Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 april 1997
gepubliceerd op 10 juli 1997

Ministerieel besluit houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan houders van militaire brevetten van boordwerktuigkundige dienen te voldoen voor het bekomen van burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van boordwerktuigkundige

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1997014115
pub.
10/07/1997
prom.
15/04/1997
ELI
eli/besluit/1997/04/15/1997014115/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 APRIL 1997. Ministerieel besluit houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan houders van militaire brevetten van boordwerktuigkundige dienen te voldoen voor het bekomen van burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van boordwerktuigkundige


De Minister van Vervoer, Gelet op het verdrag inzake de internationale burgerlijke luchtvaart, ondertekend te Chicago op 7 december 1944 en goedgekeurd door de wet van 30 april 1947, inzonderheid op bijlage I;

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 31 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 augustus 1968 en op de artikelen 33 en 34;

Overwegende dat de Gewestregeringen zijn betrokken bij het ontwerpen van dit besluit;

Gelet op het advies van de Raad van State, Besluit

Artikel 1.De houders van het militair brevet van boordwerktuigkundige kunnen een burgerlijke vergunning van boordwerktuigkundige bekomen overeenkomstig de hiernavermelde bepalingen.

Art. 2.De aanvragers moeten een door de militaire overheid afgegeven attest overleggen. Dat attest vermeldt de naam, voornamen, geboorteplaats en geboortedatum van de aanvrager alsook de datum van uitgifte.

Uit het attest blijkt: 1. dat de aanvrager in actieve dienst is en deel uitmaakt van het korps van het varend personeel van een der Belgische krijgsmachtdelen;2. dat de aanvrager op datum van de afgifte van het attest houder is van het militair brevet van boordwerktuigkundige en van de bevoegdverklaring voor een vliegtuigtype waarop de aanwezigheid van een boordwerktuigkundige vereist is. Het attest blijft geldig gedurende dertig maanden na de datum van afgifte voor zover de aanvrager niet werd geschrapt uit het korps van het varend personeel van een der krijgsmachtdelen, wegens nalatigheid of beroepsonbekwaamheid in de vliegdienst.

Het attest moet ingediend worden bij de inschrijving voor de examens over de algemene kennis bepaald bij artikel 3.

Art. 3.Om de vergunning van boordwerktuigkundige te verkrijgen, moet de aanvrager: 1° het attest bepaald in artikel 2 overleggen;2° een vliegervaring aantonen van 3000 uren als boordwerktuigkundige van militaire vliegtuigen;3° tijdens de voorbije 12 maanden 100 vlieguren als boordwerktuigkundige van vliegtuigen uitgevoerd hebben;4° slagen voor de examens over de algemene kennis bepaald in bijlage I, I, punten 2, 3, 5 en 7 van het ministerieel besluit van 31 juli 1980 houdende regeling van de burgerlijke vergunningen van boordwerktuigkundige;5° slagen voor het praktisch examen op een vluchtnabootser van ofwel het type C-130, ofwel het type B727, ofwel het type B707 bepaald in bijlage II, I van hetzelfde besluit;6° houder zijn van het beperkt bewijs van radio-telefonist, uitgereikt door de Minister tot wiens bevoegdheid de telegrafie en telefonie behoren of door diens gemachtigde;7° voldoen aan de voorgeschreven eisen inzake lichaams- en geestesgeschiktheid.

Art. 4.De bevoegdverklaring boordwerktuigkundige voor de types C-130, B727 of B707 wordt op de vergunning ingeschreven indien de aanvrager tijdens de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag met een vliegtuig van het bedoelde type ten minste 100 vlieguren als boordwerktuigkundige heeft gevlogen, en slaagde voor het praktisch examen, zoals bepaald bij artikelen 3, 5) op dat type.

Bij gebrek aan de vereiste ervaring kan de bevoegdverklaring afgeleverd worden mits voorlegging van een verklaring van een instructeur van boordwerktuigkundige waarin het behoud van de geschiktheid bevestigd wordt.

Art. 5.De bepalingen van het ministerieel besluit van 31 juli 1980, houdende regeling van de burgerlijke vergunningen van boordwerktuigkundige, waarvan niet wordt afgeweken door dit besluit blijven van toepassing op de houders van het militair brevet van boordwerktuigkundige die een burgerlijke vergunning of bevoegdverklaring willen krijgen of vernieuwen.

Brussel, 15 april 1997.

M. DAERDEN

^