Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 12 november 2020
gepubliceerd op 20 november 2020

Ministerieel besluit betreffende de verplichte en aanbevolen uitrusting in het kader van pleziervaart

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2020015886
pub.
20/11/2020
prom.
12/11/2020
ELI
eli/besluit/2020/11/12/2020015886/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 NOVEMBER 2020. - Ministerieel besluit betreffende de verplichte en aanbevolen uitrusting in het kader van pleziervaart


DE MINISTER VAN MOBILITEIT EN DE MINISTER VOOR NOORDZEE, Gelet op de wet van 5 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/2018 pub. 17/07/2018 numac 2018031463 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de pleziervaart sluiten betreffende de pleziervaart, artikel 10;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 04/07/2019 numac 2019041207 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de pleziervaart sluiten betreffende de pleziervaart, de artikelen 3.76 en 7.4, § 2;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 juli 2020;

Gelet op de adviezen van het Federaal Overlegplatform voor de Pleziervaart dd 15 juli 2019 en 28 februari 2020;

Gelet op het advies 68.087/4 van de Raad van State gegeven op 21 oktober 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluiten :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° pleziervaartuig voor het beoefenen van kleinzeilerij : een pleziervaartuig zonder motor, zonder kajuit, met zeil, met een romplengte van 6,5 meter of minder;2° sportkieljacht : een pleziervaartuig met zeil, met een romplengte van minder dan 9 meter, zonder kajuit, geen sanitair of kookgelegenheid of elektriciteit aan boord, eventueel met lichte afneembare buitenboordmotor en laagste vrijboord kleiner dan 50 centimeter;3° klein reddingsvaartuig : een gemotoriseerd pleziervaartuig zonder kajuit dat wordt gebruikt om activiteiten tot een afstand van 2 zeemijl uit de kust vanaf de laagwaterlijn met als doel het verlenen van bijstand aan pleziervaartuigen of personen die pleziervaart beoefenen en in nood verkeren;uit te voeren en dat een romplengte van 6,5 meter of minder heeft.

Art. 2.§ 1. Pleziervaartuigen met een romplengte tot en met 24 meter moeten worden uitgerust overeenkomstig bijlage 1 bij dit besluit.

In afwijking van het eerste lid, moet een waterscooter worden uitgerust overeenkomstig bijlage 2 bij dit besluit.

In afwijking van het eerste lid, moet een pleziervaartuig dat wordt gebruikt voor het beoefenen van kleinzeilerij, worden uitgerust overeenkomstig bijlage 3 bij dit besluit.

In afwijking van het eerste lid, moet een sportkieljacht worden uitgerust overeenkomstig bijlage 4 bij dit besluit.

In afwijking van het eerste lid, moet een klein reddingsvaartuig worden uitgerust overeenkomstig bijlage 5 bij dit besluit. § 2. Een beoefenaar van brandingsporten moet afdoende en passende veiligheidsuitrusting bij zich hebben overeenkomstig bijlage 6 bij dit besluit.

Art. 3.De uitrusting zoals omschreven in artikel 2 moet voldoen aan de normen, specificaties en maximum keuringsintervallen overeenkomstig bijlage 7 bij dit besluit.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2020.

Gegeven te Brussel, 12 november 2020.

G. GILKINET V. VAN QUICKENBORNE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^