gepubliceerd op 18 april 1998
Ministerieel besluit betreffende het overdragen van bevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken aan bepaalde overheden van de rijkswacht en van de algemene politiesteundienst inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake het doen van diverse uitgaven
16 MAART 1998. Ministerieel besluit betreffende het overdragen van bevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken aan bepaalde overheden van de rijkswacht en van de algemene politiesteundienst inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake het doen van diverse uitgaven
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzonderheid op artikel 6;
Gelet op de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 28 en 71;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 1996 betreffende het voorafgaand toezicht en de overdracht van bevoegdheid inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake de toekenning van concessies voor openbare werken op federaal niveau, inzonderheid op de artikelen 6 tot en met 10;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 25 augustus 1997 en 11 september 1997;
Gelet op het eensluidend advies van de Minister van Justitie, gegeven op 22 december 1997;
Gelet op het advies van de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Minister : de Minister van Binnenlandse Zaken;2° de wet : de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;3° het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken;4° gecentraliseerd ordonnateur : een door de Minister gemachtigd titularis van een ambt bij een in overheidsopdrachten gespecialiseerde dienst die instaat voor de gunning ten voordele van de andere rijkswachteenheden en de algemene politiesteundienst;5° gedecentraliseerd ordonnateur : een door de Minister gemachtigd titularis van een ambt bij de rijkswacht of bij de algemene politiesteundienst die opdrachten gunt voor zijn eigen eenheid of dienst;6° diverse uitgave : uitgave die geen betrekking heeft op overheidsopdrachten en die evenmin voortvloeit uit de uitvoering van wets- of reglementsbepalingen;7° verbruiksprogramma : detail van de administratieve begroting van de algemene politiesteundienst en de rijkswacht opgesplitst naar de wijze van het verbruik van de kredieten;8° aanvraag tot voorafgaand akkoord : document waarop de gemachtigde ordonnateur het voorwerp van de opdracht, de keuze van gunningswijze en de budgettaire aanrekening acteert na in de wettelijk voorziene gevallen het voorafgaand advies ingewonnen te hebben van de autoriteiten belast met de administratieve en begrotingscontrole alsook het voorafgaand akkoord van de Ministerraad verkregen te hebben en na het voorafgaand akkoord verkregen te hebben van de Minister in de bij dit ministerieel besluit bepaalde gevallen. HOOFDSTUK II. - Overdracht van bevoegdheid inzake overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten Afdeling 1. - Bepalingen toepasselijk op alle opdrachten
Art. 2.Overdracht van bevoegdheid wordt verleend aan de ordonnateurs, titularissen van de ambten, aangewezen in de bij dit besluit gevoegde tabellen en dit binnen de perken van de bedragen vermeld in de kolommen van de tabellen 1 en 2.
De commandant van de rijkswacht en de voorzitter van het directiecomité van de algemene politiesteundienst mogen de overdracht van bevoegdheid, toegekend aan de gedecentraliseerde ordonnateurs die hen hiërarchisch ondergeschikt zijn, beperken.
Art. 3.Onverminderd het voorafgaand advies van de inspectie van financiën en het voorafgaand toezicht van de Ministerraad en voor zover het voorwerp van de opdracht opgenomen is in het door de Minister vooraf goedgekeurde verbruiksprogramma of bij ontstentenis van het verbruiksprogramma door goedkeuring over het voorwerp van de opdracht zelf, omvat de overdracht van bevoegdheid : 1° het voorbereiden van de opdracht binnen de perken van de bedragen van tabel 1 : a) het kiezen van de gunningswijze van de opdracht;b) het goedkeuren van de bestekken of van de als zodanig geldende bescheiden;c) het inzetten van de procedure;d) het aanwijzen van de dienst belast met de evaluatie en van de dienst of van de leidende ambtenaar belast met de leiding van en het toezicht op de uitvoering van de opdrachten. De voorafgaande goedkeuring van het voorwerp van de opdracht door de Minister is niet vereist wanneer de uitgave de bedragen bepaald in artikel 120 van het koninklijk besluit niet overschrijdt.
Voor de overheidsopdrachten waarvan de geschatte bedragen de in tabel 1, regel 1.a. weergegeven drempels overschrijden, moet een aanvraag tot voorafgaand akkoord aan de Minister gericht worden. De directeur van de aankoopdienst heeft een onbeperkte overdracht voor het overblijvende; 2° de selectie van de kandidaten voor een opdracht binnen de perken van de bedragen van tabel 1;3° het al dan niet gunnen van de opdracht met inbegrip van het ondertekenen van de bestelbrief of het contract binnen de perken van de bedragen van tabel 1.Voor de overheidsopdrachten waarvoor de Minister ordonnateur is, mag de directeur van de aankoopdienst de deelname van een inschrijver opschorten tot de definitieve beslissing van de Minister indien blijkt dat de inschrijving niet conform is op administratief vlak of niet beantwoordt aan de essentiële besteksbepalingen en/of zijn bijlagen; 4° het uitvoeren van de door de ordonnateur zelf gegunde opdracht : a) het wijzigen van de opdracht via bijakte, zonder dat het voorwerp van de opdracht wordt veranderd, zo nodig mits een rechtvaardige compensatie en voor zover het bedrag van de bijakte niet hoger is dan dit van de bevoegdheidsoverdracht tot de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.Zijn er verschillende bijakten, dan geldt deze bevoegdheid slechts voor zover de som van de bedragen van de verschillende bijakten niet hoger is dan die van zijn bevoegdheidsoverdracht tot onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; b) het aangaan van dadingen;c) het treffen van de beslissingen inzake de toepassing van de maatregelen van ambtswege;d) het aanvaarden mits minderwaarde van de partijen die niet overeenstemmen met hetgeen contractueel bedongen werd;e) het treffen van een beslissing inzake een teruggave of weigering van teruggave van boeten wegens laattijdige uitvoering. De directeur van de aankoopdienst van de rijkswacht staat in voor de uitvoering van de door de Minister gegunde opdrachten met uitzondering van : a) de bijakten met een financiële weerslag boven het bedrag bepaald in artikel 120 van het koninklijk besluit of de bijakten die betrekking hebben op bepalingen die determinerend waren bij de gunning;b) de maatregelen van ambtswege;c) de dadingen, het aanvaarden mits minderwaarde en de kwijtschelding of weigering van teruggave van boeten boven de in tabel 2 vermelde drempels.
Art. 4.Voor de opdrachten van de rijkswacht en de algemene politiesteundienst waarvan het bedrag 200.000 BEF overtreft, is, behoudens de in het tweede lid vermelde afwijkingen, het voorafgaand advies vereist van de commandant van de rijkswacht of van de door hem hiertoe aangewezen controleautoriteit inzake de wettelijkheid en de regelmatigheid van de uitgave.
Het voorafgaand advies is niet vereist voor de uitgaven gedaan door de verbindingsofficier in het buitenland en voor de uitgaven gedaan door de bevelhebber van een eenheid met opdracht belast in het buitenland ter uitvoering van artikel 8.
Het komt de commandant van de rijkswacht en de voorzitter van het directiecomité van de algemene politiesteundienst toe een voldoende controle te organiseren inzake de uitoefening van de overdracht voor de overheidsopdrachten waarvan het bedrag 200.000 BEF niet overtreft.
Art. 5.Voor het bepalen van de delegatie dient het bedrag van de overheidsopdrachten te worden geraamd volgens de regels vastgesteld door de artikelen 2, 28 of 54 van het koninklijk besluit.
Volgende bijzonderheden dienen in acht te worden genomen : 1° in geval van aanvullende werken, leveringen of diensten te gunnen bij onderhandelingsprocedure in de voorwaarden van artikel 17, § 2, 2°, a en 3°, b van de wet, wordt ook het bedrag van de hoofdopdracht in aanmerking genomen;2° voor de ruilovereenkomsten geldt voor het bepalen van de delegaties in alle stadia het dubbel van de geschatte ruilwaarde;3° voor de bijakte, de dading, het aanvaarden van minderwaarde en de kwijtschelding of de weigering van teruggave van boeten wegens laattijdige uitvoering, is het in rekening te brengen bedrag het effectieve bedrag van de bijakte, de dading, de minderwaarde of de boete. Afdeling 2. - Bepalingen toepasselijk op sommige opdrachten
Onderafdeling 1. - Ruilovereenkomsten
Art. 6.De directeur van de aankoopdienst van de rijkswacht heeft de bevoegdheid om ruilovereenkomsten voor te bereiden, te gunnen en uit te voeren, mits naleving van de begrotingswet, van de wetgeving op de overheidsopdrachten en volgens de voorschriften omschreven in afdeling 1.
Onderafdeling 2. - Bijzondere procedures
Art. 7.Voor het gunnen van opdrachten van werken, leveringen en diensten door of voor andere publiekrechtelijke personen, kan die samenwerking alleen geschieden via de directeur van de aankoopdienst van de rijkswacht.
Art. 8.In uiterst dringende omstandigheden, in omstandigheden die niet de mogelijkheid bieden een overheid aangewezen in tabel 1 te laten optreden en indien het personeel met opdracht is in het buitenland, heeft de overheid die de eenheid beveelt overdracht van bevoegdheid om opdrachten te gunnen die noodzakelijk zijn om : - mensenlevens te beschermen; - te voorzien in de medische verzorging, het vervoer of de repatriëring van het personeel onder zijn bevel; - de gebruiksveiligheid van het materieel en de goede uitvoering van de opdracht te verzekeren. HOOFDSTUK III. - Overdracht van bevoegdheid inzake het doen van diverse uitgaven
Art. 9.Onverminderd het voorafgaand advies van de inspectie van financiën en het voorafgaand toezicht van de Ministerraad wordt voor de diverse uitgaven van de rijkswacht en de algemene politiesteundienst, ingeschreven in het jaarlijkse verbruiksprogramma goedgekeurd door de Minister, overdracht van bevoegdheid verleend aan de ordonnateurs, titularissen van de ambten, aangewezen in de bij dit besluit gevoegde tabellen, voor het juridisch vastleggen binnen de perken van de bedragen van tabel 3.
Art. 10.Voor de diverse uitgaven van de rijkswacht en de algemene politiesteundienst wordt de opdracht tot betaling gegeven door de overheden aangewezen in de bij dit besluit gevoegde tabel 3 en binnen de perken van de hierin bepaalde bedragen.
Art. 11.Het komt de commandant van de rijkswacht en de voorzitter van het directiecomité van de algemene politiesteundienst toe de te volgen procedure te bepalen en een voldoende controle te organiseren betreffende de uitoefening van de overdracht van bevoegdheid inzake diverse uitgaven.
Art. 12.Voor het bepalen van de delegatie dient het bedrag van de diverse uitgaven van bepaalde duur geraamd te worden op grond van het totaalbedrag voor de gehele looptijd.
Voor de diverse uitgaven van onbepaalde duur wordt de delegatie bepaald op grond van het maandelijkse bedrag vermenigvuldigd met achtenveertig. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen
Art. 13.De in dit ministerieel besluit en haar bijlagen vermelde bedragen worden exclusief de belasting over de toegevoegde waarde opgegeven.
Art. 14.Het ministerieel besluit van 29 september 1994 betreffende het overdragen van bevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken aan bepaalde rijkswachtoverheden inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake diverse uitgaven, gewijzigd bij ministerieel besluit van 15 december 1995, wordt opgeheven.
Art. 15.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 16 maart 1998.
J. VANDE LANOTTE
Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage IV bij het ministerieel besluit van 16 maart 1998 Tabel 4 : Lijst van gedecentraliseerde ordonnateurs - de commandant van de rijkswacht; - de inspecteur-generaal; - de chef van de generale staf; - de directeur-generaal van het personeelsbeheer; - de directeur-generaal van het logistiek beheer; - de directeur-generaal van de politiezorg; - de directeur-generaal van de operationele steun; - de directeur-generaal van het algemeen beheer; - de directeur van de directie statuten en geschillen; - de directeur van de directie ontwikkeling en organisatie; - de directeur van de directie syndicale en interne relaties; - de directeur van de directie van het personeelsbeheer; - de commandant van de koninklijke rijkswachtschool; - de commandanten van de scholen- en opleidingscentra; - de directeur van de dienst recrutering en selectie; - de directeur van de medische dienst; - het hoofd van de dienst algemene veiligheid; - de directeur van het bureau planning, budget en organisatie; - de directeurs bij het logistiek centrum; - de commandant van de steungroepering; - de commandant van de drukkerij; - de directeur van het informaticabureau; - de directeur van de directie coördinatie basispolitiezorg; - de commandant van het centraal bureau voor opsporingen; - het hoofd van het bureau internationale relaties; - de directeur van de directie coördinatie openbare orde en beschermingsopdrachten; - de commandant van de algemene reserve; - de voorzitter van de commissie voor aankoop en reform van paarden; - de commandant van het speciaal interventie-escadron; - de commandant van het detachement koninklijke paleizen; - de commandant van het rijkswachtdetachement voor de politie der militairen; - de commandant van het documentatiecentrum; - de commandant van het luchtsteundetachement; - de directeur van de directie beleidsondersteuning; - de directeur van de directie beheerscontrole; - het hoofd van de pers, public relations en communicatiedienst; - de hoofddirecteur van financiën; - de groepscommandanten; - de directeurs van het personeel en de logistiek van de groepen; - de commandanten van een logistieke eenheid; - de districtscommandanten; - de directeurs van het personeel en de logistiek van de districten; - de commandant van het veiligheidsdetachement van de nationale luchthaven; - de directeur van het personeel en de logistiek van het veiligheidsdetachement van de nationale luchthaven; - de commandanten van een bijzondere eenheid belast met wegpolitie; - de nationale vertegenwoordiger van de rijkswacht bij de SHAPE; - de verbindingsofficieren in het buitenland; - de voorzitter van het directiecomité van de algemene politiesteundienst; - de directeurs van het directiecomité van de algemene politiesteundienst.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 16 maart 1998.
De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE