Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 13 januari 2010
gepubliceerd op 05 februari 2010

Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van sulfurylfluoride, cumatetralyl, fenpropimorf, bromadiolon, alfachloralose en chloorfacinon

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2010024027
pub.
05/02/2010
prom.
13/01/2010
ELI
eli/besluit/2010/01/13/2010024027/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 JANUARI 2010. - Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van sulfurylfluoride, cumatetralyl, fenpropimorf, bromadiolon, alfachloralose en chloorfacinon


De Minister van Klimaat en Energie, Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, de artikelen 8 en 9;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, de artikelen 78ter, § 1, 79, § 1, tweede lid en 81, eerste lid;

Gelet op de Richtlijn 2009/84/EG van de Commissie van 28 juli 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde sulfurylfluoride als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;

Gelet op de Richtlijn 2009/85/EG van de Commissie van 29 juli 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde cumatetralyl als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;

Gelet op de Richtlijn 2009/86/EG van de Commissie van 29 juli 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde fenpropimorf als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;

Gelet op de Richtlijn 2009/92/EG van de Commissie van 31 juli 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde bromadiolon als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;

Gelet op de Richtlijn 2009/93/EG van de Commissie van 31 juli 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde alfachloralose als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;

Gelet op de Richtlijn 2009/99/EG van de Commissie van 4 augustus 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde chloorfacinon als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit;

Gelet op de kennisgeving aan de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, aan de Hoge Gezondheidsraad, aan de Raad voor het Verbruik en aan de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven;

Gelet op advies 47.305/3 van de Raad van State, gegeven op 27 oktober 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.In de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, zoals gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 maart 2007, 6 november 2007, 1 februari 2008, 25 augustus 2008, 23 januari 2009, 8 april 2009, 6 mei 2009 en 13 januari 2010, wordt punt « 1 sulfurylfluoride » aangevuld door de tekst in de bijlage I van dit besluit.

Art. 2.De bijlage I van hetzelfde besluit wordt aangevuld door de tekst in de bijlage II van dit besluit.

Art. 3.De uiterste datum voor het indienen van de toelatingsaanvragen voorzien in artikel 78ter, § 1, of, in voorkomend geval, in artikel 79, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit, is vastgesteld op 30 juni 2013, behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 18.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2011.

Brussel, 13 januari 2010.

P. MAGNETTE

Bijlage I De volgende tekst wordt aan de vermelding « nr. 1 » in bijlage I toegevoegd :

Nr.

Triviale naam

IUPAC-naam Identificatienummers

Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht

Datum van opneming

Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 18)

Datum waarop de opneming verstrijkt

Product- soort

Specifieke bepalingen

« 994 g/kg

1 juli 2011

30 juni 2013

30 juni 2021

18

De Minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld : 1. Het product mag alleen worden verkocht aan en gebruikt door de speciaal erkende gebruikers die voor het gebruik ervan zijn opgeleid. 2. Er worden adequate maatregelen genomen om de gebruikers en omstanders bij de fumigatie en ontluchting van behandelde gebouwen of andere ruimtes te beschermen. 3. Op de etiketten en/of veiligheidsinformatiebladen van de producten wordt vermeld dat vóór de fumigatie van een ruimte alle voedingsmiddelen moeten worden verwijderd. 4. De concentraties van sulfurylfluoride in de lucht in de verre troposfeer worden gemonitord. 5. De Minister zorgt er ook voor dat er door de houders van toelatingen om de vijf jaar, met ingang van de meest recente vijf jaar na de toelating, rechtstreeks bij de Commissie rapporten over de in punt 4 bedoelde monitoring worden ingediend.De aantoonbaarheidsgrens voor deze analyse mag niet hoger zijn dan 0,5 ppt (dit komt overeen met 2,1 ng sulfurylfluoride/m3 lucht in de troposfeer). »


Bijlage II De volgende tekst wordt aan bijlage I toegevoegd :

Nr.

Triviale naam

IUPAC-naam Identificatienummers

Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht

Datum van opneming

Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 14)

Datum waarop de opneming verstrijkt

Product- soort

Specifieke bepalingen

« 12

Chloorfacinon

chloorfacinon EC-nr. : 223-003-0 CAS-nr. : 3691-35-8

978 g/kg

1 juli 2011

30 juni 2013

30 juni 2016

14

Vanwege de gesignaleerde risico's voor andere dieren dan de doelsoorten moet er overeenkomstig artikel 24, § 3, tweede lid, een vergelijkende risicobeoordeling voor de werkzame stof worden uitgevoerd voordat de opneming in deze bijlage wordt verlengd.

De Minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld :

1. De nominale concentratie van de werkzame stof in andere producten dan traceerpoeder mag niet meer bedragen dan 50 mg/kg en alleen kant-en-klare producten mogen worden toegelaten. 2. Producten die als traceerpoeder worden gebruikt, mogen alleen voor gebruik door daarvoor opgeleide professionele gebruikers in de handel worden gebracht.3. De producten moeten een bitterstof en zo mogelijk een kleurstof bevatten. 4. De primaire en secundaire blootstelling van mensen, andere dieren dan de doelsoorten en het milieu worden zo veel mogelijk beperkt door alle passende en beschikbare risicobeperkende maatregelen in overweging te nemen en toe te passen.Daaronder vallen onder meer de beperking tot uitsluitend professioneel gebruik, de vaststelling van een maximale verpakkingsgrootte en de verplichting om veilige, niet te openen lokdozen te gebruiken.

15

Alfachloralose

(R)-1,2-O-(2,2,2- trichloorethylideen)- à-D-glucofuranose EC-nr. : 240-016-7 CAS-nr. : 15879-93-3

825 g/kg

1 juli 2011

30 juni 2013

30 juni 2021

14

Wanneer de Minister een aanvraag tot toelating van een product beoordelen overeenkomstig artikel 3 en volgende en bijlage VI, beoordeelt hij, voor zover dit voor het product in kwestie relevant is, de mogelijk aan dit product blootgestelde bevolkingsgroepen en de toepassings- of blootstellingsscenario's die bij de risicobeoordeling op Gemeenschapsniveau niet op een representatieve wijze aan bod zijn gekomen.

Wanneer de Minister toelating verleent voor een product, beoordeelt hij de risico's en ziet er vervolgens op toe dat passende maatregelen worden genomen of specifieke voorwaarden worden opgelegd om de gesignaleerde risico's te beperken.

Er kan voor een product alleen toelating worden verleend als uit de aanvraag blijkt dat de risico's tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.

Producten worden met name alleen toegelaten voor gebruik in de openlucht, wanneer gegevens worden overgelegd die aantonen dat het product zal voldoen aan de eisen van artikel 3 en bijlage VI, indien nodig door toepassing van passende risicobeperkende maatregelen.

De Minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld :

1. De nominale concentratie van de werkzame stof in de producten mag niet meer bedragen dan 40 g/kg. 2. De producten moeten een bitterstof en een kleurstof bevatten. 3. Alleen producten voor gebruik in veilige, niet te openen lokdozen zijn toegestaan. 17

Bromadiolon

3-[3-(4'-broom[1,1'-bifenyl]-4-yl)-3-hydroxy-1-fenylpropyl]-4-hydroxy-2H- 1-benzopyran-2-on EC-nr. : 249-205-9 CAS-nr. : 28772-56-7

969 g/kg

1 juli 2011

30 juni 2013

30 juni 2016

14

Vanwege de kenmerken van de werkzame stof, waardoor die persistent, bioaccumulerend en toxisch, of zeer persistent en sterk bioaccumulerend kan zijn, moet overeenkomstig artikel 24, § 3, tweede lid een vergelijkende risicobeoordeling voor de stof worden uitgevoerd voordat de opneming in bijlage I wordt verlengd.

De Minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld :

1. De nominale concentratie van de werkzame stof in de producten mag niet meer bedragen dan 50 mg/kg en alleen gebruiksklare producten zijn toegelaten. 2. De producten moeten een bitterstof en zo mogelijk een kleurstof bevatten. 3. De producten mogen niet als traceerpoeder worden gebruikt; 4. De primaire en secundaire blootstelling van mensen, niet-doeldieren en het milieu moet zoveel mogelijk worden beperkt door de inoverwegingneming en toepassing van alle passende en beschikbare risicobeperkende maatregelen.Deze omvatten onder meer de beperking tot uitsluitend professioneel gebruik, de vaststelling van een maximale verpakkingsgrootte en de verplichting om veilige, niet te openen lokdozen te gebruiken.

21

Fenpropimorf

(+/-)cis-4-[3-(p-tert-butylfenyl)-2-methylpropyl]- 2,6-dimethylmorfoline EC-nr. : 266-719-9 CAS-nr. 67564-91-4

930 g/kg

1 juli 2011

30 juni 2013

30 juni 2021

8

Wanneer de Minister een aanvraag tot toelating van een product beoordeelt overeenkomstig artikel 3 en volgende en bijlage VI, beoordeelt hij, voor zover dit voor het product in kwestie relevant is, de mogelijk aan dit product blootgestelde bevolkingsgroepen en de toepassings- of blootstellingsscenario's die bij de risicobeoordeling op Gemeenschapsniveau niet op een representatieve wijze aan bod zijn gekomen.

Wanneer de Minister toelating verleent voor een product, beoordeelt hij de risico's en ziet er vervolgens op toe dat passende maatregelen worden genomen of specifieke voorwaarden worden opgelegd om de gesignaleerde risico's te beperken.

Er kan voor een product alleen toelating worden verleend als uit de aanvraag blijkt dat de risico's tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.

De Minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld :

1. Gezien de veronderstellingen die aan de risicobeoordeling ten grondslag liggen, dienen bij de toepassing van voor industrieel gebruik toegelaten producten passende persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gebruikt, tenzij in de aanvraag tot toelating van het product het bewijs wordt geleverd dat de risico's voor de industriële gebruiker op een andere wijze tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt. 2. Gezien de gesignaleerde risico's voor de bodem en het aquatische milieu, moeten passende risicobeperkende maatregelen worden genomen om deze milieucompartimenten te beschermen.Met name moet op de etiketten en/of veiligheidsinformatiebladen van producten die voor industrieel gebruik worden toegelaten, worden vermeld dat pas behandeld hout na de behandeling onder een afdak en/ of op een ondoordringbare harde ondergrond moet worden opgeslagen om rechtstreekse verliezen naar de bodem of naar water te voorkomen en dat verliezen met het oog op hergebruik of verwijdering moeten worden opgevangen.

28

Cumatetralyl

Cumatetralyl EC-nr. : 227-424-0 CAS-nr. : 5836-29-3

980 g/kg

1 juli 2011

30 juni 2013

30 juni 2016

14

Gezien de gesignaleerde risico's voor dieren die niet tot een doelsoort behoren, dient er vóór de verlenging van de opneming van de werkzame stof in deze bijlage overeenkomstig artikel 24, § 3, tweede lid een vergelijkende risicobeoordeling van de stof te worden uitgevoerd.

De Minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld :

1. De nominale concentratie van de werkzame stof in andere producten dan traceerpoeder mag niet hoger zijn dan 375 mg/kg en er mogen alleen gebruiksklare producten worden toegelaten. 2. De producten moeten een bitterstof en zo mogelijk een kleurstof bevatten. 3. De primaire en secundaire blootstelling van mensen, dieren die niet tot een doelsoort behoren en het milieu moet tot een minimum worden beperkt door alle geschikte en beschikbare risicobeperkende maatregelen te overwegen en toe te passen.Het betreft hier onder andere de beperking tot uitsluitend beroepsmatig gebruik, de vaststelling van een bovengrens voor de verpakkingsgrootte en de vaststelling van verplichtingen om vastgezette lokdozen te gebruiken waar niet gemakkelijk mee geknoeid


Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 13 januari 2010 tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van sulfuylfluoride, cumatetralyl, fenpropimorf, bromadiolon, alfachloralose en chloorfacinon.

Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 13 janvier 2010 modifiant l'annexe Ire de l'arrêté royal du 22 mai 2003 concernant la mise sur le marché et l'utilisation des produits biocides, en vue d'y inscrire le fluorure de sulfuryle, le coumatétralyl, le fenpropimorphe, la bromadiolone, l'alphachloralose et du chlorophacinone.

P. MAGNETTE

P. MAGNETTE

^