14 JUNI 2011. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van verblijfsvergoedingen toegekend aan afgevaardigden en ambtenaren afhangend van de Federale Overheidsdienst Financiën die zich in officiële opdracht naar het buitenland begeven of zetelen in internationale commissies

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen voor verblijfkosten aan de personeelsleden der ministeries;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten;

Op de voordracht van de voorzitter van het Directiecomité, Besluit :

Artikel 1.Voor de dienstreizen buiten het Rijk worden volgende uitgaven aanzien als werkelijk door de betrokken ambtenaar of afgevaardigde gedane uitgaven : de verplaatsingskosten; de kosten van huisvesting in het buitenland; de andere uitgaven die de betrokkenen dragen ingevolge hun verblijf in het buitenland.

Art. 2.De verblijfsvergoedingen toegekend aan afgevaardigden en ambtenaren afhangend van de Federale Overheidsdienst Financiën die zich in officiële opdracht naar het buitenland begeven of zetelen in internationale commissies, bestaan uit vergoedingen voor het dekken van de huisvestingskosten en dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoedingen.

Art. 3.De vergoedingen ter dekking van de huisvestingskosten worden betaald op basis van de werkelijk verrichte en bewezen uitgaven en ten belope van de per land vastgestelde maximumrichtprijzen.

Overschrijdingen kunnen worden toegepast.

Art. 4.De bedragen van de dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoedingen dekken niet de huisvestings- en verplaatsingskosten van de begunstigden.

Art. 5.De bedragen van de dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoedingen en maximumrichtprijzen voor huisvesting worden vastgesteld overeenkomstig bijgaande tabel. Sommige worden uitgedrukt in vreemde valuta en geconverteerd in euro. De betaling wordt gedaan in euro aan de dagkoers of aan de koers toegepast door de kredietkaartmaatschappijen.

Art. 6.De voorzitter van het Directiecomité is belast met de uitvoering van dit besluit, dat uitwerking zal hebben op 1 september 2011.

Art. 7.Een afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan het Rekenhof.

Brussel, 14 juni 2011.

D. REYNDERS