gepubliceerd op 22 juni 2018
Ministerieel besluit waarbij de voorwaarden voor de uitvoering van een stikstofbalans bij uitscheiding worden vastgesteld voor varkens- en pluimveebedrijven overeenkomstig artikel R.226 van het Waterwetboek
14 MEI 2018. - Ministerieel besluit waarbij de voorwaarden voor de uitvoering van een stikstofbalans bij uitscheiding worden vastgesteld voor varkens- en pluimveebedrijven overeenkomstig artikel R.226 van het Waterwetboek
De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Toerisme, Patrimonium en afgevaardigd bij de Grote Regio, Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, artikel D.177, gewijzigd bij de decreten van 31 mei 2007 en 12 december 2014, en artikel R.226, vervangen bij het
besluit van de Waalse Regering van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten
type
besluit van de waalse regering
prom.
13/06/2014
pub.
12/09/2014
numac
2014027234
bron
waalse overheidsdienst
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wat betreft het duurzame beheer van stikstof in de landbouw
type
besluit van de waalse regering
prom.
13/06/2014
pub.
16/09/2014
numac
2014205672
bron
waalse overheidsdienst
Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de eisen en normen van de randvoorwaarden inzake landbouw
sluiten;
Gelet op advies nr. 63.167/4 van de Raad van State, gegeven van 12 juni 2018, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat voorwaarden dienen te worden vastgesteld waarbij een stikstofbalans bij uitscheiding voor varkens- en pluimveesoorten zal worden uitgevoerd;
Overwegende dat de vaststelling van deze voorwaarden voor veebedrijven nu niet mogelijk is in Wallonië, wegens de verscheidenheid van kweekomstandigheden van deze dieren, Besluiten :
Artikel 1.Wanneer een producent kiest voor de berekening van de organische stikstof voortgebracht in zijn exploitatie op grond van een stikstofbalans bij uitscheiding, die het verschil vormt tussen de opgenomen stikstof en de stikstof vervat in de dierlijke producties, wordt de berekening gebaseerd op de volgende regressierechten voor alle dieren van de betrokken categorie :
Diercategorie
Stikstofuitscheiding (kg/dier/jaar)
Biggen met een gewicht van 7 tot 20 kg
Y = 0,0996 X - 1,3218
Andere varkens met een gewicht van 20 tot 110 kg
Y = 0,1347 X - 4,4181
Andere varkens > 110 kg
Y = 0,1599 X - 5,5152
Zeugen, biggen inbegrepen < 7 kg
Y = 0,1599 X - 5,5152
Beren
Y = 0,1599 X - 5,5152
Legkippen
Y = 0,1496 X - 0,2455
(Groot)ouderdieren legkippen
Y = 0,1548 X - 0,2305
Opfokkippen van legkippen
Y = 0,1492 X - 0,1149
Slachtkuikens
Y = 0,1541 X - 0,5283
Slachtkuikenouderdieren
Y = 0,1517 X - 0,1918
Opfokkippen van slachtkuikenouderdieren
Y = 0,1571 X - 0,1705
Waar Y = de productie (in kg) van stikstof per dier en per jaar en X = het verbruik (in kg) van ruw eiwit (RE) per dier en per.
De verkregen productie stikstof wordt afgetrokken van een factor voor gasverliezen ten opzichte van de afgescheiden stikstof, berekend naar rato van de hoeveelheden uitwerpselen in de verschillende logiescategorieën.
De verliezen, uitgedrukt in procent, zijn de volgende :
Diercategorie
Logiescategorie
Percentage verlies
Varkens
Op stalstro
70 %
Op roostervloer
30 %
Open lucht
35 %
Pluimvee
Op stalstro
46 %
Zonder stalstro
19 %
Open lucht
19 %
Art. 2.§ 1. De gegevens gebruikt voor de berekening bedoeld in artikel 1 worden geverifieerd door middel van de consumptie- of voedselconsumptie-indexcijfers. De consumptie-indexcijfers stemmen overeen met de totale hoeveelheid voederopname per jaar gedeeld door de totale toename van het levend gewicht per jaar. § 2. De consumptie-indexcijfers kunnen niet lager zijn dan de volgende waarden :
Diercategorie
Consumptie-indexcijfer
Biggen met een gewicht van minder dan 20 kg
1.6
Varkens van 20 tot 110 kg
2,6
Slachtkuikens
1,56
Kippetjes van slachtkuikenouderdieren
3,94
Legkippetjes
4,19
§ 3. Voor zeugen en beren, is het gewicht van geconsumeerd voedsel niet lager dan 1 200 kg per jaar.
De hoeveelheid ruw eiwitopname per dier tot de afkeuring ervan is niet lager dan 6,68kg voor legkippen en 6,2 kg voor ouderdieren vleeskippen. § 4. In afwijking van de § 2 en 3, kunnen waarden voor de consumptie- of voedselconsumptie-indexcijfers worden aanvaard die lager zijn dan de bovenvermelde waarden indien behoorlijk verantwoord door de Begeleidingsstructuur.
Namen, 14 mei 2018.
C. DI ANTONIO R. COLLIN