Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 13 juli 2000
gepubliceerd op 28 juli 2000

Ministerieel besluit tot bepaling van de diploma's van een opleiding ruimtelijke ordening die voldoen om te kunnen worden aangesteld als ambtenaar van ruimtelijke ordening

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035735
pub.
28/07/2000
prom.
13/07/2000
ELI
eli/besluit/2000/07/13/2000035735/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 JULI 2000. - Ministerieel besluit tot bepaling van de diploma's van een opleiding ruimtelijke ordening die voldoen om te kunnen worden aangesteld als ambtenaar van ruimtelijke ordening


De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid op de artikelen 10, § 1, 11, § 1, 12, § 1, 14 en 16;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld, inzonderheid op de artikelen 4, 10, 13, 14 en 16, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 2000;

Overwegende dat voornoemd besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000, zoals gewijzigd bij besluit van 7 juli 2000, de minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, opdraagt te bepalen welke diploma's van een opleiding inzake ruimtelijke ordening voldoen voor toegang tot de diverse functies van ambtenaar van ruimtelijke ordening; dat dit moet gebeuren rekening houdend met de voor de functie vereiste kennis en vaardigheden;

Overwegende dat uitgaande van de taakomschrijving van de gewestelijke planologische ambtenaar volgende kennis en vaardigheden vereist zijn voor het uitoefenen van de functie : 1° basiskennis van de wetgeving en reglementering inzake ruimtelijke ordening;2° kennis van planningstheorie met inbegrip van belangrijke plannnigsmodellen;3° vaardigheid tot analyse van de ruimtelijke structuur van een gebied op verschillende schaalniveaus;4° vaardigheid tot het formuleren van een visie en concepten inzake de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van een gebied op verschillende schaalniveaus;5° vaardigheid tot het formuleren van maatregelen van bestemming, inrichting en beheer voor een gebied op verschillende schaalniveaus;6° vaardigheid tot communicatie en tot het formuleren van adviezen met betrekking tot aangelegenheden van ruimtelijke ordening; Overwegende dat uitgaande van de taakomschrijving van de gewestelijke, provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar volgende kennis en vaardigheden vereist zijn voor het uitoefenen van de functie : 1° basiskennis van de wetgeving en reglementering inzake ruimtelijke ordening;2° vaardigheid tot analyse van de ruimtelijke structuur van een gebied op verschillende schaalniveaus;3° vaardigheid tot het consulteren en interpreteren van ruimtelijke structuurplannen, plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen;4° vaardigheid tot het inschatten van ruimtelijke draagkracht en ruimtelijke kwaliteit en tot het beoordelen van de ruimtelijke opportuniteit van projecten;5° vaardigheid tot het kennisnemen van een aanvraagdossier voor een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning;6° vaardigheid tot communicatie en tot het formuleren van adviezen met betrekking tot aangelegenheden van ruimtelijke ordening. Overwegende dat best periodiek wordt bepaald welke concrete diploma's, rekening houdend met bovenstaande criteria, voldoen voor toegang tot de functies, onder meer omdat dit toelaat evoluties in het onderwijsaanbod op te volgen;

Overwegende dat rekening gehouden met bovenstaande criteria de programma-inhoud van de bestaande opleidingen inzake ruimtelijke ordening is onderzocht, alsook de doelstellingen van die opleidingen;

Overwegende dat naast bovenstaande criteria ook rekening gehouden is met de sterke diversiteit in het huidig opleidingenaanbod, met gerechtvaardigde verwachtingen van personen die in het verleden een diploma van een opleiding inzake ruimtelijke ordening hebben behaald en met de grote vraag naar gediplomeerden inzake ruimtelijke ordening;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat overeenkomstig het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, specifieke ambtenaren van ruimtelijke ordening op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau bepaalde taken moeten vervullen; dat volgens hetzelfde decreet de Vlaamse regering de voorwaarden moet bepalen voor aanstelling als ambtenaar van ruimtelijke ordening, wat gebeurd is bij besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 2000; dat in dat regeringsbesluit evenwel nadere specificaties inzake het voor de meeste functies in principe vereiste diploma ruimtelijke ordening gedelegeerd worden naar de bevoegde minister; dat die specificaties het voorwerp uitmaken van het voorliggend besluit; dat dit besluit derhalve dringend moet genomen worden omdat anders de aanstelling van die ambtenaren niet rechtsgeldig kan gebeuren, terwijl sommige van de ambtenaren zo snel mogelijk de taken moeten kunnen opnemen, die hen door het op 1 mei 2000 in werking getreden decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening worden toegewezen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 27 juni 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Besluit :

Artikel 1.De volgende diploma's, afgegeven vóór 31 december 2001, voldoen voor een aanstelling in de functie van gewestelijk planologisch ambtenaar : 1° diploma van licentiaat in de stedebouw en de ruimtelijke ordening, K.U.Leuven; 2° diploma van licentiaat in de stedebouw, ruimtelijke ordening en ontwikkeling, R.U. Gent en U. Gent; 3° diploma van aanvullende studies in de stedebouw en de ruimtelijke ordening, K.U. Leuven; 4° diploma van aanvullende studies in de stedebouw en de ruimtelijke ordening, U.Gent; 5° diploma van aanvullende studies in de ruimtelijke planning, Interuniversitaire Opleidingen K.U. Leuven - U. Gent; 6° diploma van gespecialiseerde studies in de stedenbouw en de ruimtelijke ordening, Interuniversitaire Opleidingen K.U.Leuven - U. Gent; 7° diploma van stedebouw of stedenbouw, Hoger Sint-Lukasinstituut, Sint-Lukas Leergangen of Sint-Lukas Hogere Leergangen te Schaarbeek en Brussel;8° diploma van stedebouwer, stedebouwkundige of stedenbouwkundige, Hoger Instituut voor Architectuur en Sierkunsten Sint-Lucas, Hoger Sint-Lucasinstituut, Hoger Architectuurinstituut Sint-Lucas of Hogere Leergangen Sint-Lucas te Gent;9° diploma van stedebouwkundig ontwerper, stedebouwkundige of stedenbouwkundige, Hoger Instituut voor Stedebouw, Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedebouw, Hoger Architectuur Instituut van het Rijk, Henry Van de Velde-instituut, Hogere Opleidingen Monumentenzorg, Stedebouw, Technologie en Economie, of Centrum voor Volwassenenonderwijs te Antwerpen;10° diploma van stedebouw, stedebouwkundige, afdeling stedebouw, afdeling stedenbouw, Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Stedelijk Hoger Instituut voor Architectuur en Stedebouw, Hoger Architectuurinstituut van de Stad Gent, Hoger Architectuurinstituut De Bijloke, Instituut voor Volwassenenvorming van het Gemeenschapsonderwijs, Centrum voor volwassenenonderwijs - Instituut voor Volwassenenvorming te Gent of Zottegem;11° diploma's met andere benamingen dan de in 1° tot 10° vermelde, die vroeger zijn afgeleverd op basis van éénzelfde of gelijkaardige specifieke opleiding inzake ruimtelijke ordening, ruimtelijke planning en of stedenbouw, na beslissing van de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, op advies van de administratie hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of de administratie permanente vorming van het departement onderwijs van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 2.De volgende diploma's, afgegeven vóór 31 december 2001, voldoen voor een aanstelling in de functie van gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar : 1° diploma van licentiaat in de stedebouw en de ruimtelijke ordening, K.U. Leuven; 2° diploma van licentiaat in de stedebouw, ruimtelijke ordening en ontwikkeling, R.U. Gent en U. Gent; 3° diploma van aanvullende studies in de stedebouw en de ruimtelijke ordening, K.U. Leuven; 4° diploma van aanvullende studies in de stedebouw en de ruimtelijke ordening, U.Gent; 5° diploma van aanvullende studies in de ruimtelijke planning, Interuniversitaire Opleidingen K.U. Leuven - U. Gent; 6° diploma van gespecialiseerde studies in de stedenbouw en de ruimtelijke ordening, Interuniversitaire Opleidingen K.U. Leuven - U. Gent; 7° diploma van stedebouw of stedenbouw, Hoger Sint-Lukasinstituut, Sint-Lukas Leergangen of Sint-Lukas Hogere Leergangen te Schaarbeek en Brussel;8° diploma van stedebouwer, stedebouwkundige of stedenbouwkundige, Hoger Instituut voor Architectuur en Sierkunsten Sint-Lucas, Hoger Sint-Lucasinstituut, Hoger Architectuurinstituut Sint-Lucas of Hogere Leergangen Sint-Lucas te Gent;9° diploma van stedebouwkundig ontwerper, stedebouwkundige of stedenbouwkundige, Hoger Instituut voor Stedebouw, Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedebouw, Hoger Architectuur Instituut van het Rijk, Henry Van de Velde-instituut, Hogere Opleidingen Monumentenzorg, Stedebouw, Technologie en Economie, of Centrum voor Volwassenenonderwijs te Antwerpen;10° diploma van stedebouw, stedebouwkundige, afdeling stedebouw, afdeling stedenbouw, Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Stedelijk Hoger Instituut voor Architectuur en Stedebouw, Hoger Architectuurinstituut van de Stad Gent, Hoger Architectuurinstituut De Bijloke, Instituut voor Volwassenenvorming van het Gemeenschapsonderwijs, Centrum voor volwassenenonderwijs Instituut voor Volwassenenvorming te Gent of Zottegem;11° diploma's met andere benamingen dan de in 1° tot 10° vermelde, die vroeger zijn afgeleverd op basis van éénzelfde of gelijkaardige specifieke opleiding inzake ruimtelijke ordening, ruimtelijke planning en of stedenbouw, na beslissing van de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, op advies van de administratie hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of de administratie permanente vorming van het departement onderwijs van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 3.Diploma's of getuigschriften die krachtens de wet, het decreet of de internationale regelgeving als gelijkwaardig worden erkend of verklaard met de in dit besluit vermelde diploma's, worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld met deze diploma's.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2000.

Brussel, 13 juli 2000.

D. VAN MECHELEN

^