11 OKTOBER 1999. - Ministerieel besluit betreffende de beroepsbekwaamheid van de veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 1

De Minister van Economie, Gelet op de wet van 28 mei 1956 betreffende ontplofbare en voor deflagratie vatbare stoffen en mengsels en de daarmede geladen tuigen;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1999 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren inzonderheid op de artikelen 9, 10, 11, 15 en 16;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het, zowel voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan het vervoer van gevaarlijke goederen als voor de uitvoering van de verplichtingen voortvloeiende uit het voornoemd koninklijk besluit van 1 juli 1999, noodzakelijk is dat de betrokken bedrijven ten laatste op 31 december 1999 over één of meerdere veiligheidsadviseurs beschikken, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « het koninklijk besluit » : "het koninklijk besluit van 1 juli 1999 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren";2° « het examen » : "het examen bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit".

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de gevaarlijke goederen die behoren tot de klasse 1 van het Europese Verdrag van 30 september 1957 betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (A.D.R.).

Art. 3.§ 1. De scholingscentra opgericht door de openbare macht of de instellingen die ervan afhangen, de onderwijsinstellingen opgericht of erkend door de Gemeenschappen, de private instellingen opgericht als vereniging zonder winstgevend doel en de erkende beroepsverenigingen kunnen erkend worden om de in artikel 7 van het koninklijk besluit bedoelde scholing te verstrekken. § 2. De voorwaarden tot erkenning zijn de volgende : 1° beschikken over de geschikte infrastructuur, zoals voldoende lokalen, stoelen en tafels of lessenaars voor alle deelnemers aan de cursus, en dit voor groepen van ten minste 10 personen;2° beschikken over lesgevers die de nodige kennis hebben inzake de te onderwijzen leerstof;3° beschikken over een scholingsprogramma.

Art. 4.§ 1. De aanvraag tot erkenning van de diensten of instellingen die de scholing van veiligheidsadviseur verstrekken wordt schriftelijk ingediend bij het hoofd van de Dienst der Springstoffen. § 2. Deze aanvraag bevat de volgende gegevens : 1° de benaming, het statuut en het adres van de dienst of de instelling;2° het of de in artikel 9, tweede lid, van het koninklijk besluit omschreven gedeelte(n) van de scholingscursus die gegeven zullen worden, evenals de tijdsduur die voor elk ervan wordt uitgetrokken;3° de taal of talen waarin de scholingscursussen verstrekt zullen worden;4° een gedetailleerde beschrijving van de kennis en de ervaring waarover de dienst of de instelling en de lesgevers beschikken;5° een beschrijving van de pedagogische aanpak die toegepast zal worden;6° de verbintenis om het bedrag van het inschrijvingsrecht dat zij aan de deelnemers vragen zodanig te berekenen dat het slechts de kosten dekt, en om, op ieder ogenblik, op eenvoudig verzoek van het hoofd van de Dienst der Springstoffen de elementen van die berekening over te leggen;7° de verbintenis om de inschrijving van kandidaten op elk van de scholingscursussen te aanvaarden tot beloop van het aantal beschikbare plaatsen, behalve voor de scholingscentra opgericht door de openbare macht en voorbehouden voor hun personeel;8° het maximum aantal kandidaten dat per cyclus kan aanvaard worden, zonder dat dit aantal meer dan 30 personen mag bedragen;9° het bedrag van het inschrijvingsrecht dat aan de deelnemers gevraagd wordt. § 3. De dienst of de instelling brengt het hoofd van de Dienst der Springstoffen onmiddellijk op de hoogte van elke wijziging van de gegevens betreffende de erkenning.

Art. 5.De erkende diensten of instellingen verstrekken de scholingscursussen in België.

Zij houden een jaarregister bij waarin per volgnummer vermeld worden : de identiteit van de ingeschreven kandidaten, de inschrijvingsdatum, de data van de lessen met vermelding van de aanwezigheid of de afwezigheid van de kandidaten. Een kolom is voorzien voor eventuele opmerkingen.

Deze gegevens mogen ook op dragers voor informatieverwerking opgeslagen worden. Deze gegevens moeten gedurende zes jaar bewaard worden.

Zij geven aan de kandidaten die aan ten minste 80 % van één of meerdere van de omschreven gedeelte(n) van de scholingscursus deelgenomen hebben een attest, conform het model opgenomen als bijlage.

Het attest vermeldt de scholing gevolgd door de kandidaat, namelijk de betrokken categorie van de gevaarlijke goederen (klasse 1) en het of de gedeelte(n) van de scholingscursus waarvan sprake in artikel 9, tweede lid, van het koninklijk besluit. Kopie van dit attest moet ook gedurende zes jaar bewaard worden.

Art. 6.§ 1. De minister trekt de erkenning in als de dienst of instelling : 1° niet meer voldoet aan de in artikel 3 bedoelde vereisten;2° de in artikel 4 aangegane verbintenissen niet naleeft;3° de verplichtingen opgelegd bij het koninklijk besluit of bij onderhavig besluit niet correct vervult. De verantwoordelijke van de dienst of de instelling wordt vooraf gehoord. § 2. De intrekking wordt bij per post aangetekend schrijven aan de dienst of de instelling betekend.

Art. 7.De examencommissie bedoeld in artikel 11 van het koninklijk besluit bestaat uit : 1° een voorzitter, Adviseur-generaal van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid, afdeling Veiligheid;2° een ondervoorzitter, hoofd van de Dienst der Springstoffen;3° vier ambtenaren van de Dienst der Springstoffen, aangeduid door het hoofd van de Dienst der Springstoffen. De examencommissie beraadslaagt op geldige wijze als ten minste de helft van de leden aanwezig is.

De vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter of bij diens afwezigheid door de ondervoorzitter.

De beslissingen van de examencommissie worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de vergadering doorslaggevend.

Art. 8.Een kandidaat mag slechts de delen van het examen afleggen die overeenstemmen met de scholing vermeld in het attest bedoeld in artikel 5, vierde lid.

Art. 9.§ 1. De duplicaten van scholingscertificaten worden afgegeven door de examencommissie, onder de handtekening van een daartoe door de voorzitter aangeduid lid. § 2. De aanvraag voor een duplicaat wordt ingediend bij het hoofd van de Dienst der Springstoffen.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 11 oktober 1999.

R. DEMOTTE

Bijlage (Naam en personalia van de erkende dienst of instelling) Attest van deelname aan de scholingscursus voor veiligheidsadviseur Volgende persoon : . . . . .

Naam : . . . . . Voorna(a)m(en) : . . . . .

Geboortedatum en plaats : . . . . .

Nationaliteit : . . . . .

Heeft aan de hieronder aangegeven gedeelten van de cursus deelgenomen (1) : - gemeenschappelijk gedeelte voor de 3 vervoerswijzen van goederen van klasse 1 - specifiek gedeelte voor het vervoer over de weg van goederen van klasse 1 - specifiek gedeelte voor het vervoer per spoor van goederen van klasse 1 - specifiek gedeelte voor het vervoer over de binnenwateren van goederen van klasse 1 Naam van de lesgever(s) : .. . . .

Plaats en data van de lessen : . . . . .

Plaats en datum : . . . . .

Handtekening : . . . . . (1) Schrappen wat niet past. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 11 oktober 1999 betreffende de beroepsbekwaamheid van de veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 1.

De Minister van Economie, R. DEMOTTE