Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 16 juni 2000
gepubliceerd op 28 juli 2000

Ministerieel besluit houdende benoeming van de leden van de commissie voor advies inzake de erkenning van vormingsprogramma's die voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035720
pub.
28/07/2000
prom.
16/06/2000
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JUNI 2000. - Ministerieel besluit houdende benoeming van de leden van de commissie voor advies inzake de erkenning van vormingsprogramma's die voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komen


De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Gelet op de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij het decreet van 31 juli 1990;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende samenstelling van de commissie voor advies inzake de erkenning van vormingsprogramma's voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999 en 14 april 2000, Besluit :

Artikel 1.Worden tot werkend lid benoemd van de commissie voor advies inzake de erkenning van vormingsprogramma's die voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komen, als vertegenwoordigers van de Vlaamse minister bevoegd voor het Onderwijs : 1° de heer Peter Michielsens, coördinerend inspecteur-generaal;2° de heer Roger Meert, afdelingshoofd;3° de heer Daniël Samyn, kabinet van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming.

Art. 2.Worden tot plaatsvervangend lid van bovenvermelde commissie benoemd als vertegenwoordigers van de Vlaamse minister bevoegd voor het Onderwijs : 1° de heer Chris Blancquaert, inspecteur-coördinator TSO, BSO en BuSO;2° de heer Emmanuel Pardon, afdelingshoofd;3° de heer Willy Verbruggen, kabinet van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming.

Art. 3.Worden tot werkend lid van bovenvermelde commissie benoemd als vertegenwoordigers van de Vlaamse ministers tot wier bevoegdheid de culturele aangelegenheden behoren, vermeld in artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen : 1° Mevr.Marleen Serré, adjunct van de directeur; 2° Mevr.Ingrid Vandenhoudt, Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen; 3° Mevr.Mieke Van Gramberen, kabinet van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme.

Art. 4.Worden tot plaatsvervangend lid van bovenvermelde commissie benoemd als vertegenwoordigers van de Vlaamse ministers tot wier bevoegdheid de culturele aangelegenheden behoren, vermeld in artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen : 1° de heer Eric Gorus, adjunct van de directeur;2° de heer Jan Wilmots, Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen;3° Mevr.Saida Sakali, kabinet van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme.

Art. 5.Het ministerieel besluit van 4 juni 1997 houdende benoeming van de leden van de commissie voor advies inzake de erkenning van vormingsprogramma's voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 18 maart 1999 en 31 maart 2000, wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2000.

Brussel, 16 juni 2000.

De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Mevr. M. VANDERPOORTEN

^