gepubliceerd op 20 februari 2001
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités en van het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderings-comités voor de bevordering tot de graad van adjudant-majoor
16 FEBRUARI 2001. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités en van het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderings-comités voor de bevordering tot de graad van adjudant-majoor
De Minister van Landsverdediging, Gelet op de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut der beroepsofficieren van de land-, de lucht-, de zeemacht en de medische dienst en der reserveofficieren van alle krijgsmachtdelen en van de medische dienst, inzonderheid op artikel 41, gewijzigd bij de wet van 28 december 1990;
Gelet op de wet van 27 december 1961 houdende statuut van de onderofficieren van het actief kader der land-, lucht- en zeemacht en van de medische dienst, inzonderheid op artikel 39bis, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, inzonderheid op artikel 3, eerste lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader der land-, lucht- en zeemacht en van de medische dienst, inzonderheid op artikel 3, § 4, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 december 1995;
Gelet op het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités, inzonderheid op artikelen 5 en 12, § 1, a), gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 juli 1974 en 28 juli 1995;
Gelet op het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités voor de bevordering tot de graad van adjudant-majoor, inzonderheid op artikel 17;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 12 december 2000;
Gelet op het advies 31.156/4 van de Raad van State, gegeven op 29 januari 2001, Besluit :
Artikel 1.Artikel 5 van het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités, gewijzigd bij bij de ministeriële besluiten van 19 juli 1974 en 28 juli 1995, wordt vervangen als volgt : «
Art. 5.Worden opgeroepen om zitting te nemen in het hoog comité voor de luchtmacht, wanneer dit comité de kandidaturen voor de graad van generaal-majoor dient te onderzoeken : 1° de chef van de generale staf;2° de stafchef van de luchtmacht;3° de commandant van het operationeel commando van de luchtmacht;4° de luitenant-generaals van de luchtmacht;5° de generaal-majoors van het korps van het varend personeel of de generaal-majoors van het korps van het niet-varend personeel naargelang van het korps waarvan de te onderzoeken kandidaten deel uitmaken.»
Art. 2.Artikel 12, § 1, a), van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 juli 1974 en 28 juli 1995, wordt vervangen als volgt : « a) als vaste leden : 1° de chef van de generale staf;2° de stafchef van de luchtmacht;3° de commandant van het operationeel commando van de luchtmacht;4° de andere opperofficieren van de luchtmacht;».
Art. 3.Artikel 17 van het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités voor de bevordering tot de graad van adjudant-majoor, wordt vervangen als volgt : «
Art. 17.Worden opgeroepen om zitting te hebben als vaste leden in de comités voor de luchtmacht : 1° de stafchef van de luchtmacht of als plaatsvervanger een opperofficier, adjunct van de stafchef van de luchtmacht en door hem aangewezen;2° een hoofdofficier behorende tot de staf van de luchtmacht en aangewezen door de stafchef van de luchtmacht;3° twee hoofdofficieren aangewezen door de commandant van het operationeel commando van de luchtmacht.».
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staadsblad wordt bekengemaakt.
Brussel, 16 februari 2001.
A. FLAHAUT