten voor technische controles op de werkplaats


De Minister van Werkgelegenheid, Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 40, § 2 en § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats, inzonderheid op artikel 28;

Overwegende dat de Opvolgingscommissie voor de externe diensten voor technische controles op de werkplaats haar huishoudelijk reglement heeft goedgekeurd op 13 december 2000, Besluit : Enig artikel. Het huishoudelijk reglement van de Opvolgingscommissie voor de externe diensten voor technische controles op de werkplaats, gevoegd in bijlage bij dit besluit, wordt goedgekeurd.

Brussel, 17 januari 2001.

Mevr. L. ONKELINX

Bijlage Huishoudelijk reglement van de Opvolgingscommissie voor de externe diensten voor technische controles op de werkplaats HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1° het koninklijk besluit van 29 april 1999: het koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats;2° de commissie : de Opvolgingscommissie voor de externe diensten voor technische controles op de werkplaats.3° de externe dienst : de externe dienst voor de technische controles op de werkplaats. HOOFDSTUK II. - Zetel van de commissie

Art. 2.De zetel van de commissie is gevestigd in het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid te Brussel.

Het secretariaat van de commissie is gevestigd in de lokalen van de Administratie van de arbeidsveiligheid. HOOFDSTUK III. - Voorzitterschap en secretariaat

Art. 3.De vergaderingen van de commissie worden voorbereid door de voorzitter en het secretariaat.

In geval van verhindering wordt de voorzitter vervangen door zijn afgevaardigde.

Art. 4.De voorzitter roept de leden en, in voorkomend geval, de betrokken partijen, op, leidt de debatten, zorgt voor de goede werking van de commissie en vertegenwoordigt haar bij de overheid.

Art. 5.Het secretariaat bereidt de dossiers voor waarover de commissie advies moet verstrekken in toepassing van artikel 24 van het koninklijk besluit van 29 april 1999.

Het stelt de notulen van de vergaderingen op, houdt de minuut bij van de adviezen van de commissie, verstrekt de uitgifte ervan en verzekert de bewaring van het archief. HOOFDSTUK IV. - Werkingsregels

Art. 6.De commissie vergadert op uitnodiging van haar voorzitter of op vraag van de sociale partners.

De commissie heeft geen andere opdrachten dan deze die haar worden toegekend door artikel 24, § 2 van het koninklijk besluit van 29 april 1999.

Art. 7.De commissie vergadert ten minste eenmaal per jaar en telkens wanneer dit nodig is met het oog op het tijdig verlenen van advies bij het onderzoek van de aanvragen tot erkenning en van de beroepen bedoeld in artikel 24, § 2 van het koninklijk besluit van 29 april 1999.

Art. 8.De uitnodiging wordt aan de leden, met inbegrip van de bestendige deskundigen, gezonden ten minste vijftien dagen vóór de datum van de vergadering.

Ieder plaatsvervangend lid wordt tot de vergaderingen van de commissie uitgenodigd en mag deze bijwonen. Hij is niet stemgerechtigd, tenzij hij een effectief lid vervangt.

De voorzitter nodigt eveneens de gebeurlijk door de commissie aangeduide tijdelijke deskundigen uit op de vergaderingen van de commissie.

Art. 9.De commissie beraadslaagt slechts rechtsgeldig indien ten minste twee leden die de werknemers vertegenwoordigen en twee leden die de werkgevers vertegenwoordigen aanwezig zijn.

Na een tweede oproeping beraadslaagt de commissie evenwel rechtsgeldig, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 10.De uitnodiging geeft de plaats, de datum en het uur van de vergadering aan. Zij omvat tevens de agenda, de documenten nodig voor de bespreking van de op de agenda geplaatste punten en in voorkomend geval een beknopt verslag van de administratie over een op de agenda geplaatst punt.

Art. 11.De voorzitter stelt de agenda op.

Elk lid van de commissie heeft de mogelijkheid punten aan de agenda toe te voegen.

De agenda, eventueel aangevuld met de punten bedoeld in lid 2 wordt vóór de aanvang van de vergadering goedgekeurd door de commissie.

Art. 12.De commissie beslist bij eenvoudige meerderheid van stemmen van de aanwezige stemgerechtigde leden.

Art. 13.De leden van de commissie verbinden er zich toe om geen documenten aan derden mee te delen waarvan zij kennis hebben gekregen ingevolge hun mandaat.

Art. 14.De notulen van de vergadering vermelden de feiten en de elementen waarop de commissie zich heeft gesteund om haar advies te formuleren, de standpunten van de leden, evenals het gemotiveerd advies van de commissie.

Art. 15.De notulen van de vergadering worden aan de werkende en de plaatsvervangende leden gestuurd, binnen de dertig kalenderdagen die volgen op de vergadering.

Het gemotiveerd advies genomen na beraadslaging tijdens de zitting en na stemming is niet vatbaar voor latere verbetering.

De verzoeken tot verbetering in verband met andere delen van de notulen moeten schriftelijk worden ingediend bij de voorzitter binnen de vijftien kalenderdagen na verzending van de notulen.

Bij ontstentenis van zulke verzoeken binnen de gestelde termijn, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd.

Indien verzoeken tot verbetering worden ingediend, oordeelt de voorzitter over de ontvankelijkheid ervan evenals over de opname ervan in de notulen.

In voorkomend geval worden de verbeterde notulen naar de leden gezonden en zullen ze op de volgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd worden. HOOFDSTUK V Regels in het kader van de bijzondere erkenningsprocedure

Art. 16.Het dossier dat naar de leden wordt gestuurd omvat : 1° de aanvraag tot erkenning;2° de inventaris van de documenten die het dossier uitmaken;3° het verslag bedoeld in artikel 21, 5° van het koninklijk besluit van 29 april 1999. De leden ontvangen op hun verzoek een afschrift van elk document dat het dossier uitmaakt.

Art. 17.Tijdens de vergadering wordt het volledig dossier ter beschikking gehouden van de leden van de commissie.

Art. 18.De leden van de commissie ontvangen een afschrift van de erkenning of van de weigering van de erkenning. HOOFDSTUK VI Regels met betrekking tot het onderzoek van betwistingen

Art. 19.Het dossier dat naar de leden van de commissie wordt gestuurd omvat : 1° de bezwaren van de externe dienst tegen de beslissingen genomen in toepassing de artikelen 29, 30, 31 en 32 van het koninklijk besluit van 29 april 1999;2° een verslag van de administratie over het door de externe dienst ingediende beroep.

Art. 20.De leden van de commissie ontvangen een afschrift van de beslissing inzake het beroep. HOOFDSTUK VII Bijzondere regels betreffende de andere opdrachten van de commissie

Art. 21.De commissie kan in haar schoot specifieke werkgroepen oprichten die belast worden met de opdrachten bedoeld in artikel 24, § 2, 3° en 4° van het koninklijk besluit van 29 april 1999.

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 januari 2001.

Mevr. L. ONKELINX

^