13 MAART 2000. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 17 december 1991 tot uitvoering van de artikelen 13, 15, 20 en 27 van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen (1)

De Minister van Werkgelegenheid, Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, en de wetten van 22 januari 1985 en 30 december 1988;

Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985, het koninklijk besluit nr. 424 van 1 augustus 1986 en de wet van 20 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 100, 102, 104, 105, 106bis en 107;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid, inzonderheid op de artikelen 131, § 1, 160, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 augustus 1986, 26 mei 1987, 20 augustus 1987, 21 augustus 1987, 3 oktober 1988, 26 januari 1989, 2 augustus 1989, 27 november 1990 en 28 febrauri 1991, 171ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 mei 1986 en 171octies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 mei 1986 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 december 1988 en 6 juli 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 1991, inzonderheid op de artikelen 13, 15, 20 en 27;

Gelet op het ministerieel besluit van 17 december 1991 tot uitvoering van de artikelen 13, 15, 20 en 27 van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de toename van het aantal gerechtigden op loopbaanonderbreking vereist om zonder verwijl de nodige maatregelen te nemen om de administratieve procedures te beperken teneinde een afhandeling van de dossiers binnen een redelijke termijn te verzekeren, Besluit :

Artikel 1.Het artikel 4 van het ministerieel besluit tot uitvoering van 17 december 1991 tot uitvoering van de artikelen 13, 15, 20 en 27 van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, wordt opgeheven.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 12 maart 2000.

Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944; Wet van 14 juli 1951, Belgisch Staatsblad van 16 december 1951;

Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961;

Wet van 16 april 1963, Belgisch Staatsblad van 23 april 1963;

Wet van 11 januari 1967, Belgisch Staatsblad van 14 januari 1967;

Wet van 10 oktober 1967, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967;

Koninklijk besluit nr. 13 van 11 oktober 1978, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1978;

Koninklijk besluit nr. 28 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 26 maart 1982;

Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985;

Wet van 1 augustus 1985, Belgisch Staatsblad van 6 augustus 1985;

Koninklijk besluit nr. 424 van 1 augustus 1986, Belgisch Staatsblad van 21 augustus 1986;

Wet van 30 december 1988, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1989;

Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991;

Koninklijk besluit van 20 december 1963, Belgisch Staatsblad van 18 januari 1964;

Koninklijk besluit van 28 mei 1986, Belgisch Staatsblad van 25 juni 1986;

Koninklijk besluit van 8 augustus 1986, Belgisch Staatsblad van 27 augustus 1986;

Koninklijk besluit van 26 mei 1987, Belgisch Staatsblad van 6 juni 1987;

Koninklijk besluit van 20 augustus 1987, Belgisch Staatsblad van 1 septemb er 1987;

Koninklijk besluit van 21 augustus 1987, Belgisch Staatsbld van 1 september 1987;

Koninklijk besluit van 3 oktober 1988, Belgisch Staatsblad van 6 oktober 1988;

Koninklijk besluit van 14 december 1988, Belgisch Staatsblad van 23 december 1988;

Koninklijk besluit van 26 januari 1989, Belgisch Staatsblad van 3 februari 1989;

Koninklijk besluit van 2 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 11 augustus 1989;

Koninklijk besluit van 6 juli 1990, Belgisch Staatsblad van 9 augustus 1990;

Koninklijk besluit van 27 november 1990, Belgisch Staatsblad van 30 nocember 1990;

Koninklijk besluit van 27 november 1990, Belgisch Staatsblad van 6 december 1990;

Koninklijk besluit van 2 januari 1991, Belgisch Staatsblad van 12 januari 1991;

Koninklijk besluit van 28 februari 1991, Belgisch Staatsblad van 6 maart 1991;

Koninklijk besluit van 25 april 1991, Belgisch Staatsblad van 4 mei 1991;

Koninklijk besluit van 17 december 1991, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1992.