Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 13 maart 2001
gepubliceerd op 23 maart 2001

Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het reglement van de Raad van Bestuur van B.I.A.C. van 5 oktober 1998 tot regeling op de luchthaven Brussel-Nationaal van de vergoedingen bedoeld in artikel 181 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd bij het reglement van 17 december 1998

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
2001014049
pub.
23/03/2001
prom.
13/03/2001
ELI
eli/besluit/2001/03/13/2001014049/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MAART 2001. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het reglement van de Raad van Bestuur van B.I.A.C. van 5 oktober 1998 tot regeling op de luchthaven Brussel-Nationaal van de vergoedingen bedoeld in artikel 181 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd bij het reglement van 17 december 1998


De Minister van Mobiliteit en Vervoer Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op de artikelen 194 en 195;

Gelet op het beheerscontract afgesloten op 14 augustus 1998 tussen de Belgische Staat en B.I.A.C, goedgekeurd door het koninklijk besluit van 25 augustus 1998, zoals gewijzigd door de avenant afgesloten op 15 februari 2001 tussen dezelfde partijen, goedgekeurd door het koninklijk besluit van 4 maart 2001, Besluit :

Artikel 1.Het reglement van de Raad van Bestuur van B.I.A.C., opgenomen in bijlage bij dit besluit, van 15 februari 2001 tot wijziging van het reglement van 5 oktober 1998 tot regeling op de luchthaven Brussel-Nationaal van de vergoedingen bedoeld in artikel 181 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd bij het reglement van 17 december 1998 wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2001.

Brussel, 13 maart 2001.

De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

B.I.A.C., N.V. van publiek recht Reglement van de Raad van Bestuur tot wijziging van het reglement van 5 oktober 1998 tot regeling op de luchthaven Brussel-Nationaal van de vergoedingen bedoeld in artikel 181 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd bij het reglement van 17 december 1998.

DE RAAD VAN BESTUUR Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op de artikelen 181, 194, 195 en 196;

Gelet op het beheerscontract afgesloten op 14 augustus 1998 tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht "Brussels Airport Terminal Company", inzonderheid op artikel 28, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 25 augustus 1998;

Gelet op het reglement vastgesteld op 15 december 2000 door de raad van bestuur, niet goedgekeurd door de Minister van Mobiliteit en Vervoer;

Gelet op de beraadslaging van de Raad van Bestuur van heden, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het reglement van de Raad van Bestuur van 5 oktober 1998 tot regeling op de luchthaven Brussel-Nationaal van de vergoedingen bedoeld in artikel 181 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd bij het reglement van 17 december 1998, wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 1.§ 1. B.I.A.C. heft voor elke landing en elke opstijging een vergoeding waarvan het product gelijk is aan het product van de formule U x W x E x D waarin : - U het eenheidstarief is; - W het gewicht van het luchtvaartuig is, uitgedrukt in ton; - E de milieufactor is; - D de dag/nachtfactor is.

Het eenheidstarief (U) bedraagt 56 frank.

Het gewicht (W) bedraagt minimum 25 ton. Het gewicht (W) bedraagt maximum 175 ton.

De milieufactor (E) wordt bepaald volgens de hierna weergegeven tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De luchtvaartuigen worden ingedeeld in vier geluidscategorieën. De methoden tot vaststelling van deze categorieën worden uiteengezet in bijlage bij dit reglement. Elk luchtvaartuig waarvan de exploitant de documenten noodzakelijk voor de indeling overmaakt aan B.I.A.C., wordt in een geluidscategorie ingedeeld. De eerste indeling in een geluidscategorie van een luchtvaartuig of de verandering van geluidscategorie van een luchtvaartuig gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de ontvangst van de vereiste documenten. Elk luchtvaartuig waarvan de exploitant de documenten noodzakelijk voor de indeling ervan niet aan B.I.A.C. heeft overgemaakt, wordt ingedeeld in categorie 1 behalve wanneer het een schroefvliegtuig van maximum 9 ton betreft, dat in voorkomend geval wordt ingedeeld in categorie 2.

De dag/nachtfactor (D) wordt bepaald volgens de hierna weergegeven tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het voor de landing in aanmerking te nemen uur is dat van het tijdstip waarop het luchtvaartuig de grond raakt. Het voor de opstijging in aanmerking te nemen te uur is dat van het tijdstip waarop het luchtvaartuig de grond verlaat. § 2. In afwijking van de vorige paragraaf wordt voor een hefschroefvliegtuig het gewicht (W) minimum 5 ton. De vergoeding voor elke landing en opstijging van een hefschroefvliegtuig bedraagt minimum 450 frank. Deze paragraaf is enkel van toepassing voor zover het hefschroefvliegtuig geen gebruik maakt van een aan- of uitvliegroute van een startbaan, tussen 06.00 en 22.59 uur landt of opstijgt en op gebied van geluid de « best practice » volgt voorgesteld door de luchthaven autoriteiten. »

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde reglement worden de woorden "..., zonder lager te mogen zijn dan het in artikel 1, § 1, bepaalde minimum" geschrapt.

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde reglement wordt het bedrag "229 frank" vervangen door "243 frank".

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde reglement wordt vervangen door de volgende bepalingen : " Art. 4. § 1. De vergoeding voor het gebruik door de passagiers van de ten behoeve van de passagiers aangebrachte installaties en geleverde diensten (met name loopbruggen, gekoelde lucht, special assistance, bagagesortering, luchthavengebouwen, transferinstallaties) bedraagt 520 frank per vertrekkende passagier, ook wanneer deze nog dezelfde dag een terugvlucht uitvoert.

Deze vergoeding wordt herleid tot 250 frank per vertrekkende transferpassagier. Transferpassagiers zijn passagiers wier reisweg op één enkel vervoerbiljet vermeld is, en welke hun reisweg na een landing op de luchthaven Brussel-Nationaal op dezelfde kalenderdag met een ander luchtvaartuig verder zetten, maar niet naar het land van herkomst en dit met de eerst beschikbare verbindingsvlucht.

De veiligheidsvergoeding per vertrekkende passagier bedraagt 150 frank.

De vergoedingen verschuldigd door de passagier worden door tussenkomst van de exploitant van het luchtvaartuig geheven en de bedragen ervan worden afzonderlijk op het vervoerbewijs vermeld. § 2. De in § 1 bedoelde vergoedingen zijn niet verschuldigd voor : 1° kinderen onder de twee jaar;2° de transitpassagiers die hun reis voortzetten met hetzelfde luchtvaartuig (of met een vervangluchtvaartuig dat ingezet is wegens een technisch defect van het eerste luchtvaartuig) of met een vlucht die hetzelfde nummer draagt als de vlucht van aankomst;3° de bemanningsleden die verantwoordelijk zijn voor het luchtvaartuig;4° de passagiers die zich niet naar het buitenland begeven;5° de passagiers van de luchtvaartuigen bedoeld in artikel 7.»

Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde reglement wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 5.§ 1. Indien een luchtvaartuig tussen 6 uur en 23 uur (lokale tijd) langer dan zes uur wordt gestationeerd op een standplaats die is uitgerust met een loopbrug, zodat BIAC deze niet kan aanwenden voor het inschepen of ontschepen van passagiers, is de exploitant van het luchtvaartuig een bedrag verschuldigd van 500 frank per uur vanaf het begin van de stationering. § 2. De vergoeding voor het gebruik van gekoelde lucht zit voor de helft vervat in de vergoeding voor vertrekkende passagiers. Voor de bevoorrading van luchtvaartuigen met elektriciteit en voor het niet door de passagier vergoede gedeelte van het gebruik van gekoelde lucht, wordt een vergoeding vastgesteld waarvan het samengestelde bedrag afhangt van de maximum capaciteit van het luchtvaartuig in passagiers, volgens de hierna weergegeven tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6.In artikel 9. § 2 van hetzelfde reglement worden de woorden "artikelen 1, 3 en 5" vervangen door "artikelen 1 en 3".

Art. 7.In artikel 10 van hetzelfde reglement wordt "1996" vervangen door "2000".

Art. 8.In de Bijlage bij hetzelfde reglement wordt punt "2. Bepaling van de geluidscategorieën" vervangen door de volgende tekst : « 2. Bepaling van de geluidscategorieën Ten opzichte van de vastgestelde theoretische referentiekromme, worden de vier categorieën als volgt bepaald : Categorie 1 : TOTNOISE g PRED - 4 dB Categorie 2 : PRED - 12 dB < TOTNOISE -< PRED - 4 dB Categorie 3 : PRED - 20 dB < TOTNOISE -< PRED - 12 dB Categorie 4 : PRED - 20 dB -> TOTNOISE"

Art. 9.Het huidig reglement treedt in werking op 1 april 2001.

Zaventem, 15 februari 2001.

Namens de raad van bestuur : De Voorzitter, Eddy Wymeersch

^